Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Homoseksualiteit

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas havo | 4149 woorden
  • 4 december 2002
  • 92 keer beoordeeld
Cijfer 7
92 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding: waarom koos je dit onderwerp en wat heb je bijgeleerd of hoopte je bij te leren? Ik heb voor het onderwerp ‘homoseksualiteit’ gekozen omdat het een sociaal-,ethisch-, en actueel probleem is. Homoseksualiteit wordt nog steeds niet 100% aanvaard door de maatschappij. Ik heb het onderwerp gekozen omdat ik een aantal homoseksuelen ken, en omdat ik me moeilijk kan inleven in hun situatie. Hoe wordt er op hun keuze gereageerd? Hebben ze veel last van pesterijen? Voelen ze zich ‘anders’? Dit zijn slechts enkele van de vragen die bij me opkomen. Het zijn tenslotte vrienden van mij. Ik hoopte bij te leren hoe ze zich voelen, en of ze al dan niet aanvaard worden door hun omgeving. Wat ik heb bijgeleerd is dat de meeste van hen zich gelukkig voelen, en dat ze meestal geen last hebben van mensen met een negatief beeld van homoseksuelen. Toch zijn er enkele bij die problemen hebben om uit te komen voor hun geaardheid. Dit vind ik spijtig, maar het moet ook niet makkelijk zijn als je van je vader (die nog niet weet dat je een homo/lesbienne bent) te horen krijgt hoe hij over homoseksuelen denkt. Gelukkig denken hun moeders en vrienden er anders over en worden ze goed opgevangen door hun vriendenkring. Wat ook veranderd is, is het beeld dat ik van homoseksuelen had. Ik dacht vroeger dat je een beetje verwijfd moest zijn om homo te kunnen zijn. Het tegendeel is waar! Het zijn meestal ook personen waarvan je het het minst van verwacht. Homoseksuelen hebben ook vaak een heel zacht karakter. Ze zijn veel hulpvaardiger en vriendelijker dan de meeste heteroseksuelen. Ook willen ze helemaal geen medelijden, of bekommernis van hun omgeving, ze willen gewoon aanvaard worden om wie ze zijn, wat eigenlijk de normaalste zaak van de wereld is. Ik heb dus ook veel bijgeleerd over de gevoelens van homoseksuelen en hoe ze ermee omgaan. Eigenlijk verschillen die niet veel van de gevoelens van heteroseksuelen (Dit is logisch, we zijn allemaal gelijk) Deel 1: wat houd het onderwerp in? Waarover gaat het? Welke zijn de maarschappelijke-,ethische-, en sociale problemen? 1. Geschiedenis Er moet worden opgemerkt dat ‘same-sex love’ een universele behoefte is en altijd bestaan heeft. Wel hangt van de cultuur af, hoe men ermee omgaat en of men het al dan niet aanvaard.
Het westen: In de loop van de tijd zijn er verschillende trends geweest wat betreft homoseksualiteit. Zo maakten de Grieken geen onderscheid tussen homo- en heteroseksualiteit, maar veeleer tussen activiteit en passiviteit. In de heteroseksuele relatie is het de man die penetreert (actief) en de vrouw die wordt gepenetreerd (passief). In de homoseksuele relatie gelden dezelfde normen met het verschil dat de actieve rol gespeeld wordt door een oudere man en de passieve rol door een jongere man. Uit dit voorbeeld blijkt dat homoseksualiteit alom aanwezig was in de maatschappij en, naar het schijnt, ook geaccepteerd werd. Pas in de twaalfde eeuw kwam er, door de toenemende invloed van het christendom, een taboe te liggen op homoseksualiteit in het bijzonder en seksualiteit in het algemeen. Echter, het christendom heeft niet altijd zo'n afwijzende houding ten aanzien van same-sex love ingenomen: je zou van een golfbeweging kunnen spreken. Dit laatste is overigens van toepassing bij alle wereldreligies. Werd same-sex love vanaf de vroege Middeleeuwen steeds negatiever benaderd, de laatste decennia is daar in sommige delen van de wereld (en met name in een aantal West-Europese landen) verandering in gekomen. Opnieuw blijkt dat de invloed van het christendom gepaard gaat met een hernieuwde visie op homoseksualiteit. Voor een deel heeft dit te maken met het feit dat het christendom sterk gericht is op de voortplanting en uit homoseksuele relaties komen nu eenmaal geen kinderen voort. Toenemende ontkerkelijking heeft dus geleid tot een grotere