Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Zuid-Afrika

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas havo | 4321 woorden
  • 28 september 2005
  • 113 keer beoordeeld
Cijfer 6
113 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Welke godsdiensten komen er voor in Zuid-Afrika?

Ongeveer 77% van alle Zuid-Afrikanen is lid of beschouwt zich lid van één van de vele christelijke kerken. Deze kerken zijn onderverdeeld in verschillende kerken.
- Onafhankelijk Afrikaanse kerken: deze zwarte kerken worden onderscheiden in de Ethiopische kerk en de zionistische kerk, waarbij de Heilige Geest, genezing en elementen uit de traditionele Afrikaanse religie een rol spelen. Beide richtingen houden vast aan een diep in de Afrikaanse cultuur verankerde geloofsbeleving, ze richten zich zeer sterk op hun leiders, zijn zeer behoudend, zetten zich af tegen Europese geloofspraktijken en baseren zich doorgaans op een eigen interpretatie van de bijbel. De grootste van deze kerken is de Zionist Christian Church, met in heel zuidelijk Afrika enkele miljoenen leden.
- Protestanten: zijn christelijke kerken, maar onderscheiden zich van bijv. de orthodoxe of rooms-katholieke kerken door een grotere nadruk op de bijbel (= bronboek van het christelijk geloof, hoogste maatstaf voor geloof en leven) en minder op de rituele kant van het geloof.

- Katholieke kerk: is bijna hetzelfde als de protestanten want de protestanten stammen af van de katholieke kerk. Dit deden de protestanten om zich te verzetten tegen de macht van Rome. Ook vinden de protestanten in tegenstelling tot de katholieken dat je kerken niet moet versieren. Bij een katholieke kerk wordt de kerkdienst leiden priester genoemd als je priester bent mag je niet trouwen. Bij de protestantse kerk worden het dominees genoemd als je dominee bent mag je wel trouwen.
- Methodistische kerken:gaan terug op een piëtistisch getinte opwekkingsbeweging, ontstaan in de Kerk van Engeland in de 18de eeuw. Vandaar verspreidde de beweging zich zeer snel en werd door Thomas Coke naar Amerika overgebracht (1784). In de loop van de 18de en 19de eeuw waren er talrijke afsplitsingen. De meeste groepen hebben zich echter zowel in Groot-Brittannië als in de Verenigde Staten in de jaren dertig herenigd als Methodist Church. Uit het methodisme zijn voortgekomen het Leger des Heils, de Evangelische Gemeinschaft, in de Verenigde Staten de Broederenkerk en vele Holiness Churches.
De methodistische kerken erkennen alleen de Heilige Schrift als norm voor het geloof; wel wordt de Apostolische geloofsbelijdenis aanvaard. Grote nadruk valt op subjectieve ervaringen, innerlijke belevingen, op bekering en heiliging en het streven naar volmaaktheid. Wereldwijd zijn er ca. 25 miljoen methodisten.
- De Anglicaanse Kerk: die officieel ongeveer de helft van de bevolking van Groot-Brittannië omvat (Wales is sinds 1919 zelfstandig), met ruim 18.000 geestelijken, wordt bestuurd door bisschoppen. Zij heeft twee aartsbisschoppen, nl. die van Canterbury en van York ,en 43 bisschoppen. 29 Bisdommen vallen onder Canterbury en 14 onder York. Een bisdom is onderverdeeld in archdeaconries. Aan het hoofd van een kathedrale kerk staat een dean (deken) met 4 of 5 canons (kanunniken), terwijl in een parochie een geestelijke (vicar geheten) met hulpgeestelijke en kapelaans de leiding heeft. De bisschoppen worden formeel door de kapittels benoemd, praktisch echter door de koning, daar deze verlof tot de benoeming verleent en tevens een geestelijke ter benoeming aanwijst. In menig opzicht vertoont de Anglicaanse Kerk dus een geheel eigen karakter. Zij is nauw verbonden met de natie en haar tradities, hecht aan vaste gebruiken en bovenal aan het allen samenbindende Book of Common Prayer. De dagelijkse morgen en avondgebeden nemen een belangrijke plaats in; het Avondmaal wordt elke zondag gevierd, in vele kerken zelfs iedere dag.
- Presbyteriaanse kerk: Deze kerk lijkt veel op de protestantse kerk. De presbyteriaanse kerk is verdeeld in 23 presbyteria en een Maori-synode. Jaarlijks wordt er een zogenaamde "moderator", de voorzitter van de presbyteriaanse kerk, gekozen. De methodistische kerk is verdeeld in tien districten en de "president" wordt ook jaarlijks gekozen.
- Apostolische kerk: voor apostolische christenen hebben de kerkdiensten een bijzondere betekenis. Als fundamenteel bestanddeel van het christelijk leven bieden zij telkens opnieuw gelegenheid tot gemeenschap met God en de broeders en zusters. Diegenen die de kerkdienst bezoeken vinden hier de noodzakelijke rust en tijd om naar Gods Woord te luisteren. Hier kunnen ze goddelijke vrede ontvangen, genade en verlossing verkrijgen en de goddelijke liefde voelen.
- Baptisten willen van oudsher terugkeren naar de wortels van het Christelijke geloof. Baptisten benadrukken het grote belang van persoonlijk geloof. Daarom is de doop voorbehouden aan diegenen die een persoonlijk getuigenis afleggen dat Jezus hun Heer en Redder is. In de 16e eeuw, toen de moderne baptisten beweging ontstond, werd deze nadruk op persoonlijk geloof als een bedreiging gezien voor de gevestigde kerken.
- De gereformeerde: De Christelijke Gereformeerde Kerken vormen een kerkgenootschap binnen het protestantisme in Nederland. Deze kerken hebben een eigen Theologische Universiteit te Apeldoorn. Deze kerken hebben nauwe relaties met Gereformeerde Kerken vrijgemaakt en de Nederlands Gereformeerde Kerken. Bij de Christelijke Gereformeerde Kerken zijn 180 plaatselijke kerken aangesloten. Zij hebben ongeveer 75.000 leden. Binnen deze kerken zijn twee jongerenorganisaties actief: het LCJ en CGJO.

