Vriendschap
Levensbeschouwing werkstuk
Inhoud:
Hoofdstukken:
1. Wat is vriendschap?
2. Nieuwe vrienden
3. Ruzie
4. Samen delen
5. Bijzondere vriendschappen
Hoofdstuk 1 Wat is vriendschap?
1.1 Vriendschap is…
Mensen hebben andere mensen nodig. Je hebt je ouders nodig, omdat ze van je houden en voor je zorgen. Leerkrachten heb je nodig om dingen te leren, zoals lezen en schrijven. Vrienden heb je weer nodig voor andere dingen, bijvoorbeeld om plezier te maken. Maar ook om te praten over wat je bezighoudt. Over dingen die je hebt meegemaakt, of over iets waar je je zorgen over maakt. Als ik het over vriendschap heb, bedoel ik jongens en meisjes. Ze kunnen ook met elkaar bevriend worden. Volwassenen hebben ook vrienden.
1.2 Kenmerken
Vrienden willen bij elkaar zijn. Ze willen vaak lekker bij elkaar zitten en kletsen. Je praat met vrienden over dingen die je niet met volwassenen bespreekt. Vrienden hebben vaak iets hetzelfde. Iets waarin ze op elkaar lijken. Bijvoorbeeld dezelfde leeftijd, dezelfde hobby, of ze houden van hetzelfde. Een vriend heeft iets voor je over, zonder dat hij daar iets voor terug wil krijgen. Je vind het gewoon leuk om elkaar een plezier te doen. Echte vriendschap komt van twee kanten. Je wilt elkaars vriend zijn. Sommige mensen hebben veel vrienden. Zij zijn populair. Je bent vaak even populair als je een feest geeft. Soms wil dan ineens iedereen je vriend zijn. Maar als het alleen om het feest gaat, blijft die populariteit niet lang bestaan. Om gelukkig te zijn hoef je niet per se veel vrienden te hebben. Belangrijker is dat je in ieder geval een paar vrienden hebt die je trouw zijn. En op wie je kunt rekenen als je ze nodig hebt. Vrienden ben je tenslotte in goede en slechte tijden.
1.3 Soorten
Mensen zijn allemaal verschillend. We vinden verschillende dingen leuk of zijn in verschillende dingen goed. Daarom is het fijn als je meerdere vrienden hebt. De ene vriend is bijvoorbeeld gek op dezelfde sport en lid van dezelfde club. De ander vindt weer dezelfde tv-programma’s leuk. Of er woont iemand in dezelfde straat als jij, waar jij elke dag mee naar school gaat. Meestal is er één je beste vriend. Dan is het vaak zo dat je die je aller diepste geheimen vertelt. Deze vriend wil je vaak zien. Het is goed om meer vrienden te hebben. Als de één niet kan, geen tijd heeft of ziek is, kun je met de ander iets afspreken.
1.4 De baas spelen
Sommige kinderen willen de baas spelen. Maar in vriendschap is er niemand de baas. Vrienden zijn gelijk. Je bent vrij om te doen wat jij wil. En als je iets niet wil, dan zeg je nee. Als je vriend je dan niet meer aardig vindt, is het geen echte vriend. Dan kan je beter met iemand anders omgaan.
Hoofdstuk 2 Nieuwe vrienden
2.1 Hoe maak je nieuwe vrienden?
Je moet er natuurlijk voor zorgen dat je mensen ontmoet. Veel vriendschappen ontstaan op school, in de buurt, bij een sportvereniging of een hobbyclub. Bedenk iets wat je hetzelfde hebt met die ander. Iets waar je allebei mee te maken hebt. Dat kan van alles zijn: je huisdier, je kleding, je hobby of die moeilijke huiswerkopdracht voor de volgende dag. Je hebt dan een onderwerp waar je over kan praten. Dat kan iets leuks zijn, maar het kan ook een probleem zijn waar je allebei mee zit. Ook moet je aardig zijn om nieuwe vrienden te krijgen. Mensen gaan graag om met mensen die aardig tegen hen zijn. Dat kan op verschillende manieren. Aardig ben je als je belangstelling hebt voor anderen en niet alleen aan jezelf denkt. En als je iemand iets geeft of uitleent. Door iemand te helpen kun je ook vrienden maken. mensen krijgen graag een compliment. Dus als je vindt dat iemand iets goed kan of iets moois heeft, vertel het dan aan hem of haar. Soms ontstaat vriendschap, omdat je geen keus hebt, bijvoorbeeld als er maar één ander kind in je straat woont.