acceptatie van andere samenlevingsvormen dan het huwelijk alleen, waaronder same-sex love. Hoe ziet die toenemende acceptatie van homoseksualiteit in het westen eruit? Het is misschien niet overbodig eerst even te vermelden dat het hier in geen geval om een ideale situatie gaat: uit recent onderzoek is gebleken dat maar liefst 50% van de Nederlandse jongeren afwijzend tegenover same-sex love staat (Hekma). Wel moet hierbij opgemerkt worden dat dit onder andere jongeren tussen de 14 en 17 jaar zijn die meestal afwijzend staan ten opzichte van alles dat 'vreemd' is. Het kan dus zijn dat diezelfde jongeren 5 jaar later een heel ander antwoord gegeven zouden hebben. Desalniettemin gaat het hier om een grote groep die vooralsnog zeggen niets van same-sex love te moeten hebben. Over het algemeen kan je stellen dat de zogenaamde 'homocultuur' zich vooral in en rond de grote steden concentreert. Daar komt men het makkelijkst uit voor zijn of haar seksuele voorkeuren en daar is ruimte voor de inmiddels talrijke 'gay-bars' en andere homo-ontmoetingsplaatsen. Het zijn ook veelal de grote steden waar homo-organisaties als het COC hun bijeenkomsten houden en waar de belangen van homoseksuelen voor het eerst verdedigd worden. Te verwachten is dat ook buiten de steden de tolerantie ten aanzien van homoseksualiteit in de toekomst verder toeneemt, maar hoelang dat zal duren hangt sterk af van het betreffende land en de mening die onder andere de overheid naar de burgers uitdraagt. Zeker is wel dat er geen westers land meer is waar geen homobeweging bestaat, iets dat 10 jaar geleden niet met zoveel zekerheid gezegd kon worden. Het niet-westen: Pas begin deze eeuw begonnen westerse antropologen niet-westerse same-sex love voor het eerst te beschrijven. Tot die tijd werd altijd aangenomen dat homoseksualiteit niet voorkwam onder 'natuurvolkeren' en dat het, als het toch voorkwam, gezien moest worden als teken van achteruitgang. Het feit dat men er in het niet-westen helemaal niet geheimzinnig over deed en er vaak zelfs een centrale plaats binnen de samenleving aan toekende heeft in het westen bijgedragen aan het besef dat same-sex love misschien al die afwijzing niet verdiende. De westerse aandacht voor homoseksualiteit in het niet-westen heeft er echter wel voor gezorgd dat men het verschijnsel ter plaatse in een ander licht begon te zien. Allereerst was de enorme invloed van de koloniale overheersing: daar waar same-sex love nooit een taboe was geweest werden homoseksuele handelingen ineens als misdadig beschouwd en kon de "overtreder" rekenen op een flinke gevangenisstraf of zelfs de doodstraf. Deze ommekeer in normen en waarden is vooral sterk te zien in voormalige Britse koloniën. Daarnaast speelt nog mee dat wat westerlingen in het niet-westen als homoseksualiteit hadden geïnterpreteerd vaak helemaal niet als zodanig kon worden beschouwd. Zoals in de inleiding al naar voren kwam, zijn seksuele handelingen tussen twee mannen of twee vrouwen niet altijd in eerste instantie gebaseerd op liefde of lust. In veel gevallen gaat het bijvoorbeeld om initiatierituelen. Zo moet een Zambiaanse jongen eerst sperma van een oudere man ontvangen omdat hij zelf anders niet in staat zou zijn sperma te produceren. Dit alles heeft tot gevolg gehad dat men homoseksualiteit in de westerse betekenis in het niet-westen is gaan ontkennen en de betreffende overheden doen het verschijnsel af als 'westers importproduct'. Ondanks alles komen ook in het niet-westen homobewegingen op, in het openbaar of ondergronds. In de moderne centra staat daarbij toch vaak de hedendaagse westerse same-sex love centraal. De mate van openheid en de precieze invulling van een homoseksuele relatie hangt hierbij van veel factoren af, waaronder het politieke klimaat van een land. 2. Wat is homoseksualiteit? Homoseksualiteit is een complex begrip. Het is niet simpelweg uit te leggen als de verliefdheid tussen twee mannen of twee vrouwen. Het blijkt erg moeilijk het begrip homoseksualiteit of 'same-sex love' als universeel verschijnsel te omschrijven. Er zijn verschillende vormen te onderscheiden en bovendien bestaan er vele culturele interpretaties. Wel kan men zeggen dat men voor homoseksuele mannen het woord ‘homo’ gebruikt wordt, voor homoseksuele vrouwen is dat ‘lesbienne’, en voor iemand die zich tot én het eigen geslacht én het andere geslacht aangetrokken voelen, is dat biseksueel. 