De oorspronkelijke bewoners van Zuid-Afrika, Hottentotten, Bosjesmannen en diverse Bantoevolken hadden voor de komst van de blanken ieder hun eigen inheemse religies. Vruchtbaarheidsrituelen, oogstrituelen, voorouderverering en het heilige geloof in het bestaan van hogere machten en krachten zijn gemeenschappelijke kenmerken. Tegenwoordig hangt nog ongeveer 13% van Zuid-Afrikanen deze religies aan. Inyanga’s en sangoma’s, traditionele Afrikaanse genezers spelen ook nog een belangrijke rol in de cultuur en de religieuze leefwereld van de zwarte Zuid-Afrikanen, zelfs in de grote steden.


Ongeveer 3.2% van de Zuid-Afrikanen is Hindoe.
Het Hindoeïsme vind zijn oorsprong in de godsdienst van de Indo-germanen. Het dankt zijn bestaan niet aan een bepaalde stichter maar heeft zich gedurende een lange periode van meer dan duizend jaar gevormd uit de plaatselijke religies, onder opname van een aantal elementen van de godsdienst van een binnenvallend Arisch Indogermaans volk. Via deze Ariërs is er enige verwantschap met de religies van de oude Germanen, Grieken en Romeinen. De Indogermanen kenden een sociale opbouw in drie kasten: heersers, krijgers en voeders (waaraan later een vierde als 'niet-kaste' is toegevoegd.
Hun belangrijkste goden (Waroena, Agni en Indra) waren daarvan een afspiegeling. In de oer-indogermaanse godsdienst speelde overigens ook een moedergodin een rol van betekenis.
De oudst bekende heilige schriften, de Veda's (lofzangen, teksten voor offerrituelen) dateren van ca 1200 v.C. Het Sanskriet (een oude indo-germaanse taal) van de Veda's is tot op heden de rituele taal gebleven.
Vanaf ca 1200 v.Chr. verschuift het godenpantheon langzaam naar een nieuw drietal, Brahma, Sjiva en Visnu, zonder dat de oorspronkelijke goden hiermee geheel uit het zicht verdwijnen.
- Brahma wordt het onpersoonlijke opperwezen, alles doordringend, bron en schepper
- Shiva, wordt de 'vernietiger' en de asceet (vgl herfst/winter) is in bepaalde opzichten de opvolger van Waroena. (een bekende beeltenis van Shiva is die als de balancerende vierarmige danser).
- Visnu wordt de 'bewaarder' (vlg de winter/lente).

