Brandweer

Brandweer

Ik heb voor het onderwerp de brandweer gekozen omdat ik zelf bij de jeugdbrandweer zit en ik de brandweer erg interessant vind.

Het was gemakkelijk om alle informatie te verzamelen. De meeste dingen wist ik zelf, maar soms moest ik de zoekmachine google.nl gebruiken.

Het was soms moeilijk om over een bepaald onderwerp te schrijven, als je daar veel van weet en het moet opschrijven zodat iedereen het begrijpt.

Leuk was het om plaatjes te zoeken op het internet omdat ik veel dingen heb gezien die nieuw voor mij zijn zo leerde ik er ook wat van.

Op de spelling te letten was niet altijd even leuk. Omdat ik soms snel tik komen er typefouten in mijn werkstuk. Die moest ik dus de hele tijd verbeteren.

Ik wil mijn vader bedanken omdat hij mij heeft geholpen met spelling en met de opmaak.

De brandweer heeft een rijke geschiedenis. In de middeleeuwen was brand erg gevaarlijk. Dat kwam doordat de huizen meestal van hout en riet waren. Als er brand uitbrak kon het zo een hele stad verwoesten. De mensen dachten dat vuur een straf van God was en daarom onbeheersbaar.
De mensen werkten vroeger veel met vuur. Denk maar aan de smid, wapen, boog en harnas maker. Dat gebeurde vaak op een onveilige manier, levensgevaarlijk dus! Als er een paar vonken overvlogen naar een huis of ander gebouw had je al een groot probleem omdat je dan grote kans had dat je een brand veroorzaakte.
Afbeelding 1: een brand in de middeleeuwen.

Er waren wel wetten die voorschreven dat de muren en schoorstenen van huizen alleen nog maar van steen mochten zijn, maar bijna niemand hield zich daar aan. Het werd toch nauwelijks gecontroleerd en bijna niemand kon het betalen.
Toen kwam er een moment dat de mensen op een idee kwamen om brand meteen te signaleren en zo doende het te blussen. Het idee was de stadswacht. De eerste stadswachten waren bedoeld als uitkijk die moesten waarschuwen als er brand was. Ze keken meestal vanaf een hoge toren over de stad.

Zodra ze iets zagen moesten ze een teken geven, zoals een grote klok luiden. Maar het was nog niet de oplossing die ze nodig hadden om brand te blussen. Die kwam pas in het jaar 1254. Er werd een wet ingesteld door de koning van Frankrijk (nu een republiek) Als er ergens brand uitbrak moesten timmerlieden, dakdekkers en metselaars meteen naar de brand, gewapend met haken, (bedoeld om muren omver te halen zodat de brand niet verder kon) ladders en emmers om de brand te blussen. Aangezien de pomp nog niet was uitgevonden waren de middeleeuwse brandweerlieden aangewezen op de dichtstbijzijnde bron zoals een rivier of waterput. Na een tijdje besefte de stadsbesturen van de steden toch dat het beter en vlotter moest verlopen als er brand was. Daarom zorgde ze er voor dat er een soort kleine legertjes ontstonden: de eerste brandweerlieden.
Deze brandweer moeste het nog doen met een uiterst primitieve uitrusting. (nog niet zo goed ontwikkelde uitrusting). Als beloning voor hun werk hoefde ze weinig tot geen belasting te betalen.
Toch bleef het lastig om branden te blussen. Zo kwamen ze op het idee van een avondklok (de eerste brandveiligheidsregels). De avond- klok hield in dat het verboden was om na acht uur 's avonds met vuur te werken. De stadswachten moesten nu ook patrouilleren om toe te zien, op het gebruik van vuur overdag en ontvlambare materialen, en daar zonodig tegen op te treden. Naarmate de steden zich uitbreidden nam ook het aantal branden toe. Men besefte dat
er moest worden gezorgd voor een goede water toevoer zodat
de `brandweerlieden' geen tekort aan water kregen. Men ontwikkelde in de loop der jaren een soort van watertoevoer. Het was niet perfect maar het kwam al in de buurt van een goede watertoevoer.
Rond 1614 werd de brandspuit bedacht. Die spoot water uit een bak. Maar het was een zwaar apparaat en kon moeilijk verplaatst worden. Men moest zo dicht op de brand staan dat er vaak ongelukken waren doordat er instortende delen op de blussers vielen.
De uitvinder van de echte blusmiddelen was Jan van der Heiden een normale schilder. In 1672 zag hij dat er bij een grote brand in het stadhuis van Amsterdam zonder systeem werd gewerkt en vond de verbeterde brandspuit uit. Een leren slang met een straalpijp aan het einde. Er was alleen één probleem. De leren slangen moesten na gebruik altijd worden gedroogd, omdat ze anders zouden gaan lekken of gaan rotten.

