De Middeleeuwen
Hoe zag de samenleving eruit?
In de Middeleeuwen was het belangrijk dat je bij een groep hoorde, dit werd bepaald door de Rooms Katholieke kerk.
Dit heet een theocentrische maatschappij, theo betekent God en dat wil zeggen dat de kerk het centrum is van de maatschappij.
Men was lid van de kerk en je legde contact met de pastoor (die vertegenwoordigde als het ware God op aarde en had dus als zodanig ook macht) en die bepaalde hierdoor of je er bij hoorde. Hij kon ook over je toekomstig zielenheil gaan en dat was natuurlijk heel belangrijk voor de mensen. Een middeleeuwer had als doel in zijn leven, de hemel en God. In de hemel was alles beter dan op aarde en dat was toen het enige wat mensen wilden.
De Joden konden geen gilde hebben, omdat ze niet rooms katholiek waren. Zij zochten hierdoor iets wat voor de katholieken verboden was via het oude testament, het handelen in geld.
Met als gevolg dat ze op de brand stapel werden gegooid.
Er was altijd ruzie tussen de adel en de kerk. Strijd om de macht in de politiek etc.
Kooplieden en edellieden kwamen dichter bij elkaar te staan, ze gingen tot één stand horen, dat kwam doordat de kooplieden steeds meer geld kregen. Nog later, doordat het buskruit uitgevonden was, waren de edelen ook niet meer veilig achter de dikke stadsmuren en kregen de kooplieden daardoor nog meer macht
In de middeleeuwen trad er ook een verschuiving op
Verschuiving:
• Muziek in de kerk was de trendsetter en hierdoor het belangrijkst. Hier vonden de ontwikkelingen plaats, dit komt doordat zij tijd en geld hadden.
• Tegenwoordig is kerkmuziek trendvolgers , de straat (wereldlijke muziek) is nu de trendsetter, dus nu vinden buiten de kerk de ontwikkelingen plaats.
• Vroeger studeerde men kerkmuziek (Het Gregoriaans), de straat was toen trendvolger
(wereldlijke muziek)
Voorbeelden van muziek
- Gregoriaans
- Kroeg muziek
- de Gallicaanse muziek
- neumenschrift
- Nog later had je de ridders die de Mohammedanen gingen verslaan in het verre oosten.( ook wel Ruters genoemd).Alleen zij leerden daar nog iets heel anders, ze leerden cultuur.
Dit speelden in het Midden oosten namelijk een erg grote rol. De minstrelen van de ridders leerden nieuwe muziek kennen. Gelukkig konden zij lezen en schrijven en hebben dit dus voor ons opgeschreven. Zo weten wij ook dat de beschaving daar veel verder was dan dat het in het westen was.
Middeleeuwse kunst, bouwkunst, literatuur.
Kunst is kerkelijk gericht . Kunst word pas gewaardeerd als het iets kerkelijks is ,ook hier vind de ontwikkeling plaats in de kerk.
In de middeleeuwen waren ze niet geïnteresseerd in de werkelijkheid maar gingen voor symboliek.
De heiligen werden zo geschilderd:
- Mooi grote ogen zijn een afspiegeling van de (reine) ziel
- Kleine mond staat symbool voor, dat men weinig menselijke, zinnelijke dingen deed zoals eten, roddelen, kletsen, vrijen etc.
- Mooi maar raar zittende handen wel mooi afgebeeld om te laten zien dat zij goed deden
- Kleren en kleuren bepaalden de status en symboliek.
Dan heb je ook nog Iconen deze worden ook wel vensters op de eeuwigheid genoemd.
Deze vensters lieten als het ware een stukje van de hemel zien, een stuk van het koningkrijk van God.
Een icoon laat de mensen tot God komen. De gelovige kan, door zich in gebed te concentreren op een icoon, zich voor een moment losmaken van de wereld en al biddend zich in verbinding stellen met de onzichtbare, hogere wereld, met God en met Zijn heerlijkheid.
Van de iconenschilder wordt verwacht dat hij voorafgaand aan zijn schilderwerk een tijd van diepe bezinning doormaakt, waarin hij vast en religieuze teksten over zijn gekozen onderwerp bestudeert.
Volgens de traditie wordt voor het schilderen van iconen alleen gebruik gemaakt van natuurlijke materialen: hout, gemalen krijt, lijm (gom/hars), houtskool en tempera (een mengsel van water, wijnazijn, eidooier en natuurlijke mineralen die tot stof zijn fijngewreven) en eventueel bladgoud. De eerste stap is het maken van een paneel; voor het paneel wordt bij voorkeur uitgewerkt hout gebruikt. Dit paneel wordt bekleed met linnen en vervolgens worden op dit linnen vele lagen levkas aangebracht, een mengsel van organische lijm en krijt, opgelost in water. Vervolgens wordt met houtskool de schets aangebracht. Als de icoon op bladgoud geschilderd wordt, wordt het paneel in zijn geheel voorzien van bladgoud. Pas dan kan het eigenlijke schilderen beginnen. Bij het schilderen met tempera wordt gewerkt van donker naar licht. Tenslotte wordt de icoon bedekt met een laag olifa, een plantaardige olie die als vernis dient.
Er bestaan ook iconen die in hoogreliëf zijn gesneden in een paneel, al dan niet bedekt met levkas en beschilderd met tempera. In Rusland komen iconen voor die geheel zijn geborduurd, met goud- en zilverdraad. Ook werden daar gegoten metalen iconen vervaardigd, vaak bedekt met verschillende kleuren email. De afmetingen van deze iconen variëren van ca. vijf tot ca. dertig cm. Vooral onder de oud gelovigen waren ze geliefd.
Wanneer een icoon als een belangrijk, oud en kostbaar werk werd beschouwd, werd het paneel vaak bedekt met een sierschild van edelmetaal, niet zelden rijk versierd met parels en edelstenen. Het sierschild kan alleen de rand van de icoon bedekken, soms bedekt het bijna de volledige schildering, behalve het gelaat en de handen van de heilige. Bij oude Russische iconen werd vaak een dunne laag zilver of verguld zilver met plantenmotief op de rand of achtergrond gespijkerd; dit heet basma.
Architectuur kerk.
Kenmerken van de Romaanse bouw waren: dikke muren en kleine ramen, het dak is een tongewelf. Ook waren er wat versieringen lisenen , friezen en spaarvelden . De muren droegen het grootste gewicht van het gebouw. Waardoor ramen vaak niet mogelijk waren. Het is dan ook vaak donker in romaanse kerken. Het kruisribgewelf wat later in deze bouwstijl is toegevoegd heeft waarschijnlijk geleid tot de gotische bouwkunst.
Gotische bouw: een groot voorbeeld van gotische is de Notre-Dame waar ik later uitgebreider op in zal gaan. De gebouwen hadden pilaren en daar tussen muren, aan de pilaren zitten bogen die als een ster in elkaar overlopen, doordat de muren niet meer zo dik waren, kwamen er grote ramen. Zo ontstond ook het glas in lood. Ik zal nog wat kenmerken voorbij laten komen die in de kerk veel worden gebruikt, zoals lange gewaden, spitse schoenen, puntige hoeden, baldakijnen( is een overkapping van stof die aan het einde van altaar hangt) en roosvensters( de naam zegt het eigenlijk al een cirkelvormig gebrandschilderd glas).De bouw van de kerk duurt heel lang, tegenwoordig zijn oosterse en westerse cultuur met elkaar vermengd, wat belangrijk is voor onze cultuur. Ook wel Syncretisme wat betekent een poging om uiteen liggende of tegengestelde geloven en religies met elkaar te combineren.
Muziek in de middeleeuwen
1.1 Dansmuziek van de speellieden
In de middeleeuwen trokken de speellieden rond zij waren de krant van de omgeving en het land. Wat zij zagen en beleefden vertolkten zij in liedjes en toneelstukken. Voor het volk waren zij erg belangrijk en vaak ook erg geliefd, maar van de kerk mochten ze niks. Waarom niet zul je je afvragen?
De kerk was bang dat ze te populair zouden worden en dat kon niet, want als je lid was van een speel liedclub was er iets fout gegaan in je leven ook zij de kerk dat ze afkomstig waren van de duivel. Je was over verbannen of je was overspannen depressief noem maar op. De speellieden maakte vaak gebruik van bourdon waarop luid gezongen of gedanst werd. Soms was het zelfs zo erg dat er heuse dans epidemieënwaren. Vaak gebeurde dit als er de pest heersten, dan dansten mensen net zolang totdat ze bewusteloos waren en gingen dan dood. Later in de middeleeuwen voerden de engelse een sext in in ons octaaf . Een uitzondering was het liturgisch drama hiervoor liepen halve dorpen uit. Dit was een mis gespeeld in een toneelstuk dit werd vaak gedaan om mensen wat te leren, maar veel mensen zagen het als een amusement.
De bourdon is overgewaaid uit Engeland en is onvolkomen consonant .
Voorbeelden van onvolkomen consonanten zijn de grote en kleine tertsen en sexten.
1.2 Volkslied en kunstlied
Bij een volkslied weten mensen niet meer hoe ze het hebben geleerd te zingen, ze kennen het gewoon. Deze liederen werden altijd in eigen landstaal gezongen. Vaak was dit erg makkelijk te zingen om dat er één zin kwam, dan kwam een nieuwe en werd dit weer herhaald en soms had je zelfs nog een refrein als voorbeeld zie je l’Homme armé hiernaast. Ook zijn deze liederen vaak eenstemmig gezongen dit kwam doordat het er allemaal tegelijk ingezet werd en gelijk eindigde. Als er geen instrumenten aanwezig waren zongen de mensen samen A-cappela De huidige volksmuziek beperkt zich niet meer tot de landstaal.
Bij de kunstliederen is het een ander verhaal. Deze ontstaan juist aan de hoven. Zo heb je de troubadours in Zuid-Frankrijk en de Trobar in het noorden ook heb je de minnesanger in Duitsland. De troubadours zingen en/of spelen altijd over de onbereikbare liefde. Ook kun je wel wat zeggen over het ritme van deze twee liederen die van de kunstliederen staan vast terwijl die van de volksliederen nog wel eens kunnen verschillen, zoals bij voorbeeld verandering van maatsoort dit wordt ook wel een vrij ritme genoemd.
1.3 Gregoriaans
Het Gregoriaans is genoemd naar de paus Gregorius. Deze man wilde graag alle muziek ordenen. Dit gebeurde in vroege middeleeuwen. En deze tak van muziek heeft hij dus naar zichzelf genoemd.
