Hoofdstuk 2: Moslims in Eindhoven en omgeving
De eerste moslims kwamen rond de jaren zestig naar Eindhoven en haar omgeving. Ze kwamen hierheen, omdat ze op zoek waren naar werk. In veel landen heerste namelijk grote werkeloosheid en iedereen was dus allang blij als ze ergens aan werk konden komen. Het was zelfs zo erg gesteld met de economie dat ze het niet eens een probleem vonden dat ze in een ander land moesten werken en wonen en het soort werk was al helemaal niet van belang.
Nederland was op zoek naar arbeiders, die het mindere werk moesten doen. De Nederlanders hadden hier zelf geen zin in en omdat er genoeg buitenlandse mensen dringend op zoek waren naar werk leek het aannemen van gastarbeiders een goede oplossing. Het werk werd toch verricht en wel door mensen die er blij mee waren dat ze eindelijk werk hadden.
Nu zijn er eigenlijk geen gastarbeiders meer in Nederland. De vroegere gastarbeiders zijn hier gebleven en hebben een gezin gesticht. Daarom wonen er nu nog steeds behoorlijk wat moslims in Eindhoven en haar omgeving.
Er is in de buurt van Eindhoven niet echt sprake van een soort moslimorganisaties. Er worden natuurlijk wel allerlei dingen georganiseerd, maar dat is vanuit de moskee. Dat is een kerkgemeenschap en niet echt een organisatie. Bijvoorbeeld de moskee ‘Al-Fourquaan.’ Zij organiseert sportactiviteiten voor jonge mannen en zwemactiviteiten voor mannen en vrouwen. De mannen en vrouwen voeren deze activiteiten natuurlijk wel gescheiden uit!
Er wonen ongeveer 15.000 moslims in Eindhoven. Dit zijn vooral mensen met een Marokkaanse, Surinaamse of een Turkse nationaliteit.
Nationaliteit: Totaal: Moslims:
Turks 6355 5985
Marokkaans 2995 2692
Surinaams 3195 582
Er zijn nog veel meer andere nationaliteiten, zoals: Somaliërs, Iraniërs, Pakistani, Afghaanse en Tunesiërs. In totaal is 5,1% van de Nederlandse bevolking moslim. De Turken, Marokkanen en Surinamers maken hier een groot deel van uit.
De moslims geloven allemaal sterk in de Islam en zijn erg bezig met hun geloof. Ze hebben dan ook veel verschillende gebruiken en feestdagen die met hun geloof te maken hebben. Alles wat ze doen heeft eigenlijk met hun geloof te maken, dat kom je bij veel Nederlanders niet tegen. Er zijn behoorlijk wat Nederlanders die niet eens in een God geloven, terwijl de moslims er juist erg sterk in geloven. Hun geloof bepaald gewoon hun hele leven, hun gedrag, hun omgeving en alles waar ieder mens nog meer mee te maken krijgt. Het geloof speelt echt een ongelooflijk grote in het leven van een moslim. Iedere moslim brengt dan ook elke week een bezoek aan de moskee.
Hoofdstuk 3: De integratie van de moslims in de (Eindhovense) samenleving.
Integratie betekent het ‘opnemen in een geheel’. Bij de Moslims wordt dus bedoeld dat ze gerespecteerd en goed opgevangen worden in Nederland. Ze komen in ons land wonen en het is de bedoeling dat ze daar opgenomen worden door de bevolking als een ‘gelijke’. Ze hebben het recht hetzelfde behandeld te worden. De Nederlanders hebben ze tenslotte zelf hierheen gehaald, zodat ze als gastarbeiders het ‘vuile’ werk mochten opknappen. Dat is dus sowieso al een rede dat de Nederlanders niet mogen klagen over de aanwezigheid van buitenlanders.
De normen en waarde van de mensen worden vaak niet behouden door de integratie. Mensen, in dit geval de moslims, moeten hun eigen gewoontes veranderen, willen ze zich kunnen aanpassen aan onze samenleving. Het dragen van een hoofddoek is daar een groot voorbeeld van. Bij ons wordt het gezien als vreemd, terwijl het in hun geloof juist verplicht is.
Op de terreinen onderwijs en politiek is er wel spraken van integratie, maar er zijn ook erg veel terreinen waar dat niet voor geldt. Bij onderwijs wordt er, gelukkig, geen onderscheid gemaakt tussen de moslims en de andere kinderen. Ze hebben er allemaal dezelfde rechten en regels, krijgen dezelfde vakken en worden hetzelfde beoordeeld. Ze krijgen allemaal gelijke kansen. Dat is een goed begin voor de rest, waar nog veel aan veranderd moet worden.