Afbeelding 2: Jan van der Heiden.

De toevoer van water werd ook door hem verbeterd door een pomp aan de brandspuit te bevestigen, die het water rechtstreeks uit de gracht oppompte. Sommige materialen waren nogal zwaar en moesten op een kar, zo konden ze alles makkelijk verplaatsen. Ook vond hij later een soort van reservoir uit dat kon ongeveer 50 liter water bevatten. Maar ze moesten er wel voor zorgen dat er ergens een meer, riviertje of waterput in de buurt was want anders konden ze niet blijven blussen. Het ontwerp was zo goed dat het nog tot in de 20e eeuw werd gebruikt. Later werd van alles aan die karren verbeterd. Zo werden de oude karren gemotoriseerd en de slang werd verbeterd zo konden ze veel meer doen en ook werden er allemaal nieuwe dingen zodat alles sneller kon en beter. Nu zijn er veel verschillende brandweerwagens, slangen en pompen dat is allemaal te danken aan Jan van der Heiden, de uitvinder van de verbeterde brandweermaterialen.

Brandveiligheid is erg belangrijk. Als een brand kan worden voorkomen worden ook vele dingen gespaard waaronder mensen- en dierenlevens. Daarom zijn er verschillende eisen voor brandpreventie. In het speciaal voor lange tunnels. Als er in een tunnel brand uitbreekt en die is middenin moeten de mensen kunnen vluchten of zelf proberen te blussen. Daarom zijn er vaak kleinere tunnels naast gemaakt zodat de mensen via daar kunnen vluchten. Er zijn ook andere dingen om de brand te melden zoals telefoons. Tegenwoordig zijn er veel mensen met een mobiel maar die werken meestal niet in een tunnel. Ook zijn er ventilatoren die zorgen voor verse lucht. Sommigen van die ventilatoren kunnen ook rook wegzuigen samen met de verse lucht. Zo heeft de brand minder kans om zich uit te breiden.
In ieder gebouw waar veel mensen komen zoals scholen, bioscopen, zwembaden, en winkelcentra moeten er voorzieningen zijn die er voor kunnen zorgen dat een beginnende brand kan worden geblust. Meestal hangen er brandslangen, brandblussers, uitgangbordjes, noodverlichting, EHBO kist, blusdekens en sprinklers.
Afbeelding 3: verschillende blusmiddelen.

Al die dingen zijn er dus speciaal om brand te voorkomen. De brandblussers zijn erg belangrijk. In 85% van de gevallen wordt een beginnende brand geblust met draagbare brandblusser.

Je hebt verschillende vormen zoals: de sproeischuimblusser, poederblusser en een vetbrandblusser voor in patatzaken en andere fast food gelegenheden. Zulke middelen moeten worden gecontroleerd. Als het niet in orde is kan je een grote boete krijgen. Als je zo'n pand beheerd is het verplicht om al die dingen te hebben. In geval van nood kan de beheerder of een omstander een blusmiddel pakken en de brand blussen. Je hebt een gezegde voor dit: beter voorkomen, dan genezen en elke beginnende brand kan met een vingerhoedje worden geblust. Werknemers die in een bedrijf werken moeten een paar keer per jaar een brandoefening doen. Zo leren ze hoe je met brand moet omgaan en hoe je het eventueel kan blussen. Werknemers in verzorgingstehuizen moeten speciaal oefenen om hun bewoners te helpen met ontsnappen omdat de mensen daar meestal zelf niet meer in staat zijn omdat te doen. Dat zijn allemaal vormen van brandveiligheid. Ook zijn er andere dingen. Je kan er niet alleen voor zorgen dat je blusmiddelen hebt maar ook dat je bijvoorbeeld niet de tv de hele nacht op stand-by laat staan of roken in bed. Al die dingen hebben te maken met brand en eigen veiligheid want je eigen veiligheid en die van mensen en dieren in je buurt gaat boven alles.

