Mannen en vrouwen in de sport en algemeen

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 3272 woorden
  • 7 april 2004
  • 102 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
102 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Inhoudsopgave

Voorwoord
Inhoudsopgave
- De geschiedenis van vrouwen in de sport
- Kunnen vrouwen en mannen samen sporten binnen de topsport?
- Kunnen mannen en vrouwen samen sporten binnen de schoolsport?
- Waarom zijn er tegenwoordig meer individuele sporten dan teamsporten?
- Typische vrouwenblessures?
Eigen mening
Bronvermelding

De geschiedenis van vrouwen in de sport

Sekseverhoudingen hebben een grote invloed gehad op de ontwikkeling van de moderne sport in Nederland. Aan het eind van de 19e eeuw werd het verplicht bewegingsonderwijs en de oprichting van sportverenigingen geïntroduceerd. Hier ging het voornamelijk om het stimuleren van sport en spel voor de jongens uit sociaal-economische klassen.
Er werd gedacht, dat intensieve fysieke beweging, gebaseerd op kracht en uithoudingsvermogen ten goede zou komen aan de fysieke en mentale ontwikkeling van jongens, maar het zou daarentegen schadelijk zijn voor meisjes en vrouwen. De manier waarop mannen sport beoefenden, paste niet bij de manier waarop de ‘vrouwelijkheid’ werd gedefinieerd, dus was het per definitie niets voor meisjes en vrouwen.

Enerzijds kwam er steeds meer begrip voor specifieke bewegingsstimulering van vrouwen uit de hogere sociale klassen, vanwege de positieve uitwerking op de gezondheid. Veel vrouwen uit de midden- en hogere klassen leden namelijk aan allerlei (geestes)ziekten, onder andere vanwege hun maatschappelijke positie en het letterlijk verstikkende effect van het korset, waardoor zelfs borstkasvervorming optraden. Meer fysieke beweging zou gunstig zijn voor hun baar- en zorgcapaciteiten en ook bijdragen tot een sterker nageslacht. Anderzijds werd te zware en langdurige fysieke inspanning juist als schadelijk beschouwd voor de reproductieve organen en functies van vrouwen. Ook werden bepaalde bewegingen verboden omdat ze aanstootgevend zouden zijn.
Het verloop van wedstrijdsport voor vrouwen kan onder andere goed geïllustreerd worden door de ontwikkelingen in de deelnameverhoudingen tussen mannen en vrouwen aan de Olympische Spelen. In 1896, aan de eerste O.S. mochten officieel geen vrouwen deelnemen, toch heeft toen een Griekse vrouw, Melpomene, vermomd als man de marathon uitgelopen. In 1900 stonden golf en tennis als eerste vrouwensporten op het olympische programma. In 1928 werd in Amsterdam voor het eerst de 800 meter voor vrouwen gelopen. Het regende kritiek op hun deelname, toen enkele vrouwen dodelijk vermoeid de finishlijn bereikten. In de krant werd door een journalist het volgende geschreven:
“Moeten vrouwen zich nu zoo uitsloven en inspannen, zodat ze met verwrongen gezichten, met verbeten trekken en verwilderde haren, hijgend en afgemat door de finish gaan? Hebben vrouwen geen andere, geen betere sport dan deze, die er één voor de ma is? Dat vrouwen ’s winters schaatsenrijden, met eleganten, maar forschen slag, dat zij zoo’n beetje tennissen met hupsche gebaartjes, dat zij glijden op een rijwiel, zachtkens zonder zich ernstig in te spannen (..) wij kunnen het ons allemaal best voorstellen. Maar de sport die zooveel eischt, zóó groote inspanning, die is niet voor de vrouw. Daar zijn ze beide te goed voor, de vrouw en de sport.’
Niettemin bewees de Nederlandse atlete Fanny Blankers-Koen juist tijdens de Olympische Spelen omstreeks de meer conservatieve oorlogsjaren (1932, 1936 en 1948) dat topprestaties in de sport wel degelijk samen konden gaan met ‘vrouwelijkheid’ en moederschap.
Tegenwoordig is hier gelukkig verandering in gekomen, ook al zijn de sporen van de eeuwenlange strijd nog steeds zichtbaar. Mannen en vrouwen hebben nog steeds geen gelijke kansen. Sportdeelname wordt nu gezien als een zinvolle vorm van vrijetijdsbesteding voor iedereen. Sport wordt over het algemeen als gezond en belangrijk beschouwd, zowel voor mannen als voor vrouwen. Toch zijn er nog steeds vele mensen die van mening zijn, dat sommige takken van de sport, bijvoorbeeld rugby, voetbal en vechtsporten, uitsluitend geschikt zijn voor mannen.
Toch liggen deze meningen op andere plaatsen in de wereld weer anders. Wordt voetbal in de meeste West-Europese landen nog steeds gezien wordt als een echte mannensport, in Noord-Amerika is het eerder een vrouwensport die als ‘soft’ geldt in vergelijking met het daar dominante American football.
Kunnen mannen en vrouwen samen sporten binnen de topsport?

