Philips honderd

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 7438 woorden
  • 2 maart 2001
  • 252 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
252 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Het nieuwe licht (1891-1900)

De start
Op 15 mei 1891 wordt de vennootschap Philips & Co opgericht. De oprichters van Philips & Co zijn vader Frederik Philips en zijn zoon Gerard Philips. Rond 1891 kochten ze een textielfabriekje in Eindhoven omdat daar een spoorlijn lag en de werkkrachten goedkoop waren.
De familie Philips begon te experimenteren met gloeilampen omdat zij zich aangetrokken voelde tot fabricage ervan. Gerard Philips vindt in zijn vriendenkring een partner om samen mee te werken, zijn naam was Jan Jacob Reese. De twee gingen samen proeven doen met kooldraden en elektrische spanningen in het textielfabriekje.
Na enkele maanden proberen, geloven Gerard Philips en Jan Jacob Reese in een gloeilampenfabriek en proberen via, via informatie te verschaffen over het starten van een fabriek. Nadat Gerard en Jan Jacob een geruime tijd samen hebben gewerkt wordt de druk voor Jan Jacob Reese te hoog en trok zich terug.

Eindhoven
In Eindhoven koopt Gerard Philips een terrein met een fabrieksgebouw, een stoommachine, een stoomketel en de schoorsteen voor ƒ12.150,00. De start is gemaakt.
In het 1e jaar heeft men de handen vol aan de inrichting van de fabriek, waarbij in de loop der tijd meerdere mensen gaan werken. Na een jaar van inrichting begint de productie van de kooldraadlampen.

Verkoop
Gerard Philips verkoopt zijn eerste gloeilampen aan z’n familie. Maar na enkele pogingen van verkoop komt hij niet van zijn lampen af omdat ze te duur zijn en omdat het elektriciteitsnet nog niet bij elke woning is aangelegd. De verkoop van zijn kooldraadlampen gaat wel verder maar de kopers zijn vaak fabrieken en winkels.

Concurrenten
De concurrenten zaten natuurlijk ook niet stil. Met name AEG probeerde door middel van het omlaag halen van de prijzen, boven de concurrentie te blijven. Veel bedrijven lukte het niet om dit voor elkaar te krijgen door middel van massaproductie, maar bij Philips lukte het wel door verschillende uitbreidingen in de fabrieken en door betere en snellere machines aan te leggen. Door deze groei moest Philips commerciëler worden en dus schakelde Gerard zijn toen 20-jarige zoon Anton Philips in. Hij had verkoopsbloed. Anton had zijn diploma’s op de Openbare Handelsschool en het succes begon.
De metaaldraadlamp (1900-1910)

Meneer Nernst
In 1903 worden er in Europa afspraken gemaakt over prijzen, marktverdeling en vergunningen (het octrooigebruik). Nadat Philips de kooldraadlamp heeft, is de concurrentie al bezig met nieuwe ontwikkelingen van de gloeilamp. In 1897 wordt er een nieuwe lamp uitgevonden door meneer Nernst, hij is een Duitse hoogleraar in natuurkunde en scheikunde. Het is een elektronisch staaf die door middel van stroom witheet wordt. Nernst verkoopt zijn gloeilamprechten aan de firma AEG. In Duitsland worden er rond die tijd nog meer lampen uitgevonden zoals de osmionlamp. Deze lamp is wel velen malen zuiniger maar ook velen malen duurder.

De wolframlamp
In 1906 komt de Wolframlamp op de markt. Het metaaldraad, Wolfram, heeft en smeltpunt dat pas begint bij 3380 graden Celsius. De Oostenrijkers zijn met de Wolframlamp verder gegaan en kwamen uiteindelijk met de ‘gespoten-metaal-draadlamp’. Nadat Gerard Philips de ontwikkelingen op de voet heeft gevolgd brengt hij in 1906 een soortgelijke wolframgloeidraad op de markt. Om deze productie goed te laten verlopen moest er een nieuwe fabriek komen en moest ook die weer opnieuw ingericht worden. De verkoop gaat steeds beter door middel van de kaartjes die worden rond gedeeld en de praatjes onder kennissen en familieleden. In dat zelfde jaar, 1909, worden de gloeilamp prijzen nog verlaagd.
Die worden zodanig verlaagd dat de kooldraadlamp uit de productie en dus ook uit de markt verdwijnt. Door het volgen van de ontwikkelingen heeft Philips een voorsprong op andere fabrieken en kon zo reserves op gaan bouwen.

Arbeidsomstandigheden
Door de goede vooruitgangen worden de arbeidsomstandigheden keer op keer verbeterd. Zoals hygiëne en veiligheid worden verbeterd, ook komen er dergelijke aparte afdelingen, zoals een laboratoria.

Philipsdorp
Rond 1910 komen er meer opgeleiden mensen met verschillende achtergronden vanuit Noord- of West-Nederland naar Eindhoven. Doordat er vele werknemers uit verre steden komen, wordt er door Philips een woongemeenschap gebouwd. In Woensel worden er 43 woningen geplaatst en in Strijp koopt Philips 18 hectare grond met als doel er 200 woningen te kunnen plaatsen. Het Philipsdorp is ontstaan.

General Electric
In Amerika is General Electric druk bezig met nieuwe ontdekkingen voor een eventuele nieuwe gloeilamp. Omdat de Wolframlamp nadelige kanten heeft, zoals:
 de gespoten gloeidraad wordt door gebruik steeds brozer, en
 de lamp moet voorzichtig gehanteerd, verpakt en vervoerd worden.
De Amerikanen ontdekken een nieuwe methode: het draadtrekken. Een ijzerdraad wordt dan door smal geboorde gaatjes in diamant getrokken. Door deze diktes kan men de stroomsterktes en de felheid bepalen op een zuinige manier.

Watt en halfwatt (1910-1920)

Naar Amerika
In oktober 1911 gaat Anton Philips naar de Verenigde Staten om machines te kopen waarmee men dan gloeidraden uit wolfram kon maken. In half november komt het vrachtschip aan en voor 1912 branden de eerste lampen. De oudere lampen, het ‘gespoten-wolfslamp-draad’ wordt niet meer geproduceerd. Het nieuwe lamptype, de laco-lamp, vraagt niet alleen nieuwe machines maar daardoor moeten ook werkmethodes worden aangepast. De lamp werd alleen in Amerika op de markt gebracht. Op 19 april 1913 wordt in Amerika en lamp uitgevonden die luchtledig is, maar met een stikstof gas is gevuld dat tegen de werking van zwarting in de ballon gaat. De gloeidraad is dun door de draadtrek-methode en wordt dan gevormd als een spiraal waardoor er weinig stroom nodig is. In oktober 1913 komt de lamp op de markt.

Het argongas
In het vervolg van dat jaar ontdekt men in het laboratorium van Philips een andere gasvulling, het argongas. Dit gas zorgt ervoor dat de lamp een betere warmte balans heeft. Door die balans treedt er minder gloeidraadverdamping op. Als er minder gloeidraadverdamping optreedt dan wordt het licht minder dof. Dit alles betekent dat deze soort lamp ook in kleinere uitvoering te maken is en dat hij ook voor huishoudelijk gebruik kan worden gebruikt. In 1915 slaat de lamp met groot succes door. Het assortiment wordt meer en meer uitgebreid, zoals: autolampen, vuurtorenlampen, zoeklichtlampen, cinemalampen en projectielampen.

