Het ontstaan van het Hindoeïsme.
Het Hindoeïsme is de oudste godsdienst ter wereld.
Deze godsdienst is in India ontstaan, India is een groot land met veel verschillende godsdiensten en culturen. Het hindoeïsme is de officiële en ook de belangrijkste godsdienst van India. Ongeveer 80% van de bevolking van India is Hindoe.
Het hindoeïsme is in drieduizend voor Chr. ontstaan. Gedurende duizend jaar heeft de godsdienst zich ontwikkeld.
Dat kon gemakkelijk omdat India nog al afgelegen ligt van andere landen, door de bergen, die in het noorden liggen.
Het hindoeïsme is ontstaan uit de godsdienst van de Indogermanen.
De godsdienst is niet alleen uit de godsdienst van de Indogermanen ontstaan maar ook uit andere godsdiensten.
Één keer in het jaar gingen de Hindoes naar rivier de Ganges om zich daar te reinigen.
Maar in 1500 kwamen er nomaden uit het noorden (ariërs) zij namen de cultuur van hun zichzelf mee naar India.
De Nomaden hadden een cultuur van landbouw en veeteelt
Nomaden hebben zich gemengd en daar
Kwam samen met nog een paar andere culturen het Hindoeïsme uit.
Samenvatting:
Het Hindoeïsme heeft zich rustig in ongeveer duizend jaar kunnen ontwikkelen omdat het afgelegen ligt door de bergen. Toch kwamen er andere culturen naar India toe en samen met de cultuur van de Indogermanen en de Nomaden, en nog wat culturen is het Hindoeïsme ontstaan.
Goden verering en Standenmaatschappij.
Goden verering nam veel plaats in, goden verering is namelijk het kernpunt van het Hindoeïsme. De Hindoes offeren offers aan hun goden en zo vereren zij die goden.
Omdat de goden heel belangrijk zijn voor de Hindoes werden de offers steeds ingewikkelder. Omdat de offers uit gekozen moesten worden werden er mannen aangewezen die dat moesten doen. Deze mannen werden steeds machtiger, en kwamen steeds dichter bij de goden te staan. Dit is het begin van de Standenmaatschappij, ook wel genoemd Kastenstelsel.
Kastenstelsel Hindoeïsme:
1. Priesters
2. Vorsten en ridders
3. Boeren en handelslieden
4. Dienstbaren en slaven
5. On Aan Raak Baren of Paria's
Als je werd geboren, zat je al meteen in een bepaalde kast. In welke kast je zat bepaald veel van je leven, wat je wel en wat je niet mag. Je moest met iemand trouwen uit dezelfde kast en met wie je wel en niet mag omgaan enz.
Als je iemand van een lage kasten aan raakte dan was je geestelijk onrein.
De kaste waarin je geboren werd kan je niet verlaten.
Je kan wel na je dood in een hoge kasten komen, maar daar voor moest je tijdens je leven bepaalde plichten vervullen.
Deze plichten zijn:
1. Tempel bezoeken
2. Goden vereren
3. Reinigingsrituelen
4. Offer rituelen.
Na de hoogste kaste (priester) ga je naar het volmaakte leven. Nu bestaat het kastenstelsel niet meer, het is in 1952 afgeschaft. Maar op het platteland in India bestaat het kastenstelsel nog wel.
Samenvatting.
De goden verering is erg belangrijk in het Hindoeïsme, Maar ze hebben dan ook wel veel goden. Als je goed de goden hebt vereerd, naar de tempel bent geweest, meegedaan aan reinigingsrituelen en offerrituelen dan kan je steeds in een hogere kasten komen.
Laagste is de Paria's ook wel genoemd de On Aan Raak Baren. En de hoogste zijn de priesters. Daar tussen zitten de Slaven en dienstbaren, boeren en handelslieden en vorsten en ridders.
Hoe kwam het geloof naar Nederland?
In Nederland wonen veel Hindoes, dat komt doordat in 1848 de slavernij werd afgeschaft in Suriname.
Toch moesten er mensen op de plantages werken dus toen zijn ze naar India gegaan om daar arbeiders te zoeken.
Tegen die arbeiders werd gezegd dat het in Suriname beter zou zijn en dat ze daar meer geld konden verdienen.
Veel van die arbeiders waren Hindoes.
Alle arbeiders die naar Suriname gingen kregen een contract van drie jaar.