Nee. Ik denk niet, dat vrouwen en mannen samen kunnen sporten binnen de topsport.
Er zijn teveel verschillen tussen de twee geslachten, om competities en wedstrijden eerlijk te kunnen noemen, als deze tussen een man en een vrouw zijn. Om dit uit te leggen, moet er eerst wat verteld worden over de verschillen tussen mannen en vrouwen, waaruit direct af te leiden is, waarom mannen en vrouwen niet samen kunnen sporten binnen de topsport.

Het verschil in geslacht brengt biologische verschillen met zich mee.
Een aantal van biologische factoren bij vrouwen werken nadelig op het prestatieniveau. Ook zijn er gelukkig andere factoren die een gunstige invloed uitoefenen. Jammer genoeg houden ze elkaar niet in evenwicht en kunnen de voordelen de nadelen niet geheel teniet doen.
Een van de biologische factoren is bijvoorbeeld het verschil in kracht. Kracht levert een belangrijk deel aan de snelheid die je kunt ontwikkelen. Het krachtsverschil tussen mannen en vrouwen komt voornamelijk door het verschil in dikte van vezels. Ook hebben vrouwen over het algemeen de neiging om minder aandacht te besteden aan krachttraining.
Daarnaast is er nog het verschil in lichaamsgewicht. Vrouwen hebben gemiddeld een kleiner hart, kleinere longen en een kleinere hoeveelheid bloed. Deze waarden worden gedeeld door het lichaamsgewicht, welke bij vrouwen ook lager is. Hierdoor wordt een belangrijk deel van de ongelijkheid door dit lage lichaamsgewicht gecompenseerd.
Dan is er nog het verschil in coördinatievermogen en lenigheid, wat in het voordeel van de vrouwen is. Beide factoren hebben belangrijke invloed op de snelheid. Mannen moeten deze factoren uitdrukkelijk opnemen in hun trainingsprogramma, terwijl vrouwen de resultaten bijna cadeau krijgen. Hierdoor kan een deel van het snelheidsverlies gecompenseerd worden.
Ook is er nog het verschil in stofwisseling. Bij vrouwen is de spier-vet verhouding ongunstiger dan bij mannen, ondanks hun lage lichaamsgewicht. Bij langeduurprestaties speelt een actieve vetstofwisseling een belangrijke tol. Uit de bijdrage van de vetverbranding aan de energielevering kan verklaard worden, dat vrouwen over een lange tijd een hoge belasting beter kunnen volhouden dan mannen. Ook leidt het geringe gewicht tot een zuinig energieverbruik.
Als laatste bestaan er nog diverse, andere, maar zeker niet minder belangrijke zaken, die meer op medisch terrein liggen. Dit zijn dingen als het vaak voorkomend ijzertekort, ontkalking van het bot en de hierdoor verhoogde kans op stressfracturen. Problemen bij de training door de menstruatie of omgekeerd de verstoring of het volledig uitblijven van de menstruatie door de training.
Als je dit allemaal naast elkaar zet, blijkt duidelijk, dat je mannen en vrouwen en hun sportprestaties niet me elkaar kan en mag vergelijken, omdat deze veel te verschillend zijn en omdat de vrouwen in feite nooit de kracht en snelheid kunnen bereiken die een gemiddelde man zou kunnen bereiken. Daarom zou een competitie of wedstrijd tussen mannen en vrouwen ook niet eerlijk zijn en dus kunnen mannen en vrouwen niet samen sporten binnen de topsport.
Kunnen mannen en vrouwen samen sporten binnen de schoolsport?