Onderwijs
Nadat er een goed succes is behaald en er veel inkomsten binnen gekomen zijn richten heer en mevrouw Philips in 1916 een studiefonds op. De werknemers konden zo hun kinderen onderwijs laten volgen die de ouders normaal niet zouden kunnen betalen. Het onderwijs bestond uit elektrotechniek, bankwerken, fitten, tekenen, scheikunde, boekhouden, handelsrekenen en een moderne taal (Spaans of Russisch).

Vereniging
Door allerlei successen wordt er in 1911 het voetbalelftal opgericht dat het Philips Elftal heette. Verder werd er een harmonie, mannenkoor en een turnvereniging opgericht. Na enkele jaren veranderde de naam van het voetbalelftal en werd dat het Philips Sportvereniging genoemd (PSV).

De 1e Wereld Oorlog
In 1914 begint de 1e Wereld Oorlog (1914-1918) hierdoor stopt de aanvoer van halffabrikaten uit het buitenland en ontstaan er zorgen over het personeel. Ook de aanvoer van argon stopt en dus gaat Philips het gas zelf produceren. Op het terrein van Philips wordt ook een hoogoven geplaatst voor het maken van glasballonnen omdat ook deze aanvoer is gestopt. Verder kocht Philips nog een stel vrachtschepen om de halffabrikaten uit Frankrijk en Engeland aan te kunnen voeren. Na de oorlog stijgen alle lonen en prijzen in hetzelfde percentage tijdens dezelfde nacht nog.

De reus krijgt een stem (1920-1930)

Herindeling
Eindhoven krijgt in 1920 een herindeling, het krijgt er enkele dorpen bij, zoals Gestel, Strijp, Stratum, Tongelre en Woensel dat alles wordt tot 1 stad gevoegd. Philips bouwt binnen tien jaar meer dan 160.000 vierkantenmeter aan fabrieken en kantoren, vooral in hoogbouw. Het Philipshoofdfabrieksgebouw wordt in 1921 in gebruik genomen. Verder wordt er op die grond een nieuw natuurkundig laboratorium gebouwd.

Internationale combinatie van gloeilampen fabrieken
Philips probeert de positie op de markt te verstevigen door zich meer te uiten op evenementen dan normaal. Ook wil Philips de ondernemingskansen vergroten door middel van activiteiten te ontplooien op meer terreinen, kwaliteit van de producten te verbeteren en kostprijzen te verlagen. Door middel van commerciële- en reclameactiviteiten probeert Philips de verkoop te bevorderen. Na vele kontakten en connecties wordt Philips in 1924 gerekend tot internationale combinatie van gloeilampen fabriek doordat Philips de kontakten nauwer heeft gelegd en de fabriek in Polen volle toeren laat draaien.

De radiolamp
In 1923 brengt Philips een miniwatt radiolamp op de markt, die zorgt ervoor dat radioluisteraars met de hele familie tegelijk naar de radio kunnen luisteren en dus een koptelefoon overbodig is. De accu’s van de radio’s blijven hierdoor beter bespaart. In 1927 maakt Philips een radiolamp met nog betere kwaliteit en waarbij de ruis minimaal wordt gemaakt.

Contracten worden gemaakt
In november 1924 worden er contracten opgesteld met een Engelse radiolampen fabriek Mullard Radio Valve Co. In Duitsland sluit de radio Röhrenfabrik G.m.b.H in Hamburg op 21 maart 1925 een samenwerkingscontract met Philips. Ook in Amerika sluit Philips in juli 1925 een contract met Radio Corporation of America. Het jaar daarop komt een overname van het Hongaarse Radiolampenfabriek Vatea.

Invoerrechten gaan omhoog
Rond 1929 ontstaan er flinke spanningen tussen de bedrijven in het buitenland waar Philips naar exporteert, omdat zij de invoerrechten gaan verhogen. Door deze verhoging verplaatst Philips haar productie naar andere landen om invoerrechten, vrachtkosten en soms loonkosten te besparen.

Diensten
Door de nodige uitbreidingen van personeel ontstaan er steeds nieuwe diensten. Zo wordt er 1921 een nieuwe afdeling geopend: de personeelszaken. Deze personen die hier voor uit komen, moeten zorgen voor het coördineren van personele ontwikkelingen, personeels planning, aanneming en ontslag, overplaatsing, promotie en het vakgebied van de personeelszorg. In 1928 wordt er een nieuwe dienst opgericht: de gezondheidsdienst. Deze dienst verzorgt fysieke keuringen. De bestaande Philips-scholen worden uitgebreid voor het personeel die eventueel cursussen willen volgen. In 1929 wordt er een nieuw fonds opgericht: het ontspanningsfonds. Zij zorgen voor gezellige uitstapjes en een goede sfeer in werkgroepen. Nadat het fonds 8 jaar bestond kwamen er steeds meer activiteiten bij. Er werd een ontspanningsgebouw gebouwd met een bibliotheek, een turnzaal, een bioscoopzaal en dergelijke verenigingszalen.
In 1929 wordt ook een nieuwskrant van Philips gepubliceerd, ‘Het Philips Maandblad’. Hierin worden nieuwe ontwikkelingen, nieuwe artikelen en personeelsverhalen in beschreven.
Tegenslag maakt sterk (1930-1940)

Economische depressie
In 1929 is er economische depressie in de hele wereld. Werkloosheid wordt groter, koopkracht daalt en de productie krimpt. Bij Philips daalt in november de verkoop heel erg. Al het geleende geld dat nodig was voor de verplaatste productie in andere landen komt nu niet meer binnen. Er worden dergelijke maatregelen genomen, zoals het verlagen van de salarissen. De werknemers die met hun gezinnen grote financiële problemen hebben kunnen door middel van fondsen een extra bijdrage krijgen voor bijvoorbeeld geneeskundige hulp.

Doorgaan met ontwikkelen
Maar ook in die harde tijden blijft Philips met haar ontwikkelingen niet stil zitten. Contracten worden weer opengebroken om verlengd te worden, zoals het contract met General Electric.
Op de jaarbeurs in 1930 vertoont Philips een geweldig apparaat waarmee men met behulp van zijn radio-installatie en grammofoon zelf grammofoonplaten kan opnemen, de Philigraaf. In 1931 komt Philips met de Philora natriumlampen, het is een glasbuis die door middel van een elektrische gasontlading wordt opgewekt. Door de damp van het natrium ontstaat er een fel geel-oranje licht. Door dit licht kan het menselijk oog meer contrasten zien. Nadat de Philora natriumlampen volop verkocht waren voor gemeentes kwam Philips met een lamp waarin kwikdampen zaten. De kwikdampen zorgden ervoor dat het zonlicht geëvenaard wordt met het zonlicht. Langzaam maar zeker wordt de oude draad weer opgepakt.
Philips doet voortdurend proeven met lampen om er voor te zorgen dat het stroomverbruik minimaal wordt en de lichthoeveelheid wordt verhoogd. Men gebruikt technieken zoals dubbel gespiraliseerde gloeidraad. Die ervoor moet zorgen de helderheid van de lamp te verzachten.

