De tien geboden

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vmbo | 1610 woorden
  • 3 april 2011
  • 18 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
18 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak

Het 5e gebod

“Eer uw vader of uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat uw de HEERE uw God geeft”

Dit is geen moeilijk gebod. Voor de meeste mensen is het ook wel begrijpbaar. Je vader en moeder hebben je natuurlijk op de wereld gebracht, zij hebben je opgevoed en eten gegeven, en daar mag je ze wel heel dankbaar voor zijn. Hiermee wil God ook zeggen dat je vader, je moeder en iedereen die gezag over je heeft moet gehoorzamen. Tenzij het tegen Gods wil in gaat. Dit gebod wijst ons ook op het feit dat we onze naaste lief moeten hebben. Dat vindt God ook belangrijk. “Heb u naaste lief als uzelf”.

De Heidelbergse catechismus zegt hierover het volgende:

Vraag 104

Wat wil God in het vijfde gebod?

Dat ik mijn vader en mijn moeder, en allen die over mij gesteldzijn, alle eer, liefde en trouw bewijze, en mij hunner goede leer en straf metbehoorlijke gehoorzaamheid onderwerpe , en ook met hun zwakheid en gebrekengeduld hebbe , aangezien het Gode belieft, ons door hun hand te regeren.

Het 6e gebod

“Gij zult niet doodslaan.”

Het betekend dat je niemand mag doden. Je mag iemand niet neersteken, doodschieten. Het betekend ook dat er geen abortus (kunstmatig beëindigen van zwangerschap) mag worden gedaan. Als je ernstig ziek bent en bijna sterft als je veel pijn hebt, mag je ook geen euthanasie plegen. Want God heeft je het leven gegeven, en hij wil ook jou leven weer nemen. Niemand heeft het recht om jou te doden, want iedereen heeft recht op zijn eigen leven. Hier hoort ook bij dat je andere mensen niet dood mag wensen. Ik geef toe dat in mijn eigen leven ik soms wel eens denk, van als ik hem in mijn vingers krijg, sla ik hem helemaal in elkaar. Je mag dus niet iemand dood wensen. Als je dat doet is het voor God ook al doodslag. In de Heidelbergse catechismus staat hier het volgende over:

Zondag 40

Vraag 105

Wat eist God in het zesde gebod?

Dat ik mijn naaste noch met gedachten, noch met woorden of eniggebaar, veel minder met de daad, door mijzelf of door anderen ontere, hate,kwetse of dode ; maar dat ik alle wraakgierigheid aflegge ; ook mijzelfniet kwetse of moedwilliglijk in enig gevaar begeve ; waarom ook de Overheidhet zwaard draagt om den doodslag te weren.

Vraag 106

Maar dit gebod schijnt alleen van het doodslaan tespreken?

God, verbiedende den doodslag, leert ons, dat Hij den wortel desdoodslags, als nijd , haat , toorn en wraakgierigheid, haat en zulksalles voor een doodslag houdt.

Vraag 107

Maar is het genoeg, dat wij onzen naaste, zoals tevorengezegd is, niet doden?

Neen; want God, verbiedende den nijd, haat en toorn, gebiedt, datwij onzen naaste liefhebben als onszelf , en jegens hem geduld, vrede,zachtmoedigheid, barmhartigheid en alle vriendelijkheid bewijzen , zijnschade, zoveel als ons mogelijk is, afkeren , en ook onzen vijanden goed doen.

Het 7e gebod

“Gij zult niet echtbreken.”

Gij zult niet echtbreken betekend eigenlijk dat je geen overspel mag plegen. Je kunt ook zeggen dat je niet vreemd moet gaan. Tegenwoordig scheiden steeds meer mensen. Mensen vragen steeds meer een echtscheiding aan. Waardoor dat komt is niet duidelijk. Misschien denken mensen niet na voordat ze trouwen, misschien bedenken ze niet wat er kan gaan gebeuren in een huwelijk, wat voor tegenslagen ze kunnen krijgen. Sommige mensen weten misschien wel niet goed wat liefde is.

Als je trouwt, beloof je elkaar trouw tot in de dood, en zo wil God het ook. Het is niet Gods bedoeling van het huwelijk geweest, dat je daarna gaat scheiden. Sommige mensen denken er gewoon niet goed bij na wat het is om te trouwen met iemand. Als je de huwelijkseed aflegt, beloof je trouw in goede en ook in slechte tijden. Je hoort er te zijn voor elkaar, ook al gaat het in het huwelijksleven soms wat minder.

De Heidelbergse Catechismus schrijft hier het volgende over.

Zondag 41

Vraag 108

Wat leert ons het zevende gebod?

Dat alle onkuisheid van God vervloekt is , en dat wij daarom,haar van hart vijand zijnde , kuis en ingetogen leven moeten , hetzij inden heiligen huwelijken staat of daarbuiten.

Vraag 109

Verbiedt God in dit gebod niet meer dan echtbreken endergelijke schandelijkheden?

Dewijl ons lichaam en ziel tempelen des Heiligen Geestes zijn, zowil Hij, dat wij ze beide zuiver en heilig bewaren; daarom verbiedt Hij alleonkuise daden, gebaren, woorden , gedachten, lusten , en wat den mensdaartoe trekken kan.

In vraag 108 staat dat alle onkuisheid van God vervloekt is en dat wij ons lichaam als een tempel van de Heilige Geest, zuiver en heilig moeten bewaren. 

Het 8e gebod

“Gij zult niet stelen.”

Ook dit gebod is weer heel duidelijk, je moet niet stelen. Hierover valt niet veel uit te leggen. Het betekend dat je geen spullen van anderen mag afpakken.

