Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Shinto

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 2386 woorden
  • 26 juni 2007
  • 62 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
62 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Deze vragen waar ik antwoord op wilde:  wat is het shintoïsme?  Hoe is het shintoïsme ontstaan? (geschiedenis)  Waarvoor dienen de Heiligdommen?  Wat zijn Kami?  Wat zijn belangrijke gebeurtenissen voor shinto? Wat is shinto? Definitie: Volgens het Prismawoordenboek Nederlands: shintoïs’me: Japanse godsdienst op boeddhistische grondslag. Volgens kramers Handwoordenboek Nederlands: Shin-to-ïs-me: [sjin-] (< Chin: shin Tao weg der goden) (het) staatsgodsdienst in Japan Het shintoïsme of shinto is de gezamenlijke aanduiding voor de oudste religies in het voor- boeddhistisch Japan. De naam bestaat uit twee delen, shin (ook wel kami) dat goddelijkheid betekend en to (ook wel mhici) dat oorspronkelijk pad of straat betekend. Shinto betekent dus ‘de weg der goden’ (kami-no-michi). In shinto worden kami, natuurgeesten (spirituele machten in de natuur) aanbeden. De kern van deze godsdienst is dan ook de verering van Kami, spirituele machten in de natuur (bomen, winden, stenen, wolken, watervallen, mensen, dieren en vooral bergen). Sommige Kami zijn plaatselijk, deze geesten horen dus bij een bepaalde plek. Terwijl anderen juist bij grotere verschijnselen in de natuur horen. Aan het einde van de tweede wereldoorlog verloor shinto zijn bevoorrechte status. Maar nog steeds kun je in het moderne Japan nog iets van het kami- geloof terugvinden. Gebruiken als het dagelijkse uittrekken van de schoenen voor het betreden van een huis, maken het shintoïsme hecht aan reinheid duidelijk. De godsdienst Shinto plaatst een groot belang in aard, in zuiverheid en in kalmte. De eerbied van Japanners voor de natuur vloeit voort uit de shintoïstische opvatting dat de natuurlijke wereld worde beheerst en geregeld door geesten. De meest aanbeden Kami is Amaterasu, de zonnegodin. De meeste Japanners zijn zowel boeddhist als shintoïst en combineren de twee godsdiensten. Het komt bijvoorbeeld vaak voor dat men op shinto-wijze trouwt en volgens boeddhistische rituelen wordt begraven. Hierdoor is het echter moeilijk vast te stellen hoeveel aanhangers het shintoïsme echt heeft, dit zal ergens rond de 100 miljoen liggen. Het shintoïsme kent twee mythologische boeken, Kodjiki (geschiedenis van gebeurtenissen in de oudheid) en Nihon’gi (geschiedenisverhaal van Japan). Volgens de mythen over de schepping van de wereld bestaan de eerste goden vanaf het begin. De geschiedenis Het shintoïsme kent geen stichter zoals bij het Christendom en Boeddhisme. Het shintoïsme is namelijk een mengeling van oude godsdiensten en religieuze riten die als sinds de oudheid (prehistorie) in Japan hebben bestaan. Het schijnt dat de oude Godsdiensten van Japan animistisch van aard waren, gericht op een bovennatuurlijke kracht, onafscheidelijk verbonden aan de natuur. De agrarische kalender en de maanfasen speelden een belangrijke rol, evenals de trouw aan je stam of geslacht. Plaatselijke sjamanen vertegenwoordigen de goden (kami) en hielden de kwade geesten op een afstand. De yayoi-cultuur (300 v Chr. – 300 na Chr.) vertoont kenmerken die doen denken aan aspecten die in het shintoïsme (kami-geloof) centraal staan. Het boeddhisme, Confucianisme en taoïsme kwamen in de 6e eeuw na Chr. Naar Japan. En rond 600 na Christus werd het boeddhisme de nationale godsdienst van Japan. Dit bracht eenheid in Japan, maar de stammen volgden echter nog steeds de oude Shintoïstische ideeën en hielden de traditie in ere. Vanaf de 8e tot de 17e eeuw hadden het Boeddhisme en Shintoïsme een wederkerige invloed. Tijdens de bloei van de klassieke cultuur ( circa 800- 1185) introduceerden Japanse boeddhisten de leer van Honji Suijaku, dit betekent ‘de Manifestatie van de ware aard’. Deze leer verbond alle Boeddha’s met Goden uit het shintoïsme. Als reactie op deze eenwording ontwikkelde zich aan het einde van de 13e eeuw een shintoschool van ‘gezuiverd Shintoïsme’. (de volgelingen lieten de boeddhistische invloed vallen en op het belang van het heiligdom werd de nadruk gelegd) Vanaf 1868 tot vlak na de tweede wereldoorlog was Shinto de staatsgodsdienst van Japan. Het shintoïsme (ideologie) werd toen gebruikt om het toenmalige Japanse militarisme te rechtvaardigen. tegenwoordig heeft het Shintoïsme nog steeds invloed op het dagelijks leven. (op de nieuwe religies in het naoorlogse Japan). Er is tenslotte altijd beïnvloeding geweest in de maatschappij van Shinto en Boeddhisme.
Heiligdommen Het Shintoïsme is verbonden met afzonderlijke heiligdommen. Een shintoheiligdom wordt met een algemene benaming 'jinja' genoemd, meestal vertaald met 'heiligdom’. Heiligdommen zijn om verschillende redenen gebouwd. Bijvoorbeeld om de geografische ligging (een bergheiligdom) en geschiedenis (een bijzondere, misschien gunstige plaatselijke gebeurtenis). Elk heiligdom heeft een God. Deze God kan met een bepaalde landstreek verbonden zijn, in shintoïstische geschriften vermeld zijn of een historisch personage zijn. Torii Alle heiligdommen benadert men door een Torii, een traditionele Japanse poort. Een Torii bestaat uit twee verticale balken (twee grote staanders) met twee horizontale (dwars) balken bovenop, meestal volledig rood geverfd. Dit is een grote hek bestaande uit twee grote staanders en twee dwarsbalken. Meestal vind je in een heiligdom drie Torii. De Torii staat symbool voor een stok waarop een haan zou kraaien om de zon aan te roepen. Onder de Torii doorlopen zou de betekenis hebben van het rijk van de nacht verlaten en het rijk van het licht betreden. Achter de Torii bevind zich dan heilige grond. Een lange bak met schoon water staat binnen het hek, onder een afdak. Dit water wordt gebruikt voor rituele reiniging (het wassen van de handen of het gezicht). Gewoonlijk zijn er verscheidene gebouwen bij het heiligdom: een gebedsruimte, een grote hal en soms andere kleinere heiligdommen. De mensen staan buiten de gebedsruimte, doen een munt in het offerblok, trekken aan een klokkentouw (om hun aanwezigheid kenbaar te maken aan de goden), klappen in hun handen, bidden, klappen weer in hun handen en gaan dan weg. Bezoekers kunnen ook als groep de gebedsruimte binnengaan om te bidden. Niemand betreedt de grote hal omdat dit de aardse plaats is waar de goden van het heiligdom verblijven. Japanners bezoeken dus heiligdommen voor meer dan een reden: om te bidden voor geluk. (gezondheid, succes, nieuwgeboren baby, examens enz) Bij het heiligdom kunnen ook beschermende amuletten worden gekocht. Die worden tot het volgende jaar (soms op een ‘godenplank’ of ander hoog plekje) bewaard; daarna worden zij bij het heiligdom verbrand. De belangrijkste Heiligdommen typen zijn: • Heiligdommen van plaatselijke betekenis (bijv. huisvesting van plaatselijke god • Heiligdommen van hetzelfde thema (heiligdommen gewijd aan dezelfde persoon, god, goden • Heiligdommen van nationaal belang Priester Een heiligdom kent priesters. Vaak hebben meerdere (kleine) heiligdommen samen één priester, want sommige kleine heiligdommen worden nauwelijks gebruikt (met matsuri – feest) De taken van een priester bestaan voornamelijk uit het leiden van speciale ceremoniën met bepaalde rituelen, zoals trouwen. De hoofdpriester heet gûji. (er zijn ook andere benamingen, maar die zijn afhankelijk van de status van de tempel en positie van de priester binnen de tempel) De kleding van de priester lijkt nog steeds erg veel op de kleding van het vroegmiddeleeuwse hofleven. De priester draagt zwarte houten klompen, de asagustu, en in zijn handen heeft hij, als teken van zijn waardigheid, een platte licht gebogen plank, de shaku. De priesters worden vaak geassisteerd door jongen meisje, die ‘miko’ heten. Zij zijn met name verantwoordelijk voor het opvoeren van een dans, de kagura. Vroeger geloofde men dat men stierf als de ziel het lichaam verliet. Om de ziel weer terug te halen werd de kagura opgevoerd. De ‘miko’ zijn jonge meisjes die nog niet gemenstrueerd hebben. Priesterschap was vroeger erfelijk, maar tegenwoordig kan iedereen daar een opleiding