Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Kabinet Balkenende

Beoordeling 5.4
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 6e klas vwo | 2825 woorden
  • 27 oktober 2003
  • 37 keer beoordeeld
Cijfer 5.4
37 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Inhoudsopgave ‒ Verantwoording van mijn keuze ‒ Inleiding op mijn probleem ‒ De krantenartikelen ‒ Conclusie Waarom heb ik gekozen voor het onderwerp: Kabinet Balkenende, met de probleemstelling of Nederland links of rechts moet worden geregeerd? Ik heb gekozen voor dit onderwerp, omdat het een belangrijk punt is voor onze samenleving. Acht jaar lang voor de komst van Kabinet Balkenende heeft Nederland een paarse regering gehad. Veel mensen waren hiermee tevreden, maar er waren ook behoorlijk wat mensen die er wat op aan hadden te merken. De Paarse regering zou te soepel zijn, ze zouden teveel bureaucratische regeltjes hebben, ze zouden niet de mening van het volk vertegenwoordigen. Kortom, er was een behoorlijk meningsverschil. Echter met de komst van de nieuwe partij, de LPF (lijst Pim Fortuin), kwam er een einde aan het 8 jaar lange paarse kabinet. Mensen stemden massaal op de nieuwe partij, niet alleen omdat ze hem zo goed vonden, maar ook als een soort van proteststem. De politiek werd veel meer een alledaags onderwerp, vooral bij jongeren. Jammer genoeg werd de leider van de LPF, Pim Fortuin, neergeschoten in het Mediapark. Dit, omdat mensen dachten dat hij discriminerend was, dit zogenaamde discriminerende van hem was echter opgeblazen door de pers en was grotendeels niet waar. Maar met de komst van kabinet Balkenende kwam er dus een rechtse regering. Nu vond ik het wel eens interessant om me wat in dit probleem te verdiepen, zodat ik hierover ook een sterkere mening kon krijgen. Mijn mening die ik al had was dat Paars er een puinhoop van had gemaakt, of ik hierbij ben gebleven is te lezen in mijn conclusie. Maar voordat ik mijn conclusie schrijf heb ik eerst een schets van de politieke situatie gegeven van Nederland. Het onderwerp wat ik heb gekozen heeft te maken met politiek, de politiek neemt beslissingen over wat er met de samenleving moet gebeuren. Deze beslissingen worden genomen door politici. Deze hebben als taak verantwoorde keuzen te maken bij maatschappelijke kwesties, niet iedereen is het met deze keuzes eens, maar da ga ik het later over hebben. Eerst zal ik aangeven hoe het politieke bestuur geregeld is in Nederland. Zoals iedereen wel weet is Nederland een democratie, het land wordt geregeerd door vertegenwoordigers van het volk. Ook is Nederland een land waarin de machten zijn gescheiden. (Trias politica) Dit houdt in dat de politieke macht gescheiden is in: ‒ De wetgevende macht: deze stelt wetten vast waaraan de burgers zich moeten houden ‒ De uitvoerende macht: deze macht zorgt ervoor dat de eenmaal goedgekeurde wetten ook worden uitgevoerd ‒ De rechterlijke macht: deze beoordeelt of de wetten wel goed worden nageleefd. Het Parlement (Eerste en Tweede kamer) controleert de regering (koningin + ministers). Eens in de vier jaar worden er verkiezingen gehouden. De burger mag dan kiezen voor drie bestuursorganen. (2e kamer, provinciale staten, gemeenteraden) Deze drie keuze’s komen vanwege het feit dat Nederland opgedeeld is in drie soorten bestuurslagen: Als eerste het hele land (het Rijk), daarna de provincie en als laatste de gemeente. De burger mag voor al deze bestuurslagen mensen kiezen die zijn mening het beste kan vertegenwoordigen. Ik noemde hier kort de 1e en 2e kamer, wat die kamers inhouden heb ik hieronder beschreven: Eerste kamer: Deze vormt samen met de tweede kamer de Staten-Generaal. De kamer bestaat uit 75 leden die eens in de 4 jaar worden gekozen door de Provinciale Staten