Op de meeste basisscholen zijn de gymlessen gemengd, iedereen heeft tegelijk en in hetzelfde lokaal gymles. Maar zodra je op de middelbare school komt, heb je meestal gescheiden les. Vrouwen apart en mannen apart en een verschillende docent.
Volgens mij is dat niet persé nodig. Ik denk dat mannen en vrouwen heel goed samen kunnen sporten binnen de schoolsport.

Er is natuurlijk een heel groot verschil tussen mannen en vrouwen, ook wat sportprestaties en kracht aangaat. Bijvoorbeeld het biologische verschil. Een aantal van de biologische factoren werken bij vrouwen nadelig op het prestatieniveau, zoals het verschil in kracht. Over het algemeen genomen bedraagt de maximale kracht bij vrouwen 70% van de kracht bij mannen. (op de biologische verschillen ga ik uitgebreider in op pagina 6&7 en 11&12)
Daarom kun je bij echt prestatiegerichte sport, met het doel er beter en sterker van te worden, niet samen trainen met mensen van het andere geslacht. De verschillen zijn hiervoor te groot.
In de schoolsport ligt het accent meer op het bewegen zelf, dan dat het heel prestatiegericht is. Natuurlijk leer je in de lessen veel nieuwe dingen, bewegingen en (nieuwe) technieken, maar je vakdocent L.O. geeft je geen les met het doel een professional van je te maken.
Het bewegen zelf staat dus centraal en het maakt daarbij niet veel uit, of je nu een vrouw of een man bent, aangezien er op school een vast programma met verschillende onderdelen wordt gevolgd, dus ook als jongen zijnde, moet je verschillende turn-onderdelen doen en ook als meisje zijnde doe je mee aan bijvoorbeeld basketbal en softbal.
Wat ik me wel kan voorstellen, is dat vrouwen (of mannen) het niet prettig vinden om samen met mannen te moeten sporten. Dit bijvoorbeeld omdat ze zich bekeken voelen, of omdat ze zich gewoon beter voelen temidden van alleen meiden.
Maar ik denk niet dat er veel vrouwen zijn, die dit vinden. Tenslotte heb je gelukkig nog wel steeds een aparte kleedkamer, dus je kunt je nog rustig omkleden.
Ik zelf heb van de vijf jaar dat ik op school zit, één jaar gemengd gym gehad en de andere jaren altijd apart. Ik vond dat ene jaar toch het leukste, omdat je, ondanks dat je een vast programma hebt met onderdelen die gevolgd moeten worden, toch in een groep met ook jongens andere dingen doet dan die ik de andere jaren had gedaan. Zo deden we veel meer aan spel en hebben we ook een paar keer gevoetbald, wat de andere jaren eigenlijk nooit gebeurde, omdat bijna niemand van de meiden dat echt leuk vond.
Waarom zijn er tegenwoordig meer individuele sporten dan teamsporten?

Ik kon eigenlijk weinig redenen vinden, waarom er tegenwoordig meer individuele sporten zijn dan teamsporten. Daarom heb ik nog maar wat andere informatie gezocht over individuele- en teamsporten. In een paar van de artikelen en informatie die ik tegenkwam, werd er zelfs gesproken over een toename in verenigings- en teamsporten, in plaats van in een toename in individuele sporten.