Cultuur en geloof zijn bijvoorbeeld twee grote problemen voor de integratie. De moslims hebben heel andere gewoontes en die kunnen nogal botsen met die van de Nederlanders. Zo zijn er bijvoorbeeld opmerkingen van Nederlandse mensen die niet bepaald hartelijk zijn, zoals:
- De auteur van de bestseller zei: 'Tegen de islamisering van onze cultuur. Nederlandse identiteit als fundament' (Utrecht, 1997)
- Het dragen van lange jurken en hoofddoekjes is heel wat minder onschuldig dan het lijkt. (...)
- Wat er in al die moskeeën gebeurt, weten we niet precies, maar er wordt zeker niet alleen gebeden.
- Het is altijd de hoofddoek. Iemand die ik ken, liet zich inschrijven bij een uitzendbureau. Haar werd gevraagd of ze bij feestelijke gelegenheden haar hoofddoek wilde afdoen. Hoezo, vroeg ze. Dat staat netter, was het antwoord. Op haar cv zetten ze 'draagt hoofddoek'.
Allemaal van die kleine (en grote) verschillen staan de integratie erg in de weg. De moslims worden soms anders beoordeeld, omdat ze niet volgens alle Nederlandse regels leven. Hun eigen gebruiken, zoals het dragen van een hoofddoek, wordt soms dan ook zomaar, onterecht, afgekeurd.
De integratie kan volgens ons worden bevorderd door meer verdraagzaamheid. We moeten proberen om de mensen te respecteren zoals ze zijn, maar als de moslims in ons land willen wonen moeten ze zich natuurlijk wel aan onze regels houden. Ze kunnen niet zomaar alles van hun eigen land hier ook gaan toepassen. Zij komen hierheen en moeten zich dus aanpassen, maar wij moeten wel rekening houden met hun situatie. Zeker, omdat wij er zelf voor gezorgd hebben dat ze hier kwamen wonen. Wij hebben ze hierheen gehaald als gastarbeiders en dit zijn de gevolgen daarvan. Die hoeven niet persé negatief te zijn, maar er zijn gewoon gevolgen en die moeten we zo goed mogelijk proberen op te vatten. Van beide kanten moeten gewoon veranderingen komen. Nederlanders moeten wat rekening houden met de cultuur van de moslims, maar de moslims moeten op hun beurt ook begrijpen dat het er hier anders aan toe gaat dan in hun eigen land.
Het onderwijs kan de kinderen van jong af aan al laten opgroeien met het idee dat er ook andere mensen, met andere culturen in Nederland leven. Zo wennen ze al vroeg aan het idee en dat is alleen maar positief. Als ze het heel gewoon vinden zullen ze de andere gewoontes veel sneller respecteren en zo worden problemen voorkomen. De mensen worden dan verdraagzamer, kunnen meer van elkaar hebben, omdat ze het gewend zijn. De kinderen worden ook groot en als volwassenen zullen ze dus helemaal niet raar opkijken, als er moslims (of andere buitenlanders) in hun omgeving voorkomen, omdat ze dat van jong af aan al gewend zijn.
Zo zal op den duur de integratie steeds bevorderen en misschien zal de discriminatie en het onderscheid zelfs voor een heel groot deel verdwijnen. Mensen moeten elkaar gewoon niet aankijken op andere gewoontes en verschillen van klederdracht ed. Als beide partijen maar openstaan voor elkaar en hun verschillende gewoontes respecteren moet het toch in orde kunnen komen.
Hoofdstuk 3: De integratie van de moslims in de (Eindhovense) samenleving.
Integratie betekent het ‘opnemen in een geheel’. Bij de Moslims wordt dus bedoeld dat ze gerespecteerd en goed opgevangen worden in Nederland. Ze komen in ons land wonen en het is de bedoeling dat ze daar opgenomen worden door de bevolking als een ‘gelijke’. Ze hebben het recht hetzelfde behandeld te worden. De Nederlanders hebben ze tenslotte zelf hierheen gehaald, zodat ze als gastarbeiders het ‘vuile’ werk mochten opknappen. Dat is dus sowieso al een rede dat de Nederlanders niet mogen klagen over de aanwezigheid van buitenlanders.
De normen en waarde van de mensen worden vaak niet behouden door de integratie. Mensen, in dit geval de moslims, moeten hun eigen gewoontes veranderen, willen ze zich kunnen aanpassen aan onze samenleving. Het dragen van een hoofddoek is daar een groot voorbeeld van. Bij ons wordt het gezien als vreemd, terwijl het in hun geloof juist verplicht is.