Maar waar is gregoriaans nou ontstaan? Deze tak van de muziek is ontstaan in Azië/ Midden- oosten bij de joden en de moslims. Het is een samensmelting van de westerse en de oosterse cultuur. Er werd gebruik gemaakt van het vele noten gebruik van het oosten en het rustige van het westen . Gregoriaans is eigenlijk geschreven voor mannen. Toch werden er ook composities geschreven voor alten en sopranen. Deze werden dan gezongen door jonge jongens of door countertenors , deze mannen kunnen net zo hoog komen als een alt. Nu wordt het ook vaak gezongen door vrouwen als een sopraan veel hoge noten op 1 lettergreep zingt wordt dit ook wel een coloratuur genoemd.
Kenmerken van Gregoriaans
1. Geschreven voor mannen
2. De notenbalk heeft maar 4 lijnen het do teken
geeft de centrale c aan. Zie hiernaast.
3. Het is Vocaal
4. Mensuraal notatie
5. Tonaliteit. Er werd gebruik gemaakt van het middeleeuwse toonstelsel .
6. Altijd gebruikt in een Katholiek eredienst. Ook wel de mis genoemd.
Ook wordt het gregoriaans altijd in een koor gezongen, weliswaar in een mannenkoor er wordt dan al wel gebruik gemaakt van antifonaal en responsoriaal . Wat ook voor de opkomst van de meerstemmigheid heeft gezorgd. Hoe zag een mis er in die tijd eruit? een mis had eigenlijk altijd dezelfde volgorde, zoals je hieronder zult zien.
Liturgische muziek
Ordinarium Proprium
Mis onderdelen Wisselt elke zondag
altijd elke zondag psalm, zitten tussen de 5
hetzelfde. van het ordinarium
1. Kyrie
2. Gloria
3. Credo
4. Sanctus / Benedictus
5. Agnus Dei
Dan heb je ook nog het requiem dit een mis die voor opgedragen wordt aan een dode. Dit gebeurt altijd dag voordat hij/zij begraven werd.
1.4 Vroege Meerstemmigheid ( ook wel Organum genoemd)
Er is een grote kans dat de Grieken al meerstemmigheid hadden. Voor meerstemmigheid heb je wel een notenschrift nodig. Daarom was het erg handig dat in de Middeleeuwen de boekdrukkunst ontstond. Op deze manier kon je het opschrijven en zoveel keer laten kopiëren als jij zelf wilde. Je hoefde op deze manier niet alles te onthouden.
Toch was er een onderscheid tussen de kerklieden en de speellieden. De kerklieden droegen het aan elkaar over en de speellieden leerden elkaar de muziek spelen, maar ook moesten zij elkaar leren hoe je een instrument bespeelden. Meerstemmigheid ontstond in de kerk. In die tijd luisterde ze naar andere dingen zoals klank. Nu luisteren we vooral naar ritme.
Ze wilde meer rust creëren in hun muziek om de hemelse rust te symboliseren en gingen gebruik maken van
1. de reine prime
2. kwint
3. octaaf
Euphonisch Principe:
Dat is het principe dat wat het beste of mooiste klinkt het belangrijkst laat zijn ook al strookt het niet met de theorie of gedachte die je aanhangt. De tegenhanger is in feite het empirisch principe waarbij de theorie voorrang heeft op het mooie.
Het is in feite het welluidendheids principe.
De Notre Dame
Guillaume de Machaut
In de middeleeuwen zijn de meesten componisten onbekend deze man is toevallig wel bekend. Hij woonden in parijs wat in de middeleeuwen de universiteitsstad was. Hij studeerde hier ook muziek en vond zo de meerstemmigheid uit. Guillaume was de eerste die een cyclische mis ging componeren, maar zelfs dan was er nog geen goede samenhang in het muzikale front. In zo’n mis kwamen dan octaven en kwinten voor. Zijn beroemdste mis is dan ook Messe de notre Dame.
Leoninus en Perotinus maakten een melodie waarvan de noten heel lang uitrekten nu heet dat een syncope, maar in de middeleeuwen noemden ze dit een hoquetus.
Guido v. Arezzo
Deze man ontwikkelde het 4 lijnige mensuraalschrift rond het jaar 1000 in een klooster in Zwitserland.
Wat begrippen die veel voorkwamen in de meerstemmigheid van de middeleeuwen.
Parallelle bewegingen: toonhoogte van twee of meer stemmen gaan dezelfde weg
Voorbeeld:
Tegenbeweging: toonhoogte van twee of meerdere stemmen bewegen zich in tegengestelde richting
Voorbeeld:
Imitatie: dit is een compositietechniek waarbij ritmes, motieven of melodische fragmenten van een stem kort daarna terugkomt of soms overlapt het elkaar.
Voorbeeld.
Cantus Firmus: Met cantus firmus (Latijn voor "vaste zang") duidt men in de middeleeuwse muziek en barokmuziek de muzikale partij aan die de melodie of een melodisch motief van lange noten voorstelt, meestal gezongen door de tenor. Deze werd toen nog ténor genoemd met de klemtoon op de eerste lettergreep, van tenere, Latijn voor houden, vasthouden. De tenor zong de vaste melodie, die weinig werd gevarieerd, en deze werd door de andere stemmen omspeeld. In partituren wordt de cantus firmus soms aangegeven met de afkorting c.f.
Het begrip cantus firmus is ontstaan vanuit de vox principalis in het Organum en maakte vooral opgang in de zogeheten Ars Nova, een muziekstroming die vanaf ongeveer 1300 in Frankrijk in zwang raakte. Als cantus firmus dient in de zogeheten parodiemissen vaak een bekende melodie, al dan niet aan het Gregoriaans ontleend
Hetrofonie: De uitvoering van de melodie is feitelijk eenstemmig, maar door het gelijktijdig spelen van de melodie met variaties (dikwijls gebaseerd op standaard improvisatie-patronen) ontstaat een soort meerstemmigheid die men heterofonie noemt.
Heterofonie wordt ook wel het anders-zijn van een tweede stem, door er parallel aan te lopen genoemd. Vaak zien we het als variatie of omspeling, bijvoorbeeld ook in de Siamese en Javaanse orkestmuziek, die bestaat uit een gevarieerde grondmelodie. Vaak ontstaan parallelle lijnen in octaven of kwinten en kwarten bij deze vorm van muziek. Het zingen in parallellen (parallel organum) als homofone soort meerstemmigheid is oeroud, en zien we ook bij Afrikaanse natuurvolkeren, en op de Kaukasus en in de volksmuziek van IJsland.
Renaissance
Periode der Nederlanders heet deze periode in de muziek
1400-1450 hier vind de kanteling van de middeleeuwen naar de renaissance plaats.
In de middeleeuwen was de wetenschap alleen van belang zolang het de kerkleer diende, de middeleeuwen draaiden om zingen, muziek maken, Latijn en theologie leren.
De renaissance staat vooral centraal om de natuur, de astrologie, alchemisten die dachten goud uit te vinden en rekenen.
Edellieden hebben heel veel geleerd in het midden – oosten, dit hebben zij hier mee naar toe genomen en het zo de mensen weer geleerd.
Er kwamen breuken bij de kerk, door Erasmus, Luther, Calvijn.
- Erasmus humanisme is een stroming die de mens centraal zet pul die in de Middeleeuwen meenden dat door een vernieuwde studie van de klassieken de westerse beschaving tot op haar bronnen kon worden teruggevoerd
- Luther protestantisme is een stroming in het christendom, Een belangrijke omwenteling vond plaats in 1517 met de publicatie van de 95 stellingen van Luther. Hierin verzette hij zich vooral tegen de handel in aflaten waarmee de rooms-katholieke Kerk zich bezighield, mede om de bouw van de Sint Pieter in Rome te bekostigen.
- Calvijn deed het zelfde als Luther heeft het protestantisme op gezet.
• Nu word de individuele band met God of het hierboven, belangrijker dan het in contact staan via (geestelijkheid) de RK kerk.
• Wedergeboorte betekent Renaissance ook voor de individu. Er kwam meer belangstelling voor Griekse en Romeinse bouwkunst en denkwijze en zo stroomde de renaissance geleidelijk over in de barok.
• In de kunst kun je zien om wie het gaat, er is nu iets individueels te herkennen. Het is niet meer gepast om alles te regelen via de pastoor, hierdoor verdwijnt het dat mensen in één groep leven.
• Maar het individu geeft nu eigen inbreng in zijn geloof.
Wetenschappers waren allrounders voorbeelden van een wetenschapper is Leonardo da Vinci die de homo-universalia ( wereldmens) bedacht. Zij houden zich vooral bezig met kunst en wetenschap.
In Italie begon dit alles daar werd de handel gedreven, omdat dit de stop was naar het midden oosten. Libanon was hierin één van de rijkste landen, doordat dit de eindbestemming was van de schepen.
Spanje had in dit alles de macht, want schepen moesten door de straat van Gibraltar om bij libanon en Italië te kunnen komen. In deze tijd hadden de Mohammedanen Spanje bezet. Toen deze werd bevrijd gingen ze de paus verdedigen en werd er orde gestichten.
Literatuur:Petrarca die uit Itaië kwam, heeft een boek geschreven Inferno. Dit boek is een parodie over de opvattingen van de hel, want in de Middeleeuwen hield de kerk graag de mensen dom, toch word de boekdruk kunst uitgevonden, er worden dus boeken gedrukt, mensen leren lezen en mensen gaan hun eigen mening vormen.
Het meerstemmigheid kwam op en zo ontstond er wereldmuziek wat op den duur heel populair werd zowel vocaal als instrumentaal.
Desiderius Erasmus heeft ook een boek geschreven (Lof der zotheid). Hij was een humanist en zet dus de mens centraal
Quote Dhr. Hoekstra : ,, Eigenlijk denk ik dat de renaissance nu pas ophoudt.”,, Mensen zijn nog steeds op zoek naar zichzelf en individualiseren nog steeds verder in die zoektocht”. Hoewel de tegenbewegingen zich ook manifesteren.
Ronde 1600 vond er een omwenteling plaats van de renaissance naar de barok.
Renaissance
Periode der Nederlanders heet deze periode in de muziek
Dit is de tijd van Michelangelo, Thomas Morr en natuurlijk Erasmus.
Wetenschappers waren in deze tijd All Rounders. Neem bijvoorbeel Leonardo da Vinci hij hield van kunst en wetenschap en was ook nog eens een Homo-Universalis .
