Inleiding
"Breng me je vermoeiden, je armen en je onderdrukte massa's die naar vrijheid hunkeren. Stuur deze landloze en onder stormen gebukt gaande mensen naar mij toe. Ik verhef mijn fakkel naast de gouden poort."
gravure op de sokkel van het vrijheidsbeeld in New York
(tekst: Emma Lazerus)
Het asielbeleid in Nederland is de laatste tijd een veelbesproken kwestie. Iedereen heeft er een mening over, en deze meningen variëren van de veronderstelling dat elke allochtoon er een teveel is tot de mening dat Nederland iedereen moet helpen die geholpen wil worden. Dit zijn natuurlijk twee uitersten.
Maar ondanks dat iedereen tegenwoordig denkt te kunnen meepraten over dit onderwerp, zijn er heel veel onduidelijkheden en is bijna niemand een echte expert op dit gebied. Ikzelf ben natuurlijk ook verre van een expert, en dus zal ik veel gebruik moeten maken van verschillende bronnen. Aan het eind voeg ik een uitgebreide bronvermelding toe. Ik probeer zoveel mogelijk betrouwbare bronnen te gebruiken, en duidelijk aan te geven welke bronnen dit zijn.
In mijn werkstuk zal ik natuurlijk ook proberen objectief te blijven en elk aspect van het asielbeleid aan bod te laten komen, van de geschiedenis van het asielbeleid in Nederland tot de standpunten van de belangrijkste huidige politieke partijen ten opzichte van dit onderwerp. Pas aan het eind voeg ik mijn mening toe, omdat ik vind dat ik de informatie niet onbetrouwbaar moet laten lijken door mijn mening in het werkstuk te laten doorschemeren. Dat ik er toch voor kies om mijn mening aan het eind aan bod te laten komen komt doordat ik vind dat het onmogelijk is objectief te blijven over een onderwerp dat tegenwoordig zo veelbesproken is en dat zo vaak genoemd wordt in de media. Bovendien vind ik dat ik na het lezen en verwerken van alle informatie over het onderwerp genoeg kennis heb om me een onderbouwde mening te vormen.
Als er na het lezen van mijn werkstuk nog steeds onduidelijkheden bij u bestaan over wat dan ook, zal ik proberen dit alsnog uit te leggen.
Welke onderwerpen zal ik precies behandelen?
· ik begin met een samenvatting van de geschiedenis van het asielbeleid in Nederland.
· Dan geef ik wat cijfers m.b.t. het aantal asielaanvragen.
· Daarna beschrijf ik welke procedures een asielzoeker moet volgen om in aanmerking te komen voor een verblijfsvergunning.
· Hierna beschrijf ik welke wetten er zijn die te maken hebben met asielbeleid.
· Dan quote ik een stuk van het regeerakkoord wat over asielbeleid gaat.
· Daarna geef ik de meningen van verschillende politieke partijen weer.
· Daarna volgt mijn mening en ik sluit af met een bronvermelding.
Begrippenlijstje:
· Asiel: bescherming die de staat of de kerk verleent aan personen die ergens anders door de overheid vervolgd worden.
· Asielaanvraag: officieel verzoek om asiel in een ander dan het eigen land.
· Asielzoeker: iemand die asiel zoekt buiten zijn/haar eigen land.
· Asielzoekerscentrum: tehuis voor de opvang van asielzoekers en vreemdelingen.
· Immigratie: het verhuizen van bepaalde mensen naar ons land.
· Migranten: verplaatsing van een relatief groot aantal mensen gedurende langere tijd over een zekere afstand en in een bepaalde richting.
· Naturalisatie: het toekennen door een staat van het staatsburgerschap aan personen die oorspronkelijk een andere of in het geheel geen nationaliteit bezaten. Naturalisatie wordt in het algemeen alleen verleend aan personen die in de samenleving van de staat waarvan zij de nationaliteit willen verkrijgen volledig zijn ingeburgerd.
· Remigratie: terugkeer naar een (geboorte)land
· Vluchteling: iemand die gegronde reden heeft te vrezen voor vervolging wegens godsdienstige of politieke overtuiging of nationaliteit, dan wel wegens het behoren tot een bepaald ras of tot een bepaalde sociale groep.
