Eindexamens 2025

Wij helpen je er doorheen ›

Dalai Lama

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 4234 woorden
  • 15 april 2001
  • 68 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
68 keer beoordeeld

Persoon
Taal
Nederlands
Vak

Voorwoord

Begin september 2000 kregen wij op school voor het vak levensbeschouwing de opdracht twee voorlopige keuzes te maken: we moesten een leerroute kiezen en een onderwerp voor het werkstuk dat we later dat jaar zouden moeten maken.

We zouden namelijk het Boeddhisme gaan behandelen, op twee verschillende manieren, en hier aansluitend een werkstuk over maken dat voor 20% meetelt voor het schoolexamen.
In de afgelopen maanden hebben we het boeddhisme dus op twee manieren bestudeerd, namelijk klassikaal en individueel. Klassikaal behandelden we de studie van de drie juwelen van het Boeddhisme (triratna), de kernpunten die je altijd aantreft bij Boeddhisten:
– de Boeddha, de stichter;
– de Dharma, de leer (4 edele waarheden);
-e Sangha, de Boeddhistische gemeenschap.
Naast deze klassikale studie moesten we ook ieder een eigen leerroute kiezen, en deze zelfstandig ‘bewandelen’. Hiervoor konden we kiezen uit de volgende leerroutes:
- leerroute 1: Boeddhisme als wereldreligie
- leerroute 2: Boeddhisme als levensstijl
- leerroute 3: Boeddhisme als sociaal verschijnsel
- leerroute 4: Boeddhisme als levensbeschouwing
- leerroute 5: Boeddhisme als ethiek.

Wij hebben toen gekozen voor leerroute 2: Boeddhisme als levensstijl. Dit omdat het ons zeer interessant leek te weten te komen hoe het leven van een (hedendaagse) Boeddhist er uit ziet.

Als onderwerp voor ons werkstuk hebben we voor de Dalai Lama gekozen. We hadden al meerdere malen iets over de Dalai Lama ‘gehoord’, bijvoorbeeld door de film ‘Seven Years in Tibet’. Ook was er een keer een interview met hem op tv en deze man leek ons een zeer interessant en boeiend persoon om nader te bestuderen.
Het werkstuk moet gekoppeld zijn aan de gekozen leerroute. Tevens moet het onderwerp in verband worden gebracht met de in de les gemaakte aantekeningen in het logboek aangaande hoofdstuk 3 t/m 5 (hoofdstuk 3: Boeddha; hoofdstuk 4: Dharma; hoofdstuk 5: Sangha). In het werkstuk dienen we dus de Boeddha, de dharma en de sangha te integreren met het gekozen onderwerp, bekeken vanuit onze eigen leerroute.
Hierop hebben wij drie hoofdstukken gemaakt, aangaande deze drie onderwerpen, en in elk van die hoofdstukken wordt een deelvraag beantwoord. Voor de Boeddha luidt deze: ‘Wat zijn de overeenkomsten tussen de Dalai Lama en de Boeddha?’, voor de Dharma: ‘Welke rol spelen de vier waarheden in het leven van de Dalai Lama?’, en voor de Sangha: ‘Staat de Dalai Lama in zijn levensstijl dichter bij een leek of bij een monnik?’
Bij deze het resultaat.

Inhoudsopgave
Inleiding
Hoofdstuk 1 De Dalai Lama en de Boeddha
* De Dalai Lama
* De Boeddha
* De overeenkomsten…
Hoofdstuk 2 De Dalai Lama en de Dharma
* De Dalai Lama spreekt
* De vier waarheden voor de Dalai Lama
Hoofdstuk 3 De Dalai Lama en de Sangha
* De Sangha
* De Dalai Lama en de Sangha
Conclusie
Bronvermelding