TV-expirimenten
In 1925 doet Philips zijn eerste televisie onderzoek in het Philips Natuurkundig Laboratorium. Nog geen drie jaar later kan men de resultaten ervan zien in de demonstratiezalen in Amsterdam. De televisie beelden worden in 48 horizontale beeldlijnen verdeeld over het scherm. Na enkele experimenten lukt het Philips om in 1936 een groter en detailrijker televisiebeeld te vormen. Het totale beeld is verdeeld in 405 horizontale lijnen. Aan de Engelse regering en BBC verkoopt Philips verschillende televisies. De andere landen kijken afwachtend toe naar de televisies. Maar in 1939 komt ook de Tweede Wereld Oorlog in zicht, dus wordt er niet gek gedaan door andere landen en/of Philips voor het verkopen van de beeldbuizen.

Ontreddering en herstel (1940-1950)

Voorbereidingen voor de 2e Wereld Oorlog
Door het opkomend fascisme en imperialisme lopen de spanningen in centraal Europa en het Oosten alsmaar hoger op. In 1939 bedenkt Philips een plan om zich van de oorlog te verweren. Philips verzocht de regering om een wetsregeling te veranderen. Die wetsregeling moest er voor zorgen om een zetel te verplaatsen van de N.V. naar een veiliger deel van het Koninkrijk der Nederlanden. Ondertussen maakt Philips met de luitenant-generaal H.G. Winkelman een eventueel evacuatieplan.

Het begin van een ramp
Maar dan op 3 september 1939 wordt er oorlog verklaard wanneer Duitsland eerst Oostenrijk binnendringt en vervolgens naar Polen vertrekt die juist met Engeland en Frankrijk een verbond was geworden. Aan de Nederlandse grens worden verschillende dreigementen ontvangen. En rond 29 april 1940 past Philips de wetregeling toe. Philips verhuist de N.V. zetel naar Willemstad in Curaçao en een deel naar de beheersingsmaatschappijen van de Britten en van de Amerikanen.

Overname
Op 7 mei 1940 wordt het evacuatieplan toch in werking gesteld en vertrekt Philips naar Den Haag. De mensen die de machines monteren voor verplaatsing mogen mee reizen met de kolonies transport. 3 dagen later valt Duitsland Nederland, België en Luxemburg binnen. Op 14 mei 1940 geeft Nederland zich al over en gaven de Duitse autoriteiten aan een van hun bevelhebbers de opdracht door om Philips bedrijven onder hun bewind te plaatsen.

De Duitsers en de Japanners denderen verder
In de zomer van 1940 wordt Frankrijk overmeesterd terwijl Engeland het hoofd nog boven water kan houden om nog enkele weerstand te bieden. In die tussen tijd vormen Italië, Bulgarije en Roemenië een verbond met Duitsland. De Sovjet-Unie wordt aangevallen door Duitse troepen. Al die vestigingen daar worden overgenomen door de Duitse overheersingen.
Op 7 december 1941 wordt ook Amerika in de oorlog betrokken doordat de Amerikaanse vlootbasis in Pearl Harbor wordt aangevallen door de Japanners. De Japanners gaan verder met hun oorlog en veroveren het Nederlands-Indië waar Philips zojuist in 1940 een gloeilampen fabriek had opgestart. Maar door middel van de wetsregeling kon ook die zetel verplaatst worden naar Curaçao. Ondanks dat namen de Japanners de productiemiddelen over.
Zelfs tijdens de oorlog wordt er nog gewerkt aan dergelijke voorbereidingen voor na de oorlog en is het personeelsaantal zelfs al weer gestegen tot 21.450 personeelsleden.

Gebombardeerd
Op 6 december 1942 en 30 maart 1943 wordt Eindhoven gebombardeerd. De Engels proberen daarmee de productie van radiolampen te raken die door de Duitsers worden gebruikt. Bij de bombardementen worden dergelijke Philips gebouwen geraakt of helemaal verwoest.

De bevrijdingen gaan beginnen
Door de abnormale prestaties van de oorlogsindustrie in Amerika worden de Philips bedrijven in andere delen van de wereld daar ook bij betrokken, omdat Philips moet zorgen voor radars en radiobuizen. Door de producten die Philips geleverd heeft aan de geallieerden komen ze in een overvloed aan producten voor vliegtuigen en manschappen. Op 6 juni 1944 komt D-day op gang. Hele manschappen vallen Normandië binnen. Op 24 augustus 1944 bevrijden de geallieerden Parijs, op 3 september 1944 Brussel, 4 september 1944 Antwerpen. Op maandag 18 september 1944 wordt Eindhoven bevrijd. De toenmalige president van Philips keert na enkele dagen terug naar Eindhoven. Door een mislukte militaire operatie moet het noorden van Nederland nog een hongerwinter meemaken. Op 5 mei 1945 geeft Duitsland zich in Noord- West Europa over. De hele oorlog is afgelopen wanneer Japan zich overgeeft op 2 september 1945.

Gevolgen van de oorlog
Een van de eerste activiteiten van Philips was de aanbieding van een 15 kW zender voor de radio-uitzendingen vanuit het bevrijde zuiden. Voor herstel van de fabriek is er de eerste drie maanden bijna geen ruimte. Allerlei voorzieningen zijn uitgeschakeld, zoals de post, de telefoon, bijna de hele infrastructuur. Er is overal te kort aan, kleding, elektriciteit, voeding en brandstof. Het hoofdkantoor van Philips wordt gebruikt als ziekenhuis. Aan al deze schades heeft Philips ruim FL 60 miljoen verloren. De verloren machines worden terug gevonden in een ondergrondse fabriek in Duitsland. Tijdens de winter van 1944 heeft Philips nog grondstoffen en machines in Zwitserland kunnen kopen.

Herstart
Om de fabriek op volle toeren te laten draaien net als vroeger moet er lang gewerkt worden aan de motivaties van de personeelsleden en de contacten tussen andere bedrijven moeten weer terug gewonnen worden. Beetje bij beetje gaat de fabriek weer draaien door middel van geldbeleggingen, licenties en de opgelopen schade worden in sommige landen waar Philips gevestigd is vergoed door de overheid. In 1946 brengt Philips de zetel vanuit Curaçao weer terug naar Eindhoven.

Nieuwe producten
De tweede helft van de jaren ‘40 komen er al nieuwe producten op de markt, zoals Tl-buizen, er komen bacteriedodende ultravioletlampen, waterlampen komen op de markt. Radio en grammofoon worden steeds meer mode. Door de nieuwe uitvindingen van het magneetstaal, Ticonal, kunnen er kleinere motoren en sterkere boxen worden gemaakt. Voor de bedrijven komt Philips met verschillende meetinstrumenten, contactelektroden voor elektrisch lassen, magnetische oliefilters, machines voor industriële hoogfrequentieverhitting dat zorgt voor snelle elektronische overdracht van documenten (een soort fax).