Bepaalde vormen van sport kun je goed in je eentje doen. Maar ook kun je zo’n sport meestal wel in verenigingsverband doen. Het wedstrijdelement telt soms minder, maar dat betekent niet dat het helemaal afwezig is. Vaak strijd je tegen jezelf, je probeert een steeds betere prestatie te leveren.
Hardlopen, schaatsen en fietsen zijn typische vormen van individuele sporten. Redenen waarom mensen voor deze vorm kiezen zijn onder andere:
· het is gewoon plezierig
· je vindt het prettig om in je eentje bezig te zijn
· je bent niet afhankelijk van anderen
· je bent niet aan tijden gebonden
· je weet dat het ook gezond is.
Ook kun je lid zijn van een vereniging en sporten in competitieverband. Je kunt hierbij denken aan sporten als voetbal en hockey. Er is een wedstrijdelement en samenspel is van belang. Redenen waarom mensen kiezen voor een teamsport zijn onder andere:
· het is plezierig
· je bent in een team bezig, samen met anderen, dat spreekt je aan
· je weet dat het gezond is
· je vindt wedstrijden leuk, het zijn echte uitdagingen en het kan nog spannend zijn ook.
Buiten deze redenen om, kan er nog een reden zijn waarom veel mensen soms voor een teamsport keizen. Dit is omdat je binnen de vereniging weer andere mensen ontmoet en zo op een makkelijke wijze contact met anderen kunt leggen.
Uit bovenstaande zou je kunnen afleiden, dat er juist steeds meer mensen voor een teamsport kiezen, dan voor een individuele sport, hoewel dat juist wel zou gebeuren, volgens de opdracht. Toch is er ook een reden, waarom individuele sportbeoefening steeds populairder wordt.
Competitieve sportbeoefening is nog steeds vrij populair, maar ondervindt steeds meer concurrentie van allerlei nieuwe sport(achtige) activiteiten. Deze worden behalve in verenigingsverband ook steeds meer ‘op straat’, via gemeentelijke diensten of instanties, scholen, particuliere bedrijven of specifieke commerciële organisaties beoefend.
Je kunt hierbij bijvoorbeeld denken aan werknemers, die door hun werkgever gestimuleerd worden om te sporten, om hen zo gezond te houden. Deze mensen gaan vaak in hun eentje sporten, omdat ze zo hun eigen tijd in kunnen delen en niet afhankelijk zijn van vaste tijden, waarop ze misschien net niet kunnen of aan het werk zijn.
Het blijkt, dat er sinds 1995 geen verschil meer is tussen de algemene sportdeelname van mannen en vrouwen. Als je kijkt naar de georganiseerde verenigingssport, blijkt dat de man-vrouwverhouding van het totaal aantal leden van de Nederlandse sportfederatie NOC*NSF ongeveer 2:1 te zijn. Hieruit kun je afleiden, dat vrouwen in verhouding tot mannen vaker ‘ongeorganiseerd’ sporten. (bijvoorbeeld zwemmen, wandelen en fietsen, individuele sporten dus)
Typische vrouwenblessures?

Sinds vrouwen jaren geleden meer aan sport gingen doen, dacht men dat het ‘zwakke geslacht’ veel blessures zou oplopen. Vrouwen hadden indertijd inderdaad wat vaker blessures, maar dat kwam vooral door de relatieve ongetraindheid.
We weten nu uit een teamsport die door vrouwen en mannen samen wordt beoefend (korfbal) dat vrouwen niet minder of vaker blessures oplopen dan mannen. Wel is de hormoonhuishouding van vrouwen van invloed op bepaalde blessures.

