Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

SCW: Doelgroepanalyse daklozen

Beoordeling 5.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 1e klas mbo | 6692 woorden
  • 21 april 2009
  • 24 keer beoordeeld
Cijfer 5.5
24 keer beoordeeld

Doelgroepanalyse I
• Naam ; J K

• Klas ; Scw 3u 21+

• Opleiding ; Sociaal cultureel werker niveau 4

• Toetscode ; 407.01

• Naam docent ; A S

21-01-‘09
* Inhoudsopgave *

 Inleiding Blz. 3

 Opdracht 1 ( Samenlevingsopbouw/doelgroepen ) Blz. 4

 Opdracht 2 ( Maatschappelijke tekorten en vraagstukken ) Blz. 9

 Opdracht 3 ( Het belang van samenlevingsopbouw ) Blz. 12

 Opdracht 4 ( Activering tot maatschappelijke participatie ) Blz. 16


 Opdracht 5 ( Opvang in bijzondere situaties) Blz. 20

 Opdracht 6 ( Opvoedingsondersteuning en gezondheidsvoorlichting ) Blz. 22

 Opdracht 7 ( Netwerkvorming en samenwerkingsprojecten ) Blz. 24

 Nawoord Blz. 26

 Bijlagen Blz. 27
-Weetjes en tips dak en thuislozen
-Van lier onderzoeken ‘profiel zwerfjongeren Leiden’
-Sociale kaart
-Interview ‘De Binnenvest’
-Folders

* Inleiding *
Over dit werkstuk;

In dit werkstuk vertel ik over de doelgroep ‘dak en thuislozen’ en de problemen van deze mensen, dit werkstuk is onderverdeeld in de volgende punten
 Samenlevingsopbouw/doelgroepen
 Maatschappelijke tekorten en vraagstukken
 Het belang van samenlevingsopbouw
 Activering tot maatschappelijke participatie
 Opvang in bijzondere situaties

 Opvoedingsondersteuning en gezondheidsvoorlichting
 Netwerkvorming en samenwerkingsprojecten

Dit werkstuk is een analyse en een onderzoek, met feiten, tekorten, problemen, hulpinstanties etc. Die aan bod komen bij deze doelgroep. De informatie die ik heb vergaart komt uit bronnen zoals;
- Internet
- Telefoongesprekken
- E-mails
- Interviews
- Etc.

Tijdsplanning,
Ik heb in totaal negen weken aan dit werkstuk gewerkt, waarvan minimaal twee dagen in de week. En dit bedraagt ongeveer één a twee uur per dag. Mijn aanpak was als volgt;
In deze tijd las ik onderzoeken, belde ik rond en stuurde e-mails voor informatie. Zodra ik informatie had vergaart, haalde ik hier de belangrijkste punten uit en de gene die antwoord zouden geven op het geen dat van mij werd verwacht.
Eerlijk gezegd had mijn planning geen vaste structuur, omdat mijn school, werk en stage op onregelmatige tijden zijn. Wel is waar is het mij gelukt,om tot een bepaalde structuur te komen met een tijdsplanning.

Werk minimaal op twee verschillende dagen per week aan het werkstuk, met een tijdsduur van minimaal één a twee uur per dag.

Doelgroep Introductie

Doelgroepen;

Voor deze opdracht heb ik voor deze doelgroep gekozen;

Dak- en thuislozen

Mijn interesse gaat uit naar deze doelgroep, omdat ik zeer weinig van deze doelgroep afweet en omdat deze doelgroep in mijn ogen een zwaar leven heeft.
Deze mensen lijken mij een hard en eenzaam leven te hebben, en iedere dag maar weer proberen te overleven.

Conclusie; Mijn interesse gaat uit naar deze doelgroep, omdat ik hier weinig van afweet en hun zware leven mij aanspreekt.

Het werkstuk,

Het werkstuk is gemaakt volgens het concept ‘verslag’ dit wil zeggen dat alle kopjes en opdrachten zijn verdeeld in één groot verhaal. ( verslag )

Bronnen,
• Wikipedia
• Nieuwsbank
• Internet
• Binnenvest
• Folders binnenvest
• Website over dak en thuislozen
• Van Lier onderzoeken


Hoofdvraagstelling,
Waarom zijn voornamelijk mannen dak en thuisloos?

Subvragen,
• Zie inhoudsopgave en opdracht ( 407.01 ) hieruit ontstaan vragen, waar ik informatie op ui vergaar.


Het werkstuk ‘Dak en thuislozen’
Doelgroepanalyse ‘dak en thuislozen’ (Opdracht 1 )
Eindterm 03

Definitie; Dak en thuislozen
Mensen die door een crisissituatie, bijvoorbeeld echtscheiding, huisuitzetting of natuurrampen, tijdelijk geen reguliere huisvesting hebben

Daklozen zijn mensen die niet beschikken over een gegarandeerd onderkomen voor de nacht, die hun toevlucht nemen tot de openbare ruimte, gebruikmaken van de dag- en nachtopvang en van andere tijdelijke, al dan niet geïmproviseerde onderkomens.
Vaak hebben deze mensen meerdere problematieke en/of dubbele diagnoses of beiden. Onder meerdere problematiek verstaan wij bvb thuisloos en verslaafd. Bij een dubbele diagnose spreken wij over een schizofrenie en een verslaving.
Daklozen worden ook wel omschreven als de straatpopulatie ( zwervers, dak en thuislozen ). Deze onderscheidt zich van de instellingspopulatie. Daaronder wordt verstaan: mensen die geen gegarandeerd onderkomen bezitten, doch niet zijn aangewezen op de dag- en nachtopvang en de straat, bijvoorbeeld omdat ze direct na het verlies van huisvesting terechtkomen in residentiële instellingen zoals sociale pensions, internaten of crisis- of vrouwenopvang en zich van daaruit weer (proberen te) vestigen. Deze instellingspopulatie blijft hier buiten beschouwing.

Hieronder staan een aantal punten voor het ontstaan van dakloosheid.

• Verlies van marginale woonruimte, zoals kraakpanden, afbraakpanden, caravans etc, doordat de rechten van de bewoners doorgaans niet zijn vastgelegd in huurcontracten.

• Huisuitzettingen. Vaak door te grote achterstallige huur.