Aanpassingen
De overeenkomsten met ondernemingen worden aangepast aan de omstandigheden en ook de rechten worden aangepast. De belangrijkste nieuwe samenwerking werd met het bedrijf Western Electric Company op het gebied van telecommunicatie. De infrastructuur wordt hierdoor mede verbeterd door de telefoonverbindingen, omdat de tijd die nodig is om contacten te maken met andere ondernemingen veel korter is.

Tv-expirimenten
In 1946 begint Philips met een voorbereiding van experimentele televisie-uitzendingen vanuit Eindhoven. En met succes, want als op 18 maart 1948 de vergunning binnen komt, kan Philips beginnen met het gebruik van de antenne in Strijp. Door de proeven en verbeteringen zijn de ontvangsten van beeld en geluid veel beter dan de televisies van Amerika en Engeland. Philips breidt de groottes van de beeldschermen uit waardoor de Nederlandse pers als eerste kan genieten van een wereldprimeur door beelden te bekijken op een beeldprojectie van 3 x 4 meter. Doordat Philips goede verrichtingen doet met de televisie komt het Ministerie van Verkeer en Waterstaat met het bericht dat Nederland kan overgaan tot de officiële introductie van de televisie.

Het productieniveau gaat omhoog
De Duitse concurrentie van Philips valt een tijdje weg daardoor Philips de bedrijfsgroei versnelt en waar nodig is uitbreid. Al aan het einde van 1946 is het vooroorlogse productieniveau al lang overschreden. Alles groeit, dus ook het personeel dat eind 1950 39.000 werknemers bedraagt. Ook de vestigingen van de Philips fabrieken in het buitenland stijgen van 89 tot 152.

Arbeidsovereenkomst
Op 14 december 1949 worden de uitgangspunten voor Philips CAO’s in Nederland ondertekend voor hoofd- en handarbeiders. Een jaar later wordt er de eerste collectieve arbeidsovereenkomst gesloten voor de Philips bedrijven in Eindhoven, Geldrop en Valkenswaard.

Groeiende welvaart (1950-1960)

Groei wordt geremd
In de jaren ’50 zijn er vele ontwikkelingen bijgekomen, waarbij salarissen, prijzen en de belastingsdruk omhoog gaan. Veel mensen kopen meer dan ze eigenlijk kunnen kopen om de stijgende prijzen voor te zijn. Philips krijgt van de overheid de opdracht om de snelle productie te vertragen. Er komen steeds meer mensen bij Philips werken maar de vraag naar echte gespecialiseerde mensen blijft groot, terwijl Philips in 1950 al 80% van de Nederlandse afgestudeerde natuurkundigen in dienst heeft. Philips gaat werken aan een betere scholingen om het tekort te verminderen. Het personeel blijft groeien door samenwerking met de ontwikkelingslanden. Hierdoor telt Philips al 211.000 personeelsleden.

De transistor
In 1947 wordt de transistor geboren in Amerika door meneer Shokley, meneer Bardeen en meneer Brattain. De transistor zorgt voor een versterking in de hoofdstroom door middel van het toe voeren van kleine ladinkjes in het geleidingsvermogen. In 1950 komt Philips met haar eigen transistors. Door deze productie van transistors bouwt Philips in Nijmegen een nieuwe fabriek die gespecialiseerd is in transistors. Jaar na jaar wordt deze fabriek uitgebreid. Er worden in veel producten transistors gebruikt zoals bij de radio’s en in gehoorapparaten.

De televisie breekt voorzichtig door
In het buitenland is de verkoop van tv-toestellen al op redelijke toeren, terwijl het in Nederland niet erg wil vlotten. Maar rond de bekroning van koningin Elisabeth II steeg die groei ineens omdat die uitzending rechtstreeks werd uitgezonden in 1953 op tv. De miljoenen mensen wilde de bekroning het liefst allemaal direct volgen door het op tv te bekijken.
De tv wordt in veel andere vakgebieden gebruikt, met name de voor röntgenopnamen. Maar ook voor het bekijken voor verkeerssituatie’s, voor machinebewaking, beveiliging van gebouwen enz. In ziekenhuizen wilden artsen een apparaat dat wanneer ze beelden aan het bekijken zijn via röntgen dat ze het beeld even vast konden houden om het nog eens goed te bekijken. Door verdere ontwikkelingen werd is de videorecorder geboren. In 1955 ontwerpt Philips de kleuren televisie al via de kabel. De internationale adviesraad CCIR ( Conseil Consultif International de Radiodiffusion) wordt uitgenodigd om naar het experiment van Philips te kijken. Maar daarmee is Philips nog lang niet klaar met de kleuren televisie. Bij Philips vindt men dat bij televisie ook geluid hoort. En daar doet Philips zijn best op om het geluid zo perfect mogelijk en gelijk tijdig te laten klinken.

Geluidskwaliteit wordt gepresenteerd
Philips moet later muziek verzorgen op de Olympische Spelen, in dergelijke congressen en allerlei kathedralen om het geluid daar zo goed mogelijk te laten klinken. Een aantal jaren later introduceert Philips het HiFi systeem. Hierdoor gaat de geluidskwaliteit met sprongen omhoog, de ene versterker had nog betere geluidskwaliteit dan de andere.
Ook andere sectoren van Philips staan niet stil, zoals de huishoudelijke tak. Hier worden weer verschillende apparaten gemaakt samen met de fabriek van Van Der Heem. Die had een fabriek in Leeuwarden. Hier bewerkte Philips gebruikte apparaten om ze weer te kunnen vernieuwen.

Vraag en aanbod (1960-1970)

Algemene vooruitgang
In der loop der jaren wordt het handwerk steeds meer vervangen door de machines. Voor veel Nederlanders wordt het gemakkelijker om door te stromen naar een hogere functie als de wil er maar is. In de wereld stijgt het personeelsaantal van Philips in deze tien jaar tot 359.000.
Per 1 januari 1961 voert Philips de vijfdaagse werkweek in, hierdoor zijn de werknemers op zaterdag vrij. Ook lonen stijgen. Het loon van de vrouwen stijgt ook zo erg zelfs dat zij net zo veel verdienen als de mannen.

Meerjarige CAO’s
Op 1 april 1965 komt bij Philips het eerste meerjarige CAO (3 jaar) binnen voor handarbeiders en de beambten. Zo worden de verschillen tussen deze twee genoemde groepen alsmaar kleiner, beide krijgen ze maandsalarissen en er worden afspraken gemaakt voor de vakantie regeling.

Gered door Amerikaanse geldontwaarding
In de jaren 60 stijgen bij Philips de inkomsten sneller dan de bedrijfswinst. De vraag naar geld stijgt bij Philips omdat de modernisering, uitbreiding en de verkoop capaciteit bij Philips niet stil mag zitten. Tijdelijk was er dreiging dat Philips achter zou gaan lopen op de concurrentie, maar dankzij de geldontwaarding (het verminderen v.d.goudwaarde der munteenheid) in Amerika kon Philips zich goed herstellen.

