Hoofdstukkenindeling:
Het hoofdstuk: de geschiedenis van tennis is onderverdeeld in een aantal kleine hoofdstukken: Jeu de Paume, Verspreiding in Europa,
Racket rond 1500, De populairste sport, Tenez, daar komt-ie", Lawn Tennis, Merkwaardige telling, Wimbledon, Een van de meest beoefende sporten ter wereld.
Het hoofdstuk: de begrippen uitgelegd, is onderverdeeld in heel veel kleine onderwerpen: Ondergrond, Puntentelling, Serveerder & ontvanger, Tie-break, Let, Forehand, Backhand, Groundstroke, Slice, Spin, Dropshot, Smash, Volley, Ace, Break, Spelersbenamingen en Maximaal aantal sets.
Jeu de Paume.
Balspelen zijn zo oud als de menselijke beschaving. Dit blijkt uit de oude vondsten en schriftelijke overleveringen. De sporen naar het verre verleden, zijn voor een groot deel uitgewist, maar je mag aannemen dat er in de Middeleeuwen balspelen werden beoefend. In de 11e eeuw werd in Frankrijk een balspel gespeeld, waarschijnlijk de voorloper van het tennis wat nu gespeeld wordt. Het spel heette: Jeu de Paume, dat nu nog steeds in verschillende varianten gespeeld wordt. Hierbij sla je een met haar gevulde bal met je handpalm. Het spel was bij de geestelijkheid zeer geliefd, en werd al snel het favoriete spel van de adel. Van Lodewijk X is bekend dat hij stierf in de kou, doordat hij Jeu de Paume in het Bois de Vincennes aan het spelen was.
Verspreiding in Europa.
In het begin van 15e eeuw verspreidde het spel zich in 2 varianten over heel Europa. De volksvariant werd zo populair, dat het op een aantal plaatsen verboden werd om te spelen. Dat kwam omdat het beoefenen van het spel plaatsvond in nauwe straten of tegen de muren van een kerk of kerkhof, wat hinderlijk was. De ‘Rijke’ variant, waarvan het tennis wat we nu spelen is afgeleid, werd beoefend in aparte gebouwen. Deze kaatsbanen werden vaak uitgebaat door kasteleins. De adel zorgde ervoor dat zij over hun eigen banen beschikten. Zo bevond de oudste tennisbaan van Nederland zich achter in de Ridderzaal op het Binnenhof van 1500 tot 1650. Hij heette: De Caetsbaan van de Prins van Oranje.
Racket rond 1500.
Aanvankelijk werd Jeu de Paume met de blote hand gespeeld. In de loop der tijd werden er verschillende soorten hulpmiddelen gebruikt. Als eerst kwam er de handschoen en later een soort slaghout. Erasmus schreef dat het nobeler was om het spel te spelen met je blote hand. Maar de komst van het racket was niet meer tegen te houden, want je kon er gewoon veel harder mee slaan. De Hollanders waren heel erg goed in het maken van rackets, dat kwam omdat hun de techniek van het buigen van het hout erg goed onder de knie hadden. Aan het eind van de 15e eeuw kwam men in de lage landen op het idee om schapendarmen te gebruiken als bespanning. Dit werden: ‘Ketsdarmen’ genoemd. Dit is later kattendarmen geworden. De Duitse hoogleraar Gillmeister gaat er vanuit, dat het woord racket afkomstig is uit het Vlaams-Nederlands. Het is een re-ket, een voorwerp om de bal terug te kaatsen.
De populairste sport.
Rond 1600 was het tennis (Engeland), kaatsen (Holland), Jeu de Paume (Frankrijk) of Giocco della Racquetta (Italië), de populairste sport van Europa. In de Republiek der Verenigde Nederlanden waren er alleen al 110 kaatsbanen. Ook waren er varianten, die werden in parken op harde stukken gespeeld, zoals Longe Paume. Aan het einde van de 17e eeuw verminderde de populariteit. De gegoede vaders vonden een tennisbaan niet meer zo’n geschikte plek voor hun zonen, door de vele ruzies om geld. Het woord wedstrijd betekent namelijk: een strijd om wedde (geld dus). Daarom werden veel banen omgebouwd tot een theater, door de fraaie akoestiek. De Franse revolutie die op een tennisbaan begon, betekende bijna het einde van de tennissport in Europa.