In 1873 vertrok het schip Lalla Rookh met de arbeiders naar Suriname, het was een reis van drie maanden.
Tijdens de drie jaren die ze in Suriname bleven hebben de Hindoes in Suriname hun geloof vastgehouden, ze hebben daar tempels gebouwd en ze zijn hun goden blijven vereren
Toen die drie jaar voorbij was bleven veel Hindoes daar wonen met hun geloof.
Tot 1980 want toen werd Suriname onafhankelijk van Nederland.
Doordat Suriname onafhankelijk van Nederland werd vertrokken veel Hindoes naar Nederland.
Veel van hen gingen naar Den Haag, daardoor zijn er nu zoveel Hindoes in Nederland.
Hier in Nederland hebben ze ook hun geloof vastgehouden en hebben hier ook tempels gebouwd.
Samenvatting.
Toen in Suriname de slavernij afgeschaft werd hadden ze geen arbeiders meer die op het platteland konden werken. Toen zijn ze naar India gegaan om Arbeiders te zoeken, die arbeiders kregen een contact van drie jaar. De arbeiders bleven hun geloof vast houden, maar na drie jaar wilden ze daar blijven. Tot dat Suriname onafhankelijk werd van Nederland, toen kwamen veel arbeiders naar Nederland toe. En hebben hier hun geloof ook vast gehouden.
Goden.
Het Hindoeïsme kent 330 miljoen goden, maar eigenlijk ook maar één god.
Dat komt doordat al die goden naar één god verwijzen en die god heet Brahman of Brahma.
Brahma(n) is de schepper van alles, en er zijn geen afbeeldingen van hem.
Maar hoe kan je hem nou vereren als er geen afbeelding van hem is?
Daarom worden andere goden vereerd die naar hem toe wijzen.
Een Hindoe gelooft dus in één god, die zich in veel andere gedaantes laat zien.
Iedere gedaante heeft te maken met goed en kwaad.
Alle goden staan met elkaar in evenwicht.
Het kwade moet worden onderdrukt en vernietigd worden om uiteindelijk het goede boven te krijgen.
Belangrijke goden zijn:
Shiva - staat voor de vernietiger van de schepping.
Vishnu - staat voor de onderhouder van de schepping.
Brahma(n), Vishnu en Shiva vormen met zijn drieën een drie-eenheid. Nog een bekende drie-eenheid is Vader, Zoon en De Heilige geest.
Uit welke god komt welke god?
Uit Vishnu komt Lakshmi staat voor rijkdom en schoonheid.
Uit Lakshmi komt Krisjna is een herdersjongen.
Uit Lakshmi komt Rama en Sita dit is een verliefd stel. (je kan het zien als Adam en Eva)
Shiva is getrouwd met Kali.
Kali heeft een rode lange tong, hij maakt een einde aan het kwaad.
Uit Kali komt Canesha staat voor wijsheid en geluk.
Canesha heeft een olifanten hoofd.
Hoe komt Canesha aan haar olifanten hoofd?
Canesha moest een keer een bad klaar maken, en daarna moest hij de wacht voor de deur houden en er voor zorgen dat niemand naar binnen kwam.
Toen kwam Shiva er aan en mocht niet van Canesha naar binnen. Shiva werd daar boos om en onthoofde Canesha. Toen had Canesha een nieuwe hoofd nodig, en toen kregen de wachters als opdracht om het hoofd te nemen van heet eerste levende wezen wat ze tegen kwamen. En dat was een olifant, dus ging Canesha voortaan met een olifanten hoofd door het leven.
Samenvatting:
Het Hindoeïsme kent 330 miljoen goden, maar eigenlijk één en dat is Brahma(n). Er is geen afbeelding van hem maar hij laat zich zien in al die andere goden. Eigenlijk zijn al die goden bij elkaar Brahma(n). Om hem te kunnen vereren moet je de andere goden vereren. Alle goden staan met elkaar in evenwicht, goed en kwaad. Het kwade moet worden onderdrukt en vernietigd worden om uiteindelijk het goede boven te krijgen.
Shiva, Vishnu en Brahma(n) zijn belangrijke goden.
Feesten. (dit heb ik gemaakt met behulp van de film)
Eens in het jaar wordt er een feest gevierd te ere van Canesha (de god met het olifanten hoofd) Dit feest is een hoogte punt van het jaar!
Een week voor dit feest gaan de scholen al dicht, zodat de kinderen ook thuis kunnen helpen. Thuis komt er een kleine tempel te staan met een beeldje van Canesha erin.
Tijdens het feest komt de hele familie bij elkaar, en iedereen maakt tijd vrij voor elkaar. Als het beeldje thuis in het tempeltje staat gaat de familie bidden of de geest van Canesha in het beeldje mag komen.
Er komt thuis iemand helpen om er voor te zorgen dat de geest van Canesha in het gekochte beeldje komt. De mensen die komen helpen zitten meestal in de laatste levensfase. De vrouwen uit de familie schilderen voetenstappen op de vloer om de aankomst te vereren. Ook worden er kiezelstenen uit de rivier gehaald en gezegend en dan bij Canesha neergelegd. Met de hele familie wordt er dan veel geluid gemaakt en gezongen, ze maken geluid met veel verschillende instrumenten. Tijdens het feest worden er activiteiten georganiseerd, zoals concerten, amusement enz. Maar ook worden dingen uit gelegd en geleerd aan de mensen die het feest vieren. Na het feest worden alle beelden van Canesha inde rivier gegooid, eerst alle kleine beelden. De gedachte bij de beelden in de rivier gooien is: alles moet terug gegeven worden aan de aarde. De rivier brengt namelijk alle beelden naar de zee. Als ze de beelden in de rivier gooien dan zeggen ze dat ze niet lang weg bij hen is en volgend jaar gewoon weer terug komt. Hun vinden het net of je afscheid neemt van een familie lid, die je wel altijd blijft steunen. Later op de avond worden alle grote beelden in de rivier gegooid en die worden dan ook naar de zee toe vervoerd.
Nog andere feesten:
- Holi-feest, uitbundig voorjaarsfeest, heeft verband met Vishnu.
- Divali of Lichtfeest, wordt wel door alle kasten gevierd.
- Durga Pura, feest ter ere van de Godin Durga.
Eredienst vindt plaats in tempels of gewoon thuis. Ritueel gebed en offers. De omgang met de goden(beelden) is zeer vertrouwelijk.
Samenvatting:
Tijdens het feest wat we op de video hebben gezien vereren ze Canesha. De Hindoes kopen een beeldjes van Canesha en zetten die thuis neer. Met de hele familie vereren zij dat beeldje en na het feest gooien ze alle beeldjes in de rivier. Die de beeldjes dan weer naar de zee toe brengt.
De gedachte daarachter is alles terug geven aan de aarde.
Heilige boeken.
De bron van het Hindoeïsme staat niet in één boek, zoals bij de Islam. De bron van het Hindoeïsme staat in meerdere boeken. Dit zijn de voornaamste boeken:
Veda's: dit is het oudste boek. Veda betekend het weten, de kennis. In deze boeken staan heilige kennis die de zieners van God hebben ontvangen en opgeschreven.
Dit boek wordt ook gebruikt voor erediensten want er staan namelijk ook heilige spreuken, formules en liederen in.
Upanishad's: in dit boek staan wijze lessen van godsdienst leraren, en priesterlijke gedachte over het offer, dat ze misschien wel willen gaan offeren.
Mahabharata en Ramayana: dit zijn grote heldengedichten. Het Mahabharata gaat over vijf zonen van koning Pandu en hun neef Krishna. Zij worden ook als incarnatie van de god Vishnu beschouwd. Het Mahabharata is zo'n lang gedicht dat het ongeveer negen uur duurt voordat je het gedicht uit hebt.
In het Ramayana staan de lotgevallen van Rama en Sita.
Samenvatting.
Het hindoeïsme heeft meerdere boeken waar de bron van het Hindoeïsme instaat, de voornaamste zijn: Veda's, Upanishad's, Mahabharata en Ramayana.
De twee laatste zijn grote heldengedichten. En in Upanishad's staan wijze lessen en priesterlijke gedachte over het offer. En in de eerste is het oudste boek, in dit boek staat heilige kennis die ook wel wordt gebruikt voor erediensten want er staan ook heilige spreuken, formules en liederen in.
REACTIES
1 seconde geleden
E.
E.
ik heb eigelijk geen comentaar maar ik zit op het nivo kader en ik heb op dat werkstuk een 9.3 gehaald en daaarom wil je effe bedanken bedankt(K)(K) leif erik
21 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
1863 afschaffing slavernij
door ruilhandel met engelsen konden de nederders indiers uit brits indie halen
gr ramon sardar
14 jaar geleden
Antwoorden