• Al dan niet vrijwillig verlaten van instituties met totaalarrangementen, zoals psychiatrische ziekenhuizen, jeugdinternaten en gevangenissen, AZC’s.

• Baanverlies, inkomensachteruitgang en schulden.

• Verstoorde sociale relaties en vereenzaming, waardoor hij/zij het huis verlaat of uitgezet wordt en geen nieuwe woonruimte vindt.
Niet alle dak- en thuislozen leven of slapen buiten. De indeling in soorten daklozen maakt dit duidelijk. Allereerst is er de groep die geen dak boven hun hoofd heeft. Zij springt het meest in het oog. Deze daklozen leven op straat; slapen buiten op een bankje in het park, in een hut in het bos of onder een brug. Ze zien er vaak 'vervallen' uit en velen van hen hebben een psychiatrische achtergrond. We noemen ze wel buitenslapers.
De andere groep heeft geen éigen dak boven het hoofd. Zij slapen variërend bij vrienden, in de nachtopvang of in een kraakpand. Veel van deze daklozen slapen in de zomerperiode buiten.
Daarnaast zijn er thuislozen. Thuislozen zijn mensen die wél een eigen dak boven hun hoofd hebben. Dit kan een kamer zijn die gehuurd is in het grijze circuit. In dit circuit worden kamers verhuurd voor behoorlijke hoge prijzen en door malafide verhuurders.
Onderscheid Dak en/of thuislozen ( bron; Wikipedia )

Het woord dakloze kan worden gezien als een politiek correcte term voor zwerver.
Onderscheid tussen "dakloos" en "thuisloos"
Thuisloos zijn betekent meer dan ‘geen dak boven het hoofd hebben’. Deze engere kijk noemen we dakloosheid. Geen onderdak hebben kan te maken hebben met armoede, verslaving, een psychiatrische ziekte, … maar ook eenvoudigweg met een ramp zoals het afbranden van een huis, een overstroming, enz. Iedereen kan dakloos worden, maar niet iedereen beschikt over dezelfde mogelijkheden om het probleem op te lossen en voor eigen onderdak te zorgen.
Verschillende gradaties van ontankering kunnen vastgesteld worden:
‘pure dakloosheid’ (bvb. na brand, ...): Het wonen, biedt een kans op zeer belangrijke ankerpunten op persoonlijk, relationeel en maatschappelijk vlak. Wonen is voorwaarde om ergens een identiteit te kunnen vestigen.
'Tijdelijke thuisloosheid'(weggelopen jongeren, mishandelde vrouwen, scheidingen...): Bij deze vorm van tijdelijke thuisloosheid is reeds ontankering aanwezig. Maar je kan deze op dit punt nog beter situeren als "breuken" M.a.w. de sociale verankering is bedreigd of gebroken, maar er zijn nog aanknooppunten voor een herstel op korte of lange termijn.
'chronische thuisloosheid’ (bv. bij langdurige zwervers, kartonslapers, ...): Hier profileert de ontankering zich in termen van “afwezigheid” van ankerpunten. Het sociale relatienetwerk, waaraan elke mens als sociaal wezen behoefte heeft, is totaal of zeer verregaand onbestaande. Dit leidt tot een opeenstapeling van problemen. De betrokkenen glijden af naar een ‘leven dat nauwelijks of niet beantwoordt aan de menselijke maatschappelijke normen en waarden’.
Bron wikipedia

Psychiatrie en verslaving
Tachtig procent van de dak-en thuislozen heeft psychische problemen, waarvan een behoorlijk deel een persoonlijkheidsstoornis. Daarnaast is er ook een groep van rond de tachtig procent die een verslavingsachtergrond heeft. Mensen die drugsverslaafd zijn en schizofreen of een antipersoonlijkheidsstoornis hebben en verslaafd zijn aan alcohol of gokken. Een relatief moeilijke groep om hulp aan te verlenen.

Jongere dak en thuislozen

Het aantal daklozen groeit explosief. Er bevinden zich steeds meer jongeren jonger dan 20 jaar onder de dak- en thuislozen: 3% in 1994, 21% in 1998 en in 1999 weer iets minder: 16%. Volgens de Federatie Opvang zijn er in Nederland naar schatting 3000 tot 4000 jonge zwervers.
De oorzaak van het toenemende aantal dak- en thuisloze jongeren ligt volgens het Leger des Heils in het eveneens groeiende aantal huishoudens in Nederland met grote schulden. Een onderzoek van het ministerie van sociale zaken geeft aan dat huishoudens met kinderen, lage inkomens en jongeren en allochtonen meer risico lopen in grote schulden te komen. Maar niet alleen door lage inkomens en grote schulden gaan jongeren zwerven, ook door problemen thuis, waardoor kinderen en jongeren psychisch, sociaal en/of emotioneel in de knel komen. De opvoeders voelen zich machteloos en weten niet meer wat ze moeten doen. In al die gevallen kan hulp van buitenaf gewenst zijn, zoals een instelling voor Jeugdhulpverlening.
Hier in leiden is het aantal daklozen jongeren de laatste jaren flink gestegen, uit cijfers is gebleken dat dit 120 jongeren zijn tussen de 18 en 25 jaar.
Uiteraard is voor dit probleem ook geen vaste constatering, wel weten wij dat dit probleem zich uit meerdere problemen voordoet.

Oorzaak
We kunnen leiden uit bovenstaande punten dat, dak en thuislozen meerdere problematieke hebben en dus allen een ander verhaal met zich mee dragen.
Er is geen vaste oorzaak voor het dak en/of thuisloos zijn, wij constateren meerdere problemen die tot dit probleem lijden.

Gezondheid
De gemiddelde dak en thuislozen heeft een slechte gezondheid met veel lichamelijke klachten. De meeste klachten zijn: vermoeidheid/gebrek aan energie, gebrek aan eetlust, kortademigheid/benauwdheid en maagpijn.
Tevens heeft 68% van de deze mensen psychische problemen.
We kunnen stellen dat de levenskwaliteit van dak en thuislozen niet positief is.

Middelengebruik
Cannabis en cocaïne zijn de drugs die voornamelijk door alle mensen van deze doelgroep worden gebruikt.
Uit cijfers blijkt dat één derde met zekerheid ook regelmatig heroïne gebruikt.