3. Zijn er veel homo’s en lesbiennes? Hoeveel homo’s, lesbiennes en biseksuelen (holebi’s) er vandaag de dag in Vlaanderen zijn, valt moeilijk te zeggen. Holebi’s zijn immers geen ‘zichtbare minderheid’: niet alle holebi’s komen openlijk uit voor hun seksuele of relationele voorkeur. Men schat het aantal holebi’s op 5 à 10 % van de totale Belgische bevolking. Dit wil zeggen dat er in elke klas wel een homo of lesbienne zit, of in de scouts- of chirogroep, of dat minstens één op twintig ouders een homozoon of lesbische dochter heeft. 4. De ‘Coming out’ Een rode draad doorheen het leven van holebi’s is coming out. Coming out is vertellen dat je homo, lesbisch, of biseksueel bent. Toch is dit niet altijd vanzelfsprekend. Negatieve reacties en onbegrip blijven mogelijk. Nochtans is coming out uiterst belangrijk voor het welzijn van holebi’s. Coming out is niet alleen een persoonlijk, maar ook en maatschappelijk proces. Het coming out proces verloopt theoretisch gezien via verschillende fases. Natuurlijk doorloopt niet iedere holebi al deze stadia en de ontwikkeling kan ook op elk moment afgesloten worden. Er zijn 6 belangrijke fases: · De identiteitsverwarring: Je voelt je erotisch of seksueel aangetrokken tot iemand van hetzelfde geslacht. Dit valt niet binnen je verwachtingspatroon. · De identiteitsvergelijking: Je rationaliseert je gevoel en je weegt de mogelijke reacties van de omgeving af. Je twijfelt aan wat je toekomst je te bieden heeft. Als je geen informatie vindt, of identificatiemodellen, kan dit een lange en moeilijke periode zijn. · De identiteitstolerantie: Je aanvaardt nog niet echt dat je homo, lesbisch, of bi bent, maar de idee dat je homoseksueel bent wordt een vast onderdeel van je zelfbeeld. Dit wil niet zeggen dat je je homoseksualiteit aanvaardt, je kan het ook verwerpen. Vaak volgt hieruit dat je stappen onderneemt om andere holebi’s te ontmoeten, of contact zoekt met de homolesbische cultuur. · De identiteitsaanvaarding: Je homo-, lesbisch-, of bi-zijn wordt een positief onderdeel van je eigen ik. Deze fase kan leiden tot een opsplitsing van de wereld, waarbij je je seksuele voorkeur ziet als een privé-aangelegenheid en beleeft binnen een netwerk van homo-vrienden of lesbische vriendinnen. Je maakt een opsplitsing tussen jouw homo/lesbische vrienden en de heteroseksuele wereld. · De identiteitstrots: Je overbeklemtoont je eigen vriendenkring tegenover de heteroseksuele wereld. Je bent uit op confrontatie en participeert vrijwel exclusief in de homo/lesbische wereld. Na verloop van tijd besef je dat je de heteroseksuele buitenwereld niet uitsluitend negatief mag beoordelen. · De identiteitssynthese: Je homo-, lesbisch- of bi-zijn verliest haar centrale plaats. Je trekt je niet meer terug in de homolesbische wereld. Je bent rijp voor integratie, zonder verlies aan identiteit, in de samenleving. Mannen en vrouwen gaan verschillend om met coming out, omdat jongens en meisjes in onze samenleving andere waarden en normen meekrijgen. De identiteitsvorming bij vrouwen verloopt bijvoorbeeld onduidelijker. Meisjes worden gesocialiseerd om emotioneel om te gaan met andere meisjes. Hun gevoelens en houding worden niet zo snel als “lesbisch” gezien. Bij jongens legt men dan weer sneller de link naar homoseksualiteit. Een ander verschil is dat jongens meer gestimuleerd worden in hun opvoeding om te experimenteren met seksualiteit. Homo’s hebben dan ook vaak al seksuele ervaringen achter de rug voor ze zich homo noemen. Vrouwen noemen zich doorgaans eerder lesbisch, voordat ze vrijen met een vrouw. Vanzelfsprekend mogen we deze verschillen niet veralgemenen, er zijn altijd uitzonderingen op de regel. Homofiele mensen mogen tegenwoordig ‘trots’ zijn dat ze homo , lesbiënne of biseksueel zijn. Dat bewijzen