Tweede kamer: Er kan geen politieke beslissing worden genomen zonder instemming van dit politieke orgaan. De belangrijkste functies van de kamer zijn: ‒ Controle van de regering & ‒ Mede-wetgeving Voor het uitoefenen van deze functies hebben ze een aantal mogelijkheden tot hun beschikking: ‒ Recht van interpellatie (vragen stellen aan de minister) ‒ Recht van enquête (onderzoek naar de handelwijze van de regering en haar ambtenaren) ‒ Recht van initiatief ( met een wetsvoorstel komen) ‒ Recht van amendement (wetsvoorstel veranderen) De eerste kamer heeft alleen de eerste 2 rechten (interpellatie en enquête) Maar, om verder te gaan waar ik gebleven was, het volk kiest dus via de verkiezingen mensen die hun mening mogen gaan vertellen in de politiek. Er zijn twee soorten kiesrecht in Nederland. Als eerste heb je het actief kiesrecht, dit houd simpelweg in dat je het recht hebt om te kiezen. Maar je kan zelf ook gekozen worden als je dat wilt, dit noemt men het passief kiesrecht. Als je zelf gekozen wil worden mag dat niet zomaar je moet wel aan een aantal voorwaarden voldoen. Deze voorwaarden zijn: Je eigen partij moet staan ingeschreven in elk kiesdistrict waar ze stemmen willen krijgen. Nederland is verdeeld in negentien kiesdistricten. (4 in Z-Holland, 3 in N-Holland, 2 in Gelderland & N-Brabant, de rest van de provincies tellen allemaal voor 1 district mee) ‒ De partij moet in elk kiesdistrict 25 handtekeningen van sympathisanten inleveren ‒ De partij moet per kiesdistrict een waarborgsom van duizend gulden betalen. Dit bedrag krijgen ze terug als ze minstens 1 zetel halen. Voor beide soorten kiesrecht geldt (vanzelfsprekend) wel dat je 18 jaar of ouder moet zijn. Naast kiezen kan een inwoner van Nederland ook op een andere manier invloed uitoefenen op de politiek. Je kan persoonlijk contact opzoeken met politici, je kan een verzoek indienen, je kan de pers benaderen, ook kan je lid worden van een actiegroep (en daar heb je er veel van in Nederland), of je kan mooi gezegd: “overgaan tot je burgerlijke ongehoorzaamheid”, wat inhoud dat je kan protesteren tegen bepaalde beslissingen van de politiek. Het kiezen zelf in Nederland is ook tot in de puntjes geregeld. Nederland heeft een evenredig kiesstelsel, d.w.z. dat als je bijv. 20% van de stemmen haalt, je ook 20% van de zetels haalt. Hier zitten voor- en nadelen aan verbonden. Een voordeel is dat iedere stem echt meetelt, een

nadeel is dat het een puinhoop kan worden in de politiek als je heel veel kleine partijtjes in de kamer krijgt die ieder hun mening willen geven. Voordat je gaat kiezen wil je natuurlijk wel weten wat de ideeën en standpunten zijn van de verschillende partijen. De meeste partijen die meedoen aan verkiezingen hebben een verkiezingsprogramma waar de belangrijkste standpunten en ideeën staan van die partij. Dit kan dus zeer omvangrijk worden (met uitzondering van de partijtjes zoals partij voor het dier misschien) en wordt waarschijnlijk mede hierdoor niet gelezen door de meeste kiezers. De laatste tijd speelt de media een belangrijke rol in de verkiezingen. Iedere partij heeft een lijsttrekker die op nummer 1 van de partij staat en die moet zo goed mogelijk de mening van partij duidelijk maken. Op tv kun je dan naar