Van de zuid-afrikanen is 2,8% moslim
Tegenwoordig zijn er meer dan 800 miljoen moslims in het Midden-Oosten, Azië en Afrika. De islam groeit nog steeds onder andere door de invloed van heel strenge gelovigen die de ouden en strenge ideeën van de islam weer willen invoeren. Islam betekent in het Arabisch "overgave aan de wil van god". Na het jodendom en het christendom is het de 3de grote godsdienst die geopenbaard werd aan een profeet Het islamitische leven gaat uit van een reeks regels die de 5 zuilen van de islam worden genoemd. De moslims geloven dat zij de hemel zullen bereiken als zij volgens deze regels leven. Er gelden ook strenge regels voor de omgang van de mensen onderling. De kleding van moslimvrouwen moet hun lichaam helemaal bedekken en alcohol en gokken zijn verboden..

En dan zijn er nog naar schatting148.000 joden in Zuid-afrika. De joden geloven in een God, in medeklinkers JHWH, aanvankelijk zonder daarmee andere goden voor andere volkeren uit te sluiten. Pas na de ballingschap is er consequent sprake van één God. In de religieuze wereld van de oudheid staat het Joodse volk geheel alleen in z'n beleving van de ene en persoonlijke Macht die enerzijds ver boven het menselijke is verheven maar anderzijds toch met de mensen en hun geschiedenis bezig is. Joden geloven dat er één God is die aan het begin en het einde staat van de schepping. De mens wordt op zijn daden aangesproken, God beloont het goede en straft het kwade. De Thora bevat de openbaring en leefregels voor het volk. Eens zal er een Messias komen die het Joodse volk terugvoert naar het beloofde land. Onreine zaken dienen vermeden te worden.


Hoe is het christendom naar Zuid-Afrika gekomen?

De VOC had op de lange zeeweg naar en van Azië, een reis die de schepen zo’n acht à negen maanden kostte, behoefte aan verversingsplaatsen. Dat kon bijvoorbeeld Sint Helena zijn, maar ook Kaap de Goede Hoop of Mauritius, waar men dan drinkwater, brandhout en vers vlees door middel van de jacht probeerde te bemachtigen. Naarmate de scheepvaart echter intensiever werd, steeg de behoefte aan een echt verversingsstation. Daartoe nam Jan van Riebeeck in 1652 namens de VOC het gebied van Kaap de Goede Hoop in gebruik. In de schaduw van de Tafelberg werd kasteel De Goede Hoop gebouwd, waaromheen Kaapstad ontstond. Om op goedkope wijze te voorzien in voedsel werden door de VOC tuinen aangelegd voor het verbouwen van groente en fruit. In het binnenland hield men vee, al kocht men dit ook wel bij de lokale bevolking, de Khoikhoi, die toen Hottentotten werden genoemd. De opbrengsten van de landbouw en veeteelt van de Compagnie waren echter niet voldoende om alle passerende schepen te bevoorraden. Daarom werd in 1657 de landbouw geprivatiseerd, waarbij voormalig VOC-personeel land kreeg toegewezen om dit te bewerken. Deze landbouwers zijn bekend geworden als de Boeren. Daarmee ontstond een echte volksplanting, dat wil zeggen een kolonie waar Europeanen zich vestigden met de uitdrukkelijke wens er permanent te blijven. De VOC was in eerste instantie niet doelbewust uit op kolonisatie en bemoeide zich nauwelijks met de stammen die verder in het binnenland leefden. Toch groeide de vestiging al snel uit tot een soort kolonie, onder andere doordat na verloop van tijd gezinnen van de vrijburgers naar de Kaap kwamen, evenals zelfstandige particulieren.
Deze alsmaar groeiende aantallen van Europeanen in Zuid-Afrika brachten ook het Christendom uit europa mee. Er werden steeds meer christelijke kerken gesticht. Na een tijdje mochten kerken alleen nog maar christelijk erediensten of zendingen bedrijven. De andere godsdiensten waren officieel verboden. Hierdoor werden ook de oorspronkelijke bewoners van Zuid-Afrika gedwongen om de Christelijke godsdienst aan te hangen. De Europese kolonisten hadden ook veel slaven uit Azië naar Zuid-Afrika meegenomen, ook deze mensen mochten hun eigen godsdienst niet meer aan hangen. Natuurlijk werden er door de originele bewoners zoals de Zulu’s en Hottentotten in het geheim eigen diensten gehouden en rituelen uitgevoerd. Maar de meeste mensen gingen gewoon naar de christelijke kerkdiensten. Hierdoor werden steeds meer mensen echte aanhangers van het Christendom. Pas in 1779 kregen Duitse Lutheranen toestemming om een kerkgebouw te openen en vele andere zendelingen volgden in de eeuwen daarna. Toch bleven veel mensen christenen. De grootste christelijke kerk is de zogenaamde zwarte onafhankelijke kerken, de African Independent Churches, vormen sinds ca. 1850 de grootste religieuze gemeenschap van Zuid-Afrika met meer dan 3000 verschillende onafhankelijke kerken met gezamenlijk meer dan 6 miljoen leden. Soms bestaan ze slechts uit één gemeente en soms tellen ze tienduizenden leden.

