Kinderarbeid

Beoordeling 7.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vmbo | 3328 woorden
  • 14 januari 2004
  • 161 keer beoordeeld
Cijfer 7.2
161 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Wat is kinderarbeid?

Onder kinderarbeid verstaan we, dat kinderen onder de leeftijd van 15 jaar, niet (meer) naar school gaan, en in plaats daarvan hele dagen werken om voor het gezinsinkomen te zorgen.

Bij kinderarbeid is het zo dat de kinderen echt uitgebuit worden: ze hebben geen tijd voor school, spel, of andere vorm van eigen activiteiten. We spreken van kinderwerk als de kinderen wel naar school gaan en tijd hebben om te spelen of sporten) huiswerk maken enzovoort en daarnaast zo af en toe een handje meewerken thuis of op het land of op de boerderij bijvoorbeeld. Dit is internationaal aanvaard als acceptabel zolang er geen sprake is van uitbuiting. Helaas is het alleen niet altijd duidelijk wanneer er sprake is van het ene geval en wanneer van het andere.
-Bron: Haarlems Dagblad -20 mei 1998
In ontwikkelingslanden hebben veel mensen op het platteland een stukje grond. Daarop verbouwen ze groente en dergelijke. Een deel wordt gebruikt door het gezin zelf. De rest verkopen ze op de markt, om nog wat extra geld te verdienen.
De kinderen in zo’n gezin helpen al wanneer ze vijf of zes jaar oud zijn, met het bewerken van het land. Ze ploegen, zaaien, oogsten en doen ander zwaar werk.
Ook werken een heleboel meisjes in arme landen als huishoudster. Deze meisjes moeten schoonmaken, water halen, koken, op jongere broertjes en zusjes passen en soms ook nog voor het vee zorgen. Wanneer deze meisjes dertien jaar zijn werken ze zo’n 7 of 8 uur per dag.
Meestal leven deze kinderen in slechte omstandigheden. Vaak hebben ze geen eigen slaapplaats. Het eten is vaak slecht, ze worden geslagen en uitgescholden. Ze staan er helemaal alleen voor, ze krijgen geen steun van hun ouders of andere familieleden.
Naar de gezondheid van werkende kinderen wordt nauwelijks gekeken. De bazen hebben graag dat kinderen voor hen werken, want die kosten minder dan volwassenen. En kinderen protesteren nooit. Als de kinderen wat overkomt vinden de bazen dat geen probleem, want er staan toch nog genoeg andere kinderen klaar.
De kinderen die werken, hebben geen goed leven, ze werken hele dagen in vieze fabrieken. Ze worden geslagen en brandmerken op hun lichaam zijn heel gewoon.
De politie in de landen waar kinderarbeid voorkomt, doet hier niks aan. Ze krijgen veel geld van de bazen van de kinderarbeiders, in ruil voor dat ze hen geen straffen uitdelen.
De politie in deze landen chanteert ook jonge kinderen die op straat spullen willen verkopen. De kinderen moeten hen geld betalen, en in ruil daar voor mogen ze verder met verkopen. Doen ze dat niet dan moeten ze ermee stoppen.
Ook zijn er heel veel kinderen die op straat werken. Deze helpen hun ouders met de verkoop van allerlei producten, zoals groente en fruit. Andere kinderen hebben geen ouders of zien ze nooit. Ze zorgen voor zichzelf, soms alleen, maar meestal in groepjes.
Met het doen van allerlei klusjes proberen ze te overleven. Ze passen op auto’s, poetsen schoenen en ze zoeken op vuilnisbelten naar bruikbare dingen. Ook zijn er kinderen die de hele dag bedelen om geld en eten, of ze verkopen kranten en kauwgom.
Deze straatkinderen komen ook gemakkelijk aan de drugs, ze gaan lijm snuiven. Omdat de straatkinderen niet beschermd worden, lopen ze nogal wat risico.
Wat zijn de oorzaken van kinderarbeid?