Er kwamen breuken bij de kerk, door Erasmus, Luther, Calvijn.
- Erasmus humanisme is een stroming die de mens centraal zet pul die in de Middeleeuwen meenden dat door een vernieuwde studie van de klassieken de westerse beschaving tot op haar bronnen kon worden teruggevoerd
- Luther protestantisme is een stroming in het christendom, Een belangrijke omwenteling vond plaats in 1517 met de publicatie van de 95 stellingen van Luther. Hierin verzette hij zich vooral tegen de handel in aflaten waarmee de rooms-katholieke Kerk zich bezighield, mede om de bouw van de Sint Pieter in Rome te bekostigen.
- Calvijn deed het zelfde als Luther heeft het protestantisme op gezet.
• Nu word de individuele band met God of het hierboven, belangrijker dan het in contact staan via (geestelijkheid) de RK kerk.
• Wedergeboorte betekent Renaissance ook voor de individu. Er kwam meer belangstelling voor Griekse en Romeinse bouwkunst en denkwijze en zo stroomde de renaissance geleidelijk over in de barok.
• In de kunst kun je zien om wie het gaat, er is nu iets individueels te herkennen. Het is niet meer gepast om alles te regelen via de pastoor, hierdoor verdwijnt het dat mensen in één groep leven.
• Maar het individu geeft nu eigen inbreng in zijn geloof.
Wetenschappers waren allrounders voorbeelden van een wetenschapper is Leonardo da Vinci die de homo-universalia bedacht. Zij houden zich vooral bezig met kunst en wetenschap.
Pantheon in Rome
In Italie begon dit alles daar werd de handel gedreven, omdat dit de stop was naar het midden oosten. Libanon was hierin één van de rijkste landen, doordat dit de eindbestemming was van de schepen.
Spanje had in dit alles de macht, want schepen moesten door de straat van Gibraltar om bij libanon en Italië te kunnen komen. In deze tijd hadden de Mohammedanen Spanje bezet. Toen deze werd bevrijd gingen ze de paus verdedigen en werd er orde gestichten.
Literatuur:Petrarca die uit Itaië kwam, heeft een boek geschreven Inferno. Dit boek is een parodie over de opvattingen van de hel, want in de Middeleeuwen hield de kerk graag de mensen dom, toch word de boekdruk kunst uitgevonden, er worden dus boeken gedrukt, mensen leren lezen en mensen gaan hun eigen mening vormen.
Het meerstemmigheid kwam op en zo ontstond er wereldmuziek wat op den duur heel populair werd zowel vocaal als instrumentaal.
Desiderius Erasmus heeft ook een boek geschreven (Lof der zotheid). Hij was een humanist en zet dus de mens centraal
Quote Dhr. Hoekstra : ,, Eigenlijk denk ik dat de renaissance nu pas ophoudt.”,, Mensen zijn nog steeds op zoek naar zichzelf en individualiseren nog steeds verder in die zoektocht”. Hoewel de tegenbewegingen zich ook manifesteren.
Ronde 1600 vond er een omwenteling plaats van de renaissance naar de barok.
Paragraaf 2.1 Dansmuziek
De pavane is een statig Italiaanse - Spaanse dans. Deze dans werd vooral gedanst aan de hoven. De pavane staat ook bekend als pauwen dans, omdat de paren als pauwen door de zaal stapten. Deze dans was de openingsdans waarnaar de Gaillarde werd gedanst. Deze dans is een springdans en er is ook grote behendigheid voor nodig om deze dans te kunnen uitvoeren. Articulatiewijze waren vooral belangrijk voor de speellieden van deze dansen. Hierdoor wisten de paren wanneer ze moesten springen.
Deze dansen hadden allemaal voortgaande beweging. De familiekwartetten kwamen op. Je had de sopraan-, alt-, tenor- en basblokfluit of de hele familie van kromhoorns of combinaties hiervan. Bij de gaillarde is de slagwerkpartij geïmproviseerd, herhalingen worden gediminueerd . Ook kwam de imitatie op dit is het paarsgewijze toonhoogte alleen in het begin en in de kop in de kwint.
Het verschil tussen imitatie en ostinaten is dat bij imitatie de stemmen elkaar imiteren bijvoorbeeld bij de bas en de tenor. In een ostinaat vind het meestal plaats in 1 stem. Een uitzondering is de chaconne.een chaconne is dat de stemmen worden afgewisseld tussen de verschillende instrumenten. Het is wel een melodische ostinaat. Je hebt 2 ostinatenvormen:
- de melodische ostinaat : Er is een melodie die constant wordt herhaald.
- het ritmisch ostinaat : Het is het ritme dat constant wordt herhaald.
Paragraaf 2.2 cantus firmus.
De cantus firmus werd gebruikt als melodie om een polyfone compositie om heen te werven. Meestal zit de c.f. in de tenor, maar soms ook in andere stemmen ( die gebeurde in de latere Renaissance). Cantus firmus wordt later ook veel in de barok en in de orgelmuziek gebruikt.
Achtergrond informatie:
Cantus Firmus: Met cantus firmus (Latijn voor "vaste zang") duidt men in de middeleeuwse muziek en barokmuziek de muzikale partij aan die de melodie of een melodisch motief van lange noten voorstelt, meestal gezongen door de tenor. Deze werd toen nog ténor genoemd met de klemtoon op de eerste lettergreep, van tenere, Latijn voor houden, vasthouden. De tenor zong de vaste melodie, die weinig werd gevarieerd, en deze werd door de andere stemmen omspeeld. In partituren wordt de cantus firmus soms aangegeven met de afkorting c.f.
Het begrip cantus firmus is ontstaan vanuit de vox principalis in het Organum en maakte vooral opgang in de zogeheten Ars Nova, een muziekstroming die vanaf ongeveer 1300 in Frankrijk in zwang raakte. Als cantus firmus dient in de zogeheten parodiemissen vaak een bekende melodie, al dan niet aan het Gregoriaans ontleend.
Paragraaf 2.3 Madrigaal en Chanson
Het madrigaal is ontstaan in Italie. Het is een lied dat altijd in de ,moedertaal wordt gezongen en is meerstemmig. De onderwerpen van madrigalen lopen nogal uiteen. Het kan gaan over het dagelijks leven, maar ze kunnen ook over de liefde gaan. Een madrigaal werd vooral in huiselijke kringen gezongen.
Een chanson is een liefdeslied over een meestal onvervuld verlangen, de verheven liefde. In de Renaissance is een chanson een meerstemmige, vaak polyfone compositie op een wereldlijke, meestal amoureuze tekst.
Ook had je te maken met tweedelige liedvormen en driedelige liedvormen.
In de renaissance krijg je ook te maken met polyfonie. Bij polyfonie gaan alle stemmen hun eigen weg, maar zijn melodisch wel erg belangrijk en ze beïnvloeden elkaar niet. Polyfonie komt in alle liederen van de Renaissance voor. Ook komt Homofonie veel voor. Dit is dat er meerstemmigheid is die te gelijk inzetten en zich bijna synchroon voort bewegen. De teksten van de verschillende stemmen staan recht onder elkaar. Homo betekent niet voor niets hetzelfde.
Ook kreeg je te maken met paarsgewijze stemvoering dit is een stempaar techniek. Dit betekent dat deze stemmen tegelijk dus gepaard zingen. Dit kunnen 2 stemmen zijn maar ook meerdere.
De leitoon
Maatwisseling
Paragraaf 2.4 Mis, motet en protestants kerklied
Een motet vind je vaak in Bijbelteksten en in gebeden boekjes. In de Renaissance is het motet een vrijwel steeds meerstemmig geestelijk gezang a cappella en bijna altijd nog in het Latijn
De ontwikkeling van het motet vond een hoogtepunt in de Renaissance bij Josquin des Préz en Orlando di Lasso.
Meneer Josquin des Préz componeerde 25 missen, 120 motetten en een 60-tal chansons, madrigalen en andere lichte koorwerkjes.
Meneer Orlando di Lasso schreef onder meer 53 vier- tot achtstemmige missen, 1250 twee- tot twaalfstemmige motetten, requiems, madrigalen, chansons en koorliederen.
Het protestantse kerklied wordt altijd in de landstaal gezongen zodat de gewone burgers mee konden zingen.. je kan het protestantse kerklied als volgt kunnen omschrijven:
• Gemeentezang
• Coupletlied
• Heeft te maken met de cultuur
• Vaak meerstemmig voor koren
• Wereldlijke liederen kregen een religieus tintje
• Contrafract
• Gebruik van koraal
Barok
( scheldnaam voor overdadig, te veel )
In 1600 vond de eerste echte operavoorstelling plaats van Monteverdi.
Aan het einde van de barok 1750 stierf ook Bach.
Eigenlijk is de barok een scheldnaam het betekend het is teveel het is te overdreven.
Dit gaat dan vooral over ,
- kerken en tempels die hevig zijn versiert met bloemetjes hemels blauwe plafons vliegende baby’s. Dat kerken zo hevig zijn versiert komt doordat er een reactie plaatsvond op de reformatie de beeldenstorm. Ze willen graag laten zien hoe rijk ze zijn en dat zij de beste zijn.
Bij reformatie zijn de preken , de diensten & het woord van belang. Calvijn vond het juist belangrijk dat er ook werd gezongen.
Er zijn 3 centra in de barok
1. Duits taal gebied componisten zoals Bach die
• sleutelfiguur was van de muziek
• in akkoorden gingen denken plus dat hij de melodieën uit de renaissance gebruikte.
• Elke zondag een nieuwe mis schreven en zijn kinderen die over liet schrijven.
• Bach wilden een verhaal vertellen met zijn muziek
2. Italië met als componist Vivaldi. In Italië komen ook de meeste vormen tot stand.
• Opera
• Oratorium ( niet toneelgespeelde opera)
• Cantate ( voor de eredent)
• Concerto grosso ( verderop meer)
• Soloconcert
• Strijkkwartet
• Fuga
• Suite opeenvolging van dansen
• Sonate en triosonate ( vooral instrumentale muziek.
3. Frankrijk met de componisten Zonnenhof & Lodewijken & Rameua & Lully
J. S. Bach schreef vooral veel kerkmuziek en leefde in Duitsland. Maar hij was meer dan een componist. Hij was ook organist, klavecinist, violist, muziekpedagoog en dirigent van barokmuziek. Wat we ons nu niet meer kunnen voorstellen dat Bach eigenlijk molenaar en bakker van beroep was. In 1708 is Bach aangesteld aan het hof van Sachsen- Weimar als hoforganist en 'Cammermusicus' (klavecinist en violist).