Groei van kunstmatige lichtverzorging
De projecten die Philips moet verzorgen om evenementen te verlichten groeien. Ook moet Philips zorgen voor verlichting van sportvelden, studio’s en theaters, schepen, treinen en vliegtuigen, wegen en tunnels, vliegvelden en havens. Voor grote gebouwen worden niet alleen lichten aan het plafond bevestigt maar ook lucht aanvoer- en afvoerwegen. In de landen waar Philips is gevestigd staan al lichtfabrieken en daarvan heeftNederland de belangrijkste. In Nederland worden de belangrijkste ontwikkelingen, productie en distributie gevormd. In Maarheeze worden alle chemieactiviteiten voor de lichtsector ondergebracht. In Weert komt een groot geautomatiseerde gloeilampen fabriek en in Teneuzen komt een fabriek voor fotografie en miniatuurlampen. In Roosendaal komen alle lichtproducten van Philips bijeen om door getransporteerd te worden in andere delen van de wereld. De lampenfabriek in Oss breidt zich uit en de voormalige lichtfabrieken in Eindhoven worden omgebouwd tot kantoren voor de duizenden mensen die in dienst zijn van Philips.

De cassettes
De cassettes waarmee opgenomen kan worden en waarmee gelijk afgespeeld kan worden hebben een nadeel dat ervoor zorgt dat de verkoop er niet op vooruit gaat. Het inleggen van de band is zeer lastig omdat de spoelen er los van zijn. Maar in Hasselt wordt gewerkt aan de beste oplossing: de ‘Compactcassette’. Beide spoelen zijn in een houder van kunststof verwerkt. De cassetterecorder is een groot succes. Maar de concurrentie in Amerika laat weer van zich horen door met een nieuwe “continue cassette” op de markt te komen. Hij is bedoeld voor afspelen in de auto maar is bijna of nauwelijks goed voor het opnemen op die cassettes. In 1963 geeft Philips aan veel fabrieken in de wereld de licenties zodat er op de hele wereld gebruik gemaakt wordt van een dezelfde soort cassette. Het lukt en de compactcassette verovert de wereld markt. Na enkele ontwikkelingen kwamen naast de voorbespeelde compactcassettebandjes en de radiocassetterecorder, in 1971 de cassetterecorders die aan de HiFi-eisen voldoen.

IC's
In 1959 wordt de IC (Integrated Circuits) uitgevonden. Hierbij zitten transistors, dioden ( is een radiolamp met twee elektroden) en weerstanden tegelijk in een klein pakketje. De IC’s kunnen dingen versterken, zoals voor gehoorapparaten waarin Philips dit gebruikt sinds 1965.

Het Natuurkundig Laboratorium
Door de uitbreiding die Amerika op Philips voorloopt, begint Philips eerst met de uitbreiding van het Natuurkundig Laboratorium. Maar in der loop der tijd is dat nog niet voldoende en wordt er voorbereidt op een compleet nieuw gebouw in de stad Waalre. Dit gebouw wordt de vervanger van Natuurkundig Laboratorium in Eindhoven. Maar niet alleen in Nederland worden de natuurkundig laboratoria van Philips uitgebreid maar ook in de buitenlandse vestigingen. In die laboratoria worden onderzoeken gedaan op het gebied van mechanische wrijving, moleculaire techniek, computerondersteuning bij het ontwerpen, meting van geluidshinder, milieuverontreiniging en straling, informatieoverdracht met laserlicht en communicatiesatellieten.

Computers krijgen meer aandacht
Langzamerhand worden computers steeds belangrijker voor het berekenen van salarissen, kostprijzen, statistieken, enz. In 1963 besloot de Raad van Bestuur dat Philips, gekeken naar de voorspellingen, zelf maar eens de computers zouden moeten gaan maken. Philips produceerden zelf al onderdelen voor computers. In 1965 komen Elektrologica uit Den Haag en Siemag Feinmechanische Werke in samenwerking met Philips. Elektrologica is de afnemer van de computer onderdelen van Philips en Siemag Feinmechanisch Werke is specialist in kantoormachines. Philips en Computer Sciences Corp. uit Los Angeles stichten samen in Brussel een onderneming op het gebied van software. Wanneer Philips de Duitse fabriek Siemag overkoopt, komt de verkoop van elektronische rekenmachines en kantoorcomputers op gang.

Gebruik van de kleuren TV’s
Ook de ontwikkelingen en verkoop van de kleuren tv’s staan niet stil. In 1962 verkoopt Philips hele serie kleuren tv’s aan Canada. Terwijl Nederland nog moet gaan vorderen. Het duurt tot 14 oktober 1964 dat de uitzendingen een keer per maand de lucht in gaan. Later worden in 1967 de kleurentelevisies samen met Duitsland in gebruik genomen omdat de rest van de landen allemaal een ander systeem heeft gekozen voor het verwerken van de kleuren in de tv’s.

De videorecorder heeft zijn start gemaakt
Op 10 september 1964 komt Philips eindelijk met een videorecorder op de markt die wel betaalbaar is. Waarnaar er meer videorecorders verkocht worden gaan de prijzen al iets dalen en kunnen de videorecorders steeds langer opnemen. De strijd tussen de verkoop van huishoudelijke videorecorders is begonnen.

Professionele inzet (1970-1980)

Marktverhoudingen
Rond 1975 veranderen in de wereld veel marktverhoudingen. Zoals in de Verenigde Staten waar de elektronica-industrie een snel groeiend afzet gebied vormt. Maar consumenten die voor de elektronica aan het inkopen zijn geven zich gewonnen aan de Zuid-Oost-Azië industrie. De Europese bedrijven kunnen heel veel produceren maar tegenover deze stijgende massaproductie groeit de vraag naar deze producten niet of nauwelijks. Er ontstaat een overcapaciteit. De investeringen in machinale fabricagetechnieken nemen toe. Steeds meer bedrijven gaan over van handarbeid naar machinale arbeid. Totdat in 1974 enkele landen in het Midden-Oosten van Europa in hun productie van olie beperken, hierdoor stijgen de olieprijzen. De energiecrisis is het gevolg ervan. Bedrijven hebben hierdoor minder koopkracht en wordt de massaproductie een beetje geremd.

Meer aandacht voor de verkoopcapaciteiten en consumenten
De kosten van Philips gaan weer stijgen waardoor de bedrijfswinst weer onder druk komt te staan. Het geld wordt met name besteed aan modernisering van productiemiddelen en voor uitbreiding van de verkoopcapaciteiten. Door de grote leningen stijgen de financieringen. Maar rond 1970 is de economie in Amerika zwak en heerst er in andere delen van de wereld een ernstige geldmindering. Door deze factoren wordt de concurrentie op de wereldmarkt weer verscherpt en kunnen de prijzen niet hoog genoeg verhoogd worden. Het groeitempo van productie en omzet wordt afgeremd door Philips en zo proberen ze meer aandacht te geven aan de doelgerichtigheid tegenover de consument.