Armoede:
De belangrijkste oorzaak van kinderarbeid is armoede. Sommige gezinnen zijn zo arm, dat zij amper kunnen leven van het inkomen dat de ouders verdienen. De kinderen moeten dan meewerken om elke dag weer wat te eten te hebben.
Sommige kinderen worden verkocht door hun ouders, zodat die hun schulden af kunnen betalen. In plaats van geld, geven ouders hun kinderen mee aan de schuldeiser zodat ze kunnen werken. Maar de kinderen verdienen meestal zo weinig dat ze de schulden nooit af kunnen betalen.

Bevolkingsgroei:
Volgens Unicef wordt bevolkingsgroei in deze eeuw de hoofdzaak van de armoede in de Derde Wereldlanden. Teveel mensen op een plek waar te weinig eten is. Volgens de VN daalt het geboortecijfer als er meer meisjes naar school zouden gaan.
Veranderd productieproces:
In de ontwikkelingslanden is de concurrentie tussen kleine bedrijfjes vaak moordend. Om te kunnen overleven proberen ze de prijs van hun artikelen zo laag mogelijk te houden. Voor veel bedrijven in arme landen is het erg aanlokkelijk om kinderen in dienst te nemen, die hoef je namelijk niet zoveel loon te betalen. De keuze voor kinderarbeid is dan makkelijk gemaakt.
De oorzaak hiervan ligt voor een deel in de rijkere gebieden, zoals Europa. Wij willen graag zo min mogelijk betalen en vergeten dan graag dat kinderhandjes de spullen gemaakt hebben.
De vicieuze cirkel:
Bijna iedereen is het erover eens dat kinderarbeid een slechte zaak is. Maar het probleem is niet makkelijk op te lossen. Kun je ouders verbieden om hun kinderen te laten werken als ze zelf geen geld hebben om eten van te kopen? Kun je bedrijven verbieden om kinderen in dienst te nemen als dat betekent dat ze failliet gaan?
Kinderarbeid is niet alleen een gevolg van de armoede, het houdt die armoede ook in stand. Doordat kinderen minder verdienen dan volwassenen, is het voor de volwassenen nog moeilijker om een baan te vinden.

Soorten kinderarbeid.

In ontwikkelingslanden hebben veel mensen op het platteland een klein stukje grond. Daarop verbouwen ze groenten en dergelijke. Een deel is voor het levensonderhoud van het gezin. De rest wordt op de markt verkocht voor wat extra inkomen. Hun kinderen helpen al als ze 5 of 6 jaar zijn bij het bewerken van het land. Ze ploegen, zaaien, oogsten en doen ander zwaar werk.
Ook werken talloze jonge meisjes in arme landen in het huishouden. Ze moeten schoonmaken, water halen, koken, op jongere broertjes en zusjes passen en soms ook voor het vee zorgen. Tegen de tijd dat deze meisjes 13 zijn, maken ze werkdagen van 7 tot 8 uur. Meestal leven deze kinderen in slechte omstandigheden. Vaak hebben ze geen eigen slaapplaats. Het eten is vaak slecht, ze krijgen veel slaag en worden uitgescholden. Ze staan helemaal op zichzelf zonder steun en liefde van ouders of familieleden.
Meisjes krijgen vaak minder betaald dan jongens. Ze krijgen minder kans om onderwijs te volgen en worden vaak seksueel lastig gevallen door hun werkgevers. Het komt regelmatig voor dat meisjes al op jonge leeftijd worden uitgehuwelijkt.

