Ik ga mijn werkstuk over het jodendom houden. Ik ga iets vertellen over het ontstaan en de geschiedenis van de joden en hun godsdienst het jodendom. In dit werkstuk ga ik het ook hebben over het land Israël en de taal en geld eenheid die daar is. Ook de feestdagen en gewoonten van de joden staan in dit werkstuk vermeldt. Mijn mening over het jodendom kunt u vinden achter in het werkstuk. Ik heb informatie gebruikt van internet en van zeer interessante boeken van de bibliotheek in Valkenburg. Enkele interessante sites die ik heb bezocht zijn www.google.nl. Op de site www. Startpagina. nl heb ik veel informatie gevonden op internet door als je in deze site zit jodendom in te voeren en dan op zoeken te klikken. In de boeken die ik gehuurd heb, heb ik de meeste informatie gehaald over de synagoge en het ontstaan van het jodendom. De plaatjes in mijn werkstuk heb ik allemaal van internet afgehaald. Ook de site www .jodendom .pagina .nl heb ik zeer veel informatie gevonden. De boeken waar ik mijn informatie uit gehaald heb heten Joodse Wereld en Jeruzalem. Ik wens u veel lees plezier toe.
1. Het ontstaan van de Joodse geschiedenis De joden voeren hun geschiedenis, net als de christenen, terug tot de bijbelse tijden. Tegen het eind van de eerste eeuw na Christus benadrukt de joodse geschiedschrijver Josephus reeds de hoge ouderdom van het joodse volk. Hij verwijst zijn lezers naar de bijbel als het oorspronkelijke verslag van de geschiedenis van het volk vanaf het begin der tijden. De bijbel is inderdaad een belangrijk document voor de joodse geschiedenis. Hij geeft een verslag van de oorsprong van het volk van Israël en van zijn ontwikkeling van één familie tot een machtig koninkrijk en vervolgens, na een periode van nationale nederlaag en ballingschap, tot een herstelde gemeenschap in de oude hoofdstad Jeruzalem. De meeste ingrediënten van de latere geschiedenis zijn reeds aanwezig in het bijbelse verhaal, migratie en minderheidspositie, onderdrukking en herstel, nationale aspiraties en het gevoel van een morele missie te vervullen in de wereld. Deze bijbelse thema’s hebben een krachtige invloed uitgeoefend, zoal niet op de feitelijke gang van de joodse geschiedenis, dan toch zeker op de verklaring die eraan is gegeven door generaties joden tot op de huidige dag. Bij elke poging om de joden en het jodendom te begrijpen moet men zich bovenal rekenschap geven van de Hebreeuwse bijbel. Maar de bijbel, in ieder geval de oudere gedeeltes ervan, is geen histories verslag. Hij biedt een interpretatie van vroegere gebeurtenissen, een mengsel van legende, poëzie en propagenda. Een mythe over het ontstaan van het volk die minstens zoveel verbergt als openbaart. Het ontbreekt ons aan middelen om zijn historische uitspraken te toetsen: over de werkelijke feiten en hun chronologische volgorde lopen de meningen zeer uiteen. De archeologie en de documenten van omringde volkeren kunnen zeker helpen het verhaal uit te bouwen en sommige bijzonderheden te corrigeren en te bevestigen, maar het beeld blijft vaag en fragmentarisch. Pas na de komst van de Grieken op het toneel van de joodse geschiedenis kunnen we ons een volledig beeld vormen van de loop der gebeurtenissen, hun nuances en hun implicaties, hun oorzaken en hun gevolgen in breder verband. Het was een bijzondere prestatie van de Grieken dat zij de objectieve bestudering van de geschiedenis en de noodzaak van het vaststellen van een precieze chronologie ernstig namen. Dit gebeurde al lang voordat de joden deel uit gingen maken van de Griekse wereld, en op den duur namen de joden deze gewoonten over. De 19-eeuwse joodse historicus Heinrich Graetz werd gekritiseerd omdat hij de joodse geschiedenis beschreef als een opeenvolging van rampen. Men wees erop dat er ook perioden van betrekkelijke veiligheid en zelfs van voorspoed en culturele bloei waren. Ook al is de beschrijving van Greatz sterk gekleurd, wel is duidelijk dat de positie van de joden er vrijwel overal een was van afhankelijkheid en minderwaardigheid. Soms werden ze beschermd of gesteund en sommige joden bereikten grote welstand en invloed. Maar op enkele marginalen uitzonderingen na hadden ze hun lot nooit in eigen handen gelegd. Zij waren altijd kwetsbaar voor veranderingen in het politieke klimaat en werden voortdurend bedreigd door de haat van godsdienstige fanatice en een vijandige bevolking. Eigen lijk was Greatz nog optimistisch: hij geloofde in een vooruitgang, in de neiging tot het goede die volgens hem in het geweten en de rede van de mens vervat ligt. Maar zelfs heeft hij in zijn latere uitgaven de opkomst van het politieke antisemitische moeten erkennen, en de gebeurtenissen na hem hebben op dramatische wijze de kwetsbaarheid van het joodse bestaan bevestigd. De onderdrukking en de haat van de Middeleeuwen hebben het joodse bewustijn een wond toegebracht die nog lang niet is genezen.