· Vluchtelingenrecht: de overheid moet vluchtelingen toelaten. Het vluchtelingenrecht is in 1951 tot stand gekomen. Het staat in het vluchtelingenverdrag dat door meer dan honderd landen is ondertekend. Sinds 1969 geld dit voor alle vluchtelingen. Daarvoor gold het alleen voor vluchtelingen binnen Europa.
· Vreemdeling: buitenlander
· Vreemdelingenrecht: de overheid mag een vreemdeling toelaten en terugsturen wanneer de overheid dat wil.
1: Geschiedenis
De geschiedenis van het asielbeleid in Nederland in de vorige eeuw.
In de periode voor de Tweede Wereldoorlog waren er bijzonder weinig vreemdelingen in Nederland als je het vergelijkt met tegenwoordig. De buitenlanders die je er wel vond, waren dan voornamelijk afkomstig uit de buurlanden als Duitsland, België, Engeland en Frankrijk. De cultuur van deze landen ligt dicht bij die van Nederland, dus was er toen nog geen sprake van botsingen tussen culturen.
In de jaren ’50 was Nederland volop bezig met de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog, en kwam de arbeidsmigratie vanuit de mediterrane landen op gang. In fabrieken was een groot tekort aan goedkope arbeidskrachten voor zware en ongeschoolde arbeid, en in eerste instantie wierven de fabrieken zelf mensen uit Zuid-Europa, Marokko en Turkije, die zij lieten werken onder beroerde arbeidsomstandigheden.
Naast deze geworven arbeiders kwamen er in de jaren ‘60 ook ‘spontane migranten’, die zonder veel problemen een werkvergunning kregen. Pas in 1968, toen het wat minder ging met de economie, stelde de Nederlandse regering een regeling in werking die het voor buitenlanders moeilijker maakte om hier aan het werk te komen, zij moesten een verblijfsvergunning (Machtiging voor Voorlopig Verblijf) aanvragen bij de Nederlandse ambassade.Ook werd het de fabrieken (zoals de Hoogovens en Daf) min of meer verboden in het buitenland mensen te werven.
Mensen die geen MVV bezaten, waren opeens geen ‘spontane migranten’ meer, maar ze werden vanaf nu ‘illegalen’ genoemd. Naar deze illegalen bleef grote vraag in het bedrijfsleven, en hierdoor kwamen binnen een paar jaar 15 tot 30 duizend illegalen naar Nederland.
De overheid wilde aan het begin van de jaren’70 een betere greep krijgen op de immigratie, en begon razzia’s te houden om illegalen op te pakken. Hiervoor ontstond grote weerstand bij de bevolking, en de regering bedacht een nieuwe regeling. In 1975 ging deze van start, en deze regeling maakte het voor meer mensen mogelijk een verblijfsvergunning te krijgen. Deze regeling werd opgevolgd door de Wet Arbeid Buitenlandse Werknemers in 1979.
Naast de arbeidsmigranten kwam begin jaren ’80 een nieuwe stroom mensen naar ons land: de vluchtelingen. De toename van (burger)oorlogen en hongersnoden en andere rampen zorgde ervoor dat steeds meer mensen vluchtten naar andere landen, en een minuscuul percentage van deze mensen kwam naar Nederland. De regering probeerde een gedeelte terug te sturen omdat zij dit grote aantal extra mensen niet aankon. Zij filterde de massa, en probeerde zo de ‘economische vluchtelingen’ te scheiden van ‘politieke vluchtelingen’.
In deze periode verschenen de eerste asielzoekerscentra (AZC).
In de periode tussen de jaren ’80 en nu zijn er ontelbaar veel wijzigingen geweest in de processen en wetten die te maken hebben met asielbeleid, die ik niet stuk voor stuk wil noemen omdat dat voor onduidelijkheid zou zorgen en erg saai zou zijn. Van elke wijziging was het de bedoeling om een duidelijkere procedure te krijgen. Dat is echter tot voor kort niet gelukt, een echt duidelijke asielprocedure hebben wij pas sinds de vreemdelingenwet van 2000 in werking werd gesteld. Hoe de asielprocedure vandaag is zal ik verderop uitleggen.
2: Aantal asielvragen
Deze informatie heb ik van de site van het ministerie van Justitie, www.minjust.nl. De artikeltjes hieronder zijn persberichten die het ministerie van Vreemdelingenzaken en Integratie heeft uitgebracht in het afgelopen jaar. Ik heb de stukjes in hun oorspronkelijke vorm gelaten, maar wel hier en daar wat ingekort. Ik heb dit bij mijn werkstuk gedaan omdat ik wilde laten zien dat er een sterke daling is in het aantal asielzoekers, door de strengere wetgeving worden veel mensen afgeschrikt.
