Bureau Halt

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • groep 8 | 2423 woorden
  • 13 oktober 2007
  • 157 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
157 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Bureau Halt

Sanne is samen met haar vriendin Rosa in de bus. Ze komen van school Sanne is boos omdat ze verliefd is op Jeroen. Maar Jeroen is verliefd op iemand anders. Rosa zegt schrijf op de stoel dat Jeroen lelijk is dat lucht op. Sanne schrijft met graffiti op de stoel maar ze is niet opgelucht.

De chauffeur heeft alles gezien hij gaat naar Sanne toe. De chauffeur belt de politie. En Sanne moet alleen naar het politiebureau toe. Daar verteld ze het verhaal, de politieagent typt het verhaal op de computer. Ze moet naar Bureau Halt. Sanne moet al het geld terugbetalen door klusjes te doen. Sanne moet bijvoorbeeld schoonmaken.

Halt betekent: het alternatief. Alternatief betekent : een andere manier. Sanne mag dat niet doen maar ze hoeft niet in de gevangenis.Ze krijgt een andere straf er voor.

Over Halt

Halt is ontstaan in 1981, in Rotterdam. Deze stad had toen vaak te maken met graffiti en vernielingen in bussen, trams en treinen. De politie vond dat er iets aan gedaan moest worden. Ze bedachten dat ze ervoor moesten zorgen dat de lol eraf ging. Daar hoefden ze niet zolang over na te denken. Door bekladders zelf hun graffiti te laten wegpoetsen. En te laten betalen wat ze kapot hebben gemaakt. Er werd een bureau opgericht voor jongeren tot achttien jaar die door strafbaar gedrag bij de politie terechtkomen. Inmiddels is er in heel veel plaatsen in Nederland een HALT bureau.

Niet voor iedereen
Via bureau Halt hebben jongeren een kans hun fouten goed te maken. Het geld niet voor alle fouten. Sommige fouten zijn te erg, dat er een zware straf voor is. Als je iemand het ziekenhuis inslaat kan je het niet zomaar goedmaken en hetzelfde geldt voor berovingen of spullen afpakken, daarvoor is bureau halt geen oplossing. Dat geldt ook voor grote vernielingen.

Alleen minder ernstige feiten
Bureau Halt helpt alleen bij minder ernstige feiten. Die fouten zijn vaak al erg genoeg. Graffiti is een voorbeeld. Maar ook van vernieling, bijvoorbeeld van struiken, van telefooncellen of van lantaarnpalen. En van vuurtje stoken of stunten met vuurwerk.

Dit zijn allemaal voorbeelden van vandalisme. Heb je iets vernield dan pakt de politie je en kom je bij halt terecht. En ook na baldadigheid, ondeugend strafbaar gedrag, zoals dieren pesten, mensen in gevaar brengen of beledigen. Een andere groep feiten is die van vermogensdelicten. Dat is een moeilijk word voor alle strafbare dingen die je kunt doen met geld of spullen van een ander. Winkeldiefstal is een vermogensdelict. En heling, het kopen van gestolen spullen. Ook geld van de portemonnee van je vader of moeder graaien, is een vermogensdelict. Of een fiets meenemen die niet van jou is.

Schade
Er zijn ook dingen van vandalisme en vermogensdelicten die soms te ernstig zijn voor bureau halt. Bureau halt bepaalt of het te ernstig is. Bij vandalisme mag de schade niet hoger zijn dan ongeveer 700 euro. En bij diefstal mag wat je gestolen hebt, niet meer waard zijn dan ongeveer 125 euro. Gooi je bijvoorbeeld een ruit in van een telefooncel, dan zul je ongeveer 300 euro moeten betalen. De mensen van Bureau Halt zullen je helpen een manier te vinden om dat geld bij elkaar te krijgen. Als je de hele telefooncel hebt vernield, kan het Bureau Halt er niks meer aan doen.