Werken de verschillende godsdiensten goed samen?

In Zuid-Afrika zijn veel oorlogen geweest tussen verschillende culturen. Er zijn veel Europese kolonisten naar Zuid-Afrika gekomen. Eerst leefde zij alleen maar in kaap de goede hoop. Daar waren de Britten aan de macht maar toen de Britten slavernij af schaften en de gelijkheid van alle inwoners afkondigden, was voor veel boeren de maat vol, en bijna meteen na deze maatregelen, in 1835, vertrokken de eersten, weg van de Kaap. De regio waar zij terechtkwamen was echter het gebied dat nog maar pas aan het bekomen was van de Difaqane. Tijdens de Difaqane werden ze aangevallen door de Ndebele. De Ndebele zijn afstammelingen van een groep Zulu's die zich afgescheiden hebben in de Difaqane, en Nguni.Ergens maakte die situatie het gemakkelijker voor de boeren om grond te verwerven, aangezien zoveel volkeren niet meer op hun voorouderlijke grond woonden. Maar toch waren er geregeld conflicten tussen de plaatselijke bewoners en de nieuwkomers die overigens ook niets begrepen van de gebruiken van de autochtone bevolking: opnieuw kon het gebeuren dat de boeren grond "kochten" van de plaatselijke bevolking, om dan achteraf vast te stellen dat zij alleen maar een gebruiksrecht verworven hadden, aangezien volgens de Afrikaanse traditie grond niet kan verkocht worden.
Een incident dat een keerpunt zou betekenen was dat van de moord op Piet Retief. Retief was de leider van een grote groep voortrekkers die in 1937 het grondgebied van de Zulu binnendrongen. Hij vroeg grond aan de toenmalige Zulu-koning Dingaan die eerder wantrouwend stond tegenover de voortrekkers. Hij was akkoord om grond te geven op voorwaarde dat Retief er zou in slagen om zijn vee, dat voordien gestolen was door de rivaliserende koning Sikonyela, terug te brengen. Piet Retief slaagde daarin en kwam op 6 februari 1838 triomfantelijk en met een delegatie van een zeventigtal voortrekkers het vee terugbrengen. Er werd hem een afstandsacte voor de grond overhandigd, maar Dingaan eiste dat de delegatie ongewapend zijn kraal zou binnenkomen voor een feestelijk onthaal. Daar werd plots het bevel gegeven om de hele groep uit te moorden. Nadien volgden nog verschillende bloedige aanvallen op voortrekkerskampen.
De gebeurtenissen waren erg verontrustend voor de voortrekkers en leidden naar wraakpogingen die aanvankelijk weinig succes hadden. De boeren waren immers nauwelijks georganiseerd. De finale strijd werd uitgevochten onder leiding van Andries Pretorius aan de oever van een rivier, de Wasbankrivier genaamd. Op 16 december 1838 slaagde een boerenleger er toen in om een indrukwekkend Zulu-leger op de vlucht te jagen met nauwelijks verliezen aan de eigen kant. Men vertelt dat het water van de rivier rood zag van het bloed van de Zulu's - vandaar dat de gebeurtenis de geschiedenis ingegaan is als de slag bij de Bloedrivier.
Na deze nederlaag herstelde het Zulu-rijk zich niet meer. Dingaan sloeg op de vlucht en werd een tijd later in nooit opgehelderde omstandigheden vermoord.