Ook op het land werken miljoenen kinderen, ze werken in de sisal-, thee-, suikerriet-, of tabaksplantages. Maar ook in de westerse landen moeten kinderen meewerken op het land om fruit en groenten aan te planten of te oogsten. Ze hebben geen voorzieningen, en geen geschikte werkkleding. Dit werk is behalve zwaar ook gevaarlijk. Kinderen moeten maar al te vaak groenten oogsten, waar de giftige bestrijdingsmiddelen nog vanaf druipen. De landbouwchemicaliën maken kinderen ziek: huidziekten, oogaandoeningen en ademhalingsproblemen komen veel voor.
Soms ‘verhuren’ de ouders de kinderen aan fabriekseigenaars, zodat ze in een fabriek kunnen werken en genoeg geld voor het gezin kunnen verdienen. Voorbeelden zijn metaalbewerking, mijnbouw, kledingindustrie of steenhouwerijen. De kinderen werken altijd tussen wolken van stof, die ze luchtaandoeningen kan bezorgen. Ze moeten honderden kilometers van huis wonen en werken in dezelfde ruimte. Soms zijn ze vastgeketend om ontsnappen te voorkomen.
In India, Pakistan en andere landen knopen kinderen van 6 jaar urenlang tapijten. Zij kunnen beter fijne knoopjes leggen dan volwassenen.
In Egypte worden kinderen midden in de nacht gewekt om bloemblaadjes te gaan plukken. Die worden gebruikt om parfum te maken. De kinderen moeten ze voor zonsopgang plukken, want dan zit de dauw er nog op en ruiken de blaadjes beter.
In Indonesië en de Filippijnen moeten jongens van 10 tot 15 jaar zonder uitrusting tot op grote diepte duiken. Jaarlijks verdrinken er tientallen van hen. Wie het overleeft, riskeert ernstige problemen aan zijn longen.
In Pakistan naaien duizenden kinderen met de hand leren lapjes aan elkaar om voetballen te maken. In India hakken kinderen stenen voor asfaltwegen. In Tanzania plukken kinderen de hele dag koffiebonen.
Naar de gezondheid van werkende kinderen wordt nauwelijks gekeken. De bazen hebben graag dat kinderen voor hen werken, want die kosten minder dan volwassenen. En de kinderen protesteren nooit. Als de kinderen wat overkomt vinden de bazen dat geen probleem, want er staan toch genoeg anderen klaar.
De kinderen die werken hebben geen goed leven, integendeel, ze werken 14 uur per dag in duistere holen. Ze worden geslagen en brandmerken op hun lichaam zijn heel gewoon.
De politie in deze landen doen hier ook niks aan. Ze delen (als ze flink worden betaald) geen straffen uit aan de bazen van de kinderarbeiders. Bovendien chanteren ze jonge verkopers; pas als die smeergeld betalen mogen ze hun handel houden.
Er werken ook nog miljoenen kinderen op straat. Zij hebben geen officiële baan. Er zijn kinderen die hun ouders helpen met de verkoop van allerlei producten, zoals groente en fruit. Anderen hebben geen ouders meer of zien ze nooit. Dat zijn de straatkinderen, die letterlijk op straat leven. Ze zorgen voor zichzelf; soms alleen, maar meestal in groepjes. Met het doen van allerlei klussen proberen ze te overleven. Ze ‘passen’ op auto’s, poetsen schoenen, zoeken op de vuilnisbelt naar bruikbare dingen, bedelen of verkopen kranten en kauwgom. Deze kinderen komen ook makkelijk aan de drugs, ze gaan lijm snuiven etc. Omdat de straatkinderen niet worden beschermd, lopen ze nogal wat risico. Zowel jongens als meisjes komen regelmatig in de prostitutie terecht.
In Zuidoost- Azië komen honderdduizenden kinderen terecht in de prostitutie. Thailand en de Filippijnen zijn daardoor berucht en veel westerse pedofielen gaan precies daarvoor naar deze landen. In Thailand bijvoorbeeld trokken de voorbije jaren gewetenloze mensen naar de arme dorpen. Daar kochten ze kinderen, die zich dan in Bangkok en in andere steden moesten prostitueren! De laatste tijd probeert de Thaise regering dat tegen te gaan. Maar de misdadigers vinden een oplossing: ze gingen kinderen kopen in de buurlanden Birma of Cambodja.
We zien nu ook een stijgende kinderprostitutie in Vietnam en Cambodja. Pedofielen worden bang voor de strenge straffen die bijvoorbeeld Thailand en de Filippijnen beginnen toe te passen. Daarom zoeken ze andere landen op.

Waar komt kinderarbeid voor?

Op de hele wereld zijn er nu zo’n 250 miljoen werkende kinderen. Veel mensen denken dat kinderarbeid alleen in derdewereldlanden voorkomt, daar komt wel het meeste voor (95%),
Maar er zijn dan nog ongeveer 12,5 miljoen kinderen over die ergens anders werken.