Tenez, daar komt-ie"
De vroegste vermelding van het woord ‘tennis’ komt uit 1399. De meest geloofwaardige theorie is, dat het een afleiding van het Franse woord ‘Tenez’ (houd hem) is. Het was belangrijk dat je de tegenstander waarschuwde voordat je opsloeg, want de bal was in die tijd stukke zwaarder dan dat hij nu is. Al kreeg je die bal tegen je hoofd, was het einde nabij.
Lawn Tennis
Na de uitvinding van het vulkaniseren van rubber, was het mogelijk om stuiterende rubber ballen te maken. Dit bracht de Engelse majoor Wingfield in 1873 op het idee om een variant te ontwerpen, dat op een grasveld gespeeld kon worden. Hij verzon rare spelregels, en noemde het Sfairistikè genaamd. Dit spel werd al gauw populairder dan het ouderwetse tennis. De spelregels werden veranderd, de ouderwetse telling werd teruggehaald. In het jaar 1877 werd het eerste toernooi van Wimbledon georganiseerd. Dat kwam in het begin van de jaren 80 ook naar Nederland.
Merkwaardige telling
Het is niet officieel bewezen dat tennis de puntentelling te danken heeft aan het feit dat men altijd om geld speelde. Op een oude prent van Crispijn van de Passe kan je de muntstukken nog zien liggen! Het was een échte wedstrijd. De eenheid van het getal in de late Middeleeuwen was het getal 60. Dit vinden we terug in de tijdrekening en de gradenboog. Ook de munteenheid bestond uit 60 ‘centen’. Het is logisch dat men om een ‘kwartje’ per punt speelde. Dat leidde tot: 15, 30, 45 en dan: game. Van de 45 is de 5 weggesleten; in oude geschriften kom je de 45 nog tegen.
Wimbledon
Wingfield’s spel sloeg meteen aan bij een aantal cricket- en crocketclubs. Hoewel de spelregels heel veel commentaar opleverde. Elke club gebruikte zijn eigen regels, het gevolg was dat de hoogte van het net en veld overal anders waren. In 1877 werd Wimbledon voor het eerst georganiseerd op de grasbanen van de All England Crocket Club. Nu, meer dan een eeuw later, bezoeken alle ware tennisliefhebbers deze club. In 1880 stelde de Marylebone Cricket Club vaste regels op voor banen en spelregels en dergelijke voor tennis. Van het oorspronkelijke Sfairistikè waren veel elementen verdwenen. Walter Wingfield vond het verschrikkelijk dat zijn idee pas op grote schaal succes had toen heel veel regels veranderd waren. De regels uit 1880 gelden nog steeds, alleen zijn de regels in de loop der jaren een beetje veranderd. Als voorbeeld: de invoering van de tie-break.
Een van de meest beoefende sporten ter wereld
Tennis is heel erg populair geworden over de hele wereld, met als grootste fan Amerika en Australië. In Amerika werd de bovenhandse service geïntroduceerd en in Australië maakte de smash furore. In de eerste jaren werd tennis alleen ’s zomers in de openlucht gespeeld. Al snel werd tennis ook gespeeld op gravel en in de latere jaren op beton, kunststof en andere materialen het hele jaar door zowel binnen als buiten. Voor miljoenen mensen is tennis een ideale vorm van een sportieve (gezin) recreatie of wedstrijdsport. Geen middeleeuwer had kunnen bedenken dat het spel Jeu de Paume zich ooit nog eens zou ontwikkelen tot een van de meest populaire en meest beoefende sporten ter wereld.
Begrippen uitgelegd.
*Ondergronden: Je speelt tennis op 4 verschillende ondergronden:
> Gras = lawntennis.
> Gravel = rode of groene gemalen baksteen.
> Hardcourt = cement.
> Indoor = kunstvloer of carpet.
*Puntentelling: 15, 30, 40 Game. Je zegt altijd de persoon die aan het serveren is als eerst. Als het 15-15 staat zeg je: 15 gelijk, bij 30-30 hetzelfde. Bij 40-40 zeg je de eerste keer 40 gelijk. Dan speel je door maakt serveerder een punt: voordeel, verliest de serveerder het punt: nadeel. Als het dan weer 40-40 wordt noem je dat : Juize.