En zeker tweederde combineet meerdere soorten drugs en gebruikt dit regelmatig.
Stevig alcoholgebruik (minstens vijf glazen per dag) kwam bij de helft van de groep voor.

Trefpunten op straat
Leiden kent verschillende locaties waar groepen daklozen samenkomen. Er bestaat niet één duidelijk favoriete locatie.
De vier meest bezochte locaties zijn: De Burcht, De Kaasmarkt, Van der Werfpark en
Perron 1.
De mensen die deze laatste locatie bezoeken zijn, in vergelijking met de mensen die hier niet komen, voor overnachtingsplekken meer op straat aangewezen.
Ook maken zij minder gebruik van de nachtopvang. Het gebruik van heroïne en cocaïne ligt een stuk hoger dan bij de mensen die Perron 1 niet aandoen.
Wat betreft lichamelijke en psychische gezondheid zijn er geen aanwijzingen dat de Perron 1groep er slechter aan toe is dan de overige daklozen.

Omvangschatting
Leiden herbergt zo’n 493 feitelijk dakloze mensen (ten minste 466 en ten hoogste 525).
Deze schatting is gedaan met de zogenoemde vangst- hervangstmethode.

De meetperiode was twee weken.
In die meetperiode zijn bij de residentiele opvangvoorzieningen (het sociaal pension en begeleid wonen) 42 verschillende mensen geteld.
Voor de totale daklozenpopulatie in Leiden - feitelijk en residentieel daklozen samen - kunnen we met 95% betrouwbaarheid uitgaan van minimaal 508 en maximaal 567 dakloze mensen, met een meest aannemelijke schatting van 535 mensen.


Maatschappelijke tekorten van ‘Dak en thuislozen’ (Opdracht 2 )
Eindterm 02

Economische verhoudingen

Het klassenverschil tussen de normale burger en een dak en thuislozen is aanzienlijk groot, dit verschil is zo groot dat de ene partij de ander vaak minacht en vermijd.
We spreken hier natuurlijk over de standaard burger, de burger ziet een dak en thuislozen vaak aan als een junk en/of een guur figuur.
We kunnen stellen dat in onze maatschappij een dak en thuislozen onder aan de ladder staat, het laagste in ons klassenverschil.
Een dak en thuislozen word zo gezien, omdat hij en/of zij de basisbehoeften mist hieronder stellen wij ’eten en drinken, onderdak, sociaal contact, zelfontplooiing’
Als normale burger ben je voorzien van deze basisbehoeften en kun je goed voor je zelf zorgen in tegenstelling tot een dak en thuislozen.

Bij de tweedeling in de maatschappij, staat een dak en thuislozen wederom onder aan de klasse ladder. Het verschil tussen arm en rijk tussen een burger en een dak en thuislozen is uiteraard aanzienlijk groot.

De burger geniet van zijn basisbehoeften waar een dak en thuislozen met man en macht voor moet vechten, deze twee groepen verschillen dusdanig dat zij zeker niet met elkaar te vergelijken zijn.
We kunnen uit deze constateringen zien dat de dak en thuislozen echt op de bodem zitten van onze maatschappij.

We zien dus dat een dak en thuislozen niet voldoen aan de standaard eisen van onze maatschappij, de eerder genoemde basisbehoeften. Oftewel een dak en thuislozen valt buiten de boot in onze maatschappij.

Vaak missen de dak en thuislozen nog eens sociale contacten boven op deze andere problemen. Vaak komt dit door het te lang zwerven op straat en op deze manier verwateren de vaste contacten.
Ook komen de volgende problemen veelal voor bij deze doelgroep;
• Bedrog en verraad van sociale kring ( stelen etc )
• Te druk met dingen, die in hun ogen belangrijker zijn ( in de meeste gevallen is dit het bezig houden met hun verslaving )

Bevolkingsopbouw voor deze informatie ben ik op zoek gegaan op het Net, op van lier onderzoeken ben ik deze informatie tegen gekomen.

Deze informatie is gebaseerd op de Leidse dak en thuislozen, dit omdat alles even dicht bij huis te houden.
Feitelijk zijn mannen voornamelijk dak en thuisloos ( 89% ). De gemiddelde leeftijd in deze groep is 38 jaar waarvan de oudste Leidse dakloze 67 jaar is.
Het merendeel van deze mensen is nooit getrouwd ( 65 % ) of is gescheiden ( 28 %). Het aantal alleenstaanden is ook zeer groot ( 89 % )

Het aantal ‘autochtoon/allochtoon’ is vrijwel gelijk, respectievelijk 45% en 55%.


De leef/woonsituatie van deze mensen is als volgt;
Buiten slapen, ofwel overnachten in de open lucht en in overdekte openbare ruimten, zoals portieken, fietsenstallingen, stations, winkelcentra of een auto, en/of

Binnen slapen in passantenverblijven van de maatschappelijke opvang, inclusief eendaagse noodopvang, en/of

Binnen slapen bij vrienden, kennissen of familie, zonder vooruitzichten op een slaapplek voor de daarop volgende nacht.

Het inkomen van deze groep ligt op een laag pitje, voor deze doelgroep is het moeilijk om op een eerlijke manier aan geld te komen.
Om toch op een eerlijke manier aan een inkomen te komen, zijn er de volgende mogelijkheden;
o Dak en thuislozen uitkering
o Projecten ( o.a. het veegproject; dak en thuislozen vegen de straten van Leiden voor een klein bedrag )
o Bijbaantjes
o Organisaties ( voor hulp met werk en/of vrijwilligers werk en bijbaantjes )

Op het punt vergrijzing valt weinig te vertellen over deze doelgroep, dit omdat het met de gezondheid van deze mensen zo slecht gesteld is.
Dat deze doelgroep in de meeste gevallen niet ouder wordt dan 65 jaar.

Opleidingsniveau

Het opleidingsniveau van deze mensen is, zeker in vergelijking met de Nederlandse bevolking zeer laag. 43% heeft geen of lager onderwijs gehad en 49% lager of middelbaar beroepsonderwijs.