de jaarlijkse Gay-pride optochten in verschillende landen waar homoseksualiteit toch een beetje geaccepteerd wordt. In België werd er al eens zo’n parade georganiseerd, en men vond dat dit nog meer moest worden gedaan… 5. Politiek Veel mensen, waaronder politici, in ontwikkelingslanden zien wel in dat homoseksualiteit ook in hun samenleving voorkomt, maar vaak vindt men dat het in de privé-sfeer moet blijven. Dit geldt trouwens ook voor seks in het algemeen. De wetgeving aangaande homoseksualiteit is in veel landen nog steeds gebaseerd op die van oude kolonisatoren, maar al is deze gewijzigd dan nog is dat geen garantie dat deze tolerant is. Het spreekt voor zich dat het politieke klimaat veel invloed heeft op de wijze waarop met same-sex love wordt omgegaan. In het derde Pink Book wordt een overzicht gegeven van de situatie met betrekking tot homoseksualiteit in 202 landen: · Van de 202 landen zijn er 53 extreem tegen homoseksualiteit. Dit wil zeggen dat homoseksualiteit er illegaal is en dat je ervoor kan worden opgepakt. · Van deze 53 is de meerderheid islamitisch, zijn ex-koloniën van Engeland of voormalig communistisch · In 56 landen bestaat een homo- of lesbobeweging en in 15 wordt er één opgezet. De situatie, zowel wat betreft belangengroepen als de wetgeving, is het best in Europa en het slechts in Afrika. In slechts 11 landen is de meerderheid van de bevolking voor gelijke rechten voor homo- en heteroseksuelen en in 6 landen beschermt de wet homoseksuelen tegen discriminatie.
6. Wettelijke discriminaties Op Europees vlak kan je aan de hand van vier vragen de graad van de emancipatie van holebi’s ‘meten’: · Staat de term homoseksualiteit nog in het strafwetboek? · Is de leeftijdsgrens voor seksueel contact gelijk voor holebi’s en hetero’s? · Is er een anti-discriminatiewet die discriminatie op basis van seksuele voorkeur bestraft? · Hebben holebi’s dezelfde burgerrechten als hetero’s? Dit zijn ook de vier grootste basiseisen van de Vlaamse holebi-vereniging. In België zijn reeds twee pijlers werkelijkheid: homoseksualiteit is niet strafbaar en de leeftijd voor homoseksueel contact ligt net als voor heteroseksueel contact op 16 jaar. Er bestaan eigenlijk geen wetten die holebi’s expliciet andere rechten en plichten opleggen voor hetero’s. wel is het zo dat de wetgeving uitgaat van heteroseksualiteit, en homoseksualiteit in de wetgeving een categorie is die als het ware niet bestaat. Zo staat bijvoorbeeld niet in de wet dat enkel man en vrouw kunnen trouwen, maar door gewoonte is dat wel zo. Een anti-discriminatiewet, die discriminatie verbiedt op basis van geslacht, seksuele voorkeur, burgerlijke staat en gezinsomstandigheden is in België nog altijd niet goedgekeurd, hoewel de holebivereniging daar al jaren voor ijvert. Ook wat betreft burgerrechten, zoals een wettelijke regeling voor homoseksuele en lesbische koppels, is in België nog niet veel gerealiseerd. Er zijn reeds twee wetsvoorstellen die een juridische erkenning trachten te geven aan ongehuwde koppels. Gezinshereniging (je buitenlandse partner die legaal in België kan blijven omdat jullie een relatie hebben) en lesbisch of homoseksueel ouderschap zijn hierin niet opgenomen. De laatste tijd is er wel een gunstige evolutie. Een ander positieve kentering is dat de Vlaamse overheid holebi’s heeft erkend als doelgroep voor het Gelijke-Kansenbeleid. Een beleid dat homo’s lesbienne’s en biseksuelen serieus neemt als maatschappelijke categorie is nieuw in Vlaanderen. Met een aantal fundamentele initiatieven probeert de Vlaamse minister voor Gelijke-Kansenbeleid de bevolking te sensibiliseren en het maatschappelijke debat rond homoseksualiteit te bevorderen. Ze realiseerde in 1996 een sensibiliseringscampagne voor de Roze Zaterag onder het motto: “homo- en lesbiennerechten zijn mensenrechten”. Toch blijft er nog heel wat werk aan de winkel. Er zijn nog heel wat concrete discriminatiemeldingen. Veel discriminaties vloeien voort uit het feit dat er geen partnerregeling is voor homoseksuele en lesbische koppels. Andere discriminaties zijn het gevolg van kortzichtigheid van personen die nog niet eerder geconfronteerd werden met vragen van holebi’s. Dan zijn er nog discriminaties die voortkomen uit de bekrompenheid of kwaadwilligheid van mensen. Deze discriminaties vragen veel inspanning om ze op gelost te krijgen (wat niet altijd mogelijk is) en kunnen enkel voorkomen worden door een algemeen beleid dat gericht is op een algemene mentaliteitswijziging. 