Chagall, Marc
INLEIDING
Chagall, Marc (Vitebsk 7 juli 1887 – Saint-Paul-de-Vence 28 maart 1985), Frans schilder, beeldhouwer, glazenier, lithograaf, etser, keramisch kunstenaar en dichter van joods-Russische origine, is een uniek talent in de kunstgeschiedenis van de 20ste eeuw.
1. PARIJS
Chagall was de zoon van een zeer eenvoudig koopmansbediende, die zijn naam Segal in Chagal veranderde. (De schilder voegde de tweede l later toe.) Hij bezocht de kunstacademie in St.-Petersburg en studeerde enige tijd bij Léon-Nikolajevitsj Bakst. Terug in zijn geboortedorp, vond hij een bewonderaar in de advocaat Vinaver, die hem een beurs gaf voor studie in Italië of Frankrijk. Chagall koos Parijs, waar hij zich vooral onder de dichters vele vrienden maakte en ook de werkwijze van de kubisten leerde kennen (zie kubisme). Deze eerste jaren in Parijs, van 1910 tot het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, waren beslissend voor zijn ontwikkeling. Kenmerkend voor deze periode en karakteristiek voor een groot deel van Chagalls oeuvre is het schilderij Ik en mijn dorp (1911; Museum of Modern Art, New York), waarin de herinneringen aan zijn dorp, de boeren, de rabbi's, de bloemen, de vogels, de vissen en de dieren in een fantastische poëtische mengeling, zo’n grote plaats innemen. Chagall leerde van de kubisten, maar kantte zich tegen hun ontleding van de vorm.
2. RUSLAND
In 1914 werd in Berlijn een tentoonstelling voor hem georganiseerd, die op de Duitse expressionisten diepe indruk maakte. Hij was in Vitebsk terug bij het uitbreken van de Eerste Wereldoorlog, huwde Bella Rosenfeld en werd na de revolutie benoemd tot commissaris voor kunstzaken van het district; hij stichtte er een kunstacademie. In 1920 ging hij naar Moskou en maakte voor het joodse staatstheater decors en kostuums, maar zijn werk werd niet gunstig beoordeeld en in 1922 vertrok hij, via Berlijn, naar Parijs, waar hij intussen beroemd was geworden en geëerd werd als de wegbereider van het surrealisme. Hij weigerde echter zich bij de surrealisten aan te sluiten.
3. OPNIEUW PARIJS
In Parijs kreeg hij van de kunsthandelaar Ambroise Vollard opdracht tot het illustreren van Dode zielen (1926) van Nikolaj Vasiljevitsj Gogol. De wijze waarop Chagall zich van deze taak in een voor hem geheel nieuwe techniek kweet, was zo voorbeeldig dat de eerste opdracht werd gevolgd door een voor het illustreren van de Fabels van La Fontaine (1928–1931) en later van de bijbel (1931–1939; 1952–1956). Ook illustreerde hij zijn autobiografie Ma vie: de illustraties werden in 1922 zonder tekst gepubliceerd; het complete boek verscheen in 1931 in een Franse vertaling van Bella Chagall (Duitse vert. 1959). In dat jaar reisde hij naar Palestina, ter voorbereiding van de bijbelillustrering, in 1932 naar Nederland om het werk van Rembrandt te bestuderen, in 1934 naar Spanje voor het werk van El Greco, in 1935 naar Polen om joodse tradities daar te onderzoeken en in 1937 naar Italië voor de vroege renaissance. Zijn werk uit deze jaren draagt een overwegend lyrisch karakter: gelieven, bloemen, vissen en dieren zijn de hoofdmotieven, geschilderd in levendige kleuren, maar zachter en waziger dan in zijn eerste tijd.
4. TIJDENS DE TWEEDE WERELDOORLOG
Op dringend verzoek van de Verenigde Staten vluchtte Chagall met vrouw en dochter in 1941 naar New York. Voor Léonide Massine ontwierp hij daar decors en kostuums voor het ballet Aleko (1942; Tsjaikovski), later voor De vuurvogel (1945; Strawinsky). De ellende van de oorlog legde hij neer in een aangrijpende Witte kruisiging (1943; Art Institute, Chicago). Zijn vrouw stierf in New York (1944), waarna Chagall het grote aan haar opgedragen doek Ma femme voltooide, dat thans in het Centre Pompidou (Parijs) hangt (1933–1944).
5. LAATSTE SCHEPPINGSPERIODE>
In 1947 keerde hij terug naar Frankrijk.
Hier begon een geheel nieuwe levensperiode, waarin hij zich de keramische techniek eigen maakte, ging beeldhouwen en zijn eerste glasramen ontwierp. Van 1949 tot 1966 verbleef hij in Vence. Een belangrijke opdracht was de beschildering van het plafond van de Opéra te Parijs (1963–1964). Tevens maakte hij ontwerpen voor wand- en vloertapijten en tussen 1972 en 1974 een immens mozaïek voor de stad Chicago. In de wijk Cimiez van Nice werd in 1973 het Musée National Message Biblique Marc Chagall geopend, waarin schilderijen, etsen, litho's, gouaches e.d., betrekking hebbend op de bijbel, zijn ondergebracht. Deze werken waren door de kunstenaar aan de Franse staat geschonken.
Hier nog een werk van Chagall
Ecuyere aux Colombes
Ecuyere aux Colombes, door Marc Chagall. Het schilderij bevat figuren die de schilder regelmatig gebruikte. De circusartiest, de violist en de duiven zijn slechts een paar voorbeelden van deze symbolen, waarvan een aantal afkomstig is uit de Russisch-joodse traditie en folklore. Zijn unieke stijl verraadt invloeden van een aantal kunststromingen, waaronder het expressionisme, het kubisme en het fauvisme.
Metropolitan Opera house
Metropolitan Opera House
De Metropolitan Opera Company verhuisde in 1966 naar een nieuw operagebouw in het Lincoln Center for the Performing Arts in New York City. In het Metropolitan Opera House is ook de American Ballet Theater Company gevestigd. In de lobby van het gebouw bevinden zich veel indrukwekkende kunstwerken, waaronder muurschilderingen van Marc Chagall. Het monumentale complex van het Lincoln Center herbergt ook het New York Philharmonic Orchestra, het New York City Ballet en de Juilliard School of Music.
REACTIES
1 seconde geleden
O.
O.
ik wil een spreekbeurt over marc chagall!
19 jaar geleden
Antwoorden