Inleiding
Dalai Lama’s zijn de manifestaties van de Bodhisattva, ‘zij die voor reincarnatie kiezen om de mensen te dienen’. Dalai is Mongools voor ‘oceaan’, Lama is Tibetaans voor ‘spirituele leider’. Vandaar de vertaling ‘Oceaan van Wijsheid’.
Tenzin Gyatso, de veertiende Dalai Lama van Tibet, werd geboren als Lhamo Dhondrub op 6 juli 1935, in Takster, een klein dorpje in het noordoosten van Tibet. Toen hij twee jaar was werd hij herkend als de reincarnatie van de dertiende Dalai Lama. Hij is de politieke en geestelijke leider van het Tibetaanse volk, en wordt beschouwd als de meest vooraanstaande Boeddhistische leider. Als geleerde en man van de vrede heeft de Dalai Lama de hele wereld afgereisd. Sinds 1959 verblijft hij in ballingschap in India, waar hem in 1989 de Nobelprijs voor de vrede werd toegekend.
Citaat:

For as long as space endures
And for as long as living beings remain,
Until then may I too abide
To dispel the misery of the world.

(Zolang als er ruimte is, en zolang als er levende wezens zijn, zolang zal ik ook overblijven, om de ellende van de wereld te verdrijven )

1. De Dalai Lama en de Boeddha


deelvraag : Wat zijn de overeenkomsten tussen de Dalai Lama en de Boeddha?

De Dalai Lama

De huidige Dalai Lama, werd geboren op 6 juli 1935 in Taktser. Zijn naam, Lhamo Thondup betekent letterlijk 'wensvervullende god'. Hij groeide vrij normaal op in een simpel boerengezin met één oudere zuster en drie oudere broers.
Toen Lhamo amper 3 jaar oud was, vond de zoekactie georganiseerd door de Tibetaanse regering om de nieuwe Dalai Lama te vinden, plaats in Amdo, de provincie waarin Takster lag. De 13e Dalai Lama was namelijk gestorven (†1933)en de Tibetaanse boeddhisten (Lamaïsme) zien het als hun plicht hun ware leider, in een nieuw lichaam, terug te vinden. De dalai Lama wordt beschouwd als de reïncarnatie van de als god vereerde bodhisattva Avalokitesvara. Een oudere lama had een visioen waarin hij de letters 'Ah, Ka en Ma' had gezien. 'Ka' verwees waarschijnlijk naar het nabij gelegen Kambum klooster en 'Ah' verwees naar Amdo, dat was genoeg Lhamo Thondup te vinden.
Eenmaal gevonden moest Lhamo naar het Kumbum klooster, dit was een erg ongelukkige periode voor de Dalai Lama, volgens eigen zeggen. Hij was immers gescheiden van zijn ouders en kwam terecht in een totaal nieuwe en onbekende wereld. Uiteindelijk werden ouders en zoon weer herenigd om naar Lhasa te reizen. In 1940 werd hij daar officieel aangewezen als de nieuwe leider van Tibet, op ceremonieuze wijze werd zijn hoofd kaal
geschoren als dat van alle andere monniken. Van nu af aan werd hij op een hoog niveau onderwezen op allerlei gebieden, van Sanskriet tot boeddhistische filosofie, van medicijnen tot Tibetaanse kunst.
Op 15-jarige leeftijd kreeg hij al te maken met belangrijke politieke zaken, hij benoemde zijn ministers en hij moest het dreigende China van Tibet weten te houden.
Hij gaat inzetten voor de vrede, hiervoor heeft hij zelfs een Nobelprijs (1989) mogen ontvangen. Zijn strijd voor vrede in Tibet verloopt zonder geweld, hij schrijft boeken en houdt toespraken over zijn visie op het leven en over hoe het zou moeten zijn.