Azië:
In Azië werken er ‘maar’ 1 op de 14 kinderen. Maar omdat er zo veel mensen in dit werelddeel wonen, komen we toch uit op ongeveer 125 miljoen kindarbeiders. Daarom zijn er in dit werelddeel de meeste kindarbeiders. Van dat aantal wonen er zo’n 50 miljoen in India. Maar ook werken er veel in Pakistan en Bangladesh. Deze kinderen werken vaak in fabrieken, bijvoorbeeld als tapijtknoper of leerbewerker.
Afrika:
Relatief gezien komt in Afrika kinderarbeid het meest voor, hier werken 1 op de 3 kinderen. Meestal op het land of in de huishouding; een vorm van kinderarbeid die voor buitenstaanders niet zo zichtbaar is. Daardoor kunnen regeringen ontkennen dat er kinderarbeid in hun land voorkomt. En dat is precies wat Nigeria en Ghana bijvoorbeeld doen. In totaal telt Afrika zo’n 80 tot 90 miljoen werkende kinderen.
Latijns-Amerika:
Ook regeringen van landen uit Latijns-Amerika ontkennen vaak dat er kinderarbeid is of zeggen dat het veel minder ernstig is dan in werkelijkheid het geval is. Volgens schattingen van organisaties van de Verenigde Naties werkt 1 op de 6 kinderen, in totaal zo’n 15 miljoen kinderen. Deze kinderen werken vaak in de huishouding, op het land of in de straatverkoop.
Verenigde Staten:
Men zou niet verwachten dat er hier kinderarbeid voorkomt, maar toch zijn er maar liefst 250.000 kinderen die jonger dan 12 jaar in de landbouw werken. Meestal zijn dit kinderen van arme immigranten, vaak uit Latijns Amerika, die zich onlangs legaal of illegaal in de Verenigde Staten gevestigd hebben.
West-Europa:
In maar liefst vier landen die lid zijn van de Europese unie komt kinderarbeid voor.
Niet in Nederland of België gelukkig, maar wel in de armere landen zoals Griekenland, Portugal, Italië en Spanje. Maar ook in Engeland is kinderarbeid geen uitzondering. In Spanje wordt het aantal werkende kinderen op honderdduizend geschat. In Portugal tussen de 90.000 en 150.000. In Italië had men het tot voor kort over ongeveer honderdduizend kindarbeiders.
Vooral van de streek rond Napels is bekend dat er vele duizenden kinderen werken in ateliers waar merkkleding wordt gemaakt, ook voor Nederland. In februari 1998 kwamen er echter andere cijfers naar buiten, waaruit bleek dat in heel Zuid- Italië zo’n 300.000 kinderen werken; niet alleen in ateliers, maar ook in cafés, winkels en garages.
Oost-Europa:
Na 1989 is het communisme verdwenen, dat heeft niet de welvaart gebracht waarop de meeste mensen hoopten. Alle nieuwe regeringen kampen met grote tekorten en bezuinigen op zaken als onderwijs en kinderopvang. Veel families voelen zich gedwongen om hun kinderen uit werken te sturen. Het aantal kindarbeiders groeit in dit deel van de wereld sterk, bijvoorbeeld in Rusland.
Unilever betrokken bij kinderarbeid
3 mei 2003
ROTTERDAM - Het was- en voedingsmiddelenconcern Unilever is door een aantal niet-gouvernementele organisaties (ngo's) beschuldigd van het laten werken van kinderen. Het gaat om ruim 20.000 kinderen, voornamelijk meisjes, in de leeftijd van 6 tot 14 jaar in de Indiase deelstaat Andra Pradesh.