2.2 ‘Ik durf niet’
Op iemand afstappen die je helemaal niet kent is een beetje eng. Je weet niet precies hoe de ander gaat reageren. Je bent vaak bang dat diegene niks met je te maken wil hebben of je stom vindt. Misschien helpt het om eraan te denken dat anderen dat ook hebben. Bedenk dat vriendelijkheid belangrijk is. Bijna niemand doet vervelend tegen iemand die vriendelijk is. Veel mensen wachten eerst rustig af, bijvoorbeeld als je in een nieuwe klas komt. Langzamerhand leer je de anderen beter kennen. Je weet dan meestal wie je aardig vindt en wie bij je past. Er zijn altijd wel mensen met wie het echt ‘klikt’. Het komt wel eens voor dat jij iemand aardig vindt, maar de ander jou niet. Maar waarschijnlijk wil jij ook niet iedereen als vriend. Soms ontdek je door iets samen met iemand te doen waarmee je liever geen vrienden bent, dat je iemand eigenlijk wel aardig vindt.
2.3 Vriendschap in stand houden
Het lukt niet altijd om vriendschap in stand te houden. Soms krijg je ruzie of groei je vanzelf uit elkaar. Ook gaat er wel eens iemand verhuizen of naar een andere school, waardoor je elkaar steeds minder gaat zien. Als je groter wordt, verander je. Ook andere kinderen veranderen. Daardoor kan het zijn dat je niet meer bij elkaar past. Om vriendschap in stand te houden moet je soms ook zelf dingen doen. Je moet aardig zijn tegen de ander, want meestal doet de ander dan ook aardig tegen jou. Je vriend vindt het ook leuk als je bijvoorbeeld iets aan de ander geeft. Soms gewoon zomaar.
Hoofdstuk 3 Ruzie
3.1 Hoe voorkom je ruzie?
Als er iets kleins gebeurt wat ruzie kan veroorzaken, kan je er voor zorgen dat het niet uit de hand loopt. Het kan ook zijn dat het plotseling is en dat je het niet kan tegenhouden of je bent er zelf bij betrokken en denkt er even niet aan. Om kleine dingen hoef je geen ruzie te maken.
Ruzie kun je ook voorkomen door als je je mening geeft, te zeggen waarom je dat vindt, want dan kan de ander dat beter accepteren.
3.2 Waarom krijg je ruzie?
Er zijn verschillende redenen voor een ruzie. Een reden die vaak voorkomt is dat iemand iets doet wat jij niet leuk vindt. Stel dat je je vriend mee vraagt om te gaan zwemmen, hij kan niet omdat hij huiswerk moet maken. Diezelfde middag zie je hem voetballen. Hij heeft dus tegen je gelogen. Een ander voorbeeld: je hebt je beste vriendin verteld dat je die jongen uit groep 8 zo leuk vindt. En dan gaat zij het stiekem vertellen aan die jongen!
Je kunt ook ruzie krijgen als je allebei iets anders wilt of een andere mening hebt. Je bent het dan niet met die ander eens. Ruzie heeft ook andere kanten. Het kan soms namelijk wel opluchten. Soms flap je iets wat je al maanden voor je hebt gehouden, eruit. Je leert elkaar beter kennen en dat kan weer goed zijn voor je vriendschap.
3.3 Goedmaken
Als je na je boosheid en het verdriet weer wat rustiger wordt, kun je beter nadenken over wat er is gebeurd. Hoe kon deze ruzie nou ontstaan? Normaal heb je het waarschijnlijk heel leuk samen. Wat heeft die ander fout gedaan? En wat heb je zelf misschien fout gedaan? Je moet proberen zo snel mogelijk weer gewoon naar elkaar toe te gaan en probeer het dan ook gelijk uit te praten. Dat is niet zo makkelijk, zeker niet als je nog steeds boos bent. Soms zijn er manieren om het goed te maken die bij jou passen. Als je gescholden hebt, kun je bijvoorbeeld zeggen dat het je spijt wat je hebt gezegd. Probeer uit te leggen waarom je zo kwaad of verdrietig was. Geef het ook toe als je zelf ook fout zat. Alleen maar zeggen wat de ander fout doet, is ook niet goed. Daarmee los je ook niks op. Die ander zal het daar namelijk ook weer niet mee eens zijn en zo kom je niet weer bij elkaar. Soms is goedmaken iets makkelijker als je iets leuks of lekkers voor die ander meeneemt. Goedmaken moet je ook allebei willen, met een grotere groep is het dus nog lastiger. Je moet namelijk allebei of allemaal een beetje je best doen om toe te geven.