De Boeddha

Siddhartha Gautama werd geboren in Kapilavastoe, toen nog een onbeduidende plaats in India. Zijn moeder stierf vlak na zijn geboorte, zijn vader was welgesteld. De boeddhisten verkondigen dat hun stichter een prins was die in het paleis van zijn vader opgroeide. Volgens historici is dit echter onwaarschijnlijk en was de vader van Siddhartha slechts welgesteld omdat hij een paar stuks vee meer bezat dan de meeste mensen. Maar omdat er weinig feitelijke informatie beschikbaar is over het leven van de Boeddha ga ik verder met het levens verhaal van de verkondigde Boeddha.
Siddhartha groeide op binnen de muren van het paleis van zijn vader, die zijn zoon wilde beschermen tegen het leed van de wereld. Als Siddhartha echter ouder wordt, groeit zijn nieuwsgierigheid. Hij wil kennis maken met de buitenwereld en gaat een ritje per wagen maken. Hij ontmoet tijdens deze rit een oude man, een zieke, een dode en een monnik. Dit soort van leven (van de oude man, de zieke en de dode) had hij nog nooit eerder gezien en hij was daardoor dus ook erg in de war; hij vroeg zich af hoe een mens gelukkig kon worden als hij wist dat zijn leven uiteindelijk zal eindigen in ouderdom, ziekte en dood. De monnik bracht hem uiteindelijk op het idee om een ascetisch leven te leiden om hem weer uit de war te halen. Hij laat al zijn bezittingen achter en alles wat hij lief heeft, ook knipt hij zijn haren af en wijdt zich van nu af aan volledig aan zijn ascese.
Siddhartha komt er dan achter dat ook dit niet de weg naar de oplossing is en gaar onder een vijgenboom zitten. Hij doet zichzelf de gelofte niet onder de boom vandaan te komen voordat hij het antwoord op zijn vraag gevonden heeft. Hij denkt na en concentreert zich, ondanks dat hij meerdere malen lastiggevallen wordt door Mara, de vorst der duisternis. Dan gaat Siddhartha mediteren en ziet hij de ware aard van het lijden in. Op het moment dat hij het antwoord weet wordt hij boeddha; hij die waker is geworden; hij die weet.
Enige tijd later besluit de Boeddha zijn ontdekking niet voor zich te houden, maar zijn leer te verkondigen. Zijn verdere leven preekt de boeddha heel wat af, hij werd bekend, bekeerde een hoop mensen en kreeg volgelingen.
De overeenkomsten…
Een overeenkomst tussen de Dalai Lama en de Boeddha is natuurlijk op de eerste plaats dat het beide boeddhisten zijn. Daar bovenop komt dat zij beiden ook zeer belangrijke boeddhisten zijn die de mensen iets willen leren en tot het uitersten zullen gaan om die dingen te bereiken waar zij voor staan. De Dalai Lama 'vecht' voor de vrede in zijn land zoals de Boeddha voor zijn antwoord vocht en voor het verkondigen van zijn kennis.
Wat de Dalai Lama en de Boeddha ook gemeen hebben is dat zij waarschijnlijk beiden van het platteland kwamen, hoewel het verhaal van de verkondigde Boeddha dat tegenspreekt.
Beide mannen hebben bovendien de verlichting bereikt, maar hebben degenen die dat nog niet hebben bereikt niet in de steek gelaten. De Dalai Lama komt immers steeds weer terug en de leer van Boeddha leeft nog steeds.
Ook heeft de Dalai Lama, net als de Boeddha (en elke andere boeddhistische monnik) zich ontdaan van zijn haren. De Dalai Lama is natuurlijk ook een volgeling van de Boeddha en heeft dus ook veel rituelen van hem overgenomen.
De overeenkomsten tussen de Dalai Lama en de Boeddha zijn moeilijk te beschrijven, want het zijn twee totaal verschillende personen met dezelfde levensbeschouwing. De punten die genoemd zijn na de eerste alinea van dit kopje zijn, volgens mij slechts toevalligheden. De Boeddha is de stichter van het Boeddhisme, de Dalai Lama is een boeddhist, een volgeling, beiden hebben sterke persoonlijkheden. Verdere vergelijkingen zijn irrelevant, net zo irrelevant als het vergelijken van Louis van Gaal met Patrick Kluivert…

2. De Dalai Lama en de Dharma


deelvraag: Welke rol spelen de vier warheden in het leven van de Dalai Lama?