Een satelliet
Op 15 december 1970 geeft de minister van Economische Zaken opdracht om de ontworpen satelliet ANS ( Astronomische Nederlandse Satelliet) te gaan bouwen. De satelliet is ontworpen in samenwerking met de vliegtuigfabrikant Fokker en de Rijksuniversiteiten in Groningen en Utrecht. De satelliet moet waarnemingen gaan doen rond de aarde. De waarnemingen moeten buiten de aardse dampkring waargenomen worden. Voor Philips is dit een optimale uitdaging om een maximale technologische en organisatorische prestatie te leveren. De opdracht van Philips voor het bouwen van de satelliet was het ontwerpen van een telemetrisch systeem, hiermee kan men de positie van de satelliet bepalen. Verder levert Philips de techniek om de stand van de satelliet te regelen, het bouwt een kleine boordcomputer die men vanaf de aarde kan programmeren, het maakt antennes, de elektrische voeding en het verzorgt een groot deel van de testapparatuur. De satelliet is een groot succes dat in een jaar meer dan 25.000 metingen deed!

Uitbreiding van de mogelijkheden met chips
Philips maakt veel gebruik van IC’s of chips om signalen, bijvoorbeeld bij een antenne, te verwerken in geluidsignalen. Maar van die chips is ook nog een tweede type, die zorgt ervoor dat elektrische vermogens kunnen worden aangepast, bijvoorbeeld bij lichtdimmers en toerentalregelingen voor motoren. Net na de uitvinding van de tweede categorie chips werkt Philips alweer aan een nieuwe categorie. De derde categorie zouden geheugenfuncties moeten beschikken voor bijvoorbeeld rekenmachines en automaten. Om deze ontwikkelingen te kunnen bevorderen koopt Philips in in 1979 een fabriek in Californie, Signetics Corp. in Sunnyville. Om de nieuwe en kleinere chips te kunnen produceren moeten er bij Philips nieuwe machines worden gekocht, worden geïnstalleerd, de werkruimtes moeten stofvrij zijn en het personeel moet speciale kleding aan doen. Door deze genoemde factoren wordt er in 1975 een nieuwe chip ontwikkeld. Deze chips bevatten miniprocessoren, die zijn dan weer beschikbaar voor computers op microschaal voor het in- en uitvoer van gegevens.

De computer krijgt zijn kans
Door nieuwe ontwikkelingen met micro-elektronica kan men beginnen aan het ontwerpen van afstandbedieningen, magnetrons met meerdere functies enz. Zo gaat ook de ontwikkeling van computers verder. Niet alleen fabrieken worden nu gezien als afnemers van computers maar ook kantoren gaan het hand- en hoofdwerk vervangen door computers. In 1979 staan de eerste elektronische tekstverwerkers op de vakbeurzen in New-York en Keulen. Langzamerhand wordt de computer op steeds meer gebieden ingezet.

Het Saoedi-Arabië project
In Saoedi-Arabië wil men complete ontwikkelingen in een keer gaan verwerken, die bestaan uit havens, vliegvelden, ziekenhuizen, enz. In 1977 krijgt Philips samen met Ericsson (Zweden) de opdracht een compleet telefonietraject te maken. Philips stuurt er veel werknemers ernaar toe. Deze werknemers nemen vaak gelijk hun hele familie mee naar de speciaal gebouwde moderne dorpen. Er worden door Philips’ Telecommunicatie Industrie de nieuwste computer centrales gebouwd die al deels computer gestuurd zijn. De NKF-groep (Nederlandse Kabelfabriekengroep) van Philips zorgt voor het merendeel voor de telefoonkabels. Het Philips bedrijf Inter-Engineering zorgt voor de architectuur, nieuwbouw en renovatie van zo’n honderd gebouwen voor telefooncentrales, verspreid over het land.

Verkeersgeleiding
Naarmate de infrastructuur beter wordt moet er ook meer aan de Nederlandse veiligheid gedacht worden. De techniek kan bij die veiligheid een helpende hand bieden. Philips helpt mee d.m.v. het leveren van communicatiesystemen, radarsystemen en installaties voor verkeerssingnalering en verkeersregeling. Philips besteedt met name aandacht aan de gele ANWB-palen. Er wordt veel geld op het model en het gebruik ervan in panieksituaties. Maar ook op de veiligheid van het gebruik van tunnels wordt gelet. Zoals de felheid van het licht, want dat kan voor de weggebruikers in het donker erg vervelend zijn. De weggebruiker kan dan ineens verrast worden door het helderheidsverschil. Verder wordt er nog gelet op de stremming van de verkeerstroom in de tunnel. De verkeerstremming wordt dan gezien op camara’s in de controlekamer, vanuit die controle kamer geeft men door lichtsignalen aan wat men moet doen. De grootste opdracht die Philips heeft gehad was in Mexico (1978). Hier moest Philips voor 1600 kruisingen een computergestuurd netwerk maken.

Video 2000
De productie van videocassetterecorders stonden de afgelopen tien jaar ook niet stil, er komen na de als eerst uitgevonden videocassetterecorder, waarvan Philips de productierechten verkocht aan het buitenland, veel nieuwe modellen. De concurrentie, zoals JVC en Sony komen ook in actie en presenteren vele nieuwe verbeterde modellen. In 1980 is de nieuwste videocassetterecorder te koop, de “Video 2000” in de winkels en is Philips de concurrentie weer te snel af. Dit model biedt een betere beeldkwaliteit en meerdere mogelijkheden dan die van de concurrenten. De bandcassettes zijn aan twee kanten te gebruiken ( 2 x 4 uur). Door de microprocessor kan men de processor al weken van tevoren programmeren voor het opnemen van programma’s op een groot aantal kanalen. Het Engelse dagblad de Times beschreef deze videorecorder als ‘het zwaarste geschut van 2000’.

Een half geflopte beeldplaat
Op 5 september 1972 komt Philips met iets nieuws, de beeldplaat. De beeldplaat kan audiovisuele informatie af spelen door middel van een laser. Die beeldplaat moet ervoor zorgen dat er een betere en snellere techniek ontstaat. Uiteindelijk werd dit hele plan een halve flop. Want uit testen en proberen in het Natuurkundig Laboratorium van Philips is gebleken dat die beeldplaat uitstekend is voor geluidsweergave. Hierdoor ligt het basisontwerp van de “Compact Disc” in 1979 op tafel. In 1979 tekent Sony een samenwerkingscontract met Philips om de plannen toe te gaan passen. De CD gaat een ongekend succes tegemoet.

Met een goede opleiding is er meer kans op een goede baan
Richting de jaren ’80 gaan steeds meer mensen inzien dat je met hogere opleidingen meer kansen hebt op een betere baan bij Philips. In die laatste 4 jaar van de 8500 cursisten nemen bijna 2,5 keer zoveel mensen een extra cursus. De druk op de werkprestaties neemt de laatste jaar steeds meer toe. De ene kan met die druk beter om gaan dan de ander, dus wordt er in 1971 een Biometrisch Centrum opgestart. Daar meet men de condities van de werknemers. Er wordt alles aan gedaan om de lichaamsbelasting te minimaliseren.

