Surfen

Inhoud:

Bladzijde 1: Inhoud.
Bladzijde 2: Inleiding.
Bladzijde 3: Geschiedenis.
Bladzijde 4: Benodigdheden.
Bladzijde 5: Spelregels en Training / Oefening.
Bladzijde 6: Slot.

Inleiding:

Dit werkstuk gaat over surfen. Je vind hier iets over de geschiedenis van surfen. Over de benodigdheden, de spelregels, de training en het oefenen en er staat zelfs iets in over een aantal bekende buitenlandse surfers en het wereldkampioenschap. Zelf vind ik surfen een hele leuke sport en weet dat het ongelofelijk knap is om op een 9 meter hoge (want zo hoog zijn ze soms echt) golf te kunnen surfen.
Veel plezier met lezen. Hopelijk heb je er iets aan!



Geschiedenis:

Het surfen is allemaal op Hawaï begonnen. Dat was nog voor de 15e eeuw. Surfen bestaat dus al heel lang. Vroeger surfte de mensen nog op houten boards, die heel lang en smal waren. Vaak maakten de mensen hun boards zelf.
Als je in Hawaï goed kon surfen kreeg je veel respect. Wanneer er hoge golven stonden hielden ze wedstrijden en de deelnemers zetten dan van alles in. Soms zelfs hun vrouw!! De winnaar kreeg dan alles wat er was ingezet.
Later werd de sport ook bekend in andere landen. Daar was het alleen voor de lol. Natuurlijk werden er ook wedstrijden gehouden, maar daar kon je niks bij inzetten.
In 1920 ontwierp Tom Blake een surfboard dat veel lichter en mooier was. Dit board gleed makkelijker door het water. Het surfboard had een beetje een sigaarvorm en is ontstaan uit de oude surfboards van Hawaï. Tien jaar later (in 1930) verbeterde Tom zijn oudere surfboard. De nieuwe was lichter en ietsje ronder. Ook anderen hebben geprobeerd een nog beter surfboard te maken met allerlei vormen en materialen. De meeste pogingen zijn jammer genoeg mislukt.
En zo, langzamerhand werd surfen steeds populairder. Sommige surfers gingen hun eigen muziek maken en hun eigen kleding dragen.
De sport is in de loop der jaren veel veranderd. De massieve houten planken van vroeger zijn vervangen door holle planken. Nu bestaat een plank uit de kunststoffen: polyurethaan of uit polystyreenschuim. Daaromheen zit een glasvezeldoek en een kunstharslaag. Er worden ook kleinere boards gemaakt waardoor je je veel vrijer kan bewegen.


De benodigdheden:

Sommige mensen denken wel erg makkelijk over surfen. Maar er komt veel meer bij kijken dan je denkt. Je hebt namelijk veel spullen nodig. Spullen om te onderhouden, maar ook spullen zoals bijvoorbeeld kleding.
Het allerbelangrijkste is natuurlijk je surfboard. Er zijn 2 soorten surfboards. Het longboard en het shortboard. Als je een beetje Engels kent hoor je dat het longboard een langer board is dan het shortboard. Dat is ook zo. Daarbij is het ook nog eens een heel stuk zwaarder. Als je begint met surfen is het longboard het makkelijkst. Dat is namelijk een heel stabiel board. Het shortboard is daarentegen veel kleiner. Ook is het veel minder stabiel. Maar je kan er ook vlijmscherpe bochten mee maken een hele gave trucs. De meeste surfboards hebben een leach. Dat is een touwtje dat aan je surfboard zit. Het is de bedoeling dat je die aan je been vastmaakt. Als je dan valt en je surfboard drijft weg, hoef je hem niet de hele tijd te gaan halen. Handig hé! Aan de onderkant van het surfboard zitten drie vinnen. Een grote en twee kleine. Die zijn ervoor dat je beter kan sturen.
Als je dan een surfboard hebt moet je hem natuurlijk wel goed onderhouden. Een surfboard is redelijk glad zodat hij makkelijk door het water glijd. Dat moet ook zo blijven. Maar dan heb je wel wax nodig. Anders glijd je tijdens het surfen zo van je surfboard af. Je kunt er ook rubber opplakken, maar dat is slecht voor je surfboard en voor je surfpak.

Want dat heb je ook nodig! Een surfpak! Dat is een waterdicht pak. Die is vooral bedoeld om het niet koud te krijgen. Meestal gebruiken beroepssurfers een surfpak. Gewoon eventjes voor de lol kan ook in een korte broek en shirt. (Zelf lijkt mij een surfpak een stuk prettiger!) Natuurlijk heb je ook een surfer en golven nodig, maar dat lijkt mij nogal logisch!!



Spelregels:

Natuurlijk zijn er bij surfen ook regels. Zonder regels zou het namelijk een zooitje worden. Een hele belangrijke regel is de voorrangsregel. Het is zo dat degene die het dichts bij de schuimkop van de golf is, voorrang krijgt.
Ook mag je elkaar, tijdens een wedstrijd bijvoorbeeld, niet van elkaars plank afduwen. Dat kan namelijk lijden tot gevaarlijke situaties.
(Volgens mij zijn dit de enige twee spelregels!?)


Training / Oefening:

Surfen is niet iets wat je al meteen kan. Het ziet er makkelijk uit, maar dat is het absoluut niet!
Als je net begint heb je alleen een surfboard met de juiste lengte nodig en golven. Het makkelijkst is een longboard, zoals je daarstraks al hebt gelezen. Die kan je het beste huren, want als je het wat beter kan is een longboard niet zo leuk meer.
Je hoeft niet naar het buitenland te gaan als je wilt leren surfen. Ook hier in Nederland kun je het leren. Domburg, in Zeeland is een goede plek. De golven kunnen daar soms zo hoog zijn dat er soms wedstrijden gehouden worden. Misschien vind je het de moeite waart om een keertje te gaan kijken. Het is een heel spectaculair gezicht.
En als je echt heel goed wil leren surfen, dan kun je misschien het beste naar Hawaï gaan. Niet alleen omdat er hoge golven zijn, maar ook omdat het hele eiland gericht is op surfen. Je zal waarschijnlijk wel even moeten sparen, want een tickit is best wel duur.


Slot:
Dit was mijn werkstuk over surfen. Ik hoop dat ik je nog iets geleerd heb.
Zelf heb ik in elk geval (tijdens het maken van dit werkstuk) een hele hoop geleerd. Ook heb ik het met plezier gemaakt.