G.F. Händel was een opera componist. Händel werkte aan het Engelse hof maar was een Duitser. Had een eigen operahuid/ vuriositeit. Deze componist heeft ontzettend veel werk geschreven hier een overzichtje : 42 opera's, 29 oratoria, meer dan 120 cantates, trio's en duetten. Dat komt overeen met ongeveer 2.000 aria's. Engelse, Duitse, Italiaanse en Latijnse kerkmuziek, serenades en odes. Onder zijn instrumentale werken vallen de orgelconcerten, Concerti Grossi, ouvertures en kamermuziek zoals hobo- en vioolsonates en werken voor klavecimbel en orgel. In totaal componeer hij 610 werken.
A. Vivaldi is de man van de koormuziek en de compositie de jaargetijden. Hij had vooralveel elegante muziek met viool en fluit. Maar deze man was meer dan dat hij was namelijk ook Italiaanse violist en priester. Vanaf 1704 hoefde hij niet meer deel te nemen aan de heilige mis in verband met zijn slechte gezondheid: hij leed aan astma. Maar volgens sommigen mocht hij de mis niet meer opdragen omdat, als hij inspiratie kreeg voor een nieuw muziekstuk, hij dat gewoon ging opschrijven tijdens de mis. Vivaldi werd vioolleraar in een meisjesweeshuis in Venetië, het Pio Ospedale della Pietà. De musicerende wezen stegen snel in aanzien, ook in het buitenland. Omdat meisjes eigenlijk geen muziek mochten spelen, gaven zij concerten van achter een doek. Voor hen schreef Vivaldi de meeste van zijn concerten, cantates en gewijde muziek. ( citaat : http://nl.wikipedia.org/wiki/Antonio_Vivaldi_(componist) ).
Ook deze man heeft een hoop geschreven zo schreef hij meer dan 500 concerten (waarvan 223 voor viool en 27 voor cello), 46 opera's, symfonieën, 73 sonates, 1 requiem, kamermuziek.
Ook de architectuur verandert sterk in deze tijd. Van de kerken die er al stonden werden de muren en glazen versierd. Dit was een reactie op de reformatie dat de kerken toch nog steeds de rijkste en de machtigste waren. Hier waren de protestanten het alleen niet mee eens, zij vonden dat al deze versieringen afleiden van het woord van god. Hierdoor kwam de Beeldenstorm.
In deze tijd zongen de mensen ook niet meer zelf, maar het koor zong voor de burgers. De hele mis was in het Latijn dus de meeste zullen wel niet begrepen hebben wat er werd gezegd.
In de protestantse kerk werd dit anders gedaan. Hier werd in de landstaal gezongen zodat de mensen het konden verstaan.
Alle psalmen die werden gezongen in deze tijden werden op hele noten gezongen en vaak ook heel hard.
Monte Verdi was een Italiaan die de eerste opera schreef voor het openbaar. Wat eerst alleen aan de hoven werd vertoon werd nu openbare gelegenheden te zien. Natuurlijk waren deze openbare gelegenheden alleen toegankelijk voor de rijken.
Ook kwam het recitatief op in deze tijd. Dit was een duidelijk verhaal overbrengen met ondersteuning van een paar akkoorden van de melodische lijn. Deze melodische lijnen gebruiken we tot op de dag van vandaag nog.
Melodie recitatief
Bas ( deze is becijferd)
Aan de cijfers kun je zien welk akkoord er bij hoort.
De basso continuo kenmerkend voor de barok.
In deze tijd kwam ook de harmonieleer op hier zal ik nu een stukje over vertellen.
Je hebt de functionele harmonieleer. In deze harmonieleer zijn 3 groepen te onderscheiden.
Functie van de akkoorden
Grondtoon is altijd in rust. ( melodie komt hierdoor tot rust )
De grondtoon is altijd het belangrijkste.
• De 5e toon in een toonladder is altijd de dominant. Deze toon geeft de meeste spanning en wil graag terug naar de grondtoon
• De 3e toon in de toonladder is de terts. Deze terts is melodisch gezien een twijfelaar en kan naar de dominant oplossen, maar ook de grondtoon. Deze terts bepaalt of het stuk mineur of majeur is. Met andere woorden deze terts bepaalt het geslacht.
• De 4e toon in de toonladder is de subdominant.
- Hij zit onder de dominant en wordt subdominant genoemd.
- Als je bij de grondtoon 5 optelt krijg je de dominant. Als je van de grondtoon 5 naar beneden telt krijg je de subdominant
- Deze subdominant kan oplossen naar de dominant of naar de grondtoon.
Je hebt dus grondtoon – subdominant – dominant. De grondtoon bepaalt ook de cadens. Via deze cadens bevestig je de grondtoon.
Als je de kwint uit de toonladder laat dan wordt de hele toonladder ontkracht. Met andere woorden je mist iets.
C D E F G A B C
Betrappen I II III IV V VI VII deze C moet je weg laten is
weer een nieuwe toonladder.
G A B C D E F
E F G A B C D De akkoorden bestaan uit een
C D E F G A B terts en de dominant.
I II III IV V VI VII
CEG FAC GBD CEG
I IV V I dit is de cadens
Het voorbeeld hieronder is zo’n cadens.
Als je hebt VII dus FDB en daar de G bij doet heb je akkoord V en VII dan is de b in dit geval de leitoon.
Akkoord I wordt soms vervangen door III en III weer door VI dit heet trugschluss.
Concerto grosso
Alle instrumentale vormen ontstaan hier uit vocale vormen. In San Marco ( is de grote kathedraal aan het San Marcoplein in Italië) schreven alle musici voor 2 koren die als het ware tegen over elkaar zongen, zoals het plaatje hier onder. Het 1e koor bestond uit de beste solisten, zangers en zangeressen. Het 2e koor bestond uit matige zangers die eigenlijk als achtergrond koortje fungeerde. Dit is een concerterende vorm ook wel dubbel koorigheid genoemd. Deze vorm was heel populair in de barok. Twee koren noem je een dubbel koor. Dit dubbel koor bestaat dan wel uit mannen en vrouwen.
Het concerto grosso
Als er tutti werd gespeeld speelde het orkest de solisten en het continuo. Soli was voor een solo deze werd dan begeleid door het continuo. Ook had je dan nog het concertino tino dit zijn alleen de solisten.
De klankkleur van de violisten is in het concerto grosso erg belangrijk.
Opera & Oratorium zijn muzikaal hetzelfde alleen wordt er in een opera toneelgespeeld. Ook heeft een opera vaak een vorm van een samengesteld koor. Bij een cantate komt helemaal geen toneel aan de pas het is vaak vrij kort en er zit een preek in dit komt vaak bij de protestanten voor.
Reien een stuk gezongen ( voor uitziende blik ).
Syllabisch is dat er op elke toon 1 lettergreep komt, zoals je hieronder ziet.
Ook heb je het Aria dat erg belangrijk was is de barok, hier konden de solisten laten zien wat ze konden. Een Aria maakte deel uit van de opera, maar soms maakt deze ook deel uit van een cantate of een oratorium.
Dan heb je nog de passie. Dit is de lijdensweg van Christus. Wat vaak wordt opgevoerd met Pasen is de Mattheus Passion.
Chromatiek afwisseling van een halve toon en obligaat is verplicht geen eigen inbreng. Ook krijg je de Passagalia een onderdeel van de ostinate bas hierboven een melodie.
Paragraaf 3.1 Suite
Een suite bestaat uit tenminste vier delen en in de barok beginnen ze meestal met danstitels. Je hebt 2 verschillende suites de Frans ouverture en de Italiaanse ouverture .
In deze tijd werden de chaconne, de ground en de passacaglia populair. Deze drie vormen hebben allemaal een thema in de bas. Deze bas wordt steeds herhaald . In de barok werd er ook gebruik gemaakt van inégalité .
Drie manieren van articulatie waren de legato, staccato en portato.
In de barok werden er veel versieringen toegepast in de muziek, maar ook in de architecturen.
Paragraaf 3.2 Sonate
Sonate is een compositie voor een of enkele instrumenten meestal in vier delen en is opgebouwd in de vorm van een symfonie.
Een triosonate is een compositie voor twee melodie instrumenten en een basso continuo( zie hierboven)
Paragraaf 3.3 Concerto grosso en soloconcert.
Bij een Concert Grosso is het concertino geschreven voor een solistengroep tegenover een grote groep die elkaar meestal afwisselen maar soms ook tutti spelen.
In het Soloconcert is er een compositie waarin een solist begeleid wordt door een orkestraal ensemble, meestal een betrekkelijk groot stuk dat je kan opdelen in drie delen (snel, langzaam, snel)
De sequens wordt er vaak gebruikt en is de onmiddellijke herhaling van een muzikaal gegeven op een hogere of lagere toon, maar ook de terassendynamiek wordt vaak gebruikt.
Paragraaf 3.4 Fuga
Een Fuga-expositie is een meerstemmige imitatorische compositietechniek waarbij een thema achtereenvolgens in de verschillende stemmen terugkeert volgens vaste tonale ordeningspatronen in de zogenaamde expositie
Vaak is het thema in zo’n expositie erg belangrijk. Is er een tegen melodie in zo’n thema ( hoofdthema) dan heet dit contrasubject. Maar als er in een ander thema wordt ingezet voordat het voorgaande thema afgelopen is heet dat stretto. Deze thema’s overlappen elkaar dan.
Een Orgelpunt is een begeleidingsfiguur bestaande uit een lang aangehouden of steeds herhaalde toon in de bas. In een compositie heeft soms ook een tonica dominant. Dit is een rusttoon en dominant de toon die de spanning geeft aan een stuk, ze klinken altijd na elkaar. Ook komen er vaak modulaties voor.
Paragraaf 3.5 Opera en oratorium
Bij een Monodie wordt er een solostem begeleid met simpele akkoorden. Ook kan de solostem een onderdeel zijn van een Aria . Een duet is een zangstuk voor twee personen
Ook komt in de barok het recitatief accompagnato (arioso) voor. Dit is een recitatief op basis van rijker uitgewerkte begeleiding die door een orkest gespeeld wordt, muziek heeft een grotere melodische zelfstandigheid.