voor volgen. Meestal is het ook een deeltijdbaan, de priester heeft dus na het priester zijn ook veelal een andere baan. Kami Kami is het Japanse woord voor God. Het woord wordt gebruikt om elk soort godheid aan te duiden, zowel een aantal geesten als de God van Joods-christelijke religies. Dus in feite zijn de Kami een verzameling van geesten van allerlei soorten. Omdat er in het Japans de meervoudsvorm ontbreekt, is het zelden duidelijk of met Kami een enkele of meerdere Goden worden bedoeld. Zo zijn er de Kami die betrokken zijn geweest bij de schepping van Japan, zoals Izanagi, Izanami en Amaterasu. Dit zijn ook de Kami die tijdens dit tijdperk zijn ontstaan. We zouden al deze Kami kunnen vergelijken met Griekse Goden. Goden met menselijke trekjes die ook allerlei avonturen beleefden. Kami Amaterasu is een van de belangrijkste shinto-godheden. Zij is de Japanse godin van de zon. Haar volledige naam is Amaterasu-o-mi-kami, dit betekent: glorieuze Godin die in de hemelen schijnt. (zonnegodin) Amaterasu is een directe voorouder van de Japanse keizerlijke familie. Ameterasu is bekend als vrouwelijk, maar de Japanse mythologie geeft hier weinig informatie over. Jaarlijks bezoeken miljoenen pelgrims een groot Amaterasu-heiligdom. Het belangrijkste Heiligdom staat in Ise, op het eiland Honshu. Deze tempel wordt elke twintig jaar afgebroken en weer opgebouwd. In de tempel wordt Amaterasu voorgesteld met een spiegel. De tempel is niet voor het publiek toegankelijk. Tijdens het scheppingsverhaal worden ook allerlei Kami geschapen die een duidelijke functie krijgen op aarde. Zoals Inari, de rijstkami. Daarnaast kent men ook kami als demonen. Maar een grote groep Kami zijn de anonieme Kami in de natuur. Elk natuurverschijnsel, in elk vreemd gevormde steen of boom kan een Kami huizen. Dergelijke stenen, bomen of bergen kunnen dan heilig verklaard worden, zoals de berg Fuji. Deze boom wordt dan voorzien van een heilig touw (shimenawa) en papieren stroken (shide). Als laatste heb je de groep kami die voor Japanners erg belangrijk zijn, de voorouderkami. Als mensen overleden zijn treedt de geest uit het lichaam en voegt zich toe bij de andere kami. Deze kami worden vereerd door de kinderen en krijgen in het huisaltaar (kamidana) allerlei offers aangeboden, met name bij speciale gebeurtenissen. De kami beschermt in ruil daarvoor de kinderen tegen allerlei onheil. De uitgetreden geest overleeft het lichaam 33 jaar. Na 33 jaar wordt nog een dienst ter ere van deze geest gehouden omdat de kami zich dan voegt bij alle andere kami en in de anonimiteit verdwijnt. Er is in feite geen bepaald aantal kami. Men spreekt wel over acht miljoen kami (yaoyorozu no kami) maar hiermee bedoelde men 'een heleboel kami'. Belangrijke gebeurtenissen voor shinto Net zoals bij andere geloven dan het shintoïsme zijn er belangrijke gebeurtenissen of feesten. Maar wat opvalt bij het shintoïsme is dat de Japanners vaak naar het shintoheiligdom gaan om te bidden voor geluk. Een onderdeel van shinto is ook bidden voor geluk of andere (zoals examen, kinderen, gezondheid en dergelijke) om het lot proberen te beïnvloeden. Hiervoor zijn in Japan (met name in shintoheiligdommen) allerlei amuletten te koop. Een voorbeeld van zo’n amulet is ‘ema’, een houten tablet waarop van origine de afbeelding van een paard is aangebracht. ‘ema’ betekent ‘afbeelding van een paard’. Vroeger werd het paard gezien als de boodschapper tussen de Kami en mensen. En degene die iets speciaals wilde moest een paard aan de kami offeren. Natuurlijk konden mensen dit niet veroorloven en schonk men dus een aardewerk beeldje van een paard. Later werden deze vervangen door houten plankjes en dit zijn dus eigenlijk offerplankjes. Tegenwoordig wordt een verzoek aan de Kami op de ema geschreven en onder het opzeggen van een gebed opgehangen bij de tempel. Hieronder staan een aantal belangrijke gebeurtenissen voor shinto. Hatsumôde: De gang naar een shintoheiligdom ter gelegenheid van het nieuwe jaar. Op nieuwjaarsdag gaan miljoenen Japanners naar het shintoheiligdom om te bidden voor een goed jaar. Omiyamairi