verkiezingsdebatten kijken en naar allerlei uitzendingen over de partijen. Er wordt vaak heel wat beloofd in dit soort programma’s, maar veel wordt niet waar gemaakt. Dit vaak tot grote ergernis van de kiezer. Nu ik de politieke structuur duidelijk heb gemaakt zal ik een proberen duidelijk te maken wat voor soort partijen er zijn en wat hun ideeën zijn. Je zou alle partijen in Nederland eigenlijk in tweeën kunnen de delen, namelijk de progressieve kant en de conservatieve kant. Progressief betekent vooruitstrevend en de partijen die dit zijn benadrukken vaak de gebreken in de samenleving en pleiten voor grondige veranderingen. Conservatief betekent behouden en de partijen die dit zijn benadrukken vaak was al is bereikt. Zij hebben vaak meer aandacht voor de traditionele waarden en hebben (meestal) meer contact met kerken. De benaming die je echter het meest hoort is links en rechts. Links sluit aan op de progressieve standpunten en gaat er vaak voor om de zwakkeren in de samenleving te beschermen. Rechts is meer conservatief en legt vooral de nadruk op vrijheid. Zij vinden dat de overheid zich zo min mogelijk moet bemoeien met het dagelijkse leven en alleen moet ingrijpen als dat noodzakelijk is. Dit zijn een beetje de algemene achtergronden van de partijen, nu zal ik de verschillende partijen opnoemen met hun ideeën. Dit doe ik van Links naar Rechts. Socialistische partij (SP) ‒ Dit is de meest linkse partij en komt vooral op voor armen en is dan ook van mening dat rijkere mensen meer belasting moeten betalen. Groenlinks ‒ Deze partij is in 1989 ontstaan door het samengaan van drie kleinere partijen. ‒ De partij hecht veel waarde aan het milieu en vindt bijvoorbeeld dat bedrijven veel schoner moeten produceren. ‒ Verder is de partij voorstander van het matigen van de economische groei en wil bezuinigen op defensie uitgaven. ‒ Vanwege het milieu vinden ze dat het openbaar vervoer gratis moet, zodat er minder gebruik van de auto wordt gemaakt. Partij van de arbeid (PvdA) ‒ Dit is een socialistische partij ‒ Ze vinden dat kennis, macht en inkomen eerlijk moeten worden verdeeld. ‒ Verder vinden ze dat de overheid de economie moet sturen om grote werkeloosheid te voorkomen. ‒ Zijn voor het standpunt dat buitenlanders die legaal 5 jaar in ons land verblijven kierecht krijgen. Democraten 66 (D66) ‒ Is in 1966 opgericht door mensen die vonden dat de Nederlandse politiek was “vastgelopen” ‒ Ze zijn van mening dat de mensen meer moeten worden betrokken bij de politiek. Ze zijn dan ook voor de invoering van het referendum ‒ Verder vinden ze dat de gevangenisstraffen zoveel mogelijk moeten worden vervangen door alternatieve straffen. Christen Democratisch Appèl (CDA) ‒ Staat midden in de politiek en vindt dat het gezin de basis voor de samenleving is ‒ Vind dat de overheid pas moet ingrijpen als de familie zelf bepaalde problemen niet kan oplossen. Christen Unie (CU) ‒ Vind dat de overheid volgens de bijbel moet regeren, met de bijbelse normen en waarden. ‒ Vanwege de bijbel zijn ze ook tegen abortus en euthanasie
Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) ‒ Dit is een liberale partij, d.w.z. dat ze grote waarde hechten aan vrijheid ‒ Vanwege het liberale zijn ze voor persoonlijke en economische vrijheid van mensen en bedrijven. ‒ Verder vinden ze dat de overheid zo min mogelijk moet ingrijpen in de samenleving, omdat anders de vrijheid misschien wordt aangetast. Dit waren zo’n beetje de belangrijkste partijen, je hebt er natuurlijk nog wel meer, maar die heb ik links laten liggen omdat die vaak van minder groot belang zijn voor Nederland. Nu weet iedereen dat het eerste kabinet Balkenende uit elkaar is gevallen en dat men toen is begonnen aan een nieuwe kabinetsformatie. Hieronder heb ik geschreven hoe zo’n kabinetsformatie verloopt. Dit heb ik in 8 stappen gedaan. 1: De koningin krijgt adviezen van de voorzitter van de Raad van State, de voorzitters van de 1e en 2e kamer en de leiders van de politieke partijen. Deze gaan namelijk de dag na de verkiezingen bij de koningin op bezoek. Zij adviseren haar wie het beste kan onderzoeken welke partijen samen het beste het kabinet kunnen vormen. De persoon die dit moet onderzoeken heet de informateur. 2: De koningin benoemt vervolgens een informateur. 3: – de informateur overlegt eerst met de partijen die ongeveer dezelfde ideeën hebben. De informateur moet meningsverschillen uit de weg ruimen en de partijen zo goed als mogelijk op 1 lijn weten te brengen ‒ Als dit is gelukt wordt er een coalitie gevormd, dit is een samenwerkingsverband tussen 2 of meerdere partijen ‒ Aan de hand van de onderhandelingen tussen de coalitiepartijen stelt de informateur een regeerakkoord op waarin de coalitiepartijen de hoofdlijnen aangeven van het beleid dat zij in de komende tijd willen gaan voeren
4: Daarna gaat de informateur naar de koningin en brengt verslag uit. Als het hem niet is gelukt om partijen bij elkaar te brengen en een regeerakkoord te vromen benoemt de koningin een nieuwe informateur. 5: Vervolgens benoemt de koningin een formateur, deze moet ervoor zorgen dat hij ministers en staatssecretarissen vindt die het regeerakkoord willen uitvoeren. 6: De formateur overlegt met de coalitiepartijen over de verdeling van de verschillende ministersposten. Meestal krijgt de formateur de positie van Minister-President
7: Als alles is gelukt gaat de formateur terug naar de koningin om te vertellen dat hij een nieuw kabinet heeft samengesteld. 8: Als laatste benoemd de koningin het kabinet, het kabinet krijgt meestal de naam van de minister-president, zoals kabinet Balkenende. Als er geen kabinet gevormd kan worden spreken we van een kabinetscrisis. Dit kan gebeuren doordat de ministers het onderling niet met elkaar een worden over bepaalde zaken. Een andere reden hiervoor is dat de meerderheid van de Tweede kamer het kabinet niet meer steunt en zijn vertrouwen in de ministers opzegt. Als dit gebeurt gaat de minister-president naar de koningin om het ontslag van zijn kabinet aan te bieden. Dit is nog niet zo heel lang geleden gebeurt. Conclusie Door het mislukken van het eerste kabinet Balkenende had de kiezer grotendeels zijn vertrouwen verloren in voornamelijk de LPF. Bij de verkiezingen voor de nieuwe regering was duidelijk te merken in de uitslagen. De LPF had flink verlies geleden en er was grote winst voor de PvdA. Het CDA bleef met een (kleine) voorsprong toch de grootste partij. Het tweede kabinet Balkenende kreeg dus zijn kans. Maar om goed te kunne functioneren in de regering had het CDA sterke coalitiepartners nodig. Hier zat het probleem echter in, ze konden het niet maken om de LPF weer er bij te trekken, omdat deze het vertrouwen van de kiezer had beschaamd. Ook was het niet echt een optie om een coalitie te maken die uit allemaal kleine partijtjes bestond. Hierdoor bleef er eigenlijk maar 1 keuze over, het CDA moest samen met de PvdA een coalitie vormen. Dit was volgens verschillende mensen ook het eerlijkst voor de kiezer, want de keizer