Het tegen gesetelde van een recitatief accompagnato (arioso) is de Recitatief secco. Dit recitatief heeft als begeleiding slechts een continuo, sobere uitwerking in enkele akkoorden
Ook komt de opera op. Dit muzikale drama voor zangstemmen en orkest, zorgt er voor dat de muziek vervult. Een rol van deze muziek is het verloop van de handelingen en het weergeven van stemmingen en emoties die daarmee samenhangen
Het oratorium is het tegenovergesteld van een opera. Het is een grote, meerdelige vocaalinstrumentale compositie op een meestal religieuze tekst.
De cantate is meerdelige vocaalinstrumentale compositie, minder lang dan een oratorium, meestal is de tekst religieus. En wordt dus vaak in een kerk gezongen.
Een Passie wordt vaak met Pasen uitgevoerd en is bijna verplicht . Het is een grote, meerdelige vocaalinstrumentale compositie met als tekst de lijdensweg van Jezus
Dit wordt vaak gezongen door een gemengd Koor dat uit een Sopraan, alt tenor en bas bestaat.
Soms wordt het ook wel door een dubbelkoor gezongen. Hierbij is de muziek geschreven voor twee min of meer gelijkwaardige koorgroepen of instrumentale formaties, die nu eens elkaar afwisselen dan weer samengaan.
Chromatiek wordt het in de barok. Het gebruik maken van halve toonafstanden dmv verhogingen en verlagingen van de tonen uit een diatonische toonladder is wat veel wordt gebruikt.
Becijferde bas wordt veel gebruikt bij het orgel. De cijfers onder de baspartij duiden de akkoorden aan.
Het Driedelige liedvorm is een compositie opgebouw uit muzikale zinnen .
Het Classicisme
1750 tot 1815 is de tijd van het Classicisme maar ook van de tijd van Mozart en van Haydn. Zij waren van de mooie Weense klassieken. Maar het was ook de tijd van Beethoven hij was eerste een Weens classisist maar later werd hij een romanticus.
Mozart (Johannes Chrysostomus Wolfgangus Theophilus Mozart) was een wonder kind zijn ouders sleepten hem van hot naar her. Toen hij tiener was had hij al bijna voor alle koningshuizen in europa gespeeld. Het kon een aantal instrumenten al bespelen toen hij heel jong was en dit geldt ook voor composities samenstellen. Reeds als tiener componeert hij kwalitatief hoogstaand werk. Mozart maakten een hele boel werken waaronder Requiem, Pianosonates, Strijkkwartetten, Symfonieën, Hoornconcerten, Pianoconcerten en vioolconcerten.
(Bron :http://nl.wikipedia.org/wiki/Wolfgang_Amadeus_Mozart)
Haydn daarin tegen kwam van het plattenland. Toen hij vijf jaar was nam zijn oom hem mee naar het stadje Hainburg, waar hij naar school ging en muziekles kreeg. Op achtjarige leeftijd werd hij sopraan in het knapenkoor van de Stephansdom in Wenen. Daar bleef hij negen jaar, waarvan de laatste vier met zijn broer Michael. Zijn stemwisseling trad namelijk pas zeer laat in. Hoewel zijn mentor Georg Reuter hem probeerde over te halen zich te laten castreren heeft Joseph, mede op aandringen van zijn vader, geweigerd deze riskante ingreep te ondergaan. Toen zijn stem veranderde, restte hem niets anders dan ontslag uit het koor. Hij had reeds bepaald dat hij componist zou worden, wat zijn ouders ten zeerste afkeurden: zij vonden dat hun zoon meer voor het priesterschap in de wieg was gelegd. Ook schreef hij veel hofmuziek en maakt deze los van de Bijbel. Hieronder vindt je een aantal werken van Haydn:
• Missen van Joseph Haydn
• Opera's van Joseph Haydn
• Symfonieën van Joseph Haydn
• Concerto's van Joseph Haydn
• Strijkkwartetten van Joseph Haydn
• Die sieben letzten Worte unseres Erlösers am Kreuze
In totaal heeft Haydn 104 werken gemaakt.
(Bron : http://nl.wikipedia.org/wiki/Joseph_Haydn ).
De barok heeft in de muziek veel met polyfonie te maken, en de stukken die de componisten schreven waar maar ingewikkeld om te lezen. Ook zat er in een muziek stuk de guldensnede 2/3 van het stuk gebeurd iets interessant. Je blijft geboeid luisteren.
Kenmerk van Weense klassieken zijn
• het oort gemakkelijk
• het heeft een hoge amusementen waarden
• en ze hadden toen al een piano forte (mechaniek van toets naar snaar anders dan nu.)
In de muziek wereld verdwijnen er ook een aantal dingen. Zo verdwijnt de blokfluit uit het orkest. Het continuo,de klavecimbel, barok viool, baroktrompet ( door technische ontwikkelingen) en de polyfonie verdwijnen.
Maar natuurlijk komen er ook dingen bij zoals drieklankdoorbreking, albertijnse bas, de klarinet, de piano forte en de overgangsdynamiek.
Het contrast in deze nieuwe stijlperiode vormt het evenwicht. Het contrast is springerig en daarna melodieus of sterk en dan heel zacht of snel en langzaam. Deze muziek moest vooral amuseren. Het classisme is de eeuw van de rationalisering . Er kwam namelijk nog meer belangstelling voor de Grieken en Romeinen dan in de Renaissance. Dit kwam doordat het stadje Pompeï werd ontdekt. Het verschil tussen deze eeuw en de Renaissance is dat het in de Renaissance moest passen bij het geloof en in het Classisme is het geheel wetenschappelijk.
Je had ook de Rococo muziek dit was zogenaamde zoete muziek. Rococo ontstond uit barokmuziek(vorm van westerse klassieke muziek, ontstaan tijdens de barokperiode). Het kenmerkte zich door intieme kamermuziek met uiterst verfijnde versieringsvormen.
(Bron: http://nl.wikipedia.org/wiki/Barok_%28muziek%29 & http://nl.wikipedia.org/wiki/Rococo#Muziek)
Je kreeg ook terrassendynamiek dit is als de verschillende dynamische schakeringen zonder geleidelijke overgangen naast elkaar voorkomen. Voor verduidelijking het zijn verschillende sterktegraden naast of tegenover elkaar geplaatst zonder geleidelijke overgangen(bron : http://www.kunstbus.nl/muziek/terrassendynamiek.html & http://nl.wikipedia.org/wiki/Dynamiek_(muzieknotatie) )
Dan nu een aantal begrippen met uitleg die bij het Classicisme horen.
Rationalisme : is een filosofisch denksysteem dat zich baseert op de rede en/of dat de rede verantwoordelijk stelt voor de oorsprong van de ideeën, dit in tegenstelling tot stelsels die voornamelijk op openbaring of overgeleverde kennis gebaseerd zijn.
Verlichting : de naam die gebruikt wordt om een politieke en filosofische beweging aan te duiden die de opvattingen over politiek, filosofie, wetenschap en religie binnen de westerse wereld grondig wijzigde.
Rousseau : was een Zwitsers-Franse filosoof, schrijver, en componist. Één van zijn boeken Vertoog over de ongelijkheid
Voltaire : Voltaire, pseudoniem van François-Marie Arouet (Parijs, 21 november 1694 - Parijs, 30 mei 1778) was een Frans schrijver en filosoof. Hij leefde tijdens De Verlichting. Nooit heeft een schrijver zo volledig zijn tijdperk beheerst als Voltaire dit deed. Hij werd pas echt beroemd op zijn 65e. Goethe stelde dat Voltaire de aanstichter was van de Franse Revolutie, doordat hij de oude banden van de mensheid heeft losgemaakt.
Newton : is onder andere uitvinder van onze zwaartekrachtwet m x G = Fz
Leibniz : Hij ontwikkelde min of meer gelijktijdig met (maar onafhankelijk van) Isaac Newton een tak van de wiskunde die bekend staat als de 'calculus' (differentiaal- en integraalrekening). Wie van de twee het eerst was met deze belangrijke bijdrage aan de wiskunde, heeft tot een geweldige ruzie geleid tussen deze heren.
Milton : is een naturalist en zegt god zit in de natuur.
In dit stuk kom ik terug op de zin dat muziek er alleen was te amuseren. Deze muziek leek op het eerste ogenblik erg makkelijk, maar dit was het in feite niet. Ook was de muziek vooral heel licht. Beethoven en Mozart hadden ook een boodschap in hun stukken zitten. De verhalen van de opera’s die Mozart geschreven heeft lijken heel kort, maar dit zijn ze absoluut niet. In elke opera zit een les of een statement. Toch leken alle opera’s amusant, maar er zat iets achter. Bijvoorbeeld een blanke is dom en een zwarte slim dat kon in dezetijd natuurlijk niet. Een moor stond voor dom en onderontwikkeld. Denk hierbij aan zwarte piet en Sinterklaas. Sinterklaas staat voor de blanke witte slimme man die alles weet.
In deze tijd komt ook het menuet om de hoek kijken, dit is een volksdans. In de barok was dit vooral voor in suites. In de 17e en 18e eeuw werden deze suites aangepast dat het in hoven kon worden gedanst.
Door de franse revolutie( waar Beethoven een grote aanhanger van was) werd het menuet geschrapt en maakte plaats voor de scherzo . Dit leidde tot de een nieuwe stijlperiode de Romantiek. In de 19e eeuw ging men hier de wals dansen.
Hoe zagen de symfonie en soloconcerten er in deze tijd uit? Deze vormen gebruikte Mozart vaak in zijn Opera’s( een samengestelde vorm hiervan), maar ook in zijn symfonie etc.
De Italiaanse Ouverture.
Snel : Allegro
Langzaam : Andante
Snel : Allegro
Symfonie, Strijkkwartet, Sonate
Snel : Allegro ; In de hoofdvorm
Langzaam : Andante ; Liedvorm
Menuet, triomenuet : Driekwartsmaat elegante dans.
Snel : Allegro/presto ; rondovorm
Zoals je al ziet zijn de symfonie het strijkkwartet en de Sonate afgeleid van de Italiaan ouverture. Het trio menuet bestond in deze tijd uit drie instrumenten.
Het strijkkwartet bestond vooral uit 1e viool( sopraan), 2e viool( Alt), altviool (tenor) en de cello ( bas).
Een functie van de contrabas in een orkest is het verdubbelen van de cello. Een contrabas is een octaverend instrument. Dit betekent dat het instrument een octaaf lager klinkt.
Een sonate wordt altijd gespeeld door een solo instrument, dus een viool, dwarsfluit of cello.
De hoofdvorm ( uitleg bij bijgevoegd stencil )
Maat 1 is hetzelfde als maat 6.
Er is veel dynamiek aanwezig van forte naar piano en andersom.