Aantal asielaanvragen in 2002 sterk gedaald
9 januari 2003
Het aantal asielaanvragen is in het jaar 2002 bijna gehalveerd ten opzichte van het jaar daarvoor. In 2002 vroegen in totaal 18.667 personen asiel aan in Nederland, terwijl dit aantal in 2001 nog 32.579 bedroeg en in 2000 nog 43.895. Afgelopen maand december vroegen 920 personen asiel aan, terwijl dit aan het begin van het jaar 2002 nog ruim het dubbele aantal was.
De dalende instroom van nieuwe asielaanvragen heeft de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) in staat gesteld extra inzet te leveren op de zorgvuldige en snelle beoordeling van asielaanvragen in de aanmeldcentra (AC). In combinatie met de aanscherping van het landenbeleid heeft dit geleid tot een substantiële toename van het percentage afwijzingen in de AC's. De laatste drie maanden van 2002 was het AC-afdoeningspercentage meer dan 60%. Gemiddeld bedroeg het AC-afdoeningspercentage 45% over 2002. In 2001 was dit percentage nog circa 22%. Door de snelle AC-beslissing (48-uur) en de snelle vervolgprocedures (maximaal 6 maanden) hoeven asielzoekers niet meer jarenlang op de uitkomst van hun asielprocedure bij de IND te wachten.
Rapportage vreemdelingenketen: minder asielaanvragen ten opzichte van vorig jaar
27 juni 2003
In totaal zijn er in de eerste vier maanden van 2003 5.244 asielaanvragen in behandeling genomen. Ten opzichte van dezelfde periode in 2002 (8.066 aanvragen) betekent dit een
daling van 35%.
Ten opzichte van de laatste vier maanden van vorig jaar is er sprake van een lichte stijging van 10%. Dit wordt veroorzaakt door de toename van de instroom van asielzoekers uit Irak (1.800). In ruim 70% van de gevallen betreft het herhaalde asielaanvragen, waardoor men weer recht op opvang heeft. Vrijwel alle andere nationaliteiten lieten een verdere daling van het aantal asielaanvragen zien.
3: Asielprocedure
Vreemdelingen die in Nederland een asielaanvraag willen indienen, moeten zich melden bij een van de drie aanmeldcentra (bij de 'luchtgrens' Schiphol, bij de oostgrens Zevenaar of bij de zuidgrens Rijsbergen). Bij het intakegesprek met de Vreemdelingendienst van de politie kan de asielzoeker in het aanmeldcentrum (AC) formeel om asiel verzoeken door het ondertekenen van het aanvraagformulier. Ook worden zijn/haar personalia opgenomen, genoteerd welke documenten de asielzoeker in bezit heeft en door welke landen hij/zij is gereisd (als zij voordat zij Nederland hebben bereikt, hebben verbleven in een veilig derde land kunnen ze geen aanvraag om toelating als vluchteling indienen). Vervolgens wordt in het AC bepaald of de aanvraag als kansloos wordt beoordeeld of verder in behandeling wordt genomen. Kansloze asielzoekers moeten Nederland direct verlaten. De anderen worden overgeplaatst naar een 'opvang- en onderzoekscentrum' (OC) van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Tijdens hun verblijf in het centrum nemen zij cursussen Nederlandse taal en maatschappijoriëntatie.
Als de IND van plan is om de asielaanvraag af te wijzen, wordt de asielzoeker daarvan op de hoogte gesteld. De asielzoeker kan daarop reageren en duidelijk maken waarom hij/zij het daar niet mee eens is. Bij het nemen van de uiteindelijke beslissing moet de IND ook ingaan op de reactie van de asielzoeker.
Als de IND de asielaanvraag afwijst, kan de asielzoeker daartegen in beroep gaan bij de rechtbank. Iedere asielzoeker krijgt de beschikking over een rechtshulpverlener. Zo nodig wordt een tolk ingeschakeld. Als ook de rechter negatief oordeelt, moet de asielzoeker Nederland verlaten. Hij/zij kan dan nog in hoger beroep gaan bij de Raad van State, maar de uitspraak op het hoger beroep mag niet in Nederland afgewacht worden.