De Dalai Lama spreekt
De Dalai Lama is de leider van het Tibetaanse volk, zowel politiek als geestelijk. Hij wordt beschouwd als de meest vooraanstaande boeddhistische leider.
In het Boeddhisme staan drie kernpunten centraal: de Boeddha, de Dharma en de Sangha. De Dharma is de leer van het Boeddhisme, gebaseerd op de vier edele waarheden. Deze vier edele waarheden spelen een grote rol in het leven van elke Boeddhist, dus ook in het leven van de Dalai Lama.
In 1979 en in 1981 heeft de Dalai Lama de VS bezocht. Op de universiteit van Washington hield hij toen een toespraak aangaande deze vier edele waarheden:
‘Alle religies hebben, over het algemeen gesproken, dezelfde motivatie van liefde en mededogen. Hoewel er vaak erg grote verschillen zijn op filosofisch gebied, is het fundamentele doel van verbetering min of meer hetzelfde. Toch heeft elk geloof bepaalde methoden. Hoewel onze structuren van nature verschillend zijn, komen onze systemen dichter bij elkaar omdat de wereld steeds kleiner wordt door betere communicatie, wat ons goede mogelijkheden geeft om van elkaar te leren. Dat, vind ik, is erg nuttig.
Het Christendom bijvoorbeeld heeft vele erg praktische methoden die zeer nuttig zijn bij het dienen van de mensheid, vooral op gebied van onderwijs en gezondheid. Tegelijkertijd zijn er boeddhistische onderwijzingen over diepgaande meditatie en filosofische beredenering waar de christenen bruikbare technieken van kunnen leren. In het oude India hebben de boeddhisten en hindoes op veel punten van elkaar geleerd.
Omdat deze systemen in beginsel hetzelfde doel voor het welzijn van de mensheid nastreven, is er aan de negatieve kant niets fout aan het leren van elkaar, en aan de positieve kant helpt het respect voor elkaar te ontwikkelen. Het helpt om harmonie en eenheid te bevorderen.
Om die reden wilde ik iets vertellen over de boeddhistische ideeën. De wortel van de boeddhistische leer wordt gevormd door de vier edele waarheden: het ware lijden, de bron, de
opheffing en het pad. De vier waarheden zijn twee groepen van gevolg en oorzaak: vormen van lijden en de oorzaak ervan, en de opheffing van het lijden en de paden voor het verwezenlijken van die opheffingen. Lijden is als een ziekte, de uiterlijke en de innerlijke omstandigheden die de ziekte doen ontstaan, zijn de bronnen van het lijden. Het genezingsproces van de ziekte is de opheffing van het lijden en de oorzaken ervan. Het medicijn dat de ziekte geneest is het ware pad.
De reden voor deze volgorden van gevolgen – lijden en opheffing – voor de oorzaken – de bronnen van het lijden en het pad – is deze: eerst moet je de diagnose stellen van een ziekte, het ware lijden, de eerste edele waarheid. Dan is het niet voldoende de ziekte alleen maar te herkennen; om te weten welk medicijn toegediend moet worden, is het nodig de oorzaken van de ziekte te herkennen, je moet vaststellen of het mogelijk is de ziekte te genezen. De wetenschap dat de ziekte te genezen kan worden komt overeen met het derde niveau, dat van het werkelijk opheffen van het lijden en de oorzaken er van.
Nu het ongewenste lijden is herkend, de oorzaken ervan vastgesteld zijn en vastgesteld is dat de ziekte genezen kan worden, neem je de medicijnen die middelen zijn om de ziekte op te heffen. Op dezelfde manier is het nodig te vertrouwen op de paden die de staat van vrijheid van lijden veroorzaken.
Het wordt als zeer belangrijk beschouwd allereerst het lijden vast te stellen. Er bestaan over het algemeen drie soorten lijden: het lijden van pijn, het lijden door verandering en het allesdoordringende samengestelde lijden. We beschouwen het lijden van pijn gewoonlijk als lichamelijk of geestelijk lijden, zoals bijvoorbeeld hoofdpijn. De wens bevrijd te zijn van dit lijden komt niet alleen voor bij mensen, maar ook bij dieren. Er zijn manieren om bepaalde vormen van dit lijden te voorkomen, zoals het nemen van medicijnen, het aantrekken van warme kleding en het je verwijderen van de bron.
