Functies van alinea's

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 674 woorden
  • 14 december 2013
  • 40 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
40 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

aanbeveling        De schrijver geeft goede raad.

aanleiding    De schrijver geeft aan welke gebeurtenis hem ertoe gebracht heeft de tekst te schrijven.

advies            De schrijver geeft een goede raad.    

afweging    De schrijver geeft voor- en nadelen of verschillende mogelijke oplossing en vergelijkt ze met elkaar; hij weegt ze tegen elkaar af.

argument        De schrijver geeft aan waarom hij iets vind.

beschrijving        De schrijver vertelt hoe iets er uit ziet of hoe iets werkt.

bewering        De schrijver doet een uitspraak.

bewijs            De schrijver probeert zijn stelling of uitspraak te bewijzen.

conclusie        De schrijver noemt een gevolgtrekking uit gegevens en argumenten.

constatering        De schrijver stelt iets vast.

definitie        De schrijver geeft een zo nauwkeurig mogelijke beschrijving van iets.

gevolg            De schrijver noemt wat er voortkomt uit een beschreven verschijnsel.

hypothese        De schrijver trekt de aandacht van de lezer aan het begin van de tekst.

inleiding        De schrijver trekt de aandacht van de lezer aan het begin van de tekst.

karakterisering        De schrijver noemt de voornaamste kenmerken van een verschijnsel.

mening            De schrijver vertelt wat hij van iets vind.

nuancering    De schrijver zwakt een bewering of standpunt af door te laten zien dat er ook andere gezichtspunten mogelijk zijn.

ontkenning        De schrijver geeft aan het er niet mee eens te zijn.

oorzaak            De schrijver laat zien waardoor iets is ontstaan of is zoals het is (zonder menselijke invloed).

oplossing        De schrijver laat zien hoe het probleem kan verdwijnen.

opsomming        De schrijver noemt een aantal meningen, voorbeelden, argumenten of verschijnselen.

probleemstelling.    De schrijver geeft aan wat het probleem is.

reden            De schrijver geeft aan waarom iemand iets doet of vindt.

relativering        De schrijver zwakt iets af, laat zien dat er ook een andere kant aan een verschijnsel zit.

samenvatting.        De schrijver vertelt in enkele zinnen het belangrijkste nog eens.

standpunt        De schrijver heeft zijn mening over iets.

stelling            De schrijver doet een uitspraak die hij probeert te bewijzen.

tegenstelling    De schrijver noemt iets wat tegenover een beschreven verschijnsel of mening staat.

tegenwerping        De schrijver beweert iets wat staat tegenover wat een ander heeft gezegd.

toelichting        De schrijver maakt iets verder duidelijk met behulp van voorbeelden of uitleg.

uitkomst.        De schrijver noemt het resultaat van een onderzoek.

uitwerking        De schrijver licht iets nader toe met meer voorbeelden of gevolgen.

vaststelling         De schrijver stelt vast hoe iets is, hij constateert iets.

verklaring.        De schrijver legt een verschijnsel uit, bijvoorbeeld hoe iets ontstaan is.

voorbeeld        De schrijver verduidelijk een bewering, stelling of verschijnsel.

voorwaarde        De schrijver noemt iets wat eerst moet gebeuren voordat iets anders kan plaatsvinden.

vraagstelling        De stijver stelt een vraag.

weerlegging    De schrijver bestrijd de  mening van een ander met argumenten, tegenargumenten of bewijzen.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.