Lik op stuk: een straf voor je fout
Als je meteen voor een fout wordt gestraft noemen we dat lik op stuk krijgen. Een week nadat Sanne de stoel in de bus heeft beklad, ligt er bij haar thuis een brief van het Halt-bureau. In die brief worden haar ouders gevraagd om naar het bureau te komen. Op Bureau Halt legt een mevrouw uit wat de bedoeling is. Zij heeft Sanne’s verhaal van de politie ontvangen. Sanne kan nu kiezen. Of zij maakt haar fout meteen goed. Of die mevrouw stuurt het verhaal terug naar de politie en de politie maakt er een proces-verbaal van. Hierin staat de gebeurtenis beschreven waarbij de wet overtreden is. Proces-verbaal is een deftig woord voor verhaal. De politie maakt een proces-verbaal, dan wordt dit doorgestuurd naar de officier van justitie. Deze ambtenaar werkt bij de rechtbank en weet alles van de wet. Van wat wel mag en niet mag. Officieren van justitie weten ook welke straf hoort bij welke fout. Vaak beslissen zij welke straf iemand krijgt. Als de zaak ingewikkeld is, beslist de rechter of de kinderrechter. In een rechtszaal. Zover kan je het beter niet laten komen. De rechtszaal is een plaats voor ernstige fouten. Als de rechter jou een straf geeft, daar kan je later last van krijgen. Omdat de misdaad en de straf worden opgeschreven in een document, een soort brief. Als je ouder dan zestien ben, dan heet je document een strafblad. Dat is erg omdat je dan een strafblad heb en dan mag je niet overal meer werken later.

Kiezen voor Bureau Halt
Sanne hoeft niet lang na te denken, ze wil haar fout herstellen. Sanne moet naar het vervoerbedrijf. De parkeerplaats waar de bussen staan, ligt vol met rommel. Zij moet die rommel opruimen. Sanne ziet er tegen op. De chauffeur die haar naar de politie stuurde, is er ook. Als Sanne klaar is geeft de chauffeur haar een hand. Je hebt je fout weer goed gemaakt zegt de chauffeur dan.

Bureau Halt maakt de afspraken
Vergoeding en alternatieve straf
Sanne kreeg een alternatieve straf en daarmee was de zaak afgedaan. Bij diefstal of beschadiging bestaat de straf uit twee delen. Ten eerste betaal je terug wat je gestolen of stukgemaakt heb. Dat is de schadevergoeding. Ten tweede krijg je een alternatieve straf. Een meisje heeft een lippenstift gepikt bij de drogist. Als de lippenstift ongebruikt is dan kan ze deze gewoon terugbrengen. Als ze haar lippenstift heeft gebruikt moet ze het betalen . Ze krijgt ook nog een alternatieve straf. Ze moet komen helpen in de winkel (de drogist ). Vakken vullen, het magazijn opruimen, kauwgum van de vloer krabben, dat soort dingen. De straffen duren nooit langer dan twintig uur en het word altijd buiten schooltijd gedaan. De straffen kunnen erg verschillend zijn. Als je een vuurtje hebt gestookt moet je bij de brandweer schoonmaken. Als je oude mensen hebt lastig gevallen op straat moet je in het bejaardenhuis klusjes doen.

Regelingen
Soms hebben kinderen geen geld om de schade meteen terug te betalen. Als ze nog geen veertien jaar zijn moeten de ouders dat betalen. Als je boven de veertien jaar bent zoek je bijvoorbeeld een baantje om geld te betalen. Met het verdiende geld moet je elke week een beetje van de schade betalen. Zo’n regeling heet een afbetalingsregeling.

Het komt ook wel eens voor dat de schade zonder geld word vergoed. Je hebt een fiets van een vrouw gestolen. Die vrouw wil haar fiets terug. Maar ze wil dat jij begrijpt wat je hebt gedaan. Dat je erover nadenkt dat je fout zit. Door excuses te maken. Bureau Halt kan er voor zorgen dat je een gesprek hebt met die vrouw.

Waarom heb je het gedaan
Als je de wet hebt overtreden krijg je de vraag waarom heb je het gedaan ? Iedereen die te maken heeft met jou probleem vragen dat allemaal. Je weet niet altijd antwoord, sommige dingen doe je zomaar. Meestal willen de kinderen die het doen aandacht trekken. Vaak laten ze zich opjutten door anderen.

Meisjes en jongens
Er komen allemaal jongeren naar Bureau Halt. Hun ouders kunnen overal vandaan komen. Bureau Halt ziet allemaal verschillenden kinderen binnenkomen klein groot blank zwart. Er is wel een verschil tussen jongens en meisjes. Acht van de tien die bij Bureau Halt komen is een jongen. Telefooncel kapot gemaakt, planten uit plantenbakken getrokken.

Veel jongens houden van stoer doen. Meisjes hebben weinig interesse in vandalisme. Als meisjes bij halt komen is het meestal dat ze iets hebben gestolen.