Op de terreinen onderwijs en politiek is er wel spraken van integratie, maar er zijn ook erg veel terreinen waar dat niet voor geldt. Bij onderwijs wordt er, gelukkig, geen onderscheid gemaakt tussen de moslims en de andere kinderen. Ze hebben er allemaal dezelfde rechten en regels, krijgen dezelfde vakken en worden hetzelfde beoordeeld. Ze krijgen allemaal gelijke kansen. Dat is een goed begin voor de rest, waar nog veel aan veranderd moet worden.
Cultuur en geloof zijn bijvoorbeeld twee grote problemen voor de integratie. De moslims hebben heel andere gewoontes en die kunnen nogal botsen met die van de Nederlanders. Zo zijn er bijvoorbeeld opmerkingen van Nederlandse mensen die niet bepaald hartelijk zijn, zoals:
- De auteur van de bestseller zei: 'Tegen de islamisering van onze cultuur. Nederlandse identiteit als fundament' (Utrecht, 1997)
- Het dragen van lange jurken en hoofddoekjes is heel wat minder onschuldig dan het lijkt. (...)
- Wat er in al die moskeeën gebeurt, weten we niet precies, maar er wordt zeker niet alleen gebeden.
- Het is altijd de hoofddoek. Iemand die ik ken, liet zich inschrijven bij een uitzendbureau. Haar werd gevraagd of ze bij feestelijke gelegenheden haar hoofddoek wilde afdoen. Hoezo, vroeg ze. Dat staat netter, was het antwoord. Op haar cv zetten ze 'draagt hoofddoek'.
Allemaal van die kleine (en grote) verschillen staan de integratie erg in de weg. De moslims worden soms anders beoordeeld, omdat ze niet volgens alle Nederlandse regels leven. Hun eigen gebruiken, zoals het dragen van een hoofddoek, wordt soms dan ook zomaar, onterecht, afgekeurd.
De integratie kan volgens ons worden bevorderd door meer verdraagzaamheid. We moeten proberen om de mensen te respecteren zoals ze zijn, maar als de moslims in ons land willen wonen moeten ze zich natuurlijk wel aan onze regels houden. Ze kunnen niet zomaar alles van hun eigen land hier ook gaan toepassen. Zij komen hierheen en moeten zich dus aanpassen, maar wij moeten wel rekening houden met hun situatie. Zeker, omdat wij er zelf voor gezorgd hebben dat ze hier kwamen wonen. Wij hebben ze hierheen gehaald als gastarbeiders en dit zijn de gevolgen daarvan. Die hoeven niet persé negatief te zijn, maar er zijn gewoon gevolgen en die moeten we zo goed mogelijk proberen op te vatten. Van beide kanten moeten gewoon veranderingen komen. Nederlanders moeten wat rekening houden met de cultuur van de moslims, maar de moslims moeten op hun beurt ook begrijpen dat het er hier anders aan toe gaat dan in hun eigen land.
Het onderwijs kan de kinderen van jong af aan al laten opgroeien met het idee dat er ook andere mensen, met andere culturen in Nederland leven. Zo wennen ze al vroeg aan het idee en dat is alleen maar positief. Als ze het heel gewoon vinden zullen ze de andere gewoontes veel sneller respecteren en zo worden problemen voorkomen. De mensen worden dan verdraagzamer, kunnen meer van elkaar hebben, omdat ze het gewend zijn. De kinderen worden ook groot en als volwassenen zullen ze dus helemaal niet raar opkijken, als er moslims (of andere buitenlanders) in hun omgeving voorkomen, omdat ze dat van jong af aan al gewend zijn.
Zo zal op den duur de integratie steeds bevorderen en misschien zal de discriminatie en het onderscheid zelfs voor een heel groot deel verdwijnen. Mensen moeten elkaar gewoon niet aankijken op andere gewoontes en verschillen van klederdracht ed. Als beide partijen maar openstaan voor elkaar en hun verschillende gewoontes respecteren moet het toch in orde kunnen komen.
Hoofdstuk 4: Waardering
Er hebben in het dagelijks leven meer dingen te maken met moslims dan we zelf eigenlijk doorhebben. Vooral over integratie hebben we nooit echt nagedacht. We weten wel dat er veel gediscrimineerd wordt en dat er vaak veel vooroordelen zijn, maar er hebben meer dingen te maken met de integratie dan bijvoorbeeld alleen huiskleur.
We hadden er niet echt bij stil gestaan dat er zelfs mensen geweigerd worden bij sollicitatiegesprekken, omdat ze bijvoorbeeld een hoofddoek dragen en deze niet af mogen doen van hun geloof. Dit is dan ook gewoon discriminatie, wat niet goed te praten valt. Kijk, er bestaat toch een belangrijke grondwet, dat je namelijk niet mensen op gebied van sekse, huidskleur of godsdienst mag oordelen? Heel erg dat mensen zich daar niet aan houden, of zich beter voelen door andere mensen neer te halen op gebied dus van godsdienst, cultuur en uiterlijk. Weigeren bij een sollicitatie gesprek en alleen op basis van een hoofddoek, dat kan niet!
Er moet nog veel gebeuren in de samenleving, voordat de integratie steeds meer bevorderd zal worden. Mensen moeten verdraagzamer zijn tegenover elkaar en de verschillende gewoontes respecteren. Anders zullen er altijd onenigheden blijven en dat is natuurlijk niet de bedoeling. Er wonen nou eenmaal ook mensen met een ander geloof, andere cultuur en andere gewoontes in ons land en we moeten met elkaar samenleven. Dit kan alleen als beide partijen zich willen aanpassen en dat moet toch wel te doen zijn.
Wij hebben vroeger namelijk zelf de gastarbeiders naar ons land toegehaald, dus de jongere van nu kunnen er zelfs helemaal niks aan doen. Hun ouders of grootouders zijn hier heen gekomen wegens economische redenen en hier blijven wonen. Misschien is het wel helemaal niet de keus van de nieuwe generaties, maar ze worden er wel op aangesproken. Ze worden als ‘anders’ gezien en behandeld, terwijl ze ook gewoon een Nederlandse identiteit hebben.
Over de geschiedenis van de islam zijn we ook behoorlijk wat te weten gekomen. We wisten natuurlijk al wel de grote lijnen en kende de belangrijke namen zoals die van de profeet Mohammed, maar nu kennen we veel meer van de geschiedenis. Zoals het aantal boodschappen die Gabriël aan Mohammed gaf. Je leert natuurlijk ook door dit werkstuk de kleine dingetjes: de tegenslagen van Mohammed, de geboorte en de ‘revolutie’ van de Moslims. De rede dat er zoveel buitenlanders in Nederland wonen werd ons ook pas duidelijk na dit werkstuk. Dat kwam natuurlijk door al die gastarbeiders, die Nederland vorige eeuw naar hier haalde, zodat ze zelf de rottige klusjes niet hoefde op te knappen.
Wij zijn erachter gekomen, door het maken van dit werkstuk en door veel te discussiëren, dat je het als moslim vrouw heel erg moeilijk hebt. Als eerste moet je tegen mannen opkijken, je moet respect hebben voor ze en je bent onderdanig. Krijg je kinderen, dan moet je ze alleen maar verzorgen en het huishouden doen. Je zal als Moslim vrouw nooit op je eigen benen kunnen staan en dat vinden wij verschrikkelijk. Wij zijn deze cultuur natuurlijk absoluut niet gewend en daarom lijkt het ons ook helemaal niks. Wij zijn het beide ook niet echt gewend heel erg met ons geloof bezig te zijn en wij de moslims bestaat hun leven voor een groot deel juist uit bezigheden die met hun geloof te maken hebben. Vooral de vrouwen hebben het naar onze mening zwaar. Ze moeten bijvoorbeeld persé als maagd het huwelijk in en anders kan ze zomaar verstoten worden door beide families. Gelukkig komt het niet meer vaak voor dat ze uitgehuwelijkt wordt, maar wij hebben nu wel respect gekregen voor deze vrouwen. Dat ze in die wereld kunnen blijven, een wereld waar je de eer hoog moet houden, je zo uit de familie kan worden gegooid, dat je bij mannelijk bezoek iemand (ook mannelijk) uit de familie moet meenemen. Zij zijn natuurlijk niet anders gewend, maar wij zullen het niet volhouden. We hebben veel respect dat ze zo goed overeind kunnen blijven ondanks de vele regels, de ‘onderdrukking’, de strenge controle en dat ze het ook allemaal respecteren. Het lijkt ons erg moeilijk en daarom vinden we het zo goed van ze.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
J.
J.
De moslim mag geen nationaliteit hebben, behalve dat van zijn geloof, wat hem een lid maakt van de moslimnatie in « daroel islam » (huis van de islam)...
5 jaar geleden
Antwoorden