7. Aids: Gevolgen voor homo- en lesbobewegingen AIDS staat nog altijd bij veel mensen bekend als zijnde een "homoziekte". Hoe is dit verhaal in de wereld gekomen? Ten eerste werd de ziekte voor het eerst in homokringen aangetroffen, waardoor homoseksuelen snel als de boosdoener werden aangewezen. Een tweede reden is een meer psychologische verklaring. Het is een soort zelfbescherming door heteroseksuelen: "Als het alleen in die groep voorkomt, kan ik het niet oplopen." Het is dus een manier om AIDS op een afstand te houden. In veel landen heeft AIDS een paradoxaal effect gehad. In landen waar homobewegingen al relatief sterk in het zadel zaten, zoals bijvoorbeeld in Nederland, Scandinavië en Nieuw Zeeland, werd de positie van deze bewegingen juist nog eens benadrukt en kregen ze meer invloed. Aan de andere kant werd in landen waar de positie van homo's nog niet zo sterk was, hun situatie door de opkomst van AIDS bedreigd. Daar waar nog helemaal geen bewegingen voor homoseksuelen bestonden werd het enerzijds in sommige landen nog moeilijker zich te organiseren, in andere landen was het juist een stimulans om de krachten te bundelen en een organisatie op te richten. Veel campagnes rond AIDS-bestrijding hebben toch hetero's als doelgroep ondanks het stereotype dat het vaak als homoziekte wordt afgeschilderd. Wil de boodschap echter volledig overkomen, dan moeten alle risicogroepen aangesproken worden. Ook speciale aandacht voor jongeren moet hier niet worden vergeten. 8. Beeldvorming in de media. Beeldvorming over holebi’s in de media is enorm belangrijk. De media weerspiegelen de maatschappelijke evolutie enerzijds, en anderzijds hebben de media een grote invloed op de mentaliteit van de samenleving. Tien jaar geleden werd homoseksualiteit in de media nog doodgezwegen. Toen het weekblad Knack in 1992 naar aanleiding van de Roze Zaterdag een dossier over homoseksualiteit publiceerde, kon dit thema niet onder de vorm van een foto op de cover van het blad. Ook de acties van de holebibewegingen kregen weinig of geen aandacht in de media, de BRTN televisie besteedde bijvoorbeeld helemaal geen aandacht aan de Roze Zaterdag van ’92. Bij de geschreven pers hadden enkel Humo en De Morgen systematisch aandacht voor wat leeft en beweegt in de holebiwereld. De overige kranten en tijdschriften zwegen in alle talen over homoseksualiteit, maar praatten er wel over in een negatieve of sensationele context. De laatste jaren is daar verandering in gekomen. De media berichten steeds meer waarheidsgetrouw over homoseksualiteit. Neem bijvoorbeeld het jaar ’96: de wetsvoorstellen voor een antidiscirminatiewet of een partnerregeling kwamen en gingen met de golven van de mediabelangstelling. De Roze Zaterdag 1996 stond vooraan in de journaals. In de week voorafgaand aan de Roze Zaterdag kreeg iedereen in Vlaanderen op prime time het sensibiliseringsspotje van de Vlaamse minister van Gelijke-Kansenbeleid te zien. Homoseksualiteit kamt aan bod in zowel de audio-visuele als geschreven pers. Dit is een grote vooruitgang. Het feit dat homoseksualiteit nu aan bod komt in de media, heeft een grote invloed op holebi’s. Voor zij die nog “in de kast zitten” kan een programma of artikel erkenning bieden, een stimulans zijn om iets met hun gevoelens te doen. Ook internet, een medium met een lage drempel, bevat heel wat informatie over homoseksualiteit. De meeste holebigroepen hebben een website op internet. Op de teletekstpagina’s van de BRT vind je elke dag nieuws over homoseksualiteit. 