Testosteron heeft in de pers geen goede naam. Het mannelijke hormoon heeft allerlei vervelende bijwerkingen. Maar het vrouwelijke hormoon oestrogeen blijkt nu ook een aantal akelige bijwerkingen te hebben. Uit een onderzoek bij vrouwen die een scheuring van de kniebanden hadden opgelopen, bleek dat zij opvallend vaak de blessures hadden opgelopen tijdens hun ovulatieperiode. Hierom wordt gedacht dat blessures samenhangen met het hoge gehalte aan oestrogeen tijdens de ovulatie. Ook zagen de onderzoekers, dat de spieren van vrouwen anders dan mannen reageren op trainingsprikkels. Hierover kunnen ze nog geen verklaring geven. Er is een duidelijk verschil in de hormoonhuishouding van die van de vrouw ten opzichte van die van de man, daarom zullen beide groepen in de toekomst op een andere manier belast moeten worden.
Blessures van vrouwen zijn duidelijk anders van aard dan die van mannen. Een voorbeeldje is het voorkomen van scheenbeenirritatieklachten, welke steeds vaker voorkomen bij vrouwen. Dit zou veroorzaakt kunnen worden door de vorm van de vrouwenvoet, welke een hoge wreef hebben en waarbij de voorvoet in verhouding tot de hiel smaller is dan die van de man. Mannen hebben weer vaker last van spierverrekkingen en scheuren, mede veroorzaakt door de explosievere bewegingen.
Kruisbandletsels zijn zowel voor mannen als voor vrouwen ‘gewoon’. Door een kortere afstand van de bovenbeenknobbels in het kniegewricht komt een gescheurde knieband bij mannen vaker voor (hierover hieronder meer).
De botdichtheid is bij vrouwen minder dan bij mannen. Vooral vrouwen met een laag vetpercentage die niet menstrueren, hebben een vergroot risico op botontkalking. Hierdoor kunnen bij intensieve looptraining botten overbelast raken. Vermoeidheidsbreuken zijn dan het gevolg.middenvoetsbeentjes, scheenbeen, kuitbeen en zelfs het bovenbeen en het bekken kunnen beschadigd raken.
Een blessure waar ik het uitgebreider over wil hebben, is de voorste-kruisbandletsel. Dit omdat ik op dit moment zelf geblesseerd ben aan mijn knie. Ik interesseer me nu erg in allerlei knieblessures, oorzaken en oplossingen, omdat de artsen er op dit moment (na 3 maand onderzoek) nog niet achter zijn, wat er precies kapot is in mijn knie.
Orthopeden en fysiotherapeuten constateren de laatste jaren een toename in het aantal kruisbandlaesies bij vrouwen, dit letsel komt bij hen 4 – 10 keer vaker voor dan bij mannen. Het is nog niet helemaal duidelijk, waarom dit verschil zo groot is, al zijn er al wel enkele theorieën hiervoor, zoals het verschil in anatomie, spierkracht en coördinatie en motoriek.
De voorste-kruisband is een van de belangrijkste stabiliserende structuren van de knie. Hij remt de extensie (buitensporige bewegingsvrijheid) van de knie af en voorkomt samen met de achterste kruisband dat het onderbeen om zijn as kan draaien ten opzichte van het bovenbeen. Bij vrouwen is de bewegingsruimte van de voorste-kruisband beperkter dan bij mannen. Hierdoor kan de voorste-kruisband makkelijke bekneld raken tussen de verschillende delen van de knie ( de condylen en het tibiaplateau). Deze beknellingen kunnen leiden tot beschadiging en volledig afscheuren van de voorste-kruisband.
Vrouwelijke hormonen kunnen leiden tot verslapping van spieren, pezen en banden. Door deze verslapping worden vele blessures voorkomen, omdat de gewrichtsstructuren meestal in staat zijn meer kracht op te vangen. Maar als je naar de knie kijkt, geldt dit niet, omdat de verslapping tot gevolg heeft dat alle krachten op de knie, die normaal opgevangen zouden worden door de musculatuur en het overige kapsel- en bandstelsel, nu volledig door de voorste-kruisband opgevangen moeten worden. Dit heeft een verhoogd risico tot beschadigingen en scheuren tot gevolg. Tijdens de menstruatiecyclus variërende homoonniveaus die invloed hebben op de stabiliteit van de knie. In recente onderzoeken is aangetoond dat op bepaalde momenten in de menstruatiecyclus de knie minder stabiel is en dat een voorste-kruisbandscheuring zelfs vaker voorkomt.
Tot slot hebben vrouwen dus minder spierkracht in verhouding tot de lengte van het skelet. De stabiliteit van de knie wordt door een groot deel bepaald door de spierkracht. Door dit ‘tekort’ zal een bepaalde kracht, die bij mannen door de kniespieren wordt opgevangen, bij vrouwen overgenomen worden door de passieve stabiliteit van de knie en in het bijzonder de voorste-kruisband. Ook gebruiken vrouwen naar verhouding meer de quadriceps om de knie te stabiliseren, terwijl de mannen meer gebruik maken van de hamstrings.
Eigen mening verslag en onderwerp