Het wordt gespeeld in C-groot de dominant.
Er wordt gebruik gemaakt van de expositie
Thema 1 maat 1 t/m 4
Overgangszin maat 5, 6 en 7
Thema 2 Maat 8 t/m 12
Slotzin maat 13 t/m 15 ( eindigt in de dominant)
Er is een modulatie in maat 6. Dit wil zeggen dat de componist overspringt naar een andere toonsoort.
Het akkoord G-B-D is dominant voor het akkoord C-E-G.
Reprise thema 1 maat 24 is een octaaf lager. Verbindingszin maat 28, 29 en 30
Thema 2 eindigt in C-groot er zijn hier geen modulaties.
Paragraaf 4.1 Trio, kwartet, kwintet
Het menuet krijgt een plaats in de symfonie. De sonate in trio’s en kwartetten. Beethoven veranderd dit in menuet in een scherzo. Haydn levert een belangrijke bijdrage aan het ontstaan van het strijkkwartet. Andere vormen van kamermuziek worden heel populair, zoals pianotrio, het fluitkwartet en kwintetten.
Paragraaf 4.2 Sonate
Opbouw van de Sonate/Hoofdvorm
Expositie: thema1
Overgangszin
tweede thema
Slotzin
Herhalen
Doorwerking
Reprise: thema 1
Verbindingszin
Thema 2
Slotgroep
Coda
Divertimento staat voor pure ontspanningsmuziek. Het mag niet te moeilijk zijn voor de muzikanten en een luisteraar moet niet geconcentreerd te luisteren om de muziek te begrijpen.
Mozart schreef dit soort muziek vaak als hij zonder geld zat. Een uitgever kon dit soort stukjes vaak goed gebruiken.
De fortepiano is de opvolger van de klavecimbel. Het verschil tussen deze twee is dat de fortepiano een hamertje heeft de tegen de snaren slaat. Terwijl in de klavecimbel de snaar worde aangetokkeld door een klein pennetje. Er is absoluut geen overeenkomst in klankkleur.
Albertijnse bas bestaat uit een begeleiding van gebroken akkoorden.
Tertsverwantschap is een muzikale relatie tussen toonsoorten die een terts van een elkaar verwijderd zijn.
Paragraaf 4.3 Symfonie en soloconcert.
Symfonie, Strijkkwartet, Sonate
Snel : Allegro ; In de hoofdvorm
Langzaam : Andante ; Liedvorm
Menuet, trio menuet : Driekwartsmaat elegante dans.
Snel : Allegro/presto ; rondovorm
De cadens komt aan het einde van het eerste deel. Op een gegeven moment speelt het orkest een afsluiting, hierna gaat de solist zonder orkest verder. De solist speelt dan een cadens. In deze cadens mag de solist laten zien wat hij kan, hij improviseert zijn eigen stuk.
Paragraaf 4.4 Opera
Geen begrippen
Romantiek
De romantiek ontstaat in de engelse literatuur bij sir. Walter Scott (was een Schots dichter en schrijver van historische romans.)
In dit tijdperk staat de individuele emotie voorop. Ook ontstaat er de psychologie ( hoe de mensen er van binnen uitzien) bedacht en onderzocht door meneer Freud. Het gevoelsleven van de individu is belangrijk en hierdoor is de componist niet meer afhankelijk van de kerk en wat mensen mooi vinden hij kan zich uit dit wordt dan ook wel de vrije componist genoemd.
Hierdoor staat een componist veel dichter bij de mens zijn emotie is het belangrijkst, en hij wil de dat je met zijn emotie mee gaat resoneren.
Ook ontstond er
- veel belangstelling voor de natuur
- belangstelling voor exotische streken en verre landen
- bovennatuurlijke zoals bran stoker dracula
- folklore is de verzamelnaam voor alle verhalen, liederen en liedjes, gebruiken en ambachten die nog wel bekend zijn, maar niet algemeen worden verteld, gezongen, gedaan of worden uitgeoefend.
- Fasinatie voor de dood
- Sprookjes Grimm + Andersen
- Middeleeuwen
In de Romantiek is een lied een gezongen gedicht. Hieruit ontstaat het couplet lied. Het lied bevat veel coupletten, maar ze hebben allemaal dezelfde melodie. Ook had je het doorgecombineerde coupletlied hier hadden alle strofen een andere melodie.
Franz Peter was een Oostenrijks componist. Franz Schubert werd geboren in Himmelpfortgrund, een buitenwijk van Wenen, tegenwoordig Wien-Alsergrund, als zoon van een onderwijzer, die het met de zorg voor negentien kinderen uit twee huwelijken, niet breed had. Toen hij acht jaar was begon zijn vader hem vioollessen te geven en zond hij de kleine Franz voor zanglessen naar Michael Holzer. Hij schreef op jonge leeftijd al bijzondere zingen, zoals het lied 'Gretchen am Spinnrade' had geschreven, ontwikkelde zijn compositorische vermogen zich geheel in 1815, het vruchtbaarste jaar van zijn leven. Vier opera's, twee symfonieën, 144 liederen - waaronder 'Erlkönig' en 'Heidenröslein' -, twee Missen, een strijkkwartet en twee pianosonates, waren het resultaat.
Frédéric François Chopin, geboren als Fryderyk Franciszek Chopin was een Poolse componis. Deze man kent iedereen wel ongetwijfeld bij naam. Hij is net zo bekend als Mozart en Beethoven. In Parijs leefde Chopin een geriefelijk leven als componist en pianoleraar. Hij gaf weinig concerten. In Frankrijk gebruikte hij de Franse versies van zijn naam en nam uiteindelijk het Frans staatsburgerschap aan, om te voorkomen dat hij afhankelijk zou zijn van documenten van het Russisch Keizerrijk. Zijn ambitie als pianist en componist blijkt uit het feit dat hij reeds op zevenjarige leeftijd zijn eerste composities heeft kunnen uitgeven: een polonaise in g kleine terts en een polonaise in Bes grote terts. Op zijn achtste jaar gaf hij zijn eerste openbare concert.Chopin is de pianocomponist bij uitstek. Hij heeft zijn composities voor een deel geënt op Poolse muziek. In zijn mazurka's en polonaises vindt men Poolse invloeden terug. Daarnaast is hij ook zeer bekend om zijn ballades, nocturnes, etudes en walsen. De 24 Preludes van Chopin worden beschouwd als een mijlpaal in de klassieke muziek. Schijnbaar eenvoudige stukken die door vorm en toongebruik (alle toonsoorten worden systematisch gebruikt) een krachtig, maar breekbaar geheel vormen. Chopin schreef hoofdzakelijk pianomuziek, waarin elegante, expressieve melodieën, experimentele harmonieën en vrije vormen worden gecombineerd met een briljante pianotechniek. ( geciteerd van : http://nl.wikipedia.org/wiki/Fr%C3%A9d%C3%A9ric_Chopin )
De programmamuziek werd in deze tijd erg belangrijk. Het kwam uit Duitsland en is een lied met een verhaal er aan vast. Een voorbeeld hiervan is Peter en de wolf. In deze tijd overheerst vooral de Balkan, hierdoor kon de programmamuziek goed doorbreken.
Een symfonische gedicht is hier ook een onderdeel van.
Paragraaf 5.1 Balletmuziek
De wals is een dans die in de plaats kwam van de menuet. De menuet werd gedanst door de aristocratie, maar door de franse revolutie vond er een verzoening plaats en ontstond er zo een nieuwe volksdans. Deze elegante dansmuziek werd eerst geschreven om naar te luisteren later werd er ook daadwerkelijk opgedanst. Zo schreef Chopin ook een aantal walsen. Ook werd er veel omspeling gebruikt.
Paragraaf 5.2 Het lied
In de Romantiek is een lied een gezongen gedicht. Hieruit ontstaat het couplet lied. Het lied bevat veel coupletten, maar ze hebben allemaal dezelfde melodie. Ook had je het doorgecombineerde coupletlied hier hadden alle strofen een andere melodie. Bij het gevarieerde coupletlied hadden alle strofen dezelfde melodie.het romantische kunstlied heeft een zeer groot poëtische gehalt. Geschreven met etische bedoelingen. Dit is meestal voor een zangstem en een piano.
Paragraaf 5.3 Solowerken
In het Classicisme had je meestal de Sonate. Het gaf aan hoeveel delen het stuk bestond, maar niet waar het over ging. In de romantiek gingen de componisten hun stukken benoemen.
Een mazurka is van oorsprong een draai en springdans met een gepuncteerd ritme in een driekwartsmaat. Chopin schreef ze alleen zo dat er niet op gedanst kon worden.
Ook had je de polonaise een vrij rustige dans in een driekwartsmaat met gegroepeerde patronen van zestiende noten.
Als er rubato werd gespeeld, werd er vrij in de maat gespeeld.
Er werd gebruik gemaakt van gebroken akkoorden bijvoorbeeld in de Albertijnse bas.
Paragraaf 5.4 Soloconcert en symfonische muziek
Thema met variaties is allang geleden bedacht. Namelijk in de Middeleeuwen al. Alleen later ging men steeds ingewikkelder variaties bedenken tot het onmogelijke aan toe. Deze variatie kon zijn in de melodie maar ook in het ritme.
Bij de melodische variatie worden de toonhoogten van het thema veranderd terwijl bij de ritmische variatie het ritme wordt veranderd. Bij de melodische variatie kan ook glissando voorkomen. Bij de tonale variatie wordt het hele thema in een ander toonsoort gezet, terwijl het ritme de melodie en soms de harmonie het zelfde blijft.
Bij de harmonische variatie wordt de melodie voorzien van andere akkoorden.
Je kreeg ook scat vocal. Dit is een manier van zingen op betekenisloze lettergrepen.
Paragraaf 5.5 Opera en operette
Opera veroverden in deze stijlperiode veel land. De opera’s gingen veel over vrijheidsidealen en kwaad dat werd afgestraft. Later kreeg je ook de operette. Hierin werd vooral gesproken in dialogen en er waren veel modieuze dansen . In tegenstelling tot de opera liepen deze verhalen meestal goed en gelukkig af.
Later kwam de musical dit was vooral bedoeld als amusement, vaak op Engelse tekst. Ook wordt er gebruik gemaakt van populaire dansritmes. Ook kreeg je de spreekgezangen. Deze spreekgezangen , het word zegt het al, is een tekstvoordracht tussen zingen en spreken in. Toonhoogte en ritme zijn genoteerd door de componist.