Als er meer aan de hand is
Sofie stal chocola uit de supermarkt. Al een paar keer. Ze werd betrapt. Ze moest met haar moeder naar Bureau Halt. Ze keek strak voor zich uit. Het leek haar allemaal om niets te doen. Haar moeder vond het heel erg en ze snapte niet waarvoor haar dochter dat had gedaan. De volgende dag moest Sofie alleen terugkomen. Ineens ging ze daar huilen bij Bureau Halt. Ze werd gepest op school. De moeder dacht dat ze zich aanstelde. Sofie voelde zich eenzaam. Uit een soort wraak stal ze chocola.

Hulp
Bij Bureau Halt zat Sofie goed. Het praten luchtte haar op. Bureau Halt helpt Sofie om hulp te krijgen. Sofie moet leren om zelfvertrouwen te krijgen. Daarvoor gaat Sofie naar het RIAGG daar kan je heen gaan als je je naar in je hoofd voelt. De man van Bureau Halt maakt een afspraak voor Sofie bij het RIAGG. Hij belde ook Sofie’s moeder. Samen werden ze geholpen. Sofie moest de chocola terugbetalen en een ochtend komen werken. Ze ging ook een cursus doen. Daar leerde ze van zich afbijten tegen het pesten. En haar moeder moet voortaan beter naar haar dochter luisteren.

Halt, voor nu en later
Bijna alle kinderen die een alternatieve straf hebben gehad vinden dat terecht. De meesten stoppen dan ook met strafbaar gedrag. Maar wat gebeurt er als ze voor de tweede keer in de fout gaan ? Dat hangt er van af. Als er meer dan een jaar in tussen zit, dan helpt Bureau Halt je nog een keer. Is het korter geleden dan helpt Bureau Halt je niet. De derde keer helpt Bureau Halt in ieder geval niet meer. De politie stuurt je procesverhaal naar de officier van justitie. Als je regelmatig de wet overtreedt, ben je op weg een misdadiger, een crimineel, te worden. Bureau Halt is er juist om criminaliteit te voorkomen. Preventie heet dat. De alternatieve straf is een vorm van preventie.

Voorlichting
Een andere vorm van preventie is voorlichting. Mensen van Bureau Halt geven voorlichting. Ze komen bijvoorbeeld naar je klas toe om iets te vertellen. Soms laten ze een video zien (ook in onze klas gedaan ). Over wat de gevolgen er van zijn. Vandalisme is een maatschappelijk probleem. Iedereen moet nee durven zeggen tegen vandalisme en criminaliteit. Ook kinderen en jongeren zelf. Stoer ben je pas als je nee durft te zeggen.

Opnieuw beginnen
Halt is sinds 1981 flink gegroeid. In het begin was er maar één bureau. In 2000 waren er al 61, verspreid over het hele land. Bureau Halt zit soms in het gemeentehuis of in de buurt van het politiebureau.

Kattenkwaad
Eens een dief, altijd een dief. Die uitdrukking werd vroeger wel eens gebruikt. Heb je één keer iets verkeerd gedaan, dan zul je dat wel blijven doen. Je begrijpt het Halt vind dat het onzin is. Kattenkwaad hoort bij jongeren. Belletje trekken, stinkbommen gooien. Daar ligt niemand wakker van. Soms ga je te ver dan is het geen lolletje meer maar strafbaar gedrag. je weet soms niet waar de grens ligt. Als je jong bent, moet je dat nog leren. Ook van je fouten moet je leren. Halt houd daar rekening mee. Als je één keer de fout ben ingegaan. maak je dan geen zorgen. Je kunt gewoon opnieuw beginnen.

De meeste jongeren maken iets kapot in een groep
De jongeren doen stoer tegen anderen en ze doen bijv : graffiti spuiten

Plek binnen justitie
De Dienst Justitiële Inrichtingen is een agentschap van het ministerie van Justitie. De Dienst functioneert in drie justitiële 'ketens': de strafrechtsketen, de jeugdketen en de vreemdelingenketen. Een keten is eigenlijk een soort samenwerkingsverband tussen verschillende organisaties.
Voorbeelden van dergelijke organisaties zijn de politie, de Zittende Magistratuur (Rechterlijke macht), het Openbaar Ministerie, de Raad voor de Kinderbescherming, de Reclassering, de (gezins-)voogdij-instellingen en de Jeugdreclassering, de Haltbureaus, de bureaus Slachtofferhulp, het Schadefonds Geweldsmisdrijven en het Centraal Justitieel Incassobureau.
De onderlinge afhankelijkheid van de verschillende organisaties binnen de ketens en daarbuiten neemt steeds meer toe. We beperken ons hier tot de grote lijn van de meest bekende keten, de strafrechtsketen.