Ook Nike is aangeklaagd wegens kinderarbeid.
Organisaties tegen kinderarbeid:
Veel hulporganisaties doen hun best om kinderarbeid wereldwijd te laten verbieden en producten die door kinderen gemaakt zijn te boycotten. Jammer genoeg is het probleem niet zo gemakkelijk op te lossen. Sommige goedbedoelde initiatieven hebben rampzalige gevolgen voor de kinderen en hun families. In Bangladesh bijvoorbeeld werd kinderarbeid verboden. Maar zonder het gewenste effect, de kinderen gingen niet naar school, maar gingen illegaal werk doen, zoals drugssmokkel of prostitutie. En dat is natuurlijk logisch, want die kinderen werkten juist omdat ze zo arm zijn. Geen werk betekent dan geen geld om van te leven en al helemaal geen geld om de schoolboeken van te betalen. Hun situatie werd er dus alleen maar slechter op.
Novib:
Novib is een organisatie die kinderarbeid preventief tegengaat. Dat betekent dat ze zorgen dat ze voorkomen dat kinderen aan het werk gaan. Ze proberen dit door het bouwen van scholen en de families te steunen met geld zodat de kinderen ook naar die school toe kunnen. Deze manier wordt de Novib methode genoemd.
Wat Novib ook belangrijk vind is reclame maken tegen kinderarbeid. Hierdoor weten veel mensen wat kinderarbeid is. Zo krijgt een organisatie als Novib meer leden en dus kunnen ze meer kinderen helpen.
Unicef:
De belangrijkste taak van Unicef is het informeren van mensen en kinderen op school. Dit doen ze in Nederland maar ook in landen waar veel kinderarbeid voorkomt. Daar willen ze mee bereiken dat de mensen in die landen ook gaan begrijpen dat kinderarbeid niet goed is. Ook maakt Unicef programma's voor kinderen om hen te helpen met het naar school gaan.
FNV:
FNV steunt projecten die kinderarbeid tegengaan over de hele wereld. Ook maken zij reclame met de boodschap "STOP KINDERARBEID."
Save the Children:
Deze ontwikkelingsorganisatie verrichtte een onderzoek onder kinderen die werkten in de Pakistaanse voetbalindustrie. Uit dit onderzoek bleek dat de kinderen geen probleem hadden met het werk op zich. De kinderen en hun ouders vertelden dat het echte probleem het gebrek was aan scholingskansen. School kost geld, en werken levert geld op.
Bovendien doe je door werken praktische ervaring op, terwijl de dingen die je op school leert vaak pas veel later te gebruiken zijn.
Save the Children probeert iets te doen met deze informatie. Samen met andere organisaties hebben ze een programma ontwikkeld om kinderen een alternatief te bieden voor hun harde en onbetaalde werk. In plaats van het werk te verbieden, werken de organisaties samen om de kinderen en hun gezinnen trainingen, spaarkredieten en vervangende bronnen van inkomsten te geven. Op die manier wordt kinderarbeid dus niet uitgeroeid, maar worden de mensen die onder kinderarbeid lijden geholpen.