Deze mensen kun je in de meeste gevallen ook wel zwak begaafd noemen en/of lichtelijk labiel.
Dit kan een oorzaak zijn van het dak en thuisloos zijn, omdat het deze mensen vaak te veel word ‘de regels van de maatschappij’.
Deze doelgroep kan al deze dingen, eisen en verplichtingen niet allemaal tegelijk aan zonder professionele hulp.
Met deze vaste eisen en/of verplichten bedoel ik, Je werk, scholing, op tijd uit bed voor je werk, je sociale contacten, hygiëne, je huis, huisdieren, boodschappen etc. dit kan een mens uiteraard teveel worden.

Als deze hulp niet word geboden, kan dit alles lijden naar dak en thuisloos.

Conclusie;
De meeste dak en thuislozen zijn laag geschoold, zij zijn voornamelijk van het mannelijke geslacht.
Zij slapen op straat en/of instellingen, zij hebben een laag tot geen inkomen.
De gemiddelde leeftijd van een dak en thuislozen is 38 jaar, het is in de meeste gevallen slecht gesteld met de sociale contacten van een dak en thuislozen.
Een dak en thuislozen staat onder aan de klasse ladder, en word door het volk als een ‘kansloze’ gezien.

Hoofdvraagstelling;

Waarom zijn voornamelijk mannen dak en thuisloos? ( word beantwoord in opdracht 3 )

Subvraag;
Welke nazorg kan een Sociaal cultureel werker bieden aan een dak en thuislozen? ( deze vraag word beantwoord in opdracht 4)


Het belang van samenlevingsopbouw ‘dak en thuislozen’ ( opdracht 3 )
Eindterm 01

* Opdracht 3, is ten eerste neutraal uitgewerkt ( oftewel naar uitwerking van een standaard dak en thuislozen ). Verder in de opdracht word mijn hoofdvraagstelling beantwoord.

De probleemomschrijving van deze doelgroep kan heel helder worden neergezet, zie onderstaande punten;
• Deze mensen zijn , in de meeste gevallen sociaal geïsoleerd
• Met hun gezondheid is het slecht gesteld
• Regelmatig tot zeer vaak geen onderdak
• Grof gezegd ‘geen cent te makken’
• Drugs en/of drank verslaving
• Meerdere problematiek en/of dubbele diagnose
• Etc.

De sociale kaart van deze doelgroep is te vinden in de bijlage, deze informatie heb ik vergaard uit diverse bronnen namelijk;
• Internet
• Binnenvest
• Stage-instelling
• Telefoon gesprekken met deskundige van verschillende organisaties

De oorzaken van het dak en thuisloos zijn al eerder door mij genoemd, in de doelgroep omschrijving. ( analyse ) hierbij nog even een aantal punten voor de oorzaken;

1. Schulden
2. Huisuitzettingen
3. Sociale isolatie dat lijd tot..
4. Baanverlies
5. Verlies van marginale woonruimten

Deze punten en meerdere en/of combinaties van deze punten lijden hoogstwaarschijnlijk voor deze doelgroep tot het dak en thuisloos zijn.
Mensen die geen rust meer kunnen vinden, omdat zij te maken hebben met één of meerdere van deze punten. Voelen geen veiligheid en/of rust in hun leven en als je dan eveneens niet weet hier mee weet om te gaan, kan dit leiden tot ernstige problemen namelijk; dak en thuisloos zijn.

Het samenlevingsdoel ( en ) dat van toepassing is op het probleem van deze doelgroep luid als volgt;

o Verbetering van positie,
Een dak en thuislozen staat in onze maatschappij op een slechte plek, dit betreft bijna op alle vlakken.
Deze groep mensen heeft niets in vergelijking met een normale burger, en deze groep wordt gezien als uitschot/nietsnutten/zwervers etc.

Ik ben van mening dat, dak en thuislozen meer vrijwilligers werk moeten verrichten en kleine klusjes om hun naam te zuiveren.
Bvb het verzorgen van de straten, parken en wateren in de steden en/of dorpen. Hierdoor laten de dak en thuislozen zichzelf zien aan de burger in een goed kader, hiermee wint de dak en thuislozen respect en wellicht wat inkomen.


Uit bronnen heb ik vernomen dat er in Leiden, al een soortgelijk project gaande is. Uit mijn interview met een deskundige op het gebied van dak en thuislozen is gebleken dat dit project een succes is.

o Verbetering van de verhoudingen,
Dak en thuislozen hebben geen tot weinig verhoudingen, in dit geval weinig sociale contacten en contacten met hun netwerk.
Vooraf gaand in dit werkstuk heb ik de oorzaken en gevolgen als eens genoemd van dak en thuisloos zijn/worden.
Hierin beschreef ik het volgende‘bij dak en thuislozen verwateren hun sociale contacten door, verraad, diefstal, het te druk hebben met…

In de meeste gevallen heeft een dak en thuislozen een slecht netwerk, in dit netwerk staan ( nep/drugs ) vrienden en het personeel van hulporganisaties.
We kunnen stellen dat, dak en thuislozen een slecht netwerk hebben. Ondersteuning hierin word geboden door speciale hulpinstanties zie ‘sociale kaart dak en thuislozen’ die instantie helpen de netwerken te verbeteren.

Bij de doelgroep dak en thuislozen, zijn er twee functies van toepassing op het probleem. Dit betreft ‘individuele dienstverlening’ en ‘sociale activering’ . Hieronder staat het probleem aangegeven met de oplossingen en de organisaties die hier betrekking op hebben.

o Individuele dienstverlening,
Voor deze doelgroep zijn er diverse organisaties, die ondersteuning, advies, preventie en informatie etc. bieden.
In de meeste gevallen word er op deze doelgroep een begeleidingsplan samengesteld, om structuur en dagritme aan te brengen in hun leven.

Waarom structuur en dagritme? Voor deze doelgroep is het van belang dat zij een goede basis hebben als houvast in hun leven.
Dak en thuislozen hebben er moeite mee om op tijd op te staan en hun afspraken na te komen, daarnaast zijn zij erg laks in hun werk en sociale contacten.

Het is dus belangrijk, dat dak en thuislozen een structuur in hun leven hebben om alles weer op een rijtje te krijgen, En deze te behouden.

o Sociale activering,
Voor dak en thuislozen er is op het gebied van sociale activering genoeg aanbod door diverse organisaties.
Dit betreft organisaties die vrijwilligerswerk en kleine klusjes voorzien voor een kleine vergoeding. Zie ‘sociale kaart’ voor deze organisaties.
Al eerder in dit werkstuk heb ik een project genoemd ‘de veegploeg’ deze ploeg houd de straten en parken van leiden schoon. De dak en thuislozen kregen voor deze dienstverlening € 37,50 per week, tevens is dit een aanvulling op hun uitkering.