Wordt de aanvraag toegewezen dan krijgt de asielzoeker een ‘vergunning asiel voor bepaalde tijd’ (vva-bep) voor een periode van drie jaar. Aan deze vergunning is een bepaald voorzieningenpakket gekoppeld (o.a. uitkeringen). Na drie jaar verblijf op grond van een vva-bep kan iemand in aanmerking komen voor een ‘vergunning asiel voor onbepaalde tijd’ (vva-onbep) wanneer hij/zij nog steeds bescherming in Nederland nodig heeft. Ook kan men na drie jaar in het bezit te zijn geweest van een vva-bep een aanvraag voor naturalisatie indienen. Als er asielzoekers komen uit een land waar de algehele situatie onveilig is, dan worden zij toegelaten, ook al worden zij niet vervolgd in het thuisland. Dit heet landgebonden beleid. Als de situatie verandert terwijl zij in Nederland een vva-bep hebben, dan kunnen zij teruggestuurd worden. Vooral VluchtelingenWerk is hier zwaar op tegen.
Anders dan deze Vreemdelingenwet die één status heeft, was er in de vorige Vreemdelingenwet sprake van drie verschillende statussen, met allemaal een ander voorzieningenpakket. Hierdoor waren veel mensen constant bezig met het aanvragen van een andere status, en dit zorgde dus ook voor veel extra werk en onduidelijkheid. Deze nieuwe wet is in 2000 bedacht en is in april 2001 in werking gegaan.
4: Welke wetten zijn van invloed op het asielbeleid?
Het Nederlandse vreemdelingenbeleid is gebaseerd op het Vluchtelingenverdrag van Genève, het Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens, de Nederlandse Vreemdelingenwet en de Algemene wet bestuursrecht.
Het vluchtelingenverdrag van Genève.
De Verdragen of Conventies van Genève is de verzamelnaam voor een aantal internationale verdragen die in Genève in de loop van de tijd zijn afgesloten, maar meestal worden vier verdragen ter bescherming van gewonden, krijgsgevangenen en de burgerbevolking in het geval van een gewapend conflict bedoeld.
De oorspronkelijke Verdragen van Genève werden in de tweede helft van de negentiende eeuw gesloten en sindsdien meerdere keren herzien en aangevuld. In 1949 kwam een nieuwe codificatie tot stand, waarbij de bescherming van burgers in oorlogstijd het belangrijkste nieuwe element was.
Europese conventie
De Europese conventie (afk.:EVRM) heet voluit: Europese conventie (of Europees verdrag) tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden. Het verdrag staat ook bekend als Verdrag van Rome. Dit verdrag is gesloten te Rome op 4 nov. 1950 tussen de lidstaten van de Raad van Europa, waarin de verdragspartijen aan iedereen die onder hun rechtsmacht valt een aantal grondrechten en vrijheden garanderen.
In het verdrag worden de rechten en vrijheden opgesomd, zoals het recht op het leven, het verbod van foltering, het verbod van slavernij, het recht op persoonlijke vrijheid en veiligheid, het recht op een behoorlijke procesvoering, het recht op eerbiediging van het privé-leven, de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van meningsuiting. Om ervoor te zorgen dat alle verdragspartijen het verdrag naleven is het Europese Hof voor de rechten van de mens opgericht.
De Nederlandse vreemdelingenwet
Behalve in internationale verdragen waaraan Nederland zich heeft gebonden is het vreemdelingenrecht in Nederland hoofdzakelijk geregeld in de Vreemdelingenwet van 2000. Deze verving de in 1994 geheel herziene wet van 1965 en bracht onder meer een versimpelde versie van het vergunningenstelsel (met name de beslissing dat er voortaan een in plaats van drie asielstatussen waren) en een verkorting van de asielprocedure (onder meer door het afschaffen van de bezwaarfase in de asielprocedure). De wet trad op 1 april 2001 in werking.
Algemene wet bestuursrecht
Algemene wet bestuursrecht is een Nederlandse wet van 1992 die dingen die met administratief (proces)recht te maken hebben vastlegt. Deze wet heeft te maken met het asielbeleid, omdat het de mogelijkheden voor asielzoekers om in beroep te gaan tegen de negatieve beslissing van de IND aan banden legt.
5: De planning van de politiek
Op de site www.regering.nl vond ik in het regeerakkoord een hoofdstukje wat gewijd was aan integratie en asielbeleid. Ik heb het letterlijk gekopieerd omdat het moeilijk is dit opnieuw te verwoorden.
Een belangrijk uitgangspunt in onze samenleving is dat ruimte wordt gegeven aan religieuze, culturele en etnische verschillen, waarbij op basis van de fundamentele Nederlandse normen en waarden eenieder respect heeft voor de opvattingen van de medemens in een door tolerantie gekenmerkte samenleving. Respect, tolerantie en het bestrijden van discriminatie zijn essentieel om de samenhang in onze maatschappij te behouden.
Wie zich duurzaam wil vestigen in ons land moet actief aan de samenleving deelnemen en zich de Nederlandse taal eigen maken, zich bewust zijn van de Nederlandse waarden, en de normen naleven. Iedere nieuwkomer die op vrijwillige basis naar ons land komt en valt onder de doelgroepen van de Wet inburgering nieuwkomers, moet eerst in eigen land Nederlands op
basisniveau leren als voorwaarde voor toelating. Eenmaal in Nederland aangekomen, moet hij of zij zich dan nog verdiepen in de Nederlandse maatschappij. Nader af te bakenen groepen oudkomers, in ieder geval zij die onvoldoende Nederlands beheersen en afhankelijk zijn van een uitkering, moeten alsnog een inburgeringexamen halen. Asielzoekers krijgen pas een definitieve verblijfsstatus, na het behalen van het examen. Het cursusaanbod wordt vrijgegeven en wordt op eigen kosten gevolgd. De overheid reguleert een staatsexamen en geeft aan oudkomers en statushouders na het behalen daarvan een gemaximeerde vergoeding voor gemaakte kosten voor de opleiding als stimulans tot het volgen daarvan. Om gezinsvorming te combineren met goede integratie worden binnen de grenzen van internationale verdragen eisen gesteld, zoals een leeftijdsgrens van 21 jaar en een inkomenseis van 120% van het wettelijk minimumloon. Aanvragen voor machtiging tot voorlopig verblijf worden sneller afgehandeld.
Nederland blijft bereid vluchtelingen in de zin van het Vluchtelingenverdrag op te vangen. Om dat mogelijk te maken moeten aanvragen om asiel strikt, rechtvaardig, snel en met behoud van zorgvuldigheid worden beoordeeld. Een effectief terugkeerbeleid voor afgewezen asielzoekers (inclusief AMA's) is een onmisbaar onderdeel van het asielbeleid. Daartoe wordt een aparte organisatie opgezet. Het kabinet streeft naar een Europees asiel- en migratiebeleid. Het verdient de voorkeur dat vluchtelingen worden opgevangen in de regio en dat de asielprocedure door de UNHCR wordt uitgevoerd. Daartoe wordt gestreefd naar versterking van de positie van de UNHCR door aanvulling van het Vluchtelingenverdrag.
Op de kortst mogelijke termijn wordt een regeling vastgesteld waarmee een verblijfsstatus wordt gegeven aan een beperkte nader af te bakenen groep asielzoekers in procedure die vanwege inactiviteit van de overheid langer dan vijf jaar in één asielprocedure zijn. Voorwaarden zijn dat aan hen niet op voorhand de tijdelijkheid van verblijf is meegedeeld en dat aanzuigende werking en nieuwe procedures in verband met de definitie van de groep worden vermeden. Dit laat de inherente afwijkingsbevoegdheid van de minister onverlet.
Illegaal verblijf en profiteren van illegalen moeten krachtiger worden bestreden. Het kabinet zal vooral met financiële sancties (boetes, verhalen van uitzettingskosten en ontnemen van genoten voordeel) optreden tegen mensen die zich via illegalen verrijken (huisjesmelkers, koppelbazen, werkgevers). Het tegengaan van misbruik van illegalen is ook een aspect van de voorgenomen intensivering van de bestrijding van mensenhandel, gedwongen prostitutie en jeugdprostitutie.
Opvallend hieraan is dat dit regeerakkoord op bepaalde punten veel strenger is dan voorheen. Met name integratie word nu heel belangrijk gevonden. Dit is voornamelijk duidelijk door de regel dat iedere asielzoeker eerst de Nederlandse taal moet leren, voordat ze in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning. Ook voor AMA’s, alleenstaande minderjarige asielzoekers, is een hoop veranderd. Voorheen werden deze toegelaten, en kregen ze een voorlopige verblijfsvergunning, maar ook zij hebben door dit regeerakkoord de kans teruggestuurd te worden. Dit zal waarschijnlijk de invloed zijn van de VVD, deze pleitte namelijk al langer voor een strenger beleid t.o.v. AMA’s. In het volgende hoofdstuk zal ik de standpunten van de belangrijkste politieke partijen weergeven.