Ingrijpende veranderingen ( 1980-1991)

Herstructureren
Bij de overgang naar de jaren ‘80 bleek hoe hard de wereld aan het veranderen was. Amerika en Europa hebben zich van 1978 tot 1982 door de economische problemen geworsteld, door de internationale krimpende handel geworsteld en de sociaal economische spanningen waren toen groter dan ooit. Philips merkt dat de wereld voornamelijk behoefte heeft aan elektronica. Tot nu toe trekt Japan op dat soort gebied de laatste jaren de kar als gaat het om elektronica. Philips wil gaan vernieuwen, het zogehete herstructureringsprogramma en wil met name:
- verbetering van de kwaliteit van alle producten en diensten, en
- kostenverlaging van de fabrieken.
Het vernieuwen begint al bij het omlaag halen van het ziekteverzuim. Bij Philips komt er steeds meer een gezondere manier van leven en werken in zicht. Dit zorgt er al voor dat het ziekteverzuim in 1985 gehalveerd wordt. Het personeel ondergaat cursussen om het gebruik van computers en toepassingen van de informatietechnologie te bevorderen. De vernieuwing lijkt al op het goede spoor te zitten. Maar de inkomsten die stijgen helemaal niet in 1985, omdat ruim 8 % van de omzet ( = Fl. 4,3 miljard) nodig is voor de productiemiddelen en omdat de manager, zijn commerciële staf, de ontwikkelaars, vormgevers en productiespecialisten nieuwe productieprogramma’s krijgen toegewezen. Die productiemiddelen bestaan voornamelijk uit de onderdelen voor de IC’s omdat daar in de toekomst veel mee gewerkt zal gaan worden.

Een nieuwe factor
Bij alle processen die Philips heeft doorlopen hield men zich altijd goed op de been tegenover de concurrenten. Maar nu komt er voor Philips een extra factor bij dat gericht is naar de consument, hetgeen maken waar de markt om vraagt! Om met die andere vele producten sterk op de markt te blijven staan moest Philips de concurrentie aftroeven door agressieve reclame en met actiemodellen de markt op komen. Jongeren hebben net als nu nog een doorslaggevende invloed op producten. Als de producten naar hun levensstijl wordt gemaakt heeft de producent veel meer kans erop dat het de jongeren zich aangesproken voelen om het product te kopen.

Een zware concurrentie met video’s
Ondertussen heeft het Japanse merk JVC, de voorkeur van de internationale kopers gekregen als we het hebben over de videosystemen. Het Japanse video systeem VHS (Video Home System) is minder goed dan het systeem wat Philips om de markt bracht maar het is wel minder duur dan die van Philips. Doordat de Video 2000 niet “los barste” op de internationale markt legt Philips de productie voorlopig stil. Philips gaat samen met JVC een videocamera ontwikkelen waarmee men gelijk kan opnemen. Om daar nu een goede start mee te maken openen de twee een fabriek in Maleisië.

CD successen gaan beginnen
Het succes van de CD’s sinds de introductie in 1983 is met flinke sprongen vooruit gegaan. Om van dit nog “kleine” succes een veel groter succes te maken, geven Philips en Sony hun fabricagerechten ook aan andere fabrieken. De techniek van de beeldplaat en CD worden natuurlijk benut bij de ontwikkeling van:
1) CD-video: dat zijn goudkleurige schijven met een diameter verschillend van 12, 20 of 30 centimeter, het geluid en de video zijn dan op een CD gebracht
2) Cd-rom (Compact Disc- Read Only Memory): het is een afspeelbaar geheugen met een grote hoeveelheid informatie en programma’s die door middel van computers kunnen worden gelezen.
3) Cd-i (Compact Disc Interactieve): die beschikt over een actief vraag- en antwoordspel die tegenover de gebruiker die op de meest verrassende manieren stilstaande- of bewegende beelden, geluiden, teksten, speel- en leerprogramma’s tevoorschijn tovert.
4) CARIN: dat is een informatie- en navigatiesysteem met een Cd-rom dat automobilisten met een beeldscherm en gesproken aanwijzigingen naar de bestemming begeleidt. Met de juiste contracten kan men een eind komen
Vanaf 1986 staat Philips ongelofelijk sterk op de markt nadat zij meer dan de helft van de aandelen van de platenmaatschappij Polygram B.V. in bezit heeft. Samen met de Amerikaanse onderneming E.I. Du Pont de Nemours & Company exporteert Philips van 1986 tot ongeveer 1990 de ‘Philips and Du Pont Optical Company ( PDO) met onder meer de beeldplatenfabriek in Blackburn en de deelneming in de Polygram fabrieken in Hannover.
Door de nieuwste ontwikkelingen bij TV producten, zoals een plattere, vlakkere, hoekerige, contrastrijkere beeldschermen, blijft de marktpositie nog altijd sterker wordend. In 1988 starten verschillende landen met het gebruik van satellieten om de omroepen te kunnen uitbreiden zodat de gebruikers een grotere keuze hebben voor het bekijken van een zender uit binnen- en/of buitenland. Door het gebruik van de satelliet is de keuze uit zenders erg uitgebreid. In de jaren ’90 spelen Philips en de Franse onderneming Thomson een belangrijke rol in de geheel nieuwe technologie: High Definction Television ( HDT V). Hierdoor is de kwaliteit van het geluid net zo goed als de kwaliteit van en CD, en het beeld is vele malen beter gedetailleerd.
In 1989 worden de eerste HDTV-systemen gedemonstreerd op vakbeurzen en tentoonstellingen. Pas 2 jaar later wordt hij in de verkoop gezet.
In 1989 brengt Philips een catalogus uit met producten voor informatie en communicatie. Die categorieën bestaan uit computers, elektronische schrijfmachines en tekstverwerkers, faxapparaten, (auto)telefoons, semafoons, telefoonbeantwoorders en andere technische snufjes.

Ook in moeilijke tijden stand houden op de concurrentiemarkt
In 1985 ontstaat er een moeilijke situatie voor Philips. De Europese munteenheden blijven redelijk stabiel tegenover de gulden maar de dollars zakken voor bijna de helft in waarde tegenover de gulden. De dollars werden voor Philips toen een groot probleem omdat 40 %
van haar wereldhandel daarin verrekende. Door deze dalingen daalde ook alle aandelen in waarde van Philips. Maar Philips blijft ondanks dat nog redelijk stand houden in de markt. Dat komt doordat Philips door middel van het streven naar grotere afzetgebieden de hoge kosten van de ontwikkelingen worden terugverdiend. Maar dit gaat niet op voor bijvoorbeeld de ‘personal computers’( PC’s). In 1982 wordt de groei van de computers steeds aantrekkelijker. Op de markt verschijnen steeds nieuwere en goedkopere uitvoeringen.
De leveranciers van de onderdelen van computers, zoals IC’s, monitorbuizen en dergelijke andere onderdelen, doen zeer goede zaken. De verkoop van hun producten gaan zo goed dat de afnemers zoals Philips met een overschot komen te zitten. Door dit overschot gaan de verkoopprijzen zo ver omlaag dat sommige ondernemingen failliet gaan.
Om een sterke markt positie te hebben moet Philips zorgen voor:
- aantrekkelijke producten,
- lage fabrieksprijzen,
- op plaatsen zijn waar mensen met dezelfde koopwensen rondlopen als die Philips
produceert,
- ze moeten als handelsmerk een goed reputatie hebben,
- goed met geld om kunnen gaan, en
- het kopen en verkopen van bedrijven.