Verder wordt er in de binnenvest wekelijks een praatgroep gehouden, hier kunnen dak en thuislozen hun levenservaringen kwijt en lekker met elkaar kletsen.
De binnenvest heeft ook talloze activiteiten aan te bieden die te maken hebben met sociale activering;
- De begeleiders zelf
- Praatgroep
- Trainingen en scholing/cursus
- Vrijwilligerswerk
- Werk ( veegploeg )

Hoofdvraagstelling,
Betreft opdracht 3
Waarom zijn voornamelijk mannen dak en thuisloos?

Vrouwen kunnen zich beter redden. Zij maken meer deel uit van een sociaal systeem en hebben meer binding met andere mensen. Mannen zijn onafhankelijker dan vrouwen.

Wat overigens wel frappant is dat onder zwerfjongeren het aantal meiden stijgt. Dat zegt dus iets van de toenemende individualisering.
In het boek ‘Zwerven in de 21e eeuw' staat het volgende over de verhouding mannen/vrouwen binnen de dak- en thuislozen wereld. "De vrouwen zijn over het algemeen wat jonger en lager opgeleid dan de mannen. Mannen zijn vaker alleenstaand dan vrouwen. De oorzaak van de dakloosheid ligt voor mannen vaker dan voor vrouwen bij problemen met politie en justitie. Ook ontslag van werk of ontslag uit de instelling (gevangenis, psychiatrisch ziekenhuis) wordt door mannen vaker als oorzaak van de dakloosheid genoemd dan door vrouwen.
Hoewel het harddruggebruik bij mannen en vrouwen niet veel verschilt zien we bij het gebruik van alcohol wel seksegebonden verschillen. Niet alleen minder vrouwen drinken, maar ook drinken vrouwen minder dan mannen.
Conclusie;
Mannen zijn eerder dak en thuisloos, omdat zij onafhankelijker zijn en eerder het idee hebben ’ik red mijzelf wel en heb niemand daarbij nodig’. Tevens werken mannen zichzelf eerder in de problemen.

Samenlevingsdoel, individuele dienstverlening en sociale activering,
Voor alle deelnemers van deze doelgroep, worden er begeleidingstrajecten en diensten verleent. Dus tevens voor de mannen van deze doelgroep.
Er worden niet specifiek speciale activiteiten, dienstverleningen etc. Voor de mannen uit deze doelgroep georganiseerd. Dus vind ik het niet nodig om de opdracht specifiek uit te werken naar het mannelijke geslacht van deze doelgroep.
Wel heb ik de opdracht neutraal uitgewerkt en mijn hoofdvraagstelling beantwoord uit bron ‘telefonisch interview’ met een deskundige van ‘ontmoeting.org’ dit is een dak en thuislozen centrum uit Rotterdam.

Motivatie gekozen functie,

Ik heb deze functies gekozen, omdat het van belang is dat deze doelgroep weer mee doet in de maatschappij en een goede leefbasis creëert voor zichzelf.
Dit zijn de streef punten en doelstellingen van deze functies, uit mijn interview ik ook gebleken dat dit inderdaad juist is.

De overige functies hebben eerder betrekking op doelgroepen, die al ‘met beide benen’ in de maatschappij staan en dus een goede basis hebben.


Activering tot maatschappelijke participatie ( opdracht 4 )
Eindterm 06

- De oplossingen voor mijn doelgroep worden neutraal uitgewerkt, niet naar mijn hoofdvraagstelling. Mijn hoofdvraagstelling is al beantwoord ( opdracht 3 ). Wel ga ik in deze opdracht in, op mijn subvraag.

Subvraag: Welke nazorg kan een Sociaal cultureel werker bieden aan een dak en thuislozen ?

Mijn subvraag heeft niets te maken met de eerder beantwoorde opdracht ( 3 ), omdat deze is uitgewerkt volgens preventie, begeleiding trajecten, en activiteiten in het proces. Mijn subvraag is gebaseerd op de nazorg voor dak en thuislozen.
Op de nazorg zal ik in deze opdracht verder op in gaan,

Voor dak en thuislozen worden er vanuit de organisatie ( bvb De binnenvest ) een begeleiding traject opgezet, voor het begeleiden van een cliënt naar het zelfstandig wonen.
In dit proces bied deze organisatie ondersteuning, advies en begeleiding op de volgende punten;
- Verslaving
- Werk, studie, scholing etc.
- Woning
- Integratie in de maatschappij
- Verzorgen van structuur in leven

- etc.

Uit mijn onderzoek is gebleken dat er veel aandacht word besteed aan voorzorg, preventie en begeleiding in het proces. En tot mijn schrik bar weinig aan nazorg.
Uit gesprekken met deskundige en collega’s heb ik achterhaald, dat er voor deze doelgroep weinig nazorg bestaat. Op mijn huidige stageplek werkt een collega ( ali ) die voorheen acht jaar in de binnenvest heeft gewerkt. Het vertelde mij het volgende;

Mijn gesprek begon met de volgende vraag; Ey Ali zou je mij misschien wat kunnen vertellen over je oude werk en specifiek de nazorg voor deze doelgroep.

