Hippies

Inhoud 1. Waarde en normen
2. Maatschappelijke positie
3. Uiterlijk
4. Muziek
5. Gewoonte
6. Eten en drinken 1. Waarde en normen. De hippies vonden het belangrijk dat er vrede was op aarde en vonden ook dat hun dat ging lukken om daar de mensen van te overtuigen dat je met geweld niks oplost. Het symbool van de hippies is het peace teken; wat vrede betekend. De uitspraak die de hippies veel gebruikten was; “make peace not war” Dat betekent: maak vrede geen oorlog! 2. Uiterlijk. Bij de hippies droegen de jongen en meisjes lang haar vaak tot over de schouders. De meesten hadden een lange pony of een scheiding in het midden van hun haar. Het liefste hadden ze steil haar, maar ook ‘afro-kapsels’ waren erg in. De lengte van hun haar is zelfs een op zichzelf staand communicatiemiddel geworden. Het lange haar is symbolisch voor het samenzijn op straat, voor nietsdoen en voor vrijheid. Daarentegen staat kort haar symbolisch voor discipline en regels. Ook kleurden ze hun haar vaak (oranje) rood met Henna. Mannen lieten vaak hun snor of baard staan, dat deden ze om niet verwijfd te lijken met hun lange haar. De meisjes droegen geen of weinig make-up. Bij feesten en pop concerten zag je sommige hippies, vooral meisjes, met kleurrijke bodypaint. De kleding van de hippies zag er armoeding uit, ze droegen vooral tweedehands kleding. Ze hielden van vale verwassen T-shirts en versleten spijkerbroeken. Ook hielden ze van overhemden en grote uitgezakte truien. Ze droegen laarzen of sandalen aan hun voeten. In 1970 kwamen de felle en vrolijke kleuren meer in de mode. De stoffen waren effen of hadden een patroon met cirkels, spiralen of blokjesprint. Ook droegen ze graag kleding met bloemetjes erop. Jongens droegen heupbroeken met uitlopende pijpen, overhemden, jasjes en dassen. Meisjes droegen vooral korte broeken, super korte rokjes en jurkjes. De zonnebrillen met grote glazen droegen ze allebei. Later kwamen de plateauzolen ook nog in. Ook droegen ze veel enkelbandjes en armbanden. Na 1970 vond je in Nederland steeds meer winkels die hippiekleding verkochten. Hippies hielden niet van luxe dingen, ze vonden dure snelle auto’s bijvoorbeeld verschrikkelijk. Alles moest het liefste zo goedkoop en zo zuinig mogelijk zijn. Als ze zelf ergens heen moesten, gingen ze met hun eigen vervoersmiddel of liftend. Ook bleven ze vaak erg lang weg, om zichzelf te bewijzen en te leren kennen.
3. Muziek. Hippies hielden van psychedelische rock, een combinatie van rock, blues, country en western, volk en Indiase ragas. Deze muziek was eenvoudig en emotioneel. De muziekanten leefde hun muziek die, net als drugs, bedoeld was om het bewustzijn te ‘vergeten’. Bekende bands in dit genre waren Jefferson Airplane, Gratful Dead en ook de Beatles werden door deze stijl beïnvloedt. Daarnaast was undergroundmuziek populair, bijvoorbeeld Frank Zappa en The Mother of Invention en The Velvet Underground. Heel goed was Jimi Hendrikx. Ook Oosterse muziek werd veel beluisterd, als ze gingen blowen draaide ze muziek als Ravi Shankar en Tibaanse meditatie muziek. Muziek speelde een belangrijke rol in het hippieleven. Je luisterde samen naar muziek, mediteerde en blowde op muziek en maakte ook zelf muziek met elkaar. Ze draaiden de hele dag muziek, vanaf het opstaan. Platen kocht je tweedehands en ze wisselden uit. Op de muziek werd ook wel gedanst, al was dansen minder belangrijk dan luisteren. Hippies zagen dansen als een vorm van zelfexpressie. 4. Gewoonte. Vaak waren ze stoned door hasj en wiet. Ze troffen elkaar aan in cafés, jongerencentrums en popconcerten. Ze waren veel buiten te vinden, in de natuur maar ook op straat. Vaak woonden ze met anderen samen in één huis. De inrichting kwam meestal uit tweedehands winkels met oosterse accenten. In hun relaties hadden ze veel seks. De meeste hadden ernaast ook seksuele contacten met anderen. Hippies dachten heel makkelijk over opvoeding dus het gebeurde regelmatig dat ze bewust of onbewust zwanger raakte en kinderen kregen. In hun vrije tijd gingen ze vaak naar dingen doen zoals: · Hasj roken. · Tegen geweld Naar concerten gaan. · Vrede Party’s geven. · Milieu beland. · Tegen racisme. 5. Eten en drinken. Frisdrank en koffie hoorden niet bij de hippies. Als er vrienden kwamen, zette je thee. Het was altijd thee, kruidenthee. Vooral pepermunt- en zoethoutthee vonden ze lekker. Zij aten vegetarisch en gebruikten geen kant-en-klaar producten. Dat betekende eindeloos peulvruchten en granen inweken en een lange bereidingstijd. Sommigen openden een vegetarisch restaurant. Hippies wilden graag niet gestoord worden als ze aan het eten waren. Woonde je buiten, wat toen heel erg normaal was, dan verbouwde je groente op het land of in je moestuin, uiteraard op biologische grondslag.