Kopen
Het verkopen en kopen van bedrijven heeft Philips in die tijd heel veel gedaan. Zo kocht ze in 1982 een lampenfabriek in Frankrijk en in Spanje van de Compagnie des Campes. In 1983 koopt Philips elf fabrieken in de Verenigde Staten en Canada die zich bezig houden met verlichting. US Philips Trust wordt in 1987 opgeheven en komen alle werkende bezittingen weer in handen van Hollandse N.V. Polygram brengt 20% van het kapitaal naar de effectenbeurzen neemt in 1989/1990 de muziekmaatschappijen Island International L.t.d. en A&M Records Inc. over. Dit soort uitbreidingen zijn heel belangrijk om de concurrentiepositie te verstevigen.

Verkopen
In 1984 neemt de Amerikaanse onderneming AT&T de telefonieactiviteiten over. Ook de fabriek Philips Telecommunicatie in Hilversum wordt overgenomen. De Zweedse ESAB A.B. koopt in 1985 de elektrische lasactiviteiten in 1985 van Philips over. In 1986 worden de Nederlands Kabelfabrieken (NKF) overgenomen door zelfstandigen. De Amerikaanse Whirlpool nam in 1988 de afdeling Grote Huishoudelijke Apparaten over en werd gelijk ook de grootste fabriek op dat gebied ter wereld. Philips’ activiteiten in verkeerssystemen gaan naar de Engelse onderneming Peek plc. Andere interne diensten van Philips in Nederland gaan naar zelfstandigen. Met die interne diensten bedoelen we het Eindhovense cateringbedrijf, professionele diensten in automatisering en informatisering, en de technische installatiebedrijven. Maar ook de woningen van Philips worden in 1990 overgedragen aan onafhankelijke woningstichtingen.

Bijna failliet
In 1990 wordt er voor Philips een riskante grens bereikt als het gaat over de omzet. Het lijkt erop dat er uit de normale ondernemingsactiviteiten bijna een winst wordt gemaakt. De positieve resultaten blijken lang niet genoeg om met name de grote verliezen aan de inkoop van de IC’s in 1990 op te vangen. Philips moet 35 miljard gaan lenen en de rente is hoog! ALARM. Er wordt een plan gemaakt waarbij men eerst de “lekken moet gaan dichten,” daarna moeten ze zorgen voor het herstelvermogen. Ze moeten leren hoe zij de conditie van het bedrijf weer omhoog kunnen halen en kunnen houden en de verantwoordelijkheid niet meer op een ander schuiven. Op het gebied van IC’s zijn de aanpassingen zo ontwikkeld dat Philips zich gaat concentreren op een beperkt aantal systemen en toepassingen waaraan eigen kracht kan worden toegevoegd. Er komen honderd managers van Philips die het probleem bespreken en de oplossing proberen te vinden. Er worden verschillende afdelingen, laboratoria en fabrieken gesloten of worden bij elkaar gevoegd. Er worden tienduizenden personeelsleden ontslagen. Bij de omzet van nog geen 60 miljard gulden zijn miljarden guldens nodig voor het herstellen van de problemen. Een jaar daarna is er wel een ongekend verlies maar het zorgt er wel voor dat het herstel proces heel snel gaat. Philips op weg naar de horizon maar het verandert met de dag.

Directeuren

Met de start van Philips was Frederik Philips de 1e directeur. Hij was toen 8 jaar directeur geweest. De leeftijd was bereikt om zijn functie over te dragen toen hij 68 jaar oud was.

In 1899 werd op 40- jarige leeftijd Gerard Philips, de zoon van Frederik Philips benoemt tot directeur van Philips. Op zijn 63e jaar besluit Gerard zijn functie over te geven.

In 1922 neemt, de toen nog 48-jarige Anton Philips de functie van Gerard over. In 1939 stopt hij met zijn functie. Antonwas toen 65 jaar.

De 65-jarige Anton geeft zijn taken in 1939 over aan Pieter Otten ( geen verder gegevens).

Frederik Jacques Philips, 34 jaar, neemt in 1961 de functie van P. Otten over.

Al op 44-jarige leeftijd neemt Frederik Jacques in 1971 afscheid van zijn taak als directeur en geeft zijn werktaken door aan de 60-jarige H.A.C. Riemsdijk.

In 1977 neemt N. Rodenburg de functie van H.A.C. Riemsdijk de functie over ( geen verdere gegevens staan daarover vermeld)

W. Dekker neemt op 58-jarige leeftijd in 1982 de baan van N. Rodenburg over.

In 1986 geeft W. Dekker de taken over aan de 61-jarige C.J. van der Klugt.

De 57-jarige J.D. Timmer neemt in 1990 de functie van C.J. van der Klugt over.

Tot 30 april 2001 heeft C. Boonstra de taak als directeur gehad.

Op 30 april 2001 neemt Gerard Kleisterlee de functie van Cor Boonstra de functie over.

REACTIES

N.

N.

het is een goed gemaakt werkstuk waarin super veel informatie staat

24 jaar geleden

J.

J.

ZOW heey wat een tekst!
haha dank je had ik net nodig!
:D

23 jaar geleden

S.

S.

Wat een relax werkstuk!!!

23 jaar geleden

J.

J.

Hey man, bedankt voor dat verslag.Je hebt me nog kunne redde thx man!
Ik kon nerges een verslag vind. ach ja boeie
hey ik ga weer Doei en bedankt!!!

23 jaar geleden

A.

A.

heb jij het boek van philips 100 ook of op welke pagina heb jij dit verslag gevonden.

Ik moet namelijk een werkstuk maken over hoe de relatie was tussen philips en indonesie en wat er nog van over is

ik hoor het wel groetjes aafke

22 jaar geleden

J.

J.

jo what up..je hebt me leven gered omdat ik bijna zelfmoord gepleegd had omdat ik zonder jou werkstuk zou blijven zitten..je bent echt super coooool...zullen we een keer wat afspreken? je ben echt belangrijk voor mij...ik woon in didam en ben wanhopig opzoek naar een vriendje...;)

bedankt xxxxxxxx en liefs Jeroen PS jij bent mijn held

22 jaar geleden

F.

F.

Hey Ralph,

je kent me niet maar ik moet wel zeggen
ik vind het indruk wekkend hoor ik heb
wat informatie van je werkstuk gebruikt voor
op me werk en daar hebben ze me geprezen haha
schitterend vind ik je werkstuk ga zo door

groetjes Frank

20 jaar geleden

K.

K.

echt een goed werkstuk man!!

12 jaar geleden

H.

H.

hoi

8 jaar geleden

H.

H.

hoihoihoihoihoihoihoihoihoi

8 jaar geleden

H.

H.

kcfhghxfdhxfhsdtrhjudr

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.