* Serveerder en Ontvanger: De spelers moeten aan weerszijden van het net gaan staan. De speler die als eerst de bal slaat noem je de serveerder, de ander de ontvanger. De keuze van speelhelft en het recht als eerst te gaan serveren of ontvangen wordt beslist door te tossen. De speler die de toss wint mag zelf kiezen of hij laat zijn tegenstander kiezen tussen: 1: Zelf serveerder of ontvanger zijn, daarna mag de tegenstander speelhelft kiezen. 2: De speelhelft te kiezen, daarna moet de tegenstander kiezen of hij als eerst gaat ontvangen of serveren.
* Tie-Break:
Je speelt een tie-break als de stand 6-6 bereikt is in een set. (behalve in een 3e set of in de 5e set van een 5-sets partij).
1. De speler die het eerst 7 punten behaalt, wint het spel en de set. Maar dat moet wel met 2 punten verschil. Wordt de puntenstand van 6-6 bereikt dan moet het spel worden verlengd, totdat het verschil van 2 punten is bereikt. In tie-break tel je gewoon met 1-0, 2-0, 2-1 enz
2. De speler die aan de beurt is om te serveren, serveert voor het 1e punt. Zijn tegenstander serveert voor het 2e en 3e punt, en daarna serveert iedere speler om beurten voor 2 punten. Totdat is beslist is wie de winnaar is van de set.
3. Van het eerste punt af moet afwisselend van de rechter- en linkerkant van de speelhelft worden geserveerd. Begin aan de rechterkant.
4. Na elke 6 punten, en na afloop van de tie-break wordt er gewisseld van speelhelft.
* Let: als je niet zeker weet of de bal in of uitgeslagen is. Als er een scheidsrechter aanwezig is bepaalt die of er een let wordt gespeeld. Ook al wordt er een bal van een ander veld in het speelveld geslagen, en de speler wordt gehinderd moet er een let worden gespeeld. Bij het spelen van een let moet het gehele punt opnieuw worden gespeeld, dus je begint bij de eerste service. *Servicelet: dat houdt in dat alleen de service mag worden overgedaan, al ben je dan al bezig met je 2e service mag alleen de 2e service opnieuw. Wanneer de bal bij opslag de netband raakt, en de bal toch in het servicevak beland is het een servicelet. Ook wanneer de bal na het raken van het niet eerst stuitert maar meteen wordt geslagen door de ontvanger is er sprake van een servicelet.
* Forehand: voor rechtshandige spelers de rechterhand, voor linkshandige de linkerhand.
* Backhand: voor rechtshandige spelers de linkerhand, voor linkshandige spelers de rechterhand.
*Groundstroke: diagonale lange slag die a.h.w. het hele speelveld bestrijkt.
*Slice: Onderscheiden in slice forehand en slice backhand. Techniek waarbij achterwaarts spineffect wordt bereikt door de bal met een achterwaarts gekanteld racket te spelen.
Spin: Het meegeven van extra rotatie aan de bal.
Dropshot: Techniek waarbij de speler vlak bij het net staat en de bal op een bepaalde manier retourneert dat de bal zo snel en steil mogelijk de grond raakt en zo min mogelijk opstuit.
Smash: Techniek die moeilijker is dan het lijkt, waarbij een hoge bal met kracht recht in het veld van de tegenstander wordt geslagen.
Volley: Return vanaf een positie bij het net.
Ace: De benaming voor een correcte service waarbij het punt gemaakt wordt zonder dat de tegenstander de bal kon raken.
Break: Wanneer de ontvanger een spel (game) wint, in plaats van de serveerder.
Spelersbenamingen:
Baseliner –speler: Speelt het liefst vanaf de achterlijn. Deze speelstijl is sinds de jaren ’90 steeds populairder geworden. De ontwikkeling krijgt veel negatieve reacties omdat het minder publiek zou trekken. Dat komt omdat de spelers minder bewegen.
Serve-volleyspeler: Speler die het liefst meteen na opslag direct naar het net komt. Voor veel tennisliefhebbers is dit de meest attractieve speelstijl.
Serveerkanon: Speler met een zeer krachtige opslag. (Boris Becker was de eerste speler met die reputatie).
Maximaal aantal sets: Een wedstrijd kan gespeeld worden om 2 gewonnen sets (de speler moet 2 van de 3 sets winnen). Of om 3 gewonnen sets (de speler moet 3 van de 5 sets winnen).
REACTIES
1 seconde geleden