Ik heb jaren in dit werkveld gezeten, en hard gewerkt. In de jaren dat ik daar werkzaam was, hebben wij veel projecten opgezet die betrekking hebben op begeleiding en preventie.
Zoals het doorverwijzen naar Parnassia en Cardea en uiteraard de praatgroep, tevens waren wij druk bezig met de dag besteding van een cliënt, deze werd begeleid en ondersteunt op alle fronten.
De doelgroep heeft meerdere problemen en vergt veel aandacht, altijd moesten wij nauwlettend te werk gaan in het proces met een cliënt.
Om antwoord op jouw vraag te geven, er zijn talloze organisaties die steun bieden voor deze doelgroep. Maar helaas heeft dit bijna alleen betrekking op het proces van dakloos naar onafhankelijkheid ( zelfstandigheid wonen ).
Uit mijn eigen ervaringen is gebleken dat deze mensen vaak nog moeite hebben met het zelfstandig wonen, omdat deze mensen een terugval krijgen.
Als een dak en thuislozen een traject heeft gevolgd van begeleiding van de binnenvest, een psychisch project, maatschappelijk zorg en een afkickkliniek. Zodra de cliënt dit traject heeft afgerond heeft hij of zij de vrijheid om alles te doen en ‘theoretisch’ geen zorg meer nodig.
Helaas is dit een verkeerde gedachte, want zodra de cliënt alles heeft afgerond zal het de eerste week goed gaan. Totdat de cliënt zijn oude straat kameraden weer tegen komt, en kiest voor de makkelijke weg. Ik ben van mening dat hier juist meer aandacht aan besteed moet worden, en de hele mentaliteit ‘beter voorkomen dan genezen’ aan de kant te schuiven. Want juist deze mensen in deze situatie hebben die extra zorg nog even nodig, het extra duwtje in de goede richting. Met 10% procent van deze gevallen gaat het goed af, dit wil zeggen dat 90% van de gevallen weer terug op straat beland.

De meeste cliënten zitten in een soort spiraal, waar zij helaas moeilijk tot niet uit komen.

Bron; Ali ( buurtopbouwwerker ‘Pancrat’ ) 18-03-‘09

Internet resource,

De meeste daklozen die zich weer vestigen krijgen woonbegeleiding en nazorg vanuit een instelling voor de daklozenzorg. Het is daarbij de bedoeling dat er tweewekelijks of maandelijks gesprekken plaatsvinden met een begeleider. Voor de meeste ex-daklozen is deze begeleiding waardevol geweest. Door een financieringstekort komen de woonbegeleiding en daklozenzorg niet altijd optimaal uit de verf.
Wel blijkt vaak de tijd dat er begeleid wordt te kort. Sommigen vallen zelfs enkele jaren later nog terug.
De meeste ex-daklozen maken - na beëindiging van het nazorgtraject - geen gebruik meer van reguliere hulpinstellingen, zoals het RIAGG of de verslavingszorg. In de eerste plaats komt dit doordat zij zich ervoor schamen om hulp te vragen. In de tweede plaats onderkennen ze hun eigen problemen niet. Ze spiegelen hun situatie rooskleuriger af dan het in werkelijkheid is.

Bron; Ontmoeting.org ( e-mail, deskundige Corine de Jong )

In dit onderzoek is gebleken dat mijn constatering juist bevonden is, uit het verhaal van Ali en mijn internet resource . Maar wat kan het Sociaal cultureel werk doen aan de nazorg.

Het sociaal cultureel werk zou naar mijn mening zich dan specifiek moeten richten op de nazorg, door middel van verplicht vrijwilligerswerk en ondersteuning.
Het sociaal cultureel werk zou onderstaande punten kunnen betekenen voor de nazorg;
- Activiteiten op het gebied van recreatie en sociale contacten

- Begeleiding op sociaal gebied
- Ondersteuning en advies op zelfstandig wonen
- Vrijwilligerswerk ( verplicht, i.v.m. verantwoordingsgevoel )

Het Sociaal cultureel werk van het ROC Leiden organiseert, bvb kookcursussen en als we dit soort projecten nu organiseren na hun eigen traject. Wellicht krijgt een dak en thuislozen dan genoeg afleiding om zich niet te focussen op zijn verleden.

Oftewel laten wij de rollen omdraaien, minder zorg in het begin en denken aan later en dus meer nazorg bieden en de terugvallen voorkomen.
Een idee van mijn eigen, gaat als volgt;
Zodra een dak en thuislozen klaar is met zijn eigen traject, stellen wij een speciale agenda op met afspraken, trainingen en cursussen. In dit agenda project zit een punten systeem, hoe meer afspraken je hebt, nakomt en zelf toevoegt hoe meer punten.

De agenda zal een normale agenda zijn met een speciale pas, op deze pas staan je punten en tevens is dit je certificaat als gaat gedrag dat je je eerste traject hebt afgerond. Dan volgt het tweede traject ‘mijn idee’.
Je kunt bij elke afspraak je punten bijvullen en dat later uitgeven aan de prijzen ( cadeaus ), de cadeaus zullen onder andere zijn;
- Kleding
- Extra trainingen
- Spullen voor in huis ( stofzuiger, kookspullen etc. )
- Etc.


Door dit systeem zal en dak en thuislozen veel afleiding hebben, en een extraatje krijgen op zijn goede gedrag. De cliënt zal ook iets hoger in rang staan dan zijn oude maatjes dankzij zijn certificaat en punten.

Ik denk dat dit idee makkelijker is gezegd dan gedaan, als ik dit idee zou willen doordrukken en zorgen dat de doelgroep hiermee aan de slag gaat. Zou ik kijken waar de interesses liggen van mijn doelgroep qua spullen en begeleiding hierin.
Ten tweede zou ik mijn idee nachecken op het internet, of dit idee niet al bestaat en dan ervaringen en ideeën uit wisselen.
Ten derde zou ik gewoon mijn idee gewoon voorstellen aan deskundige en kijken wat hij of zij er van vind.

Wat kan het Sociaal cultureel werk betekenen voor de nazorg van de dak en thuislozen,
Wat het Sociaal cultureel werk kan betekenen is al eerder genoemd in deze opdracht ( 4 ), volgens mij stagebegeleider zouden wij ons moeten richten op de kleinere activiteiten in het slaapplaats en vooral ’s nachts. De reden hiervoor is dat de dak en thuislozen in deze tijd, juist de dingen verrichten ‘die niet door de beugel kunnen’.
En daarom juist moet je ze in deze tijd in de gaten houden en voorzien van activiteiten.

Bijzondere situaties ( opdracht 5 )
Eindterm 07

Naar aanleiding van mijn analyse en het maatschappelijk tekort, constateer ik een bijzondere groep in mijn doelgroep. Deze groep betreft; vrouwelijke dak en thuislozen.

Onderzoeken wijzen uit dat 89% van de dak en thuislozen mannelijk is, dit wil zeggen dat 11% procent vrouwelijke dak en thuislozen zijn. Daarom vind ik dit wel een bijzondere groep, tevens heeft een vrouwelijke dak en thuislozen het veel zwaarder dan een mannelijke dak en thuislozen.