Na de nederlaag van de Zulu vestigden de voortrekkers zich in Natal waar ze de grond onder mekaar verdeelden. Wie vóór 1839 was aangekomen had recht op 25.000 ha grond, plus een erf, en dan nog eens even veel voor elke zoon van ouder dan 15 jaar! De boeren probeerden zich ook te verenigen in republieken. De oudste daarvan was de republiek Natalia. In 1839 werd een grondwet opgesteld die zo goed als onwerkbaar was omdat elke vorm van wetgeving stuitte op het extreme individualisme van de voortrekkers. Toch werd in 1840 de republiek Natalia uitgeroepen.
Intussen organiseerden de boeren er hun eigen samenleving. Al gauw werd bekend dat men bijvoorbeeld jacht maakte op Zulu-kinderen om ze op te leiden en in te zetten als arbeidskrachten en er waren heel geruchten over gedwongen arbeid. Andries Pretorius zelf vond dat er teveel Zulu's in zijn directe omgeving hadden en dat ze onvoldoende knechtenmentaliteit hadden. Het moet dus niet verwonderen dat men zelfs in die tijd al het idee verkondigde dat alle mogelijke contacten tussen zwarten en blanken zoveel mogelijk moesten vermeden worden, en dat men de zwarten best een eigen woongebied kon geven

De republiek Natalia was maar een kort bestaan beschoren, want in 1843 werd zij al geannexeerd door de Britten - die meteen alle inwoners gelijk voor de wet verklaarden. Een deel van de boeren ondernam een tweede trek naar het noorden toe, richting Transvaal.

Daar werd in 1852 een tweede boerenrepubliek opgericht, aanvankelijk de Zuid-Afrikaanse republiek genoemd, later Transvaal. In 1854 volgde de oprichting van de Oranjerivier-Souevereiniteit die later de republiek Oranje-Vrijstaat zou worden genoemd.
Aanvankelijk waren de Britten niet erg geïnteresseerd in de annexatie van de boerenrepublieken. Dat veranderde echter toen in 1867 diamant gevonden werd in Oranje-Vrijstaat. Al in 1871 gaf de regering in Londen de toestemming om de diamantvelden in naam van de Britse kroon bij de Kaapkolonie te voegen. Ondanks de schadevergoeding die de Britten betaalden, leidde dat tot protest van Oranje-Vrijstaat - maar dat protest haalde uiteindelijk niets uit, integendeel.

In 1877 werd ook de republiek Transvaal geannexeerd, zonder veel protest deze keer, want de Transvaalse staatskas was zo goed als leeg. In 1878 werd dan ongeveer het hele gebied tussen de Kaap en Natal geannexeerd. De Britse overheersing over blanken en zwarten werd daardoor een feit.

In diezelfde periode werd ook definitief afgerekend met de Zulu's. In 1873 was daar, met toestemming van de Britten, Cetshwayo tot koning gekroond. De Britten hoopten in Cetshwayo een gewillige bondgenoot te krijgen, maar daarin vergisten ze zich: de koning wilde zijn eigen interne politiek volgen en trouw blijven aan de Zulu-tradities. Na een aantal incidenten legden de Britten een reeks restricties op aan de Zulu waaraan Cetshwayo onmogelijk kon voldoen - hij weigerde dan ook om er zich aan te houden.