Het tweede niveau, het lijden door verandering, is wat we oppervlakkig gezien als plezier beschouwen, maar dat als we het nader bekijken eigenlijk lijden is. Als voorbeeld nemen we iets wat gewoonlijk als plezierig wordt beschouwd, zoals het kopen van een nieuwe auto. Als je hem net gekregen hebt, ben je erg blij, ingenomen en tevreden, maar als je hem gaat gebruiken komen de problemen. Als het wezenlijk plezierig zou zijn, dan zou, ongeacht hoeveel gebruik je maakt van deze bron van genoegen, je plezier evenredig moeten toenemen, maar dat gebeurt niet. Naarmate je hem meer gebruikt, gaat hij problemen veroorzaken. Daarom worden zulke dingen lijden door verandering genoemd. Het is door verandering dat hun aard van lijden aan de dag treedt.
Het derde niveau van lijden dient als basis voor de eerste twee, en maakt onze eigen bezoedelde mentale en lichamelijke aggregaten aantoonbaar. Het wordt het allesdoordringende samengestelde lijden genoemd, omdat het alle soorten transmigrerende wezens doordringt en daarop van toepassing is, en het is samengesteld omdat het de basis is van het huidige lijden en aanleiding geeft tot het toekomstige lijden. Er bestaat geen manier om te ontkomen aan deze vorm van lijden, behalve door het beëindigen van de voortdurende wedergeboorten.
Dit zijn de drie soorten lijden die in het begin herkend moeten worden. Dus, niet alleen gevoelens worden herkend als lijden, maar ook de uiterlijke en innerlijke verschijnselen afhankelijk waarvan dergelijke gevoelens ontstaan en de bewustzijntoestanden en mentale factoren die de gevoelens begeleiden worden ook als lijden aangeduid.
Wat zijn de oorzaken voor deze vormen van lijden? Afhankelijk waarvan ontstaat lijden? Er zijn (I) karmische oorzaken en (2) oorzaken door verstorende geesteshoudingen. Dit hoort tot de tweede van de vier edele waarheden, de ware oorzaken van het lijden. Karma of activiteit, heeft betrekking op onzuivere lichamelijke, verbale en mentale activiteiten. Uit het standpunt van aard of entiteit gezien zijn er drie soorten activiteiten: deugdzame, ondeugdzame en neutrale. Deugdzame activiteiten hebben plezierige of goede gevolgen. Ondeugdzame activiteiten brengen pijnlijke of slechte gevolgen voort.
De drie belangrijkste geesteshoudingen zijn een verkeerde zienswijze, gehechtheid en afkeer. Deze geven aanleiding tot vele andere soorten verstorende houdingen zoals jaloezie en vijandschap. Om de karma’s of activiteiten te stoppen die een bron van lijden zijn, is het nodig de verstorende houdingen die eraan ten grondslag liggen te stoppen. Daarom zijn van karma en verstorende houdingen de laatste, de verstorende houdingen, de belangrijkste bron van lijden.
Als je je afvraagt of je verstorende houdingen kwijt kunt raken, dan houd je je bezig met de derde edele waarheid, de werkelijke opheffing. Als verstorende houdingen deel uitmaakten van de werkelijke aard van de geest, was het onmogelijk ze te verwijderen. Als haat bijvoorbeeld in de geest zat, dan zouden we zolang we bewust zijn haatdragend moeten zijn, maar dit is duidelijk niet het geval. Hetzelfde geldt voor gehechtheid. Daarom wordt aangenomen dat de aard van de geest, van het bewustzijn, niet verontreinigd is door tekortkomingen. De verontreinigingen kunnen verwijderd worden, ze kunnen gescheiden worden van de fundamentele geest.
Het is duidelijk dat goede houdingen in tegenspraak zijn met slechte houdingen. Liefde en boosheid bijvoorbeeld kunnen niet tegelijkertijd ontwikkeld worden door dezelfde persoon. Terwijl je boosheid voelt ten opzichte van een bepaald object, kun je er niet tegelijkertijd liefde voor voelen. Op dezelfde manier kun je als je liefde voelt, niet tegelijkertijd boosheid voelen. Dit geeft aan dat deze twee vormen van bewustzijn elkaar uitsluiten, tegenstrijdig zijn.
Dus als je eenmaal meer gewend bent geraakt aan de ene soort van geesteshoudingen, zal de andere soort vanzelfsprekend zwakker en zwakker worden. Dit is de reden waarom door het oefenen
en het vergroten van mededogen en liefde, de goede kant van de gedachten, de andere kant automatisch