Het vrouwelijke geslacht heeft onder andere zwaarder als dak en thuislozen omdat;

- Vrouwen in deze sector eerder in de prostitutie belanden.
- Zij eerder hun lichaam verkopen om hun verslaving te stimuleren. ( geen prostitutie, maar ‘eigen ondernemer’ )
- Het vastgesteld is dat, mannen beter voor zichzelf kunnen zorgen als dak en thuislozen.
- Vrouwen voelen zich eerder alleen en verwaarloost, waardoor zij eerder in de problemen raken.

Uit mijn onderzoek is gebleken, dat er voor mannen als vrouwen de zelfde hulp word geboden. Wel is er een mogelijk om een begeleidingsplan op maat te organiseren van een speciale groep.
Op Internet en uit mijn interview ( wat niet staat genoteerd in mijn interview ), word gezegd dat er begeleid wonen en extra ondersteuning kan worden geboden bij bijzondere gevallen.

Hieruit blijkt dat er een mogelijk is om speciale begeleiding en ondersteuning te verkregen is.
Als wel u dit verlangt en tevens noodzakelijk is.

Samenvatting en constatering punt 1 t/m 3 opdracht 5,
Uit onderzoek blijkt, dat er zich een speciale groep bevind in de doelgroep. Voor deze groep gelden helaas de zelfde zorg en hulp. Er is een mogelijk om, een speciaal begeleidingplan op te stellen voor deze groep.
Deze groep wijkt af van de doelgroep, omdat zij sneller vatbaar zijn voor prostitutie en zich slechter redden op straat.

Hieronder staan een aantal instanties, waar een dak en thuislozen langs zij moeten gaan voor een goede basis ( van 1 t/m , voor eerste stap t/m laatste stap )

1. De binnenvest
Voor onderdak en maatschappelijk hulp
2. Sociale dienst
Voor een bijstandsuitkering en onderdak
3. Stadsbank
Voor eventueel schulden etc.( info over.. )
4. Parnassia/ Cardea/Brijder
Voor verslavingszorg

Zodra u deze instanties heeft geraadpleegd heeft u een goede basis neergezet, hiernaar kunt u de overige organisaties langs gaan voor andere rechten en plichten.

Opvoedingsondersteuning en gezondheidsvoorlichting ( opdracht 6 )
Eindterm 08

Ook deze opdracht word neutraal uitgewerkt, naar een standaard dak en thuislozen. Omdat de hoofdvraagstelling al eerder is beantwoord.

Qua voorlichting en ondersteuning word er voor deze doelgroep veel klaar gespeeld, er zijn talloze instanties die preventie projecten en advies bieden voor dak en thuislozen.

Wat het geval is bij deze doelgroep, is dat deze mensen vaak al genetisch bepaald zijn met; sneller vatbaar zijn voor psychoses en ‘triggers’ van psychoses. Hierdoor kunnen deze mensen sneller psychische problemen krijgen, dit kan al door een enkele maal drugs en/drank te gebruiken.

Bij deze mensen is er iets genetisch bepaald, dat zij hier sneller vatbaar voor zijn wat tevens moeilijk te constateren is.

Dus naar mening, het is moeilijk te bepalen of er meer preventie en voorlichting had moeten zijn voor deze doelgroep. Omdat deze mensen vaak plots dak en thuisloos kunnen zijn en/of ‘achter de schermen’ hier in belanden.

Wat op heden wel toepasbaar zou kunnen zijn, is het verzorgen van drugs preventie en ondersteuning ‘hierin. Hieronder versta wij de preventie en ondersteuning dat is vastgesteld in het begeleidingsplan van desbetreffend persoon. Bvb een drugs verslaving waarbij zorg word geboden vanuit Brijder, hierbij zou de cliënt tweemaal per week langs moeten komen voor onderzoek.

Deze organisaties en instanties ( zie; sociale kaart ) werken zeer nauw met elkaar, zodat zij samen als één groot vangnet functioneren. Dak en thuislozen bezoeken regelmatig minstens één van deze organisaties, hierdoor blijft de cliënt eigenlijk voor iedereen in beeld.
Wekelijks komen deze organisaties bij elkaar om vergaderingen te houden, over de problemen en tips voor behandeling van bepaalde cliënten. Tevens worden er logboeken bijgehouden van de cliënten.

Ook hebben deze instanties goede contacten met de politie en justitie, zodat deze cliënten niet uit beeld raken. Of dit te maken heeft met preventie en voorlichting, zeg ik ‘nee’ maar het heeft zeker wel te maken met het vangnet idee dat een ‘probleem dak en thuislozen’ niet het oog raakt.

Wat het Sociaal Cultureel werk zou kunnen betekenen voor dit netwerk,
Het Sociaal cultureel werk zou deze doelgroep activiteiten kunnen bieden, voor drugs preventie, uitjes als dagbesteding, trainingen en cursussen etc.
- Begeleiding training, cursus en scholing
- Nuttige dagbesteding ( bvb een dagje uit )
- Een maatjes project opzetten
- Als contact/vertrouwenspersoon functioneren
- Drugs en drank preventie
- Begeleiding op sociaal vlak, om vaardigheden aan te leren
- Vrijwilligerswerk
- Etc.


De organisaties en instellingen die een rol spelen bij de oplossing zijn,
1. De binnenvest
Voor onderdak en maatschappelijk hulp
2. Sociale dienst
Voor een bijstandsuitkering en onderdak
3. Stadsbank
Voor eventueel schulden etc.( info over.. )
4. Parnassia/ Cardea/Brijder
Voor verslavingszorg
5. Sociaal cultureel werk, Locatie Leiden ( Stichting jeugd en jongerenwerk en LWO )
‘Zie vorige alinea’

Netwerkvorming en samenwerkingsprojecten ( opdracht 7 )
Eindterm 09

Deze opdracht is uitgewerkt naar; vrouwelijke dak en thuislozen.

Ik ben van mening, dat de hulpinstanties doen wat zij kunnen en dat zij genoeg doen. Door meer hulp te bieden is dit probleem niet te verhelpen/voorkomen. Omdat deze doelgroep z’n moeilijke doelgroep is. Het is dan moeilijk te bepalen wie dak en thuisloos gaat worden of hoe je hier van af komt.