De brandweer heeft enorm veel materialen om een brand te blussen.
Je hebt ook veel verschillende brandweer auto's zoals: ladderwagens, blusvoertuigen, commandovoertuigen, personenbusjes en containerwagens.
De brandweerpakken zijn ook belangrijk. Die zijn zo gemaakt dat ze tegen enorme hitte kunnen en goed zichtbaar zijn. Het beschermt de brandweerlieden goed. Wat natuurlijk ook bij het pak hoort is een helm. Die is van levensbelang. Als de brandweermannen of vrouwen naar binnen moeten kan er vaak van alles naar beneden komen zoals houten planken, vazen en etc.
Afbeelding 4: de pakken van de brandweer.

Ook hebben ze natuurlijk verse lucht nodig om te ademen in een brandend gebouw. Daarvoor hebben ze de ademlucht, Die zit op hun rug en voorziet de brandweerlieden van verse lucht. Die ademlucht zit dan in het blusvoertuig. Ook dragen degene die moeten gaan verkennen een apparaatje mee om te zien voor hoe lang ze nog lucht hebben. Ook de rest van de brandweerlieden kunnen zien voor hoe lang ze nog lucht hebben door een apparaatje in de auto. Het nieuwste is: hitte camera's daardoor kunnen de brandweerlieden meteen kan zien waar de brand is en ook nog eventuele slachtoffers vinden. Zo kunnen ze meteen gaan blussen en zijn ze minder tijd kwijt aan het verkennen. Ze hebben natuurlijk ook spullen nodig om de brand te blussen. Een brandweerman moet precies weten waar alles ligt en hoe hij het moet gebruiken. De brandweerauto's zijn vaak zo gebouwd dat je van alles kan openvouwen.

Bijvoorbeeld: er kunnen veel meer materialen mee in grote brandweerauto's als in kleinere voertuigen. In die kleinere voertuigen zie je veel opbergruimtes die je open kan doen door een hendel over te halen zo kunnen er meer materialen mee. Slangen bijvoorbeeld moet strak opgerold zijn en precies goed in de wagen worden gezet. Omdat de brandweer maar twee slangen heeft die je meteen kan gebruiken moeten er ook slangen worden gebruikt die ze zelf moeten uitrollen. De twee belangrijkste slangen zijn de toevoer- en de aanvalsslangen.
Afbeelding 5: een speciale materiaalwagen.

De toevoerslangen worden gebruikt om water van uit de auto naar het verdeelstuk te brengen. Dat verdeelstuk heeft vier uiteinden waar slangen aan kunnen worden vastgemaakt. Aan de achterkant één voor de toevoerslang en aan de voorkant drie. Die zijn voor de aanvalsslangen. Er kunnen dan meteen drie stralen gebruikt worden. Je hebt in een brandweerploeg zes mensen je hebt de pompbediende die zorgt voor water. Dat water haalt hij uit de grond met een opzetstuk. Je hebt de Bevelvoerder die zorgt dat alles goed verloopt en geeft de commando's. Dan nog de aanvalsploeg nummer één en twee die gaan verkennen en blussen en ook nog nummer drie en vier die zorgen dat er water vanuit de auto naar het verdeelstuk komt en die gaan zonodig ook blussen. Als er brand is gaan één en twee meteen verkennen met de slangen die op de auto zitten genaamd hogedrukslangen.