Paragraaf 5.6 Nationale scholen en programmamuziek
Geen begrippen
20ste eeuwse klassiek
In deze periode komt ook het a tonale stelsel op. We hebben nu te maken en vroeger met veel tonale muziek ( is muziek gebaseerd op toonladders). Tonale stroom bestaat dan ook uit amusement, pop, Strauss etc. heeft te maken met het impressionisme Debussy en Ravel. Ravel kwam oorspronkelijk uit Frankrijk, maar zijn moeder was een Spanjaard. Dit kun je goed horen in zijn muziek het heeft veel Spaanse invloeden.
In deze tijd is de Bolero gemaakt. De Bolero is een volksdans en komt uit Spanje. De stijlperiode Romantiek heeft veel invloed gehad op de impressionist. Het Impressionistisch idee was om het ritme te stileren. Vroeger was het vooral een driekwartsritme nu is het een vierkwartsmaat. Kijk bijvoorbeeld maar naar de pop muziek.
Vooral de Samenklank was heel belangrijk voor de impressionisten.
Ook komt het expressionisme op in de schilderkunst. In het expressionisme tracht de kunstenaar zijn gevoelens, zijn ervaringen, voor de waarnemer uit te drukken door een zekere vervorming van de werkelijkheid.
Er ontstaat een nieuwe Weense school die zich niet meer bezig houdt met melodische lijnen & toonladders, waarin je geen maten meer kunt herkennen, maar alleen klanken, het ontstaan van à-tonale muziek. Maar ook bitonaal, hierbij werd gebruik gemaakt van 2 toonsoorten.
Maar de Polytonaliteit kwam ook op, hierbij klinken er meer dan 2 toonsoorten tegelijk.
Een componist interesseert zich er ook niet meer voor of jij het mooi vind, als hij het maar mooi vind.
Er is een legenda nodig om te weten hoe je een stuk moet spelen.
Vaak is het wel intellectuele muziek
- heel hard
- heel ritmisch
- heel dynamisch
Ook worden Dissonant steeds belangrijker. Voorbeelden zijn secunde, septiem en de overmatige kwarten.
In het Oostblok werd er veel muziek geschreven
Shönberg en zijn leerling Berg die de dodecafonie ontwierpen onze 12 klinkende toonladder.
Ook ontstaan er verschillende stromen de ismen.
A survivor from Warsaw = Sprechgesang een gesproken tekst op verschillende toonhoogte op basis van een noten balk.
Er is een wereldtentoonstelling gehouden in 1889. Hier werd bijvoorbeeld de Eiffeltoren tentoon gesteld.
Gamalen is een verzameling instrumenten. Bijvoorbeeld staafinstrumenten, belletjes gong etc. Deze stijl heeft een pentatonische ladder
Het impressionisme begon bij de schilderkunst begint in Frankrijk.
Franz Kafka was een Tsjechoslowaaks schrijver en wordt gezien als een van de belangrijkste Duitstalige schrijvers van de twintigste eeuw. Zijn werk heeft een grote invloed gehad op de westerse literatuur.Kafka is vooral bekend als schrijver van de romans Het Proces en Het Slot alsmede de novelle De Gedaanteverwisseling. Zijn werk omvat echter veel meer, en lijkt zich te kenmerken door een nachtmerrieachtige, onheilspellende sfeer waarin de bureaucratie en de onpersoonlijke maatschappij steeds meer greep krijgen op het individu. Hendrik Marsman omschreef deze sfeer als een "uiterst geheimzinnige zakelijkheid." Kafka's oeuvre wordt wel gezien als symbool voor de ontwortelde mens in de moderne tijd. Sommigen zijn echter van mening dat het werk van Kafka juist een poging is, in een ogenschijnlijke strijd met 'hogere machten', het initiatief terug te geven aan de individuele mens, die uiteindelijk zelf zijn keuzes maakt en daarvoor verantwoordelijk is. (geciteerd van: http://nl.wikipedia.org/wiki/Franz_Kafka )
Schönberg was een Oostenrijks-Hongaarse componist, die in 1941 de Amerikaanse nationaliteit verkreeg. Schönberg wordt tot de belangrijkste componisten van de 20e eeuw gerekend en was één van de belangrijkste vernieuwers van de kunstmuziek.(geciteerd : http://nl.wikipedia.org/wiki/Arnold_Sch%C3%B6nberg ) . Zijn allereerste werk werd gunstig onthaald: een traditioneel klinkend strijkkwartet. Al wat daarna kwam, werd echter jarenlang de zalen uitgefloten. Schönberg gebruikt in zijn muziek veel dissonaten. Veel mensen zien dit als valse noten. Hierdoor werd zijn muziek niet al te enthousiast ontvangen. Stilaan werd de naam Schönberg een begrip. Vanaf 1909 componeert hij nog uitsluitend atonaal. Van 1914 tot 1923 schept hij geen nieuwe werken, maar broedt een revolutionair systeem binnen de atonaliteit uit: de dodecafonie. Een grondreeks van twaalf halve tonen van het octaaf kan in drie variaties voorkomen: in kreeftegang (omgekeerde volgorde), in omkering (intervallen in spiegelbeeld) en in een combinatie van beide. Deze vier reeksen kunnen dan nog eens getransponeerd worden naar de elf andere halve tonen van het octaaf, zodat we 4 x 112 - 48 verschillende reeksen hebben.( van http://www.componisten.net/default.asp?c=schoenberg )
Webern was een Oostenrijks componist en was een leerling van Arnold Schönberg. Ook was hij lid van de Tweede Weense School. Als zeer vooruitstrevend componist is zijn invloed op met name de naoorlogse avant-garde nauwelijks te overschatten. De waardering in Wenen voor Webern als dirigent stond scherp in contrast tot het onbegrip waarop hij in dezelfde stad stuitte ten aanzien van zijn composities. Hij schreef eerst de tonale Passacaglia opus 1 in 1908, hierna volgde zijn atonale compositiewijze. Hij schreef in deze composities veel teksten. Dit gaf hem namelijk veel houvast.
http://www.kunstbus.nl/muziek/anton+webern.html
Wassily Kandinsky was een Russisch-Franse kunstschilder en graficus.In Murnau, ontdekte hij in 1910 het abstracte schilderen. Naar aanleiding van één van zijn omgekeerde figuratieve werken. Zei hij dit: "...Ik bevond me onverwacht voor een schilderij van een onbeschrijfelijk overweldigende schoonheid. Verbaasd bleef ik staan, gefascineerd door dit werk ... Het schilderij had geen onderwerp, het stelde geen enkel herkenbaar object voor, het was uitsluitend samengesteld uit lichtende kleurvlekken ..." In Murnau was de invloed van de Fauvisten op zijn werk duidelijk. In 1905 hadden zij voor het eerst als groep tentoongesteld op het Salon d'Automne in Parijs, waar ook Kandinsky aan deelgenomen had. Een voorbeeld van deze invloed is het schilderij " Murnau Kohlgruberstrasse" uit 1908. ( http://nl.wikipedia.org/wiki/Kandinsky )
http://nl.wikipedia.org/wiki/Fauvisme
Alban Berg was een Oostenrijks componist. Berg studeerde van 1904 tot 1910 bij Arnold Schoenberg. En wordt, samen met zijn leraar en Anton Webern gerekend tot de Tweede Weense School gerekend. Berg maakte eerst gebruik van vrije atonaliteit en later van strikte twaalftoonstechnieken, en combineerde dit met een gestiek die, niet tegenstaande het expressionistisch karakter. (geciteerd van http://nl.wikipedia.org/wiki/Alban_Berg ) In 1919 wordt hij compositieleraar en krijgt een functie bij Schönbergs "Verein für musikalische Privataufführungen". Zijn "Lyrische Suite für Streichquartett" is het eerste werk waarin hij de twaalftonentechniek van zijn leermeester toepast. Deze techniek past hij alleen maar gedeeltelijk toe. Hierdoor kun je het dus eigenlijk geen twaalftoon compositie noemen.
http://www.componisten.net/default.asp?c=berg
Paragraaf 6.1 Impressionisme
Muziek krijgt vervagende klanken en vreemde toonreeksen. Ook spelen klankkleuren een grotere rol en krijg je te maken met gedempte instrumenten. Er komen bijzondere toonladders, zoals de chromatische en pentatonische . Akkoorden gaan soms wel eens uit 5 tonen bestaan.
Ook krijg je te maken met arpeggio , fortsando , fraseringen , sourdine en articulatie . Impressionisten gebruikte ook vaak de vrije vorm. Deze vorm wijkt af van de klassieke vormen zoals de hoofdvorm en de sonate vorm. Ook kwam de ragtime op. Het is de vader van de jazz. Er wordt veel gebruik gemaakt van syncopen , bijvoorbeeld in de begeleiding of in de melodie. Ook staat ragtime in een driekwarts maat.
Paragraaf 6.2 Expressionisme
De opkomst van het expressionisme bracht ook de dodecafonie met zich mee. Dit heette ook wel de twaalftoonsmuziek. Er zijn dus 12 verschillende tonen die in een vaste volgorde worden gespeeld. Deze mag je helemaal alleen een plaats geven. Ze gebruiken ook verschillende ritmes in deze dodecafonie de polyritmiek en polymetriek . In het expressionisme wordt er veel atonaal gespeeld in tegenstelling tot de impressionisten deze speelde nog wel veel tonaal.
Paragraaf 6.3 Group des six, neoclassicisme en folklorisme
Als een componist een stap terug in tijd, als bewondering voor vervlogen tijden. Dit werd neoclassicisme genoemd.
Hierin kwamen vaak de ostinaten vormen weer terug.
Je hebt 2 ostinaten vormen:
- de melodische ostinaat : Er is een melodie die constant wordt herhaald.
- het ritmisch ostinaat : Het is het ritme dat constant wordt herhaald.
Ook is er door het expressionisme een opkomst van dissonanten en consonanten .
Het neoclassicisme maakt veel gebruik van de dissonanten. Ook krijg je te maken met polytonaliteit. Dit is het gelijktijdig samengaan van twee of meer verschillende toonsoorten.
Paragraaf 6.4 Experimentele muziek
Aleatoriek is toeval en was een reactie op de Europese seriële muziek. Musique concreto komt voort uit bestaande geluiden uit het dagelijks leven. Dit werd op band opgenomen en later in de composities verwerkt. Ook kreeg je microtonaliteit. Dit is met het oog op het oosten, dus veel aandacht op kleine intervallen. De elektronische muziek is een voorloper van de dance en pop. Er werd hierbij gebruik gemaakt van een luidspreker als centrum.