Daarop werd een indrukwekkende legermacht naar het land van de Zulu gestuurd. Onderweg werd die een aantal keer aangevallen, telkens met ernstige verliezen voor de Britten. Uiteindelijk werd op 4 juli 1879 de beslissende veldslag geleverd die de Zulu een definitieve slag toebracht. Deze gebeurtenis staat bekend als de Anglo-Zulu-oorlog. Cetshwayo werd verbannen naar Kaapstad en het grondgebied van de Zulu werd verdeeld in dertien stukken.

Na de Britse overwinning op de Zulu volgde in 1880 een andere oorlog, en wel tegen de Transvaalse boeren die de annexatie van Transvaal betwistten. Die eerste "boerenoorlog" leidde een jaar later tot een vredesverdrag waarbij Transvaal zelfbestuur kreeg onder de Britse Kroon. In 1883 werd een nieuwe president gekozen die nog van zich zou laten horen: Paul Kruger.

Die eerste boerenoorlog had heel wat gevolgen: voor het eerst ontstond er een soort van samenhorigheidsgevoel, een stamgevoel onder de boeren. Dat werd nog versterkt door de talloze sympathiebetuigingen die de republiek kreeg vanuit bv. Nederland en Vlaanderen.

Onder president Kruger legden de boeren verder beslag op de gronden van de lokale bevolking en ook Kruger droomde ervan om de Afrikaanse volkeren een bepaalde locatie toe te wijzen, onder de bescherming van de regering.

De tweede boerenoorlog brak uit in 1899 en deze keer vormden Transvaal en Oranje-Vrijstaat front tegen de Britten. De boeren hadden een leger kunnen bij mekaar brengen van 54.667 personen, maar daarnaast konden ze nog rekenen op vrijwilligers uit Duitsland, Frankrijk, Nederland, België, Oostenrijk, Amerika en Ierland. De gemakkelijke overwinning die de Britten verwacht hadden bleef uit, maar een overwinning voor de boeren zat er evenmin in. De boeren schakelden over op guerrillatactieken waartegen de Britten aanvankelijk weinig verweer hadden. Vandaar dat ze na een tijdje overschakelden op een nieuwe tactiek: die van de verschroeide aarde. Overal in het land werden boerderijen platgebrand en werden vrouwen en kinderen samengebracht in concentratiekampen


De oorlog eindigde uiteindelijk met een nederlaag voor de boeren. Een laatste poging van president Kruger om in Europa steun voor zijn strijd te vinden leverde hem zeer veel sympathiebetuigingen op, maar kon het tij niet keren. Kruger zou trouwens nooit meer naar Zuid-Afrika terugkeren.

Het einde werd bezegeld op 31 mei 1902 met de ondertekening van de Vrede van Vereniging. Die voorzag niet in de onafhankelijkheid van de boeren, wel in een ruime mate van zelfbestuur. Het leed van de boerenbevolking in de concentratiekampen had hen echter een enorme internationale sympathie opgeleverd, zodat zij de morele overwinnaars werden en ook hun eisen konden stellen. Bovendien had de oorlog het nationalisme onder de boeren flink aangewakkerd.

De boerenoorlogen hadden de Boeren sterk verarmd: duizenden gezinnen hadden alles verloren en waren wanhopig op zoek naar werk en een inkomen. Wat voor hen nog het ergste was, was dat zij nu op de arbeidsmarkt moesten concurreren met zwarten en kleurlingen of soms zelfs voor hen moesten gaan werken, terwijl zij die bevolkingsgroepen enkel konden zien als knechten.

In Zuid-Afrika is ook jarenlang sprake geweest van apartheid. Apartheid was het officiële systeem van rassensegregatie dat tussen 1948 en 1990 in Zuid-Afrika en het huidige Namibië in werking was. Het eerste bekende gebruik van het woord was in 1917, tijdens een toespraak van Jan Smuts, de toenmalige eerste minister van Zuid-Afrika. Dit is nog niet zo lang geleden afgeschaft maar er is nog steeds een scheiding tussen de blanke inwoners en de zwarte inwoners van Zuid-Afrika.

Wat is de invloed van de godsdiensten op:

De gezondheidszorg

In heel wat landen blijft goede gezondheidszorg een voorrecht voor de rijken. Zo ook in Zuid-Afrika. Patiënten kunnen er kiezen tussen een behandeling in een privé - of staatsziekenhuis. Kiezen is veel gezegd: slechts 7 van de 43 miljoen Zuid-Afrikanen kunnen een behandeling in een privé-ziekenhuis betalen, de 'overige' 36 miljoen zijn aangewezen op een staatsziekenhuis. Op zich hoeft de behandeling in een staatsziekenhuis geen probleem te zijn. Maar in Zuid-Afrika gaapt er een enorme kwalitatieve kloof tussen de privé-zorg en de overheidsvoorzieningen. Het volgende voorbeeld spreekt voor zich: ruim 90% van de apothekers en 60% van de medici zijn verbonden aan particuliere instellingen. Sommige staatsziekenhuizen staan leeg of moeten afdelingen sluiten, omdat het personeel overloopt naar privé-ziekenhuizen of het land verlaat. De regering spant zich wel in om de basisgezondheidszorg toegankelijker te maken voor grotere delen van de bevolking. Maar de snelle verspreiding van de HIV/Aids-epidemie, zorgt voor een enorme druk op de uitgaven in de gezondheidssector.
Aids is een groot probleem in Zuid-Afrika. Veel geloven verbieden het om anticonceptie middelen te gebruiken, hierdoor verspreid het virus zich nog sneller. En de meeste mensen die aids hebben, hebben echt geen geld voor medicijnen. Sommige van de oorspronkelijke mannelijke bewoners van Zuid-Afrika geloven dat als ze aids hebben en ze vrijen met een maagd dat ze dan van hun aids af zijn. Hierdoor worden veel jonge meisjes misbruikt en krijgen zij de ziekte ook.
Tegenwoordig is de regering bezig om zoveel mogelijk hiv-remmers en andere medicijnen grootscheeps door het land te verspreiden maar een paar jaar geleden verbood de regering deze medicijnen juist.


Cultuur

Decennialang heeft kunst in Zuid-Afrika een belangrijke rol gespeeld in de strijd voor vrijheid en democratische verandering. Maatschappelijke kwesties vonden uitdrukking in schilderijen, muziek en andere kunstvormen. “Het was een cultuur die de ervaring van de meerderheid van de bevolking weerspiegelde, en die erop gericht was mensen politiek bewust te maken ,“ zegt Andries Oliphant. Nadat het apartheidssysteem verdween, was er geen behoefte meer aan dit soort kunst.. Nu de maatschappij vrijheid had verworven en Zuid-Afrika in de wereld niet langer alleen maar berucht was vanwege de apartheid, ontdekte de kunst plotseling haar eigen vrijheid. “Kunst werd meer introspectief, en hield zich bezig met intieme onderwerpen zoals familiegeschiedenissen en persoonlijke verhalen. Men begon zich af te vragen: wat hebben we eigenlijk meegemaakt tijdens deze jaren van kolonisatie?”

Voor de oorspronkelijke bewoners zoals de hottentotten en de bosjesmannen, die allemaal verschillende natuurgodsdiensten aanhangen is muziek en kunst heel belangrijk in de rituelen die ze uitvoeren.

Feestdagen:

Er zijn niet echt speciale feestdagen die iets met bepaalde godsdiensten te maken hebben behalve dan kerstmis maar dat hebben we hier in Nederland ook. De verschillende godsdiensten hebben natuurlijk wel hun eigen feestdagen. Maar het land zelf heeft de volgende feestdagen:

De Nationale feestdagen.