Voor sommigen is het bijna niet mogelijk om niet te stelen, namelijk voor de kinderen in de derde wereld. Zij moeten wel geld of voedsel stelen om in leven te blijven. Maar het blijft zonde want het is stelen.

Een kind dat een snoepje steelt, of een dief die inbreekt bij de juwelier. Dat is een groot verschil, maar toch mag het allebei niet.

De Heidelbergse Catechismus zegt over dit gebod het volgende:

Zondag 42

Vraag 110

Wat verbiedt God in het achtste gebod?

God verbiedt niet alleen dat stelen en roven , hetwelk deOverheid straft; maar Hij noemt ook dieverij alle boze stukken en aanslagen,waarmede wij onzes naasten goed denken aan ons te brengen , hetzij metgeweld, of schijn des rechts, als met vals gewicht, el, maat, waar , munt,woeker , of door enig middel, van God verboden; daarenboven ook allegierigheid , alle misbruik en verkwisting zijner gaven.

Vraag 111

Maar wat gebiedt u God in dit gebod?

Dat ik mijns naasten nut, waar ik kan en mag, bevordere; met hemalzo handele, al ik wilde, dat men met mij handelde ; daarenboven ook, dat iktrouwelijk arbeide, opdat ik den nooddruftige helpen moge.

Het is dus duidelijk dat je niet mag stelen. Ook al heb je het eigenlijk hard nodig. In deze uitleg staat dat God stelen en roven verbied, maar ook alles wat de overheid verbied. Wij moeten de overheid gehoorzamen, tenzij het tegen Gods geboden ingaat. 

Het 9e gebod

“Gij zult geen valse getuigenis spreken tegen uw naaste.”

Dit betekent eigenlijk dat je niet mag liegen of roddelen over een ander, dat je niets over iemand mag zeggen wat niet waar is.

Met een leugen probeer je iemand te misleiden, iemand het verkeerde te laten denken. En dat mag juist niet.

Iedereen maakt wel eens een leugentje om bestwil, soms is er daarna niks aan de hand, dat ligt er natuurlijk aan wat voor leugen het is. Sommige leugens kunnen hele erge gevolgen hebben. Iedereen heeft vast wel eens ergens over gelogen, maar het komt er eigenlijk op neer dat je maar beter niet kunt liegen. Soms is er dus niks aan de hand na een leugen. Maar het blijft fout want God verbied het in de Tien geboden. De Heidelbergse Catechismus zegt hier het volgende over:

Zondag 43

Vraag 112

Wat wil het negende gebod?

Dat ik tegen niemand valse getuigenis geve , niemand zijnwoorden verdraaie , geen achterklapper of lasteraar zij , niemandlichtelijk en onverhoord oordele of helpe veroordelen ; maar allerlei liegenen bedriegen, als eigen werken des duivels , vermijde, tenzij dat ik denzwaren toorn Gods op mij laden wil ; insgelijks, dat ik in het gericht enalle andere handelingen de waarheid liefhebbe, oprechtelijk spreke en belijde ;ook mijns naasten eer en goed gerucht naar mijn vermogen voorsta en bevordere.

Het mag dus gewoon niet, omdat we dan de zware toorn Gods op ons laden. 

Het 10e gebod

“Gij zult niet begeren uw naasten huis; gij zult niet begeren uw naasten vrouw, noch zijn dienstknecht, noch zijn dienstmaagd, noch zijn os, noch zijn ezel, noch iets dat uws naasten is.”

Tegenwoordig zeggen we meestal: Je mag niet jaloers zijn op een ander. Eigenlijk is dit een moeilijk gebod, iedereen is vast wel eens jaloers, op een cijfer van een proefwerk, op iemands nieuwe kleren, of auto. En ook al heb je dat niet echt door, je zult vast wel eens denken van: wat een mooie auto, die wil ik ook wel, of wat een leuke kamer, had ik maar zo’n leuke kamer!

Maar dat mag dus allemaal niet volgens dit gebod, het is de bedoeling dat je tevreden met jezelf moet zijn, met wat je hebt, en wie je bent. Je moet denken aan wat er leuk aan jezelf is, aan dingen die jij hebt en iemand anders niet, dingen waar jij trots op moet zijn!

De Heidelbergse Catechismus zegt hier het volgende over:

Zondag 44

Vraag 113

Wat eist van ons het tiende gebod?

Dat ook de de minste lust of gedachte tegen enig gebod Gods in onshart nimmermeer kome, maar dat wij ten allen tijde van ganser harte aller zondenvijand zijn en kust tot alle gerechtigheid hebben.

Vraag 114

Maar kunnen degenen, die tot God bekeerd zijn, dezegeboden volkomenlijk houden?

Neen zij; maar ook de allerheiligsten, zolang als zij in dit levenzijn, hebben maar een klein beginsel dezer gehoorzaamheid ; doch alzo, datzij met een ernstig voornemen niet alleen naar sommige, maar naar al de gebodenGods beginnen te leven.

Vraag 115

Waarom laat ons dan God alzo scherpelijk de tien gebodenprediken, zo ze toch niemand in dit leven houden kan?

Eerstelijk, opdat wij ons leven lang onzen zondigen aard hoe langerhoe meer leren kennen , en des te begeriger zijn, om de vergeving der zondenen de gerechtigheid in Christus te zoeken. Daarna, opdat wij zonder ophoudenons benaarstigen, en God bidden om de genade des Heiligen Geestes, opdat wij hoelanger hoe meer naar het evenbeeld Gods vernieuwd worden, totdat wij tot dezevoorgestelde volkomenheid na dit leven geraken.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.