9. De mening van de kerk over homoseksualiteit De meeste christenen zijn opgevoed met het idee dat homofilie/homoseksualiteit een vieze zonde is, een afwijking. Een christen weet toch dat de mens moet streven naar heiligmaking, in die zin dat seksuele gemeenschap heilig is en niet verdraaid mag worden? Het is hen toch aangeleerd dat hun lichaam een Tempel van God is en dat seksuele zonden (homofilie) invloed hebben op de geest en het verstand? Veel christenen beweren dat je homo, lesbiënne of biseksueel mag zijn zolang je het maar niet uitvoert. Is dit in strijd met de Bijbel of geheel volgens de Bijbel? Mogen holebi’s deelnemen aan het avondmaal en mogen zij zich laten dopen? Het Christelijke geloof verteld ons dat homofilie een aangeboren eigenschap is. het is volgens hen genetisch bepaald in de oorspronkelijke ontwikkeling van het bevruchtingsproces. De échte homofilie is niet ontstaan uit het tekort aan vaders aandacht voor de jongen, of een tekort aan moeders aandacht voor het meisje. Dit is slechts een achterhaald sprookje waarin velen nog willen geloven. Anderen denken dat homoseksualiteit zou zijn ontstaan uit een beladen verleden. Wanneer het homogevoelig kind (seksueel) traumatische ervaringen zou hebben meegemaakt, zou het later wel eens een homo kunnen worden. Nog een ‘mooi’ uitspraak is dat een homofiel is blijven hangen in zijn puberteit, dé tijd van zijn/haar leven waarin geëxperimenteerd wordt met allerhande zaken. Vanuit ethische hoek zullen christenen zeggen (in samenhang met de bijbel): “Aanvaardt mensen zoals ze zijn!”. Maak hen en jezelf niet beschaamd. Dit is weliswaar een minderheidsstandpunt in het christendom. Deel 2: mijn mening omtrent het gestelde probleem, bekijk het kritisch. Personen die ‘anders’ zijn, die in bepaalde opzichten van anderen verschillen, worden vaak anders benaderd en behandeld. Het ‘anders’ zijn wordt als een bedreiging ervaren, en daarom gestraft. Ik vind dat homoseksualiteit moet kunnen. De maatschappij echter ziet de wereld door een heterobril, en houdt er geen rekening mee dat niet iedereen dezelfde ideeën heeft. Hoe gaan homo’s, lesbiennes en biseksuelen nu om met hun persoonlijke gevoelens? Het is meestal niet evident omdat hun geaardheid meestal niet geaccepteerd wordt door de maatschappij, en dikwijls ook niet door hun onmiddellijke omgeving. Homoseksualiteit wordt/werd gezien als een taboe. Dit komt meestal door de onwetendheid over het onderwerp. Ook de kerkelijke overtuiging heeft er veel mee te maken. Volgens de bijbel horen man en vrouw bij elkaar, en is het verkeerd om een seksuele voorkeur te hebben voor iemand van hetzelfde geslacht. “God heeft het zo gewild, en het moet zo blijven!” Ik vind dat dit nergens opslaat, en dat deze opvattingen middeleeuws zijn. Ook is veel aan de opvoeding te wijten. Kinderen worden verkeerd opgevoed. Ze hebben van jongs af een negatief beeld van homoseksualiteit. Ze vinden het vies. Dat hoor je ook aan de scheldwoorden die ze gebruiken. Als ouders hun kinderen zouden opvoeden met de idee dat homoseksualiteit de normaalste zaak van de wereld is, en dat iedereen homo, lesbisch of bi kan zijn, zouden holebi’s veel minder, zoniet geen last hebben van discriminatie, en zouden ze zich veel beter kunnen intrigeren in de maatschappij. Dit is echter niet het geval, en het zal nog vele jaren, zoniet decennia duren vooraleer homoseksualiteit niet meer als taboe gezien wordt, en nog langer vooraleer het aanvaard wordt. Mijn mening, en zo zou het ook moeten zijn vind ik, is dat iedereen het recht heeft om zijn eigen partner te kiezen. Het doet er niet toe of die van hetzelfde of het andere geslacht is, zolang iemand maar gelukkig is. Ook vind ik dat iedereen dezelfde rechten en plichten moet hebben. Het is immers onzin om iemand te verbieden om met een persoon van hetzelfde geslacht te trouwen of om iemand een job te weigeren omdat hij een ‘andere’ geaardheid heeft. Het is dus duidelijk dat homoseksualiteit nog niet ingeburgerd is, zelfs niet in onze beschaafde, ontwikkelde Westerse wereld. Ik vind ook dat de overheid, politici, media en beroemdheden het juiste voorbeeld moeten, geven. Zij hebben een voorbeeldfunctie, en door de juiste mentaliteit te tonen zal de bevolking homoseksualiteit meer beginnen te aanvaarden.