Rugmark:

In India werken naar schatting zo’n 300.000 kinderen in de tapijtindustrie. Ook in Pakistan, Nepal, Bangladesh, Marokko en Iran werken veel kinderen als wever, zowel jongens als meisjes. Volgens de Indiase wet mogen kinderen niet in de tapijtindustrie werken. Maar die wetten worden niet gecontroleerd. De kinderen maken lange dagen, hun ogen worden verpest door het stof en hun rug door de slechte zithouding. De verdiensten zijn heel laag. Ook komt gedwongen arbeid voor: de kinderen worden behandeld als slaven en soms zelfs vastgebonden.
Rugmark is een voorbeeld van een manier zoals het wel moet. Het is een merknaam voor de tapijtindustrie in India en Nepal. Fabrikanten mogen het merk gebruiken als ze hun werknemers een fatsoenlijk loon betalen en geen gebruik maken van kinderarbeid.
Rugmark zorgt ook voor scholing van de kinderen. In India zijn scholen opgericht die betaald worden door het Rugmark. Het geld voor de scholen komt van de importeurs van tapijten in Europa en de Verenigde Staten. Die betalen één procent van de totale importwaarde aan de Rugmark-organisatie.

Care & Fair.

Ze kopen tapijten in, bij bedrijven waar geen kinderen werken.
Deze tapijten verkopen ze en met de opbrengts richten ze scholen op, waar
kinderen die niet werken gratis onderwijs krijgen.
Op zo’n school zitten gemiddeld 300 leerlingen, die allemaal gratis onderwijs,
een middagmaaltijd en een schooluniform krijgen.
Ook voor materialen zoals pennen en boeken, hoeven ze niet te betalen.

Mogelijke oplossingen:

Er bestaat geen oplossing die kinderarbeid van de één op de andere dag kan stoppen, maar er zijn wel oplossingen te bedenken die kinderarbeid op de lange termijn kan stoppen:

- Het scheppen van werkgelegenheid voor volwassenen. Dit is natuurlijk makkelijker gezegd dan gedaan, want de werkgelegenheid voor volwassenen is er wel, maar wordt gewoon gedaan door kinderen. Om dit te voorkomen zou er een strenge controle moeten komen op kinderarbeid. Volwassenen moeten dat werk doen en niet de kinderen.
- Om de bevolkingsgroei minder snel te laten groeien zouden er speciale voorlichtingsprogramma’s voor vrouwen en meisjes moeten komen. Als de bevolkingsgroei daalt, daalt ook het aanbod van arbeid en daarmee de werkloosheid.
- De overheid moet meer geld beschikbaar stellen voor onderwijs en het basisonderwijs geheel gratis maken. Kinderen krijgen zo meer de gelegenheid om zich te scholen en dat is alleen maar goed voor later en de economie. Dan hebben ze meer mogelijkheden op een betere baan om meer inkomen te krijgen. Als de kinderen naar school gaan, moeten werkgevers wel ouderen aannemen, omdat er anders geen werknemers zijn.
- Ook de wetten zouden aangepast moeten worden. Er geldt bijvoorbeeld in India een leerplicht tot 10 jaar, maar voor je 14e mag je niet werken. Dat betekent dat je 4 jaar niks mag doen. Om dit te veranderen zou de regering een nieuwe wet moeten maken waarin de leerplicht verhoogd wordt tot minstens 14 jaar.
- De controle op kinderarbeid zou veel strenger moeten zijn, want ook al is kinderarbeid wettelijk verboden, het komt nog steeds voor, want er werken nog ongeveer 300.000 kinderen in de Indiase tapijtindustrie.
- Wij zelf kunnen organisaties steunen die iets tegen kinderarbeid willen doen.
Bijvoorbeeld Novib, Unicef, FNV, Save the children en Rugmark.

Mijn mening over kinderarbeid.

Ik vind dat kinderarbeid echt niet kan.
Natuurlijk moet een kind wel eens wat in het huishouden meehelpen, of op het land.
Maar om hele dagen te werken, meestal voor weinig geld, dat is niet normaal.

Ik ben blij dat kinderarbeid niet meer in Nederland voorkomt.
En ik vind dat wij in Nederland, kinderen in andere landen moeten helpen.
Dat kunnen we bijvoorbeeld doen door geld te doneren aan de goeden doelen.

De beste oplossing voor het probleem, vind ik om ervoor te zorgen dat alle kinderen tot veertien jaar verplicht naar school moeten.
De scholen moeten zoveel mogelijk gratis zijn, zeker de basisschool. Dan kunnen ook kinderen uit armere gezinnen naar school, zodat ze een betere toekomst hebben. Ze kunnen dan leren voor een betere baan, waar ze meer mee verdienen. Als ze dan later zelf kinderen krijgen, kunnen ze die ook naar school sturen. Als iedereen dat zou doen, zou er geen kinderarbeid meer zijn.
Omdat het werk wel gedaan moet worden, zullen volwassenen dat moeten doen. De werkeloosheid wordt hierdoor dus ook voor een deel opgelost.

REACTIES

R.

R.

goed verslag! thx :P

20 jaar geleden

M.

M.

heej Riri,

ik ben mariska,zit in 3 vmbo en ik kan jou werkstuk heus kei goed gebruiken:P THNX

20 jaar geleden

C.

C.

super!!!
heel handig.
ik doe namelijk een werkstuk over slavernij en ik heb ook een hoofdstuk over kinderarbeid. Heel handig duzzzzz

groetjes charrrrrley

14 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.