Paragraaf 6.5 Nederlandse muziek in de 20ste eeuw
Ton de leeuw was een Nederlandse componist die was geïnspireerd door buitenlandse invloeden. Zijn composities bevatten, een opera, een radiofonisch oratorium , orkestwerken, kamer- en pianomuziek evenals vocale werken. Hij neemt ook elementen van de elektronische muziek op in zijn composities. Zijn microtonale werken zijn vooral in de jaren zestig geschreven. Hoewel de Leeuw de microtonen functioneel gebruikt, paste hij in slechts één compositie een microtonaal systeem toe.
In dit tijdperk was de invloed van andere wereld delen zo zie je in minimal Music dat er veel wordt in gespeeld op de Afrikaanse en Indonesische muziek. Maar ook wordt er gebruik gemaakt van oosterse invloeden. Maar jazz en rock hebben ook een invloed gehad op de muziek.
In principe is jazz 'muziek van het moment' -er worden op elk moment nieuwe muzikale keuzes gemaakt die tot aan de vorm reiken waardoor een persoonlijke en intensieve muziekbeleving ontstaat. In klassieke muziek en popmuziek is deze eigenschap nagenoeg afwezig. In de jazzmuziek wordt een thema of kleine compositie of een afspraak alleen gebruikt als basis voor improvisatie. Door deze eigenschap raakt jazz als stijl veel andere stromingen zoals (pop-)world, folk, heavy metal, funk, soul, klassiek en oude muziek en er bestaan heden ten dage dan ook vele mengvormen.
Rock werd populair in de Verenigde Staten tijdens de jaren '50. Het ontstond uit rhythm and blues en country. Waar het in de jaren '50 alleen uit rock-'n-roll bestond, groeide rock uit tot een muziekstroming met vele verschillende subgenres. Rock waaide in de jaren zestig, mede dankzij de British Invasion, over naar de rest van de wereld. Eind jaren '60 ontstond de psychedelische rock, gevolgd door heavy metal en punk in de jaren '80. In de jaren erna waren new wave en grunge populair.
Paragraaf 6.6 Minimal music
Minmal Music is gebaseerd op veel ostinaten van eenvoudige muzikale patronen. Door het toepassen van kleine veranderingen in de loop van een compositie vindt er langzamerhand een gedaante verwisseling plaats. Toccata werd veel gebruik gemaakt in de minmal Music. Het is namelijk een virtuoos werk in een vrije vorm voor een toetsinstrument. Een paar componisten zijn Reich, Glass, en Riley.
20ste eeuw licht
De Tonale muziek word “in”.
In deze tijd ontstaat er slavernij in Amerika. De Afrikanen zijn veel dansgerichter en veel ritmischer dan de Amerikanen zelf waren. De Duitsers nemen ook de liederen van de Afrikanen mee naar eigen land. Hier door krijg je allemaal mixen.
Begint bij Negrospiritual dit wordt gospel. Gospel word blues. En blues wordt later jazz. Op jazz is alleen niet meer te dansen. Toch was er sprake van gescheiden muziek de zwarte accepteerde de blanke muziek niet en andersom. Toch keken de blanke veel van de zwarte af rock ’n roll bijvoorbeeld is gecoverde zwarte ritmische muziek.
In popmuziek wordt veel gebruik gemaakt van dissonanten.
Arpeggio de tonen van een akkoord worden niet tegelijk gespeeld ( zoals ze genoteerd staan) maar snel naar elkaar
Sourdine wordt als demper gebruikt bij een viool.
Vrije vorm is een vorm die afwijkt van de klassieke vormen, zoals bijvoorbeeld de hoofdvorm.
Ragtime is een pianostijl uit New Orleans. Omstreeks 1900 werd dit vooral gespeeld door zwarte pianisten. Kenmerkend is de combinatie van een gesyncopeerde melodie in de rechter hand met een strakke begeleiding in de linkerhand. Het staat niet recht boven elkaar.
Debussy heeft een eigen ladder ook wel de Debussy- ladder genoemd. Deze ladder heeft geen grondtoon of dominant. Er is geen reine kwint maar altijd een overmatige. De hele toontoonladder is het tegenovergestelde van de chromatische toonladder. Een chromatische toonladder heeft lijtonen een voorbeeld is
C-D-E-fis-gis-ais-c
Pentatonisch is het ontbreken van de halve afstanden. Dus C-D-E-G-A-C
Paragraaf 7.1 Voorlopers van de jazz
Aan het einde van de 19e eeuw ontstonden er twee soorten liederen. De spiritual en de blues. In de spiritual wordt het geloof bezongen en in de blues ging het vooral over de zorgen van het dagelijks leven. Deze twee werden eerst zonder begeleiding uitgevoerd. In de melodie van de blues werden blue notes gebruikt. Dit zijn noten uit de mineurladder in combinatie met noten uit de majeurladder. Bij zingen werd er vaak tegen de noot aangezongen( dirty intonation) dit versterkte het mineureffect.
De zwarte noord- Amerikaanse bevolking zong vaak gospels. Ook dit zijn liederen met een religieuze tint en zijn bedoeld voor officiële kerkdiensten. Kenmerkend voor gospel is meerstemmigheid en call and response. Een beat en een afterbeat werden vooral gebruikt in de jazz en popmuziek. Bij een beat ligt het accent op de 1e en 3e tel en een afterbeat heeft twee varianten.
Paragraaf 7.2 Jazz
Het gelijktijdig improviseren heeft de naam collectieve improvisatie gekregen.
Bij de swing is er een subtiele tijdsverschuiving in het ritme door de timing van het moment te spelen. Hierdoor ontstaat er een karakteristieke vering over teleenheden.
In de close harmony ligt de samenklankopbouw liggen de tonen zo dicht mogelijk bij elkaar. Ook komt de diatonische toonladder op. De bekenste diatonische toonladders kun je onder verdelen in twee, een majeurladder en een mineurladder.
De majeurladder heft als bekendste de c ook wel do-ladder genoemd. En bij de mineur is dat de la ladder.
Paragraaf 7.3 Latijns – Amerikaanse muziek en wereldmuziek
De tango bestaat uit dans en muziek waarbij de begeleiding wordt gespeeld door een viool, bandoneon, piano en een contrabas. De dans is hartstochtelijk. Vloeiende bewegingen worden afgewisseld met gelijk stilstaan, waarbij de begeleiding een staccato karakter met soms hevige accenten op de vierde tel.
De rumba is ook een dans op muziek. De maatsoor is 2/4 of 4/4. Kenmerkend voor de dans is sensuele schommelende bewegingen van de heupen en schouders. De cha-cha-cha heeft veel weg van de rumba is alleen sneller met veel ritmische accenten.
Wereldmuziek is een vermenging van popmuziek en volksmuziek . In deze vermenging vond ook cross-over plaats. Dit is dat er in hiphop ook een beetje funk in vermengd zit.
Paragraaf 7.4 Popmuziek
Song is het Engelse begrip voor lied en dus een nogal algemeen begrip. De tekst is even belangrijk als de muziek zelf. Een song bestaat uit een aantal coupletten en een aantal refreinen. Begeleiding is erg simpel en niet overheersend. Aan het einde is vaak een fade- out . In deze song heb je soms een singer en songwriter. Dit is een zanger of zangeres die haar eigen muziek en tekst schrijft.
Een chanson is simpelweg het Franse woord voor 'lied', en is daarmee de benaming voor de populairste, meest eigen stijl van Franse zangkunst. Het heeft vaak een poëtisch-verhalende vorm en wordt gezongen door chansonniers. Chansons bestaan in traditionele en meer moderne vormen. Eén van de begeleidende instrumenten van een traditioneel Frans chanson is de accordeon. (geciteerd van http://nl.wikipedia.org/wiki/Chanson )
Paragraaf 7.5 Filmuziek en musical
Geen begrippen.
Bronnen:
http://nl.encarta.msn.com/encyclopedia_1021528353/motet.html
http://nl.wikipedia.org/wiki/Alban_Berg
http://nl.wikipedia.org/wiki/Antonio_Vivaldi_(componist)
http://nl.wikipedia.org/wiki/Arnold_Sch%C3%B6nberg http://www.componisten.net/default.asp?c=schoenberg
http://nl.wikipedia.org/wiki/Baldakijn
http://nl.wikipedia.org/wiki/Cantus_firmus
http://nl.wikipedia.org/wiki/Chanson
http://nl.wikipedia.org/wiki/Consonantie
http://nl.wikipedia.org/wiki/Fauvisme
http://nl.wikipedia.org/wiki/Fr%C3%A9d%C3%A9ric_Chopin
http://nl.wikipedia.org/wiki/Franz_Kafka
http://nl.wikipedia.org/wiki/Fries_%28bouwkunst%29
http://nl.wikipedia.org/wiki/Georg_Friedrich_H%C3%A4ndel
http://nl.wikipedia.org/wiki/Gotiek
http://nl.wikipedia.org/wiki/Icoon_(religieuze_kunst)
http://nl.wikipedia.org/wiki/Jazz
http://nl.wikipedia.org/wiki/Liseen
http://nl.wikipedia.org/wiki/Rock
http://nl.wikipedia.org/wiki/Romaanse_stijl
http://nl.wikipedia.org/wiki/Roosvenster
http://nl.wikipedia.org/wiki/Schubert
http://nl.wikipedia.org/wiki/Sonate
http://nl.wikipedia.org/wiki/Spaarveld
http://nl.wikipedia.org/wiki/Symfonisch_gedicht
http://scholieren.samenvattingen.com/documenten/show/8237332/?query=bach
http://www.dbnl.org/tekst/scho141well01_01/scho141well01_01_0001.htm
http://www.dick.wursten.be/Bach/Bach_index.htm
http://www.digischool.nl/ckv2/romantiek/romantiek/muziek/lied.htm
http://www.kunstbus.nl/muziek/anton+webern.html http://nl.wikipedia.org/wiki/Kandinsky
http://www.kunstbus.nl/muziek/heterofonie.html
http://www.kunstbus.nl/muziek/ton+de+leeuw.html
http://www.nsgvbreda.nl/data/images/articles/2006/1/vesper%203.gif
http://www.vandale.nl/vandale/opzoeken/woordenboek/?zoekwoord=tempera
REACTIES
1 seconde geleden
A.
A.
OMGG! ik heb gwoon een 8.5 voor jou werkstuk gekregen:D
13 jaar geleden
Antwoorden