Wat wel een oplossing zou kunnen zijn is het betrekken van de doelgroep in de maatschappij, door middel van activiteiten en etc.

Ik denk dat, dat de drempel zal verlagen van de gedachte van de burger over een dak en thuislozen. Om mijzelf even als voorbeeld te nemen, voor ik aan dit werkstuk begon wist ik bijna niets over dak en thuislozen.
Mijn gedachte was als volgt ‘Dak en thuislozen zijn kansloos en nutteloos, en labiel/drugsverslaafd’ maar er komt veel meer bij kijken. En ik denk dat meerdere burgers het zelfde denken als mij, alleen wat een burger niet doet wat ik wel heb gedaan ‘is het maken van dit werkstuk’.
Dus door middel van activiteiten kan de burger ook kennis maken met de dak en thuislozen.

Uiteraard zijn er al veel activiteiten en andere diversen, voor de dak en thuislozen. Als nog ziet de burger de dak en thuislozen alleen, op zijn slechtst ‘wanneer hij of zij om geld komt bedelen’.
Ik denk dat er meer activiteiten moeten komen, tussen burger en dak en thuislozen. Om de dak en thuislozen in een ‘beter daglicht te zetten’.

Waarom;
o De dak en thuislozen laat zich hier van een andere kant zien.
o De burger bouwt hierdoor een ander beeld op over een dak en thuislozen
o De dak en thuislozen heeft hierdoor een nuttige dak besteding
o De drempel tussen burger en dak en thuislozen, word verlaagd

Het grootste probleem is, ik zou niet concreet kunnen neerzetten ‘wat te doen’
Er is wel een idee, het verzorgen van tours door Leiden voor toeristen.

De dak en thuislozen zal functioneren als gids, hij zal al mooie plek wel weten in de stad. Omdat hij hier altijd buiten heeft rondgehangen.
De dak en thuislozen verzorgt een leuke dag door de stad, met een club toeristen.


Hierdoor zal de dak en thuislozen het idee krijgen dat hij nuttige werkzaamheden verricht, tevens is hij veel in sociaal contact. En de medemens ziet hem en hij hun, hierdoor zal hij of zij denken ‘ik kan mij maar beter gedragen’. Want ik ben voor iedereen in de ‘picture’.
En als de nazorg dan nog goed word uitgevoerd, is onze maatschappij weer een ex-dak en thuislozen rijker.

Natuurlijk zijn dit hele mooie ideeën, en willen wij allemaal dat dit werkelijkheid kan worden. Helaas kan ik hier geen antwoord op geven. Wel weet ik dat er hard word gewerkt aan de zorg voor dak en thuislozen. En dat het er voor de dak en thuislozen positief uit ziet hier in Leiden.

Nawoord,
Ik vond het zeer interessant om dit werkstuk te maken, Ik begon met bar weinig kennis over deze doelgroep. En nu kan ik er 25 a4 over voltypen.
De interviews en telefoongesprekken/e-mails hebben bijgedragen aan dit werkstuk, en daarom wil ook graag deze mensen bedanken voor hun steun.

Na het maken van dit werkstuk, heb ik door gekregen hoe en wat het zit met deze doelgroep. Het heeft als waren mijn ogen geopend voor deze mensen. En de botte gedachte van ‘dak en thuislozen zijn kansloos en nutteloos’ weggehaald.
Ook is mijn kennis rijker in de hulpinstanties die hier betrekking in hebben en hun functies.

Je kunt stellen dat, dit werkstuk positief heeft uitgepakt. Ik heb heel veel geleerd, het was moeilijk maar ik heb het gehaald. Zonder dit werkstuk had ik nooit zoveel geweten over deze doelgroep.

Nogmaals een ode aan de steun van de infobronnen.

PS mijn excuses voor de verwarring in de probleemstelling en de hoofdvraagstelling, ik had moeite met het vinden van de problemen. Omdat dit er zoveel waren. Ik heb mijn best gedaan met bij iedere opdracht een toelichting.

1. Weetjes en tips dak en thuislozen


2. Van lier onderzoeken ‘profiel zwerfjongeren Leiden’

3. Sociale kaart

4. Interview ‘De Binnenvest’

5. Folders

Weetjes en tips dak en thuislozen,

Heel irritant een dak en thuislozen vraagt om geld,

Altijd wel eens het probleem gehad dat, je staat op het station en een dak en thuislozen komt om geld vragen. Jij met je bijdehante bek zegt ‘ja, sorry ik heb niets meer’
Hierna volgen nog meerdere aanvragen van deze mensen om jouw kostbare centjes.
Hoe af te komen van deze verzoeken,
Zodra de vraag komt ‘het u wat over voor een dak en thuislozen’ antwoord u ja.

Ja, zeker meneer/mevrouw ik heb nog precies 10 euro, maar ik moet straks nog zelf even wat halen hey.
Hiermee vertelt u de dak en thuislozen dat u straks zelf even het geen gat halen wat de dak en thuislozen van plan was met u geld. Hierdoor zet u desbetreffend persoon netjes voor blok, en deze meneer/mevrouw ziet u nooit meer terug

Een dak en thuislozen vraagt om geld voor het slaaphuis,


Dit is niet waar, een dak en thuislozen krijgt dit van de Sociale dienst. Het slapen in het slaaphuis is dus gratis voor deze mensen. Tenzij zij voor een speciale uitkering kiezen, dan geld deze regel niet. Maar dak en thuislozen kiezen meestal voor zekerheid en gaan voor het slaaphuis.

Slaaphuis,

Het grootste slaaphuis van Leiden, is het Nuon gebouw op de Langegracht. Dit is tegen over de Digros/Action.
Dit is het grootste slaaphuis en hier zijn de meeste dak en thuislozen te vinden.

Fiets kopen,

Bij de meeste dak en thuislozen is er wel en fiets te krijgen, echter is deze fiets gestolen. De fiets die zij te koop bieden ‘niet op markplaats’ kost uiteraard 10 euro. U kunt deze fiets kopen ‘als u durft, en het de rechtmatige eigenaar aan wilt doen’.
Waarom 10 euro, dit bedrag is het bedrag dat een dak en thuislozen nodig heeft om zijn drugs te halen.
Een balletje wit of bruin ( drugs ) kost exact 10 euro.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.