Joden, volk van de Tora

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 180 woorden
  • 17 november 2002
  • 87 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
87 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Volk van de Tora

Leven moet je leren

In het jodendom vindt men “leren” heel belangrijk. Ze beginnen al met leren wanneer de kinderen nog maar ongeveer 4jaar oud zijn. Ze leren dan alles wat met de joodse godsdienst, cultuur en geschiedenis te maken heeft. Ook leren ze al op jonge leeftijd de Tora in het Hebreeuws te leren.
Verplicht onderwijs kenden de joden al lang dan in Europa. Het leren was al verplicht voordat in Europa de leerplicht met ingevoerd.
Deze nadruk op het leren heeft te maken met de Tora. De Joden zien dit boek als een soort grondwet die door God is gegeven.
De regels gelden zowel voor elk mens persoonlijk als voor de maatschappij.
Bekende regels zijn: Je mag geen mensen doden, je mag niet stelen en niet kwaad spreken.
Maar het jodendom heeft ook hele andere wetten. Bijvoorbeeld de spijswetten, die te maken heeft wat je wel of juist niet mag eten.
Om dat alles te leren, wordt er in de joodse opvoeding en onderwijs veel aandacht besteed aan de Tora.

Regels voor het leven<?B>

Het jodendom heeft heel veel wetten. De joden zeggen daarover: “Omdat ieder mens geschapen is naar het beeld van God mag hij nooit alleen zijn eigen gang gaan, maar moet hij, in alles wat hij doet, rekening houden met zijn medemens. Als hulpmiddel bij deze opdracht zijn er door God regels gegeven, die duidelijke aanwijzingen bevatten over hoe je met anderen om moet gaan.
In het jodendom ligt dus veel nadruk op de verantwoordelijkheid van de mens tegenover de wereld. De mens heeft de mogelijkheid de aarde tot een paradijs te maken voor allen. Een joods woord voor deze levenshouding is: tsdedaka. Dit betekent rechtvaardigheid of gerechtigheid. Volgens de Tora heeft de mens de mogelijkheid om van deze wereld een rechtvaardige samenleving te maken. De regels en voorschriften zijn hulpmiddelen om dit in de praktijk te brengen.
Het gaat dus niet om wat je gelooft, maar om wat je doet. En om de taak van de aarde tot een paradijs voor allen te maken, moet je je goed oriënteren op de Tora.
Het dagelijkse leven van de gelovige (orthodoxe) jood kent daarom vele voorschriften en rituelen. Bijvoorbeeld: drie keer per dag, verplichte kleding (keppeltje en gebedsmantel). Door zulke regels leef je bewuster en word je steeds weer herinnerd aan de verantwoordelijkheid die je als mens hebt tegenover God en de wereld.
Niet alle joden houden zich zo streng aan de regels. Liberale joden gaan vrijer met de regels om en passen deze aan aan deze tijd.
Mondelinge Tora

In de Tora staan 613 voorschriften, waarvan 248 geboden en 365 verboden. Daar zijn later nog honderden aan toegevoegd. Dat kwam doordat er telkens weer situaties waren waarbij men dacht wat er gedaan moest worden volgens de Tora.
Door discussie en studie over de uitleg van de Tora, zijn er in de loop der tijd veel nieuwe voorschriften ontstaan. Ze staan dus niet echt letterlijk in de Tora, maar zijn wel voor belang bij de joden. Men noemt deze voorschriften de ‘mondelinge Tora’. De vijf geschreven boeken van Mozes heten de ‘geschreven Tora’.
Na een tijdje wordt de mondelinge Tora ook opgeschreven. Na al die eeuwen is het al een dik boek. Dit boek heet de Talmoed. De oudste verzameling voorschriften uit dit boek heet de Misjna. Dit woord betekent letterlijk ‘herhaling van de Tora’.

Eten en drinken.

Er zijn in het jodendom veel en strenge regels over het eten, wat wel of niet mag gegeten mag worden.
Een kosjer winkel is een winkel met producten die onder toezicht van een rabbijn zijn bereid en verpakt. Deze producten krijgen een waarmerk.
Voor kosjer voedsel zijn er drie voorwaarden:

Er mogen alleen “reine” dieren gegeten worden.
Onder deze dieren behoren dieren die herkauwen en gespleten hoeven hebben. Zoals koeien en schapen. Varkensvlees is dus streng verboden omdat ze niet herkauwen. En een kameel ook niet want die heeft geen gespleten hoeven.
Ook vissen zijn kosjer, alleen als ze schubben en vinnen hebben. Insecten en weekdieren zijn niet kosjer. Eieren en melkproducten zijn alleen kosjer al komen ze van reine dieren.
Men mag niets eten waar bloed in zit.
Joden mogen geen vlees eten waar nog bloed in zit, want bloed bevat nog levenskracht.
Zoogdieren en vogels moeten dus op de juiste manier geslacht worden. Dit gebeurt door een bevoegd ritueel slachter, een sjocheet. Hij keurt het vlees ook meteen. Thuis word het vlees ook nog enkele uren behandeld tot het echt gegeten wordt.
Vlees en zuivelproducten mogen niet samen bereid worden.
Orthodoxe joden hebben een gedeelde keuken. In de ene helft word vlees bereid en in de andere zuivelproducten.
Ook hebben ze van alle keukenspullen die voedsel aanraken alles dubbel.
Hoogtepunten van een joodsleven
Geboorte en besnijdenis

