Mensbeeld Marx en Sartre

Beoordeling 6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 903 woorden
  • 4 november 2003
  • 93 keer beoordeeld
Cijfer 6
93 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
In onze samenleving zijn er verschillende mensbeelden. Een mensbeeld is een beeld van de mens. Een algemeen en normatief beeld van jezelf. Ze liggen niet vast en kunnen erg verschillen, onder andere door de verschillende filosofen. 9 procent van de Nederlanders zijn Carrièremakers. Deze groep hebben wij en daar over gaan we het een en ander uitzoeken. Carrièremakers: Carrièremakers zijn over het algemeen jonge, hoog opgeleide mensen. Zoals de naam al zegt, vinden ze hun carrière erg belangrijk in hun leven, veel dingen kunnen/leren en een plezierig leven zijn voor hen erg belangrijk. Minder belangrijk voor hen is een zuivere wereld en nationale zekerheid. 1. Bij welke mensbeelden past onze groep historisch gezien het beste? Wij denken dat onze groep, de carrièremakers, het beste aansluit bij de mensbeelden van het Marxisme, en van Jean-Paul Sartre. Het Marxisme: Het marxisme is de naam die gegeven is aan de ideeën van Karl Marx. Enkele ideeën van Marx: - Hij geloofde dat de geschiedenis bepaald werd door de productieverhoudingen, want de macht in elke samenleving is steeds in handen van degene die de productiemiddelen bezitten (grond en fabrieken). - In de 19e eeuw was er een opmars van natuurwetenschappen, een opkomst van het atheïsme, dit beïnvloedde Marx en hij begon hier over na te denken ( atheïsme is het ontkennen van het bestaan van God ). - Volgens Marx is het geloof en de Godsdienst een verzinsel van het volk, om een uitweg te vinden in moeilijke tijden. Volgens Marx ontstaat door deze factoren ook de Godsdienst. - Marx wilde afschaffing van de klassenmaatschappij, zodat elk individu zich kan ontwikkelen, en dan was volgens hem het einddoel van de geschiedenis bereikt. - De economische verhoudingen maken uit wie in een samenleving de macht heeft en wat de cultuur van die samenleving is. Wij denken dat dit bij mensbeeld bij de carrièremakers hoort, omdat de carrièremakers over het algemeen ook niet echt gelovig zijn. Zij geloven niet in een God, maar geloven dat overal een verklaring voor is. Zij willen zichzelf ontwikkelen, hogerop komen door middel van prestaties. Zij zijn een onderdeel van de wereld, en daar moeten ze zélf iets van zien te maken. Arbeid en een comfortabel leven zijn voor hen belangrijk. Dit is allemaal terug te vinden in de ideeën van het Marxisme.
Jean-Paul Sartre Sartre vond dat iedere mens een vrij persoon was, iemand die voor zichzelf mag kiezen. Niets is van te voren bepaald, de mens kiest wat hij gaat doen. Hetgeen wat de mens wordt, is wat diegene er zelf van gemaakt heeft. Iedereen is vrij, en mag een eigen mening hebben, en mag zelf kiezen. Daarin verschilt een mens van andere wezens. Wij denken dat dit mensbeeld bij de carrièremakers hoort, omdat ze een individu willen zijn, niet een onderdeel van een groot geheel. Ze laten hun ideeën niet bepalen door bijv. een bijbel, maar doen wat ze denken dat zelf het beste is. Ze werken voor hun eigen leven, daarmee willen ze het beste voor zichzelf ervan maken. Vrijheid en een comfortabel leven zijn voor hen belangrijk. Dat is terug te leiden op de ideeën van Jean-Paul Sartre. 2a: Welk antwoord geeft het mensbeeld van onze groep op de verhouding tussen lichaam en geest? Marx en Sartre geloven beiden niet in het dualisme en het monisme. Zij denken dat lichaam en geest niet gescheiden zijn, maar dat het één geheel is. Je doet met je lichaam wat je bepaald hebt met je hersenen. Je hebt niet alleen een lichaam, maar je bent ook je lichaam. 2b: Welk antwoord geeft het mensbeeld van onze groep op de verantwoordelijkheid van de mens? Marx en Sartre vinden beiden dat een mens verantwoordelijk is voor zijn eigen daden. Je beslist zelf wat je gaat doen, en draagt dan ook die verantwoordelijkheid. Je laat je beslissingen niet bepalen door iets wat voorgeschreven is, zoals bijv. de Bijbel, maar je doet wat je zelf het beste lijkt, de gevolgen daarvan zijn dan ook voor jezelf. Vrijheid is belangrijk, wel vinden ze dat er rekening gehouden moet worden met de medemens, maar zolang je ook hen niet schaadt mag je het zelf bepalen. 2c: Welk antwoord geeft het mensbeeld van onze groep op de verhouding van natuur en cultuur? Beide zien ze de natuur als gegeven, en dat je daar als mens zijnde alles uit moet halen wat er uit te halen valt. Volgens Marx vormt de mens een onderdeel van de natuur, kan de mens de natuur omvormen tot cultuur. De mens handelt zelf en dieren volgen hun instincten. Via zijn werk bewerkt de mens de omringende natuur tot een menselijke werkelijkheid. 2d: Welk antwoord geeft het mensbeeld van onze groep op de verhouding van eindigheid en oneindigheid? Binnen het Marxisme is er een monistische materialistische opvatting, de hele werkelijkheid wordt verklaard vanuit de causaliteit van de fysische wetten. Hier moet een mens begrip voor hebben, zodat hij nuttig kan zijn voor de maatschappij. Marx was er van overtuigd dat de geschiedenis niet zomaar tot stand gekomen, maar volgens hem zit er een einddoel achter dat bepaalde krachten de geschiedenis naar een einddoel brachten. Sartre was er van overtuigd dat er een eindigheid was in de mogelijkheden die de mens had, maar binnen die mogelijkheden was er wel van alles mogelijk, waarin de mens zelf de keuze had wat hij deed.

REACTIES

A.

A.

meer duidelijkheid over het mensbeeld van Marx zou handig zijn verder ziet t r goed uit

13 jaar geleden

C.

C.

Het geloof is geen verzinsel van het volk, in Marx' optiek, echter een fenomeen ontstaan door - zoals hij het noemde - maatschappelijke en historische tegenstellingen, die maakten dat men voor zichzelf een opium maakte: religie. Zo sprak hij over religie: 'zij is de zucht van de in benauwenis verkerende creatuur, zij is het opium van het volk'. "Verzinsel" is daarbij te kort door de bocht; hij zei zelf immers het volgende: 'De strijd tegen de religie, is dus indirect een strijd tegen een wereld, waarvan de religie het geestelijke aroma is. De religieuze nood is aan de ene kant de uitdrukking van de werkelijke nood en aan de andere kant het protest tegen de werkelijke nood.' - religie was een natuurlijk iets wat dus was ontstaan door maatschappelijke en historische tegenstellingen en zou dus verdwijnen naarmate het communisme draagvlak won. Hij bestreed religie dus niet en smeet vooral niet met termen als 'verzinsel'.

Bovendien wílde Marx geen afschaffing van de klassenmaatschappij, maar voorzag hij deze. Als je zegt dat hij het WILDE, zeg je dat Marx het eerder zag als mogelijke oplossing van de dystopie waarin we leven. Echter, Marx zag het als onontkoombaar toekomstscenario, waar hijzelf overigens niet in zijn eentje voor zou gaan staan, maar wat juist geregeld zou worden vanuit het volk. Wanneer je zegt "Marx wilde", klopt er toch iets niet aan de bewering.

x

9 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.