had tenslotte ook massaal voor de PvdA gestemd. Hier is de regering nu nog steeds over aan het redetwisten. Het blijkt namelijk dat het CDA en de PvdA teveel van elkaar verschillen om samen een coalitie te kunne vormen. Dit merk je nu bijvoorbeeld aan de oorlog in Irak. Het CDA steunt de oorlog politiek, maar niet militair. De PvdA is echter tegen de oorlog. En dit is nog maar 1 van de vele voorbeelden waarover ze het niet met elkaar mee eens zijn. (of tegen de tijd dat u het leest: waren)Als ze er over een aantal weken ( maanden?) nu eindelijk eens zijn met de vorming van het kabinet is het nog de vraag of het veel zal worden in de toekomst. Het is natuurlijk moeilijk om te voorspellen hoe ze samen in de toekomst zullen regeren. Dit komt, omdat er plus- en minpunten zitten aan het CDA en de PvdA samen als coalitie. Een pluspunt kan zijn dat het CDA en de PvdA elkaar in evenwicht houden, om een voorbeeld te noemen: Het CDA wil ontzettend bezuinigen om de staatsschuld af te lossen, ook als het ten koste van ons gaat. De PvdA neemt daarin een gematigder standpunt. Als ze het samen over deze kwestie eens moeten worden zullen ze een “gulden middenweg”moeten vinden, wat waarschijnlijk er op neer komt dat er wordt bezuinigd, maar niet ten koste van de economie van het eigen land. Dit, en natuurlijk meer zaken, zou positief kunnen werken. Nu ga ik er wel vanuit dat ze toegeven aan elkaar, dit hoeft natuurlijk niet te gebeuren en als dat zo zou zijn krijg je veel problemen denk ik. Dan herhaal ik weer het feit dat het CDA en de PvdA vrij ver van elkaar afstaan in hun meningen. Dit zou kunnen betekenen dat ze het vaak oneens zullen zijn, wat ten koste gaat van de spoedige besluitvorming in Nederland. Als ze beiden niet toegeven aan elkaar kan het leiden tot een 2e kabinetscrisis. Zo blijft het een beetje koffiedik kijken. Als ik de plus- en minpunten echter een beetje tegen elkaar afweeg verwacht ik dat het uiteindelijk wel vrij goed zal gaan met het bestuur van Nederland. Ik verwacht niet al te grote problemen met het CDA en de PvdA samen in het kabinet. Misschien loopt het allemaal iets minder vlot, maar je kan ook niet alles wensen van de regering. Ik denk niet dat het weer gaat leiden tot een kabinetscrisis, zoals het geval was bij het eerste kabinet Balkenende. Ik denk nu wel dat de regeerperiode wordt uitgezeten tot de volgende verkiezingen. Als ik nu een antwoord zou moeten geven op mijn probleemvraag: Moet Nederland links of rechts worden geregeerd? zou ik het volgende antwoorden: In een land wonen verschillende mensen met verschillende ideeën en met verschillende opvattingen hoe een land moet worden geregeerd. Ieder hoopt dat zijn partij het grootste wordt in het kabinet. De ene is voor de linkse partij en de ander voor de rechtse. Nu ben ik van mening dat extreem nooit goed is, dus extreemlinks of rechts moet een land nooit worden geregeerd. Ik denk dat het het beste is dat een land wordt geregeerd door een regering die een weerspiegeling is van de manier waarop de meningen zijn verdeeld in een land. In Nederland zou dat dus een regering worden die bestaat uit de helft links en de helft rechts. Dat is nu ongeveer het geval, ik vind dus dat Nederland niet links of rechts, maar centraal moet worden geregeerd. Oftewel: ik kies voor de “gulden middenweg” en ik hoop dat dit lukt en dat er niet weer een puinhoop van wordt gemaakt. Het zal in ieder geval niet leiden tot een kabinet als dit.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.