Nummer drie en vier rollen de slangen uit zodat als één en twee terug zijn meteen kunnen gaan blussen. Soms moeten die slangen over een weg heen. Daar heeft de brandweer iets op bedacht namelijk slangenbruggen als auto's over slangen heen rijden gaan ze kapot. Nu ligt de slang tussen twee kleine hellingen in. Zo rijden er geen auto's over de slangen en gaan ze minder snel kapot.
Natuurlijk zijn er niet alleen materialen om te blussen. Er zijn ook speciale spullen om mensen te bevrijden. Wat de brandweer gebruikt als er iemand onder een auto of container ligt is een speciaal kussen. Dat kussen is zo sterk dat het zo een auto of iets anders kan optillen. Als ze het kussen onder een container leggen is het nog plat. Zodra ze beginnen pompen ze het goed vol met lucht. Dat gebeurt niet met de hand maar met een speciale machine. Zo kunnen ze het slachtoffer er onderuit halen. Ook als er een auto-ongeluk is kan de brandweer met een hydraulische schaar
(aangedreven door een vloeistofdruk). Van een auto kan de brandweer het dak wegknippen en het slachtoffer bevrijden. Verder zit er op de auto nog: mokers, pionnen, bijlen, koevoeten, zuigslangen om water uit een meer of rivier te halen, ladders, gasbranders en nog veel meer.

De brandweer in Nederland is van essentieel belang dat spreekt voor zich. Vaak wordt de brandweer niet gerespecteerd, de meeste mensen hebben niet door wat ze doen voor de veiligheid van iedereen. In Amerika is dat anders. Omdat er vaak grote branden zijn en ze soms spectaculaire reddingen hebben kijken de mensen veel meer tegen hen op. In Nederland zorgen we voor zo'n goed mogelijke brandveiligheid. Daardoor zullen de brandweerlieden hier minder vaak mensen hoeven te redden.
Soms als de brandweer moet uitrukken willen de omstanders nog wel eens lastig zijn. Zij willen de brand van dichtbij zien en letten daardoor meestal niet op hun eigen veiligheid.
Afbeelding 6: een uitslaande brand.

Bijvoorbeeld toen een man was en die zelfmoord wou plegen door van een reuzenrad te springen. De omstanders riepen: hé spring dan lafaard! , als je springt krijg je een kratje bier en nog veel meer van dat soort teksten. Uiteindelijk had de brandweer de man kunnen redden.
Gelukkig hadden de brandweerlieden om versterking gevraagd van de politie.
De brandweer hier in Nederland moet goed georganiseerd zijn. Als brandweer moet je alles weten over de technieken en over de systemen.

Omdat er continu systemen bijkomen en de materialen steeds beter worden moeten de brandweerlieden geregeld op cursus. Alles wat die brandweerlieden leren geven ze door aan hun toekomstige opvolgers namelijk de jeugdbrandweer. Meer over de jeugdbrandweer in mijn volgende hoofdstuk. Nu als laatste wil ik nog wat vertellen over de samenwerking en kameraadschap bij de brandweer. De meeste mensen denken dat het gewoon een groep mannen en vrouwen is die de brand blussen. Omdat de brandweerlieden geregeld hun leven voor elkaar op het spel zetten geeft dat een soort verband met elkaar. De brandweerlieden hier zijn meestal niet alleen collega's voor elkaar maar ook vrienden. Als er één in nood is zal bijna elke brandweerman zijn eigen leven wagen om hem te redden. Ik zelf vind dat geweldig en wat ik ook geweldig zou vinden is dat de mensen zich meer bewust moeten zijn van het feit wat de brandweer allemaal voor hen doet. Ze zetten hun eigen leven op het spel om de anderen te helpen!

De jeugdbrandweer is opgericht speciaal voor kinderen, die later een brandweerman of vrouw willen worden.
De jeugdbrandweer is ontstaan toen er in de regio Utrecht te kort aan brandweermannen zou komen. De toenmalige ondercommandant de heer P. van Bart kwam op het idee om te starten met een jeugdbrandweerkorps. De heer P. van Bart had een clubje jongens verzameld en zo is het uitgebreid. Tegenwoordig hebben bijna alle steden wel een jeugdbrandweerkorps.
Afbeelding 7: een jeugdbrandweerkorps.