Ik vond het wel heel interessant en leuk om dit verslag te maken. Toen ik de opdracht kreeg, leek het me een makkelijke en simpele opdracht, ik had meteen een idee in mijn hoofd, over hoe ik het zou maken. Toen ben ik gaan zoeken naar informatie over het onderwerp. Tijdens deze zoektocht kwam ik erachter, dat het nog helemaal niet zo makkelijk was en dat er op zich helemaal niet zo heel veel informatie over te vinden was, heel veel kwam allemaal op hetzelfde neer. En over de opkomst van de individuele sport naast de teamsport was al helemaal niks te vinden (op 1 artikel na).

Dus toen moest ik mijn plan weer omgooien. Als je als antwoord op de vraag of mannen en vrouwen samen kunnen sporten in de schoolsport al verteld, dat dit wel kan omdat de verschillen in kracht en vermogen hier geen grote rol spelen en er geen competitiedrift is, dan is het ook meteen duidelijk waarom mannen en vrouwen dan niet samen kunnen sporten in de topsport, namelijk omdat het dan een oneerlijke strijd zou zijn. Hierdoor kwam ik in de knoei met het minimum gevraagde en heb ik er ook maar meer bij verteld, dan wat eigenlijk de opdracht was.
Omdat ik dus nu zelf met mijn knie zit, heb ik vooral de medische en biologische verschillen goed doorgelezen en het interesseerde me heel erg, vooral toen ik nog wat diagnoses tegenkwam, die zo op mij van toepassing zouden kunnen zijn, qua pijn en gevoelige plekken in mijn knie. Ook wist ik niet dat er nog zoveel verschil tussen een mannen- en vrouwenlichaam zat en had dat ook zeker niet verwacht. Zelfs de hormonen spelen een rol op de stabiliteit van de knie.
Al met al was het wel een interessante opdracht en ik heb er ook heel wat van geleerd, ook over de geschiedenis. Maar toch doe ik volgende keer liever mee met het ringzwaaien, dan dat ik door mijn knie aan de kant zit en een verslag moet maken!
Bronvermelding:

Internet: http://www.vrouwenraad.be/pdf/tijdschrift_vrouw_sport/verschil_sport.pdf
http://www.fysiotherapie-amsterdam.nl/Kruisband.doc
http://users.skynet.be/avzk/vrouwen2.html
http://www.runnersweb.nl/runnerweb/show/id=2707
http://www.lichamelijkeopvoeding.nl/leerling.htm

Proefschrift: ‘Ze zijn er (niet) voor gebouwd;: In- en uitsluiting in de sport naar sekse en etniciteit, waarbij de sportdeelname en betekenisverlening aan sport door jongeren centraal staat. (Elling, 2002)

Boeken: Lichamelijke opvoeding voor de tweede fase voortgezet onderwijs. Katern Bewegen en regelen: Hoe krijg ik ze in beweging?
Maarten Massink en Harry Stegeman
Uitgegeven door Edu’Actief b.v. Meppel
ISBN 905766142 X
© 1998

Op haar gezondheid
Zin en onzin over ziekte en gezondheid bij vrouwen
Fransje van der Waals
Uitgegeven door: Uitgeverij Contact, Amsterdam / Antwerpen
© 1996

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.