Geschiedenis van de religieuze danstraditie
Alles kun je terugvoeren naar Konyastad. “de stad van de dansende Derwisjen”. Daarom gaat dit gedeelte vooral over de historie van deze stad. De stad ligt in Turkije en op duizend meter boven de zeespiegel. Een oude benaming is Kuwanna. Het gebied werd 9000 jaar geleden al bewoond. Vierduizend jaar geleden woonde hier Hittieten. De Perzen en de Romeinen noemden de stad Iconium.
Waarschijnlijk bevolkte er in die tijd een zeer grote en belangrijke joodse gemeenschap de stad. Later kwamen er in Konya christelijke predikers rond, zoals St. Paulus en Barnabras. Via deze weg verspreide het christendom zich verder naar het oosten het zuiden. Onder Byzantijnse heerschappij was Konya dan ook de zetel van de aartsbisschop. Vervolgens werd in de tijd van de Seltsjoekensultanaat van Rum in het jaar 1097, Konya uitgeroepen tot hoofdstad. Ongeveer twee eeuwen later kwam de periode waarin de dansende derwisjen gesticht werden. Hun dans was de Sema, die de vereniging van de mens en God uitbeeld. De dansende Derwisjen vindt men in het klooster van Maulawiyah. Hier bevindt zich ook het graf van hun stichter Celalettin Rumi. Het Mausoleum van Mevlana is hierdoor de bekendste trekpleister van de stad. In 1832 was Konya het slagveld waarop de Ottomanen de Egyptenaren van Mohammed Ali overwonnen. Nu leven in Konya meer dan een half miljoen mensen. In de omgeving grazen paarden en kamelen en Konya bezit naast enkele moskeeën ook veel geïrrigeerde tuinen.
Om de geschiedenis van de danstraditie nog beter te begrijpen gaan we verder in op het mysticisme. Binnen de islam zien we twee ontwikkelingen:
- de schriftuurlijke Islam, ofwel de officiële Islam, gericht op de Koran, wetten etc.
- de volks Islam met het accent op mystiek en heiligen.
De mystiek, het streven naar één wording met God, heeft altijd op gespannen voet gestaan met de officiële Islam van heersers, krijgsheren en rechtsgeleerden. Zo liet in 1925 Mustafa Kemal Ataturk(geestelijk leider) – in zin strijd tegen het mysticisme – het klooster van Konya sluiten en verbood hij het dansen. Pas in 1960 werd het verbod opgeheven.
De cultuur historische basis van de islamitische mystiek is enerzijds gelegen in de koran, waar boetvaardigheid en ascese geprezen wordt. Anderzijds zijn ook andere geloofsvormen en culturen van invloed geweest. Zoals de christelijke monniken, boeddhistische- en Indiase monniken. Ook heeft de oud-Perzische cultuur een grote rol gespeeld. De mystiek ontwikkelde zich van vrome ascese tot de bewuste Godzoekers met het accent op Godvertrouwen en afstand doen van eigen begeerte. Mystici kunnen in trance de éénwording met God beleven. Zij doen dit door het zingen en reciteren van hymen en mystieke teksten. Een vorm is de dzikr, het ritmisch noemen van de naam van God, “Allah”. Soms danst men erbij. Ook de taal en cultuur van de mystici is erg bloemrijk.
Bekende Mystici uit de vroege Islam periode zijn:
- Rabi’ah (801). Dit was een vrouw, een vrijgemaakte slavin die zich naar haar vrijlating geheel wijde aan de mystiek. Later werd ze een soort non. Zij schreef het beroemde gedicht “Liefde en Geliefde”.
- Abu Yazid al-Bistami (875). Deze mysticus leefde in het oosten van Perzië. Van hem is het eerste bekend, dat hij “op ging in God”.
- Al-Hallaj (ca. 857-922). Hij was een prediker in Bagdad. Als ij in extase waas, zei hij: “ik ben de waarheid”. Hij werd door de officiële Islam in de gevangenis gezet en kreeg de doodstraf.
- L-Nun (ca. 796-861). Hij schreef « Een Mystieke weg, stappen steeds hoger naar God ».
- Jalal al- Din Rumi (d. 1273). Het werk van Rumi wordt wel het hoogtepunt van de islamitische mystiek genoemd. Zijn gedichten worden gekenmerkt door grote muzikaliteit en beeldende taal. Hij leefde in Turkije en was de stichter van de mystieke orde Mavlana, beter bekend als de dansende Derwisj
Dan zijn we nu over het punt aangeland waar we dieper op in willen gaan: de dansende Derwisj.
De Derwisj-gemeenschappen
Het van het Perzisch afgeleide Turkse woord darvesh betekent bedelaar. Een derwisj behoort, zoals een christelijk monnik, tot de klasse van de Sufi-moslims. Er bestaan verschillende derwisj-gemeenschappen die eigen regels en rites eerbiedigen, met een eigen kledij en specifieke methoden om nieuwelingen in te wijden en te ontvangen.