2. De joden in de oudheid De wieg van het joodse volk ligt in het Midden-Oosten, om precies te zijn in de ‘vruchtbare halve maan’. Dat is een gebied dat vanaf de Perzische Golf langs het dal van de Eufraat loopt en vervolgens zuidwaarts ombuigt door Syrië en Palistina naar Egypte. De regio omvat alle joodse vestegingsgebieden die bekend zijn en vormt bovendien het decor voor de gebeurtenissen uit de traditionele verhalen over de oorsprong van het joodse volk. Geografisch gezien bestaat het voor het merendeel uit vruchtbaar landschap met aangrenzend gebergte en woestijnen. Historisch gezien was dit het woongebied van verschillende machtige rijken en hun wederwaardigheden vormen de achtergrond van een groot deel van het bijbelse verhaal. De joden in de oudheid geloofden dat hun geschiedenis, samen met die van de hele mensheid, in Mesopotamië was begonnen. Maar ook Egypte, aan het andere einde van de vruchtbare halve maan, dachten zij in hun ontstaansgeschiedenis een grote rol toe. Van Abraham, de vader van het volk, werd aangenomen dat hij oorspronkelijk uit Ur afkomstig was, niet ver van de Perzische Golf, en dat hij enige tijd in Haran had gewoond, ver in het noorden in het land Aram, voordat hij in zuidwestelijke richting naar Palistina en Egypte trok. Zij familiegraf werd gelokaliseerd op de plaats waar het de toeristen nog steeds getoond wordt, in Hebron, niet ver van Jeruzalem. De andere overheersende figuur uit het verre verleden, Mozes de ‘wetgever’. Hij werd in Egypte geboren maar voerde het volk weg, de woestijn in, ter voorbereiding op de intocht in het land dat later hun naam zou dragen. De Hebreeuwse bijbel beschrijft de oorsprong van het volk in een vorm van een samenhangende geschiedenis, die zich ontvouwd vanaf de omzwervingen van de familie van Abraham via de ballingschap in Egypte tot de uittocht, van een nomadisch of halfnomadisch leven tot een sedentaire bestaansvorm, en van een stammenstructuur tot een nationale staat. Na een periode van anarchie, waarin de ‘richteren’ telkens als militaire leiders optraden, werd een koninkrijk gesticht. Dit splitste zich al spoedig in tweeën, Juda in het zuiden en Israël in het noorden. Gezien het ontbreken cvan andere verhalende bronnen is het moeilijk om vast te stellen hoe waarheidsgetrouw deze overlevering is. Archeologische vondsten bevestigen het verhaal van de verovering van Kanaän in grote lijnen, maar doen twijfels rijzen over een aantal onderdelen daarvan. Zij doen vermoeden dat deze verovering een langdurig proces was dat de hele 13e eeuw in beslag nam, waarbij een aantal gebieden in Kanaänitische handen bleef. De voornaamste problemen met betrekking tot de voorgeschiedenis van de veroveraars zijn door externe gegevens niet opgelost, maar er is een toenemende hoeveelheid informatie, afkomstig uit teksten, over de verplaatsingen van westsemitische volken tijdens het 2e millennium voor Christus en over hun sociale organisatie. De vroege bijbelse verhalen dragen de kenmerken van een latere redactionele bewerking van oude overleveringen. Sommige daarvan zouden echter, zelf in hun geredigeerde vorm, authentieke herinneringen kunnen bevatten. Ondanks intensief onderzoek is het nog niet duidelijk hoe de 12 stammen zijn ontstaan en hoe en wanneer zij tot 1 enkele natie werden samengesmeed. De namen van de stammen houden in verband met bepaalde streken in het land, en zelfs als de indeling in stammen aanvankelijk een aanduiding is geweest van nauwe bloedverwantschap, zijn uiteindelijk niet genealogische maar geografisch criteria voor de identiteit van een stam bepalend worden. Op den duur werd de stam van minder betekenis dan de kleinere eenheden(familie, geslacht) en de groter nationale identiteit. In de tijd van de monarchie had het lidmaatschap van een stam overwegend symbolische betekenis: het had plaats gemaakt voor de nieuwe werkelijkheid van een gecentraliseerd bestuur en levensstijl die door de steden en de landbouw werd bepaald. De monarchie bevorderde de ontwikkeling van de sterke handelsklasse, die zich met de lokale en internationale handel bezighield. Hoewel er maar weinig concrete aanwijzingen voor zijn, mogen we redelijkerwijs aannemen dat sommige handelaren zich tijdelijk of permanent in het buitenland vestigden, waarmee de basis werd gelegd voor de latere handelsdiaspora. In iedergeval vermeldt de bijbel dat aan koning Achab het vestigen van een handelswijk in Damaskus werd toegestaan. De steeds terugkerende politieke woestelingen en invasies hebben mogelijk tot enige verplaatsing van de bevolking geleid, in de vorm van krijgsgevangenen of politieke vluchtelingen. Met de Assyrische verovering van het noordelijk koninkrijk aan het einde vab de 8e eeuw neemt de reeds begonnen diaspora veel grotere vormen aan.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
J.
J.
Geweldig dat een jonger persoon ,de energie en tijd geeft
Om onderzoek te doen naar dit wonderbaarlijk volk
Zelf ben ik oude christelijke man
Dank je voor je bijdrage
5 jaar geleden
Antwoorden