Vouwhangzwaaien

Vouwhangzwaaien

A) stap 1: stilstaande ringen.
Om in de vouwhang te komen moet je goed vasthouden aan de ringen. Dan probeer je je benen omhoog te zwiepen, dat doe je door je buikspieren goed aan te spannen. Ondertussen breng je je knieën naar je neus. Dus je doet je benen omhoog en je laat je als het ware achterover gaan. En je moet je buikspieren goed blijven aanspannen.
Stap 2: klein beetje zwierende ringen
Hier laat je de ringen een klein beetje zwaaien zodat je het zelfde als bij stap 1 kan doen maar dan licht zwaaiend.

Stap 3: zwaaiend in de vouwhang.
Bij deze stap moet je eerst gaan zwaaien. Als je op een goede hoogte bent dan ga je vanuit het zwaaien in de vouwhang. Hier is het heel belangrijk dat je er voor in gaat en er ook weer voor uit. Als je dat niet doet dan krijgen je armen zo’n klap dat je je pols kunt breken.

Als je hulp nodig hebt bij het in de vouwhang komen dan is het belangrijk dat er 2 personen zijn, aan allebei de zijden 1. Ze moeten dan ieder een pols vasthouden en helpen je benen in de lucht te krijgen. Als je er voor nog niet in kan komen dan kan je het beste er van de “verkeerde” kant in gaan. Dus je pakt de ringen met je armen naar achter vast en dan zet je af met je voeten en dan moet je je kont de “lucht” in gooien.

B) Bij de vouwhang heb je geen specifieke spelregels.

C) “Ik vond het goed dat er ruimte was voor iedereen. En ik vond het ook goed dat er werd geholpen, zowel de leerlingen als je leraar. Ik had nou niet echt een idee dat er punten waren die verbeterd moesten worden.”