officieel: hatsumiyamairi - De eerste officiële gebeurtenis van een kind waarbij de ouders met hun baby naar een shintoheiligdom gaan om de kami te bedanken voor de geboorte en te bidden voor geluk en gezondheid voor de baby. Als het een jongen is, gebeurt dit 31 of 32 dagen na de geboorte. Bij een meisje gebeurt dit na 33 dagen. (Tegenwoordig wordt hier wel van afgeweken en kijkt men meer naar het weer en de conditie van het kind). Shichi-go-san: Bidden voor geluk in een shintoheiligdom op of rond 15 november voor 5 jarige jongens en 3- en 7 jarige meisjes. De kinderen, evenals de moeders, dragen dan de traditionele kleding. Shichi-go-san betekent 7-5-3, de betreffende leeftijden van de kinderen. Yakudoshi: Letterlijk betekent Yakudoshi: 'ongelukkige jaren'. Dit zijn shinto- elementen uit het taoïsme, waarbij bepaalde leeftijden als ongelukkig worden gezien en men meer kans heeft op ongelukken of een slechte gezondheid. De 'slechtste' zijn 33 jaar bij vrouwen en 42 jaar bij mannen. Men gaat dan (op deze leeftijden) vaker naar de tempels en koopt ook meer gelukbrengende amuletten. Jichinsai: Een ceremonie die plaatsvindt vóór het bouwen van huis of gebouw. Men verontschuldigt zich tegenover de kami die daar wonen dat men juist daar gaat bouwen en bidt dat de bouw zonder ongelukken zal plaatsvinden. Jichinsai betekent: grondbrekende ceremonie. Shunkôshiki: Een vergelijkbare ceremonie als hierboven, maar nu bij het einde van de bouw en bij een huis vóór het bewonen ervan. Men dankt de kami dat het bouwen zonder ongelukken heeft plaatsgevonden en men bidt voor een lang en gezond leven in dit huis. Het is duidelijk dat men bij Hatsumôde, Omiyamairi en Shichi-go-san naar een shintoheiligdom toegaat, maar bij Jichinsai en Shunkôshiki komt de hoge shintopriester naar het bouwwerk toe. Ook heb je de dag van Amaterasu, de Zonnegodin. Deze dag wordt elk jaar gevierd op 17 juli. Ook heel bekend zijn de ‘omikuji’. Dit zijn papieren strookjes waarop een voorspelling staat. Deze koopt men bij de tempen door een bamboestokje uit een doos te trekken. Dit stokje is verbonden met een bepaald papiertje waarop dus de voorspelling staat. Het papiertje wordt daarna aan een tak van een struik bij de tempel gestrikt. Men kent verschillende soorten voorspellingen: • Daikichi , dit betekent veel geluk • Kichi, dit betekent geluk • Shôkichi, dit betekent een klein beetje geluk • Kyô, dit betekent ongeluk
Daarnaast kent men ook nog een ‘omamori’ (bescherm amulet) die kracht geeft, geluk brengt en slechte geesten weg houdt. Deze worden veel gekocht op bijzondere dagen, zoals hatsumôde, de gang naar de schrijn op 1 januari. Verder worden er ook festivals gehouden bij Shintoheiligdommen. In het bijzonder worden deze gehouden tijdens de seizoenwisselingen. In de Lente worden festivals gehouden voor de succesvolle rijping van de rijstgewassen van dat jaar (bidden). En in daling worden gelijkaardige riten uitgevoerd in dankbaarheid voor de oogst. In de zomer worden de soort van eredienst gehouden van bescherming tegen epidemieën en andere rampen. (die de menselijke wezens kunnen treffen) In de winter worden festivals gehouden de levenskracht van alle dingen die te zijn verzwakt bij het sluiten van het jaar.

REACTIES

M.

M.

wat is het spreidings gebied vand de shinto's

11 jaar geleden

H.

H.

Wat is wen geloof in het shintoïsme?

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.