6: Standpunten politieke partijen
CDA: het CDA hamert vooral op de integratie. Zij pleiten voor goede inburgeringcursussen, het voorkomen van zwarte wijken, en ze vinden dat iedere asielzoeker eerst in het thuisland Nederlands moet leren, voordat zij in aanmerking komen voor een verblijfsvergunning. Het CDA is fel tegen het idee om leerkrachten verplicht te stellen aangifte te doen van illegale leerlingen. Tenslotte wil zij er vooral voor proberen te zorgen dat vrouwen de Nederlandse taal en gebruiken leren kennen d.m.v. cursussen, omdat deze vrouwen natuurlijk een grote rol spelen bij het opvoeden van de kinderen.
VVD: De VVD is van mening dat ons asielbeleid nog steeds op grote schaal wordt misbruikt door ‘economische vluchtelingen’. Zij vindt dat het landgebonden beleid zoveel mogelijk moet worden beperkt, omdat er een te sterke aanzuigende werking vanuit zou gaan. Ook vinden zij dat asielzoekers die niet rechtstreeks per boot of vliegtuig naar Nederland zijn gekomen, geweigerd moeten worden. Zij wil de periode van geldigheid van een vva-bep verlengen van 3 naar 5 jaar. De VVD wil een strengere beoordeling van AMA’s, omdat hun opvang en opleiding vaak problematisch verlopen en hier erg veel geld in steekt. Bij een overtreding van een allochtoon moet de verblijfsvergunning kunnen worden ingetrokken.
D’66: D’66 pleit voor een verkorte procedure. Als een asielaanvraag langer dan een jaar in behandeling is moet de asielzoeker een vva-bep krijgen. Zij pleit ervoor dat iedere asielzoeker een inburgeringcursus volgt, waarin democratische rechtsorde en gelijkheid van man en vrouw worden behandeld. Zij wil een nieuw vrijwillig systeem invoeren, wat inhoudt dat een Nederlandse ‘mentor’ een nieuwkomer wegwijs maakt in de samenleving.
PvdA: De PvdA pleit voor afspraken op Europees niveau wat asielbeleid aangaat. Zij wil dat de overheid organisaties te steunen die zich inzetten om conflicten op te lossen en om vluchtelingen in de regio op te vangen. Ook vindt zij het erg belangrijk om ervoor te zorgen dat asielzoekers die in opvangcentra op de afhandeling van hun aanvraag wachten, de kans krijgen om te werken. Het komt namelijk vaak voor dat mensen die maanden of zelfs jaren op de uitslag wachten, psychische problemen krijgen, omdat zij niets te doen hebben. GroenLinks: GroenLinks vindt dat asielzoekers die worden afgewezen, maar buiten hun schuld niet terugkunnen naar het land van herkomst, recht op opvang hebben. Zij pleiten ervoor dat het asielbeleid weer rechtvaardig wordt, in plaats van alleen streng. Zij vinden dat het huidige beleid teveel is gericht op het afschrikken van potentiële nieuwe asielzoekers. Zij vinden de nieuwe versnelde procedure te onzorgvuldig. Nog een voorstel van GroenLinks is het invoeren van 2 statussen, een permanente voor erkende vluchtelingen en een tijdelijke voor vluchtelingen die bijv. gevlucht zijn voor een oorlog.
SP: De SP vindt dat de integratie moet verbeteren. Zij zijn van mening dat de asielprocedure gratis moet zijn voor de asielzoeker, maar ook dat er eisen gesteld mogen worden aan de asielzoeker zoals kennis van de Nederlandse taal, cultuur en grondwet, voordat zij in Nederland aankomen. Zij pleiten ervoor om het stemrecht van allochtonen uit te breiden, iedereen die 3 jaar in Nederland verblijft moet kunnen stemmen. Zij willen segregatie tegengaan.