Besluit: mijn persoonlijk besluit over dit onderwerp Mijn besluit is dat de maatschappij een veel te negatief beeld heeft over homoseksualiteit. Mensen kunnen homoseksualiteit niet aanvaarden omdat ze er te weinig over weten. Er moeten dringend veranderingen komen in de opvattingen en ideeën van sommige (de meeste) mensen. Het wordt tijd dat homoseksueel zijn niet langer als een taboe of als iets vies wordt beschouwd. Ouderwetse ideeën en kerkelijke overtuigingen passen niet meer in onze beschaafde en ontwikkelde maatschappij. Wetten over homoseksualiteit moeten worden vernieuwd, rechten van homoseksuelen (zoals het huwelijk, de mogelijkheid om een kindje te kunnen adopteren, recht op gezinsbijstand, ... ) moeten worden verworven en opvoedingen moeten worden veranderd (kinderen moeten van jongs af aan gewoon zijn met het begrip ‘homoseksualiteit’). Homoseksuelen moeten eigenlijk dezelfde rechten krijgen als heteroseksuelen. Er is een zekere vooruitgang geboekt over de laatste jaren, maar alles is nog niet optimaal. Pas als de maatschappij homoseksualiteit gaat aanvaarden, zullen de homoseksuelen zichzelf ook aanvaarden. Want nu hebben homoseksuelen nog altijd last van identiteitsproblemen, en durven ze ook niet naar buiten komen met hun geaardheid. Ook worden ze gediscrimineerd omdat ze van iemand van het zelfde geslacht houden. (Voorbeelden daarvan zijn het weigeren van een job aan homoseksuelen, het weigeren om een huis te verhuren aan homoseksuelen, het weigeren van homoseksuele klanten in cafés, het ontnemen van het recht op een huwelijk tussen homoseksuelen,... ) Bronnen Internet: · www.wpf.org/youth/nl/homo.html · www.weljongniethetero.be · www.verkeerdgeparkeerd.be · www.faq.nl · Afbeeldingen via google (www.google.be) publicaties: · Infofolder van de Vlaamse minister van Gelijk-Kansenbeleid: “homo’s en lesbiennes in Vlaanderen. . Infofolder van Wel Jong Niet Hetero (WJNH). Infofolder “Meisje & Meisje” van Verkeerd Geparkeerd. · Infofolder “Jongen & Jongen” van Verkeerd Geparkeerd. · artikel uit Knack 2 mei 2001
Interessant leesboek over homoseksualiteit, AIDS, zoektocht naar de identiteit: · Titel: Lieve Timo, Auteur: Elin Brodin; Sofie schrijft brieven aan Timo, een vriend die een jaar daarvoor aan aids overleed. Ze beschrijft hoe ze door de ontmoeting met die jonge kunstschilder en zijn vriend een heel andere levenswijze leerde kennen. De kennismaking met de homoscene en het meebeleven van het ziekteproces zorgen ervoor dat zij verandert in een jonge vrouw, die genuanceerder tegen de wereld aankijkt.

REACTIES

T.

T.

nice goed werstuk!!!

7 jaar geleden

E.

E.

geweldig!

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.