Een joodse jongen wordt op de achtste dag van zijn leven besneden. Een klein stukje van de voorhuid van de penis wordt dan weggesneden. Het kind wordt dan meestal vastgehouden door de grootvader. De besnijdenis is het teken dat de jongen opgenomen is in het verbond, dat God in vroegere tijden met Abraham heeft gesloten.
In het vertrek waar de besnijdenis plaats vindt, staat ook een speciale stoel. Deze is bedoelt voor de profeet Elia. Deze profeet wordt gezien als iemand, de mensen die steun geeft op belangrijke momenten in het leven.
Na de besnijdenis wensen de aanwezigen: “hij die nu besneden is, mag hij opgroeien tot het leren van de Tora, tot het huwelijk en tot het doen van goede daden”.
Ook bij de besnijdenisplechtigheid krijgt de jongen zijn officiel naam.
Meisjes worden niet besneden, zijn ontvangen op de eerste sabbatmorgen na hun geboorte, hun naam tijdens een Toralezing in de synagoge.

Bar Mitswa

Als een joodse jongen zijn 13e verjaardag heeft gevierd, wordt hij op de eerstvolgende sabbat, bar-mitswa. Dit betekent ‘zoon van het gebed’. Dit is een belangrijke dag in zijn leven.
Vanaf deze dag is de jongen zelf verantwoordelijk voor het naleven van de geboden. Hij wordt vanaf deze dag in de synagoge ook als een volwassene beschouwd. Hij mag nu een synagoge dienst leiden en uit de Tora lezen.
Tijdens de bar-mitswa viering in de synagoge leest de jongen een voorgeschreven gedeelte uit de Tora voor.
Meisjes doen al op hun 12-jarige leeftijd de bat-mitswa (dochter van het gebod)

Het huwelijk

Trouwen is voor een jood een vanzelfsprekende en belangrijke zaak. Want man en vrouwe samen vormen een ‘compleet mens’.
In traditionele kringen neemt de bruid als voorbereiding op de huwelijksdag een ritueel bad, dit wordt de mikwe genoemd.
Vlak voor het uitspreken van de trouwbelofte drinkt men uit één beker, die door een van hun ouders is aangereikt. Dit symboliseert ‘het delen van lief en leed’.
De kern van de huwelijkssluiting vindt plaats wanneer de bruidegom, in aanwezigheid van twee getuigen, een ring aan de rechterwijsvinger van de bruid doet en zegt: “Door deze ring ben je mijn vrouw volgens de wet van Mozes en de profeten. Hierna wordt de huwelijksakte voorgelezen. Aan het eind drinken ze allebei nog een keer uit de beker wijn. Daarna gooit of trapt de bruidegom het glas stuk, en roepen de aanwezigen: mazzeltof. Dit beteken: veel geluk.

Dood en begrafenis

Wanneer iemand gestorven is, is het normaal dat men diegene zo snel mogelijk begraaft. In sommige landen gebeurt dat op dag van overlijden De voorbereiding wordt gedaan door mensen uit de joodse gemeenschap die geen band met de familieleden hebben.
Na de rituele wassing doet met de dode een wit doodskleed aan en leggen hem in een eenvoudige houten kist. Onder het hoofd of ernaast legt men een zakje aarde uit Israël.
Tijdens de begrafenisdienst dienst leest men enkele psalmen voor en houdt soms een toespraak waar in de overledene eer wordt gebracht en de aanwezigen worden getroost. Een emotioneel moment is het zingend voorlezen van het “kaddiesj van de rouwenden”. Dit is een gebed waarin God gedankt wordt al de schepper en koning van de wereld, die ook het leven heeft gegegven.
Na de begrafenis een er voor de familie een week van rouw. Deze week worden de familieleden getroost en hoeven ze zelf geen eten klaar te maken.

Belangrijke feest- en gedenkdagen.

De feesten in het jodendom zijn allemaal een herdenking naar grote gebeurtenissen uit het verleden. De twee belangrijkste zijn de schepping van de wereld en de bevrijding uit Egypte.

Pelgrimsfeesten

Het grootste feest is Pesach (het joodse paasfeest) dat in de maand Nisan wordt gevierd. Oorspronkelijk is het een lentefeest waarbij gevierd werd dat de natuur weer tot leven kwam. Dit feest herinnert aan de uittocht van het slavenhuis Egypte. Het hoogtepunt van dit feest is de Sederviering op de eerst avond, wanneer de matzes (de ongezuurde broden) worden gegeten en het verhaal van de bevrijding uitvoerig wordt verteld. Pesach is ook het feest van de hoop, want eens zal deze wereld een samenleving zijn waarin niet één mens meer slaaf is van een ander.
Zeven weken na Pesach is het twee pelgrimsfeest: het Wekenfeest. Met dit feest wordt gevierd de eerst opbrengt van de van tarweoogst en de herdenking dat god tijdens de woestijnreis de Tien Woorden heeft gegeven.
In de herfst wordt het derde pelgrimsfeest gehouden het Loofhuttenfeest. Met viert dit feest met de dankbaarheid voor een goede oogt en het herdenken van de reis door de woestijn na de bevrijding uit Egypte. Tijdens dit feest bouwt iedereen een loofhut in de tuin of op het balkon en woont men er tijdelijk in. Het feest duurt zeven dagen en op de laatste dag viert van Simchat Tora, het feest van de “Vreugde van de Tora”.

Rosj Hasjana is het joodse Nieuwjaarsfeest. Het wordt gevierd op de eerste dag van de zevende maand (Tisjiri). Op deze dag houdt men zich strikt aan de regels voor het vasten. Er zijn op deze dag vijf diensten in de synagoge.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.