01 januari Nieuwjaarsdag
21 maart Dag van het Mensenrecht
18 april Goede Vrijdag
21 april Familiedag
27 april Dag van de Vrijheid
01 mei Dag van de Arbeid
16 juni Dag van het Kind
09 augustus Nationale Vrouwendag
16 december Dag van Verzoening
25 december Kerstmis

Onderwijs

De verschillende levensbeschouwingen hadden veel te maken met de verschillende rassen in Zuid-afrika. Door de veel verschillende godsdiensten stonden de mensen nog verder uit elkaar. Het onderwijs onder de zwarte bevolking had sterk te lijden onder het apartheidsregime. In 1953 werd door de "Bantu Education Act" het onderwijs voor de zwarten nog verder beperkt en ook het missieonderwijs werd geheel door de staat overgenomen. Ook inhoudelijk en qua voorzieningen bepaalde de overheid het onderwijsbeleid. Zo mocht het onderwijs alleen in de eigen taal onderwezen worden en werd het niveau bewust laag gehouden.
In 1959 mochten studenten alleen naar een universiteit van hun eigen "kleur". Studeren aan de grote "blanke" universiteiten als de Universiteit van Kaapstad en die van Witwatersrand was voor kleurlingen en zwarten uitgesloten. Pas in 1986 werden alle rassen in principe weer toegelaten tot de universiteiten. Tot 1990 bleef deze situatie zo en bijvoorbeeld de leerplicht voor zwarten werd pas in 1991 geregeld. Voor blanken gold de leerplicht al vanaf 1953, voor Aziaten vanaf 1979 en voor kleurlingen vanaf 1980. Zwarte scholen kampten echter vanaf het begin al met o.a. slechte gebouwen, slechte leermiddelen, veel te grote klassen, te kleine budgetten. Het analfabetisme onder de zwarte bevolking was zeer hoog. In 1985 kon 68% van de zwarte bevolking niet lezen of schrijven tegen 7% van de blanke bevolking. In 1990 haalde nog maar 36% van de zwarte leerlingen een diploma tegen 90% van de blanken, kleurlingen en Aziaten.

Op dit moment streeft de overheid natuurlijk naar een geïntegreerd schoolsysteem dat in principe voor iedereen toegankelijk zou moeten zijn. Dat het in de praktijk nog verre van ideaal is zal duidelijk zijn er zullen nog veel culturele en psychologische barrières genomen moeten worden voordat echte iedereen gelijke kansen heeft. Met name het de organisatie van het onderwijs in de zwarte townships, waar het grootste deel van de zwarte kinderen op aangewezen is, komt maar moeizaam op gang. In 1999 slaagde minder dan de helft van de zwarte scholieren in het middelbaar onderwijs voor het eindexamen.
De regering Mandela heeft het "Curriculum 2005" opgesteld, een poging om de problemen in het onderwijs in 2005 voor het grootste deel op te lossen. Zelfstandig denken en het meer afstemmen van het onderwijs op de arbeidsmarkt staan centraal in dit ambitieuze plan. Ook wordt men verplicht om Afrikaanse en Engels te volgen naast onderwijs in de eigen (zwarte) taal. Ook wordt sterk de nadruk gelegd op het volwassenenonderwijs, bijscholing en schriftelijk onderwijs. Of dit plan gerealiseerd wordt is echter nog maar de vraag, met name gezien de gebrekkige infrastructuur van het onderwijs.

Politiek

De grootste politieke partij in Zuid-Afrika is de ACDP – Afrikaanse Christen Democratische Partij. De rest van de politieke partijen in Zuid-Afrika gaan niet uit van een bepaald geloof. Het zijn vooral democratische partijen. De volgende partijen zijn de belangrijkste partijen in Zuid-Afrika:

- ACDP - Afrikaanse Christen Democratische Partij – Kenneth Meshoe
- ANC – Afrikaans Nationaal Congres – Thabo Mbeki
- DP – Democratische Partij – Tony Leon
- FF – Vrijheidsfront – Constand Viljoen
- IFP – Inkatha Vrijheidspartij – Manosuthu Buthelezi
- PAC – Pan-Afrikaans Congres – Stanley Mogoba
- UDM – Verenigde Democratische Beweging – Bantu Holomisa

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.