Hoofdstuk 4 Samen delen
4.1 Elkaar vertrouwen
Vrienden moeten elkaar kunnen vertrouwen, je vertrouwt er bijvoorbeeld op dat je je uitgeleende boek terug krijgt. Maar nog belangrijker is, dat je je vriend kunt vertrouwen als je iets vertelt wat geheim moet blijven.
4.2 Iets voor elkaar over hebben
Als je iemand aardig vindt, dan wil je ook dat diegene het goed heeft. Daarom help je elkaar en trakteer je elkaar soms op iets lekkers. Als je iets weggeeft, heb je zelf minder. Dat is soms lastig, want je hebt natuurlijk liever een hele koek, dan een halve koek. Als je nooit wat aan iemand anders geeft, ben je egoïstisch. Dat is geen leuke eigenschap. Door alleen maar aan jezelf te denken, maak je geen vrienden. Als je iets aan die ander geeft, of iets voor die ander doet, heeft die ander vaak ook iets voor jou over. Vrienden hebben iets voor elkaar over en gunnen elkaar het beste. Toch kun je best wel eens jaloers op elkaar zijn. Je kunt bijvoorbeeld jaloers zijn op de cijfers die je vriend haalt. Dan ben je wel een beetje blij voor die ander, maar je bent wel jaloers.
4.3 Geheimen
Als je geheimen aan iemand vertelt dan wil je wel dat dat geheim blijft. Als je vriend(in) het niet geheim kan houden, kan je haar dus niet echt vertrouwen en is hij / zij dus geen echte vriend(in).
Hoofdstuk 5 Bijzondere vriendschappen
5.1 Vriendschap met oudere mensen
Oudere mensen maken zich niet zo druk, bijvoorbeeld als je geen trek hebt, hoef je geen eten naar binnen te proppen. Waarschijnlijk houd je wel veel van je ouders, maar toch is het anders. Je ouders zorgen voor je en ze zijn ook de baas. Ze zijn verantwoordelijk voor je en je hebt ze nodig. Leerkrachten zijn ook een beetje de baas over je. Als hij of zij huiswerk geeft, moet je dat maken.
5.2 Vriendschap op afstand
Verhuizen vinden veel kinderen een ramp. Ook al krijg je een nieuwe kamer en misschien een groter huis, je gaat waarschijnlijk wel ver weg van je vrienden. Ook moet je naar een nieuwe school. Uiteindelijk zal je wel weer nieuwe vrienden krijgen, maar dat duurt wel even. Je kunt altijd brieven en e-mails sturen naar je oude vrienden. Zo blijft de vriendschap bestaan.
5.3 Verliefd tot over je oren
Verliefdheid is een speciaal soort vriendschap. Je vindt elkaar leuk en aardig en je wilt vaak bij elkaar zijn. Maar er is een groot verschil met gewone vriendschap. Als je verliefd bent, dan wil je die persoon ook graag aanraken en knuffelen. Je voelt dan kriebels in je buik. In het begin ben je vaak een beetje in de war en van slag. Daardoor kun je soms moeilijk slapen en heb je niet zo’n honger. Je voelt je wel heel vrolijk en blij. Eigenlijk kun je alleen nog maar aan die ander denken. De rest van de wereld lijkt ineens niet zo belangrijk meer. Na verliefdheid is het soms moeilijk om nog vrienden te blijven. Verliefdheid is vaak tijdelijk terwijl vriendschappen een leven lang kunnen duren.
5.4 Meelopen
Als kinderen pesten hebben ze vaak een paar meelopers. Dat zijn kinderen waarvan je niet verwacht dat ze zouden pesten (dat doen ze ook vaak maar een beetje op de achtergrond), maar ze willen zelf niet gepest worden en erbij horen. De kinderen die de meelopers achter zich hebben zijn vaak populaire kinderen. Die kinderen vinden de meelopers ook geen echte vriend, maar doen alsof.
REACTIES
1 seconde geleden
H.
H.
sorry da ik een 1 hebt gestemt
12 jaar geleden
AntwoordenM.
M.
Perfect
7 jaar geleden
Antwoorden