Jeugdketen
Ervoor zorgen dat de jeugd snel en met aandacht voor persoonlijke omstandigheden wordt berecht, dat is een taak voor de jeugdstrafrechtsketen.

De politie maakt processen-verbaal op, de Raad voor de Kinderbescherming rapporteert, de officier van justitie vordert een straf en de kinderrechter veroordeelt de jeugdige ter zitting.

De enige straf die voor jeugdigen bestaat is jeugddetentie(opsluiting). De kinderrechter kan de jeugdige ook de strafrechtelijke maatregel opleggen van plaatsing in een inrichting voor jeugdigen, de zogenaamde PIJ-maatregel. De jeugdige krijgt dan een behandeling. In beide gevallen komt DJI in beeld.

Ondertoezichtstelling
Soms wijst het gedrag van een jeugdige erop dat het een en ander schort aan opvoeding, scholing of gezinssituatie. De Raad kan dan via de rechter een 'ondertoezichtstelling' regelen, al dan niet met 'uithuisplaatsing'. Zo krijgen jeugdigen en ouders eerder ondersteuning om eventueel verder afglijden te voorkomen.
Een 'ondertoezichtstelling' is een maatregel voor kinderen die in hun ontwikkeling bedreigd worden en waarvan de ouders niet bereid of in staat zijn vrijwillig hulp te zoeken. De ondertoezichtstelling legt deze hulp -van een gezinsvoogd- op. Ondertoezichtstelling en uithuisplaatsing vallen onder het civiele recht. Deze maatregelen houden geen verband met het plegen van strafbare feiten. Een deel van de jeugdigen in een justitiële jeugdinrichting verblijft daar op grond van een ondertoezichtstelling.
Schakels
De jeugdstrafrechtsketen bestaat uit een aantal schakels. Het begint bij een aanhouding, gevolgd door een eerste verhoor en eindigt, afhankelijk van de ernst, met de uitvoering van het vonnis.

De schakels zijn:
Politie: tussen het eerste verhoor en de ontvangst van het proces-verbaal verstrijken maximaal vijf dagen in geval van een Halt-afdoening en verstrijkt maximaal een maand bij doorzending naar het OM.
Halt: de jeugdigen moeten binnen 90 dagen na het eerste verhoor met de Halt-afdoening van start gaan.
OM: de jeugdigen moeten binnen 90 dagen na het eerste verhoor een transactievoorstel (voor een taakstraf of boete) van het OM aangeboden krijgen.
Raad voor de Kinderbescherming: komt in actie na de melding van de politie vanwege een proces-verbaal. De Raad doet onderzoek en heeft een adviestaak. Als richtlijn moet het rapport uiterlijk veertig dagen na de melding van de politie klaar zijn.
Rechtbank: de jeugdigen moet binnen zes maanden na het eerste verhoor door de rechter een vonnis gewezen krijgen.
Taakstraf:de jeugdigen moeten binnen 30 dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis of aanvaarding van de taakstraf met deze sanctie beginnen.
Jeugddetentie of opname: de jeugdigen, veroordeeld tot jeugddetentie of PIJ-maatregel, moeten binnen 30 dagen na het onherroepelijk worden van het vonnis in een jeugdinrichting zijn geplaatst.
De jeugdreclassering en/of de gezinsvoogd (bij een ondertoezichtstelling) hebben een begeleidende taak tijdens de detentie en na de invrijheidsstelling van de jeugdigen.

REACTIES

R.

R.

jonge dit is gwn het hele boek

14 jaar geleden

A.

A.

wow, ik ben 15 en ik heb hier moeite mee. Ik weet niet waar jij je informatie vandaan hebt gehaald maar het is een goede bron. Jammer dat er geen bronvermelding bij stond. Dat had mij echt geholpen. Hoewel ik wel twijfel aan het in eigen woorden zetten gedeelte. Maar alsnog goed gedaan ^ ^

13 jaar geleden

M.

M.

sorry maar ik heb alles wat hier staat ook op een pagina van google gevonden!

12 jaar geleden

W.

W.

Een slecht werkstuk alles staat op internet dat kan toch beter als een groep 8 kind dramatisch

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.