LPF: De LPF heeft zoals te verwachten viel een nogal uitgesproken mening over asielzoekers. Quote: Het dichtbevolkte Nederland is geen immigratieland. Instroom van immigranten leidt tot spanningen op het gebied van veiligheid, wonen, onderwijs, werkgelegenheid en zorg. Een streng toelatingsbeleid moet gekoppeld worden aan een actief uitzettingsbeleid.
Zij willen dat naturalisatie pas mogelijk wordt na 10 jaar in Nederland te hebben gewoond. Zij roepen de Balkan op als voorbeeld dat een multiculturele samenleving bij voorbaat gedoemd is te mislukken.
VluchtelingenWerk: VluchtelingenWerk is een organisatie die zich inzet voor de vluchtelingen die in Nederland komen. Hun voorkeur gaat dus altijd uit naar de oplossing die het voordeligst is voor de vluchtelingen, en hun mening is dus precies tegenover gesteld aan die van de LPF. Zij pleit ervoor dat niet alleen de nieuwkomers, maar ook de Nederlanders een bijdrage doen aan een goede integratie. Tenslotte constateert VluchtelingenWerk dat er niet is stilgestaan bij de forse kritiek die ondermeer door Human Rights Watch is geleverd op de kwaliteit van de Nederlandse asielprocedure, in het bijzonder de versnelde procedure in de aanmeldcentra. Bij de in het akkoord ingesloten zorgvuldigheid is in de huidige procedure niet voldoende stilgestaan. Deze mening delen zij dus met GroenLinks. Hun algemene commentaar op het regeerakkoord was dat dit geen elan had.
7: Eigen mening
Mijn mening t.o.v. dit onderwerp volgens mij nogal links. Ik heb alle informatie die ik kon vinden van politieke partijen over het asielbeleid gelezen, en ik kon me nog het meest vinden in de mening van GroenLinks, die luidde dat het asielbeleid tegenwoordig (ten onrechte) niet meer gericht is op het bieden van een veilige omgeving aan mensen in nood, maar alleen nog op het beperken van het aantal nieuwkomers. Ik ben het ook absoluut niet eens met de beslissing dat asielaanvragen binnen 6 werkdagen afgewezen kunnen werken, omdat ik vind dat men nooit een afdoende onderzoek kan doen naar de persoonlijke situatie van een asielzoeker in zo’n korte tijd. De mening van de LPF vind ik helemaal belachelijk, omdat zij veronderstellen dat hun welvaart hen het recht geeft andere mensen dit te ontzeggen, alleen uit angst er zelf op achteruit te gaan. Ik vind het wel goed dat iedereen het tegenwoordig over integratie heeft, want hoewel de meeste mensen veronderstellen dat alle inspanning tot integratie van de nieuwkomers moet komen (iets waar ik het niet mee eens ben) schijnen de meeste mensen toch wel in te zien dat de autochtone bevolking en allochtonen een manier moeten vinden om samen te leven in plaats van langs elkaar heen te leven. Ik vond het onderwerp van het werkstuk boeiend, omdat ik er weinig van af wist en er toch wel in geïnteresseerd ben.
8: Bronvermelding
Ik heb voor dit werkstuk bijna alleen internet gebruikt. De sites die ik heb gebruikt zijn :
De site van het Ministerie van Justitie (en dus ook de site van het Ministerie van Integratie)
www.minjust.nl
De site www.regering.nl
De sites van de politieke partijen: www.cda.nl , www.vvd.nl , www.groenlinks.nl, www.pvda.nl, www.sp.nl , http://www.lijst-pimfortuyn.nl/lpfintro.html , www.d66.nl .
De site van VluchtelingenWerk: www.vluchtelingenwerk.nl
De enige bron die ik heb gebruikt die geen internetsite is, is de encyclopedie op de computer.
REACTIES
1 seconde geleden
J.
J.
wij vinden het werkstuk heelgoed.. heb je misschien bronne ervan?? en zou je die dan kunne sturen? alvast heel erg bedankt groetjes....
21 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Hoi Rosa,
echt een goed werkstuk. Vooral de geschiedenis was bruikbaar voor mijn werkstuk. Alleen heb ik één vraagje: waar komt de informatie vandaan over de geschiedenis
Ik hoop dat je mij verder kan helpen
Groetjes Jolien
21 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
wel goed hoor dat werkstuk weet niet hoe oud je bent maar vond het een beetje volwassen taal
maar voor de rest kan ik het goed gebruiken dank je wel
21 jaar geleden
Antwoorden