De jeugdbrandweer heeft een doel namelijk dat ieder jeugdlid aan het einde in staat moet zijn om een brand te blussen of om kelders leeg te pompen en verder alle anderen dingen die je moet weten. Elke week is er een oefenavond voor de jeugdleden, zij trainen dan. Ze leren wat ze moeten doen en hoe ze het moeten doen. De jeugdleden mogen vaak gebruik maken van de echte spullen. Maar de jeugdleden hebben natuurlijk ook een pak nodig. Omdat de pakken van de echte brandweerlieden te groot zijn, zijn er speciaal voor de jeugdleden pakken gemaakt. Die zien er net iets anders uit, maar zijn net zo goed. Omdat de jeugdleden ook vaak naar bijeenkomsten moeten heeft de jeugdbrandweer ook een speciaal uitgaanstenue bestaande uit een sweater, nette broek, T-shirt en een riem.

Meestal oefen je met zes personen zodat ieder jeugdlid een specifieke taak heeft en er niet hoeft bij te staan. De leiders van de jeugdploegen zijn vaak vrijwilligers die dit in hun vrije tijd doen. Zij vertellen, leggen uit en corrigeren je als je bezig bent. Zij zijn een onmisbare schakel in het opleiden van nieuwe jeugdleden.
Maar de leiders zijn niet alleen ervoor om de jeugdleden te begeleiden maar ook om nieuwe leerlingen te werven. Omdat tegenwoordig een tekort begint te ontstaan aan brandweermannen moet iedereen vooruit denken. De oplossing daarvoor was een werving voor nieuwe jeugdleden. De brandweer gaat langs op scholen en vertelt er wat over. Zo proberen ze zoveel mogelijk jeugdleden te krijgen, zodat ook voor de aankomende jaren er weer goed opgeleide en enthousiaste mensen klaar staan om de levens van mens en dier te redden uit de handen van het vuur!

Als er vroeger in Frankrijk brand uitbrak moest iedereen helpen. Ze moesten dan blussen of emmers met water doorgeven. Omdat er vaak te weinig mensen waren hadden ze bedacht dat de prostituees konden helpen. Die waren vaak de hele nacht op en zo konden ze mooi mee helpen.

Vroeger in de oertijd toen het vuur was ontdekt was er altijd iemand die op het vuur moest letten. Als hij in slaap viel en het vuur ging uit had hij kans dat hij werd veroordeeld, verbannen of de straf dat hij zelf nieuw vuur moest zoeken. De mens was toen nog niet in staat om zelf vuur te maken. Daarom moest degene die het moest halen wachten op het onweer. Vaak kwam diegene niet terug omdat het erg gevaarlijk was.

Er is een vuur genaamd: Grieks vuur. Dat vuur is onmogelijk met water te blussen. Het bevatte zwavel. Het werd vaak bij belegeringen gebruikt. Toen kwam men er achter dat het kon worden geblust met nat zand.

In 1718 was er een kaars die voor een grote brand zorgde. Een kaars werd op een schotel gezet en aangestoken ter verering van de heilige Antonius van Padua. De kaars werd de rivier opgeduwd. De brand ontstond doordat de kaars tegen de pijler van een houten brug stootte. De pijler vatte vlam en de hele brug verging inclusief de huizen die er opstonden.

Vroeger in Canada als er brand was kwamen er vaak verschillende korpsen op af. Voor elke grote brand die ze bluste kregen ze wat extra geld. Wat er door ontstond was dat als er twee verschillende korpsen waren moesten ze eerst gaan beslissen wie er mocht gaan blussen. Daardoor gingen ze nog wel eens op de vuist terwijl ondertussen de brand verder ging. Er is zelfs een keer een man neergeschoten. Wat mensen al niet doen voor wat geld.

Een serie tijdschriften genaamd: brandweerwagens uit de hele wereld. Geschreven door verschillende auteurs.

Het boek Brand internationaal geschreven door verschillende auteurs.

Het handboek van de brandweer geschreven door verschillende auteurs.

En de sites:
www.brandweer.nl
www.jeugdbrandweerutrecht.nl
www.google.nl