Niet alle broederschappen eerbiedigen strikt de ceremoniëlen en rituelen van de islam en ook hun bezigheden en activiteiten verschillen. Sommige derwisjen zoeken kloosters op, tekkes of khanagahs genoemd, andere zijn zwerf- en bedelmonniken. Er zijn echter ook derwisjen, die actief zijn in de handel of in een productieproces.
Toeristen kennen vooral de derwisjen die optreden als religieuze artiesten. Dat optreden op publieke of op privé-festivals heet zikr. In een aantal gevallen leidt dit voor de monnik tot een soort van trance.
De derwisjen ontstonden in de 8ste eeuw nadat de islam in contact was geraakt met Perzische godsdiensten en het hindoeïsme. Een van de bekendste derwisj orden is de Kadiris, die gesticht werd in 1165. Verder zijn er ook de Rifais, die sedert 1182 glas eten en zwaarden inslikken. De Kalenderis zijn zwerfderwisjen. De Mawlaw of Mevlevi van Konya zijn de draaiende derwisjen.
Hoewel zij door de officiële Islam als verdacht werden beschouwd, werden de mystici door het volk vereerd als heiligen. Vanaf de 12e eeuw ontstonden de mystieke broederschappen. De mystici kregen de naam soefi (suf=wol), vanwege hun wollen kleden. Deze mystieke broederschappen bestaan nog steeds. Aan het hoofd van de broederschap staat een sjeik. In het broederschaphuis worden mystieke werken bestudeerd en muziek gemaakt. Een broederschaphuis is genoemd naar de eerste leraar, de oprichter, men ziet hem als een heilige, een vriend van God, iemand die vanuit het graf kracht en genezing kan geven. De geboortedag van de Stichter wordt gevierd met Mawlid (feest), met rituelen, offers, dansen en zingen. Mystieke broederschappen staan zeer open voor het opnemen van andere culturen. Zij kennen ook onderafdelingen in het buitenland. Je kunt lid worden van een broederschap door moslim te worden en trouw te zweren aan de sjeik. In Nederland is er ook een afdeling van Rumi. Ook kennen we in Nederland het universeel Soefisme. Je kunt je hierbij aansluiten zonder moslim te worden.
De stichter
Genodigde van Seltsjuken
Hun orde werd in 1273 opgericht door volgelingen van de Perzische dichter en mysticus Celalettin Rumi (ook geschreven: Jalaluddin-i Muhammad Din ar-Rumi of Mevlana Djalal Al-Din Rumi). Deze ook als Mevlana ('onze meester') gekende poëtische theoloog was in Konya beland op uitnodiging van de Seltsjukse sultan.
Deze Rumi leefde tussen 1207 en 1273 en zag het levenslicht in Balkh, in het huidige Afghanistan. Zijn familie vluchtte in 1220, via Syrië, voor de Mongolen naar Perzik en nestelde zich nadien in westelijk Turkije.
Na de dood van zijn vader, een mystiek theoloog, nam Rumi diens leerstoel over in het theologisch college (medrese) van Konya.
Een van zijn collega's, Alaattin, introduceerde hem verder in de Maarif, het geestelijk dagboek en de sermoenenverzameling van zijn vader, die de basis zou vormen voor zijn later werk. Hij leerde toen ook de mesnevi kennen, de rijmende coupletten van Hakim Sanai, die deze dichtversie als eerste gebruikte.
Toen de Mongolen in 1236 ook Anatolia overrompelden, evolueerde Rumi tijdens die troebele periode definitief naar het mysticisme. In 1244 legde Rumi in Tabriz zijn geloofsbelijdenis af bij der derwisj Cemsettin (ook geschreven: Shams ad-Din).
Volgens de bronnen zouden beide mannen dagen en weken onder hun tweetjes hebben doorgebracht zonder te eten of te drinken, terwijl ze verdiept bleven in hun mystieke geestelijke verstandhouding. De diepe vriendschap tussen Rumi en Cemsettin leidde tot jaloersheid en Cemsettin werd gedwongen om Konya te verlaten.
Rumi ontpopte zich toen tot een dichter die zijn liefde en heimwee voor Cemsettin bezong, terwijl hij rondcirkelde op de tonen van de muziek. Rumi kon zijn transformatie niet uitleggen en schreef dit toe aan een kracht, die boven hem stond. Hij bleef dichten en mediteren en schreef aldus 30.000 droeve verzen. Rumi verwees hierin nooit naar de betreurde Cemsettin, maar altijd naar de zon. Cemsettin betekent in het Arabisch 'zon van het geloof'.
Cemsettin keerde uiteindelijk terug naar Konya, maar zou in 1248 op een geheimzinnige manier definitief verdwijnen. Het is vrijwel zeker dat hij, toen de mystieke vriendschap met Rumi herbegon, werd vermoord door diens jongste zoon. Rumi wist dit, maar wou dit niet toegeven en begon nu gedichten te schrijven dat 'de zon' nooit kan sterven.
Rumi zou nadien worden beïnvloed door de goudsmid Salahettin en een zijner studenten, Husamettin Celebi. Laatstgenoemde vroeg zijn meester ('mevlana') een mystiek georiënteerde mesnevi (rijmcoupletten) te componeren en begon nota's te nemen van Rumi's inspiratie.
Rumi's Masnaviye Manavi had een grote invloed op de islamitische literatuur. De Mevlevi ontstonden onmiddellijk na Rumi's dood op 17 december 1273. Van hem bleven ook honderden brieven over die hij gericht had aan familieleden.
Om derwisj te kunnen worden, moeten vooraf 1001 dagen kosteloze arbeid ten gunste van de gemeenschap worden verricht.
De diepere betekenis van de religieuze Derwisjdansen
De Soefi mystiek in de islamitische traditie van Mevlevi streeft er na om God te bereiken. Het beeld de hereniging van de mens met zijn schepper, van wie hij bij de geboorte gescheiden werd uit. De weg hiervoor is liefde. Muziek en dans (Sema) is het voertuig.
De dans is tot in het kleinste details symbolisch. Als geheel symboliseert de Derwisjdans de goddelijke liefde. En het uit zich zelf treden en de hereniging in deze liefde.
De sjeik vertegenwoordigt liefde en waarheid en representeert Mevlana. De sjeik zit op een rode schapenvacht. Rood, de kleur van de avondschemering en van de dageraad en staat verder symbool voor de kringloop van dag en nacht. De Derwisjen dragen een hoge fez. Dit is een hoog hoofddeksel en verwijst naar de grafsteen. Hun zwarte mantel staat voor het graf en het witte kleed dat ze er onder dragen voor de lijkwade.
De Derwisjdans (Sema)
De dans begint met een lofzang van Mevlana, voor de profeet.
Dan volgt een solo-improvisatie op de rietfluit. Hiermee wordt de heimwee naar het rietland vertolkt. Het rietland staat voor het oorspronkelijke vaderland en het verlangen naar de hereniging daarvan. De muziek symboliseert de mens in dit verlangen.
Er volgen dan verschillende rondes. Met ieder hun symboliek.
Er worden eerst enkele rondes gelopen waarbij de sjeik de gids is. Dit heeft verschillende betekenissen: De opstanding uit de dood, het tonen van de weg naar het eeuwige leven, god kennen, zien en een worden. De dansers doen hun zwarte mantels uit, hiermee ontdoen ze zich van wereldse gedachten, ze staan als het ware op uit het graf. Dan begroet en zegent de sjeik zijn dansers.
Hierna volgen vier rondes in opvoerend ritme.
1ste ronde: bevrijding en twijfel
2de ronde: het zichtbaar maken van deze eenheid
3de ronde: opvoering naar een hogere graad van kennen en zijn
4de ronde: het stadium van eenheid
De Derwisjen (de dansers) worden ook wel “de wentelwieken der liefde” genoemd.
Zij wentelen en draaien om zichzelf en de zaal rond. Zoals planeten, sterren en de aarde door de aantrekkingskracht van de zon om zichzelf en om de zon cirkelen. De dans is dit wervelende heelal, het symboliseert de kosmos.
Onder het wervelen houdt de danser de rechterhand als een gebed open naar boven en de linkerhand naar beneden. Dit betekent: wij krijgen van God en geven aan het volk. Wij vergaren niets voor ons zelf.
De dansers volgen de dansleider, volgen zijn hoofd- en voetsignalen op. Hij volgt hen, waakt over hen en begeleidt hen. Tenslotte treedt de Sjeik toe tot de dans. Hij draait rond op de symbolische evenaar. Na enige tijd beweegt hij zich terug naar zijn vacht. Dit geeft het einde van de dans aan.
REACTIES
1 seconde geleden
S.
S.
soww.......
ik vind het een heel mooi werkstuk zeg!!
en nog bedankt voor al die info want ik kon het niet zo snel vinden
kusjes
sema
21 jaar geleden
AntwoordenH.
H.
Van mij krijg je een tien voor dit prachtige en volledige werkstuk!
10 jaar geleden
AntwoordenE.
E.
Geweldig werkstuk, ook van mij krijg je en 10, wat raar die 5,2.
Ik heb de derwisj dans gezien in Istanboel lees veel gedichten van Rumi en vind hier een volledig verhaal. Chapeau!
7 jaar geleden
Antwoorden