Het getuigenis van Johannes de Doper
In zijn Evangelie verhaalt de apostel Johannes zowel het ontstaan als de kern van het christelijk geloof: "In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God. Dit was in den beginne bij God. Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is. In het Woord was leven en het leven was het licht der mensen; en het licht schijnt in de duisternis en de duisternis heeft het niet gegrepen" (Joh. 1:1-5). Zie ook Hebreeën 1:1,2.
De komst van Gods Zoon als het vlees-geworden Woord van God brengt leven en licht voor alle mensen.
"Hij kwam tot het zijne, en de zijnen hebben Hem niet aangenomen" (Joh. 1:11). Dit wil zeggen: Hij kwam tot zijn schepping hier op aarde, tot de mensen van Zijn schepping.
Johannes de Doper heeft de mensen naar dit licht verwezen zoals zijn vader, Zacharias, bij zijn geboorte voorspelde: "En gij, kind, zult een profeet des Allerhoogsten heten; want gij zult uitgaan voor het aangezicht des Heren, om zijn wegen te bereiden, om aan zijn volk te geven kennis van heil in de vergeving hunner zonden, door de innerlijke barmhartigheid van onze God, waarmede de Opgang uit de hoogte naar ons zal omzien, om hen te beschijnen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods, om onze voeten te richten op de weg des vredes" (Lucas 1:76-79).
Helaas velen nemen dit licht niet aan, geloven dit niet. Maar die dat wel doen ontvangen macht om kinderen Gods te worden, die in zijn Naam geloven. Uit Christus' volheid ontvangen dezen genade op genade, want deze genade en waarheid zijn door Hem gekomen (Joh. 1:11-17).
Het is Johannes de Doper die voor het eerst dit getuigde (Joh. 1:15). Wie was deze Johannes? Over zijn geboorte lezen we in Lucas 1:5-20. De moeder van Johannes, Elisabet, was waarschijnlijk een nicht van Maria (Lucas 1:36-42). Ook uit het verhaal is te verstaan dat Johannes ongeveer een half jaar ouder zou zijn dan Jezus. De engel Gabriël heeft hem de naam Johannes gegeven, wat wil zeggen "De Heer is genadig". Deze naam staat in verband met de dienst van Johannes. Later zei Jezus over hem, dat hij de grootste is onder alle profeten en dat hij zelfs meer is dan een profeet (Matt. 11:9-11). In Lucas 1:76 wordt hij "een profeet des Allerhoogsten" genoemd.
Sommigen meenden dat Johannes, de Christus was (Lucas3:15), maar dit ontkende hij (Joh. 1:20). Anderen dachten dat hij misschien Elia was, die volgens hun verkeerde interpretatie van Maleachi 4:5 letterlijk terug zou keren. Dit ontkende hij ook (Joh. 1:21).
Jezus leerde dat Johannes de Doper inderdaad deze voorspelde Elia was, maar dan in de zin van iemand die in de geest en kracht van Elia zou komen (Lucas 1:17; Matt. 17:10-13; Marcus 9:11-13).
Het optreden van Johannes was zeker geen eigenmachtige daad, maar was in gehoorzaamheid aan een door God gegeven bevel om de weg des Heren te bereiden, zoals ook door Jesaja geprofeteerd was (Jes. 40:3). Johannes was de gezant of bode (Mal. 3:1) om de Messias aan te kondigen en Zijn weg te bereiden, d.w.z. om de mensen voor te bereiden op het ontvangen van deze Messias.
"In het vijftiende jaar van de regering van keizer Tiberius ... kwam het woord Gods tot Johannes, de zoon van Zacharias, in de woestijn. En hij kwam in de gehele Jordaanstreek en predikte de doop der bekering tot vergeving van zonden, gelijk geschreven staat in het boek der woorden van de profeet Jesaja: De stem van een, die roept in de woestijn: Bereidt de weg des Heren, maakt recht zijn paden. Alle kloof zal gevuld worden en alle berg en heuvel zal geslecht worden, en de krommingen zullen recht en de oneffen wegen vlak worden, en alle vlees zal het heil Gods zien" (Lucas 3:1-5).
"En zelf wist ik niet van Hem, maar opdat Hij aan Israël zou geopenbaard worden, daarom kwam ik dopen met water. En Johannes getuigde en zeide: Ik heb aanschouwd, dat de Geest nederdaalde als een duif uit de hemel, en Hij bleef op Hem. En ik kende Hem niet, maar Hij, die mij gezonden had om te dopen met water, die had tot mij gezegd: Op wie gij de Geest ziet nederdalen en op Hem blijven, deze is het, die met de heilige Geest doopt. En ik heb gezien en getuigd, dat deze de Zoon van God is. De volgende dag stond Johannes daar weer met twee van zijn discipelen. En toen hij Jezus zag gaan, zeide hij: Zie, het lam Gods!" (Joh. 1:31-36). Lees ook Marcus 1:1:3 en Johannes 3:25-30.
"Bekeert u," verkondigde deze profeet, "want het koninkrijk der hemelen is nabijgekomen" (Matt. 3:2). Door zich te bekeren moest het volk zich voorbereiden op de komst van het Messiaanse rijk.
Vóórdat Johannes de Doper optrad, leefde hij in de woestijn (Lucas 1:80). Evenals Elia, was hij gekleed in een kameelharenkleed met lederen gordel (2 Kon. 1:8), en hij at sprinkhanen en wilde honing (Matt. 3:4). De engel Gabriël had ook gezegd dat hij geen wijn of sterke drank zou drinken (Lucas 1:15) en Jezus zei dat Johannes kwam "geen brood etende of wijn drinkende" (Lucas 7:33). Hij moet wel een bijzonder iemand zijn geweest.
"Terwijl dezen heengingen, begon Jezus tot de scharen te zeggen van Johannes: Wat zijt gij in de woestijn gaan aanschouwen? Een riet, door de wind bewogen? Maar wat zijt gij gaan zien? Een mens in weelderige kleding? Zie, die weelderige kleding dragen, zijn aan de hoven der koningen. Maar waarom zijt gij dan gegaan? Om een profeet te zien? Ja, Ik zeg u, zelfs meer dan een profeet. Deze is het, van wie geschreven staat: Zie, Ik zend mijn bode voor uw aangezicht uit, die uw weg voor U heen bereiden zal. Voorwaar, Ik zeg u, onder hen die uit vrouwen geboren zijn, is er niemand opgestaan, groter dan Johannes de Doper, maar de kleinste in het Koninkrijk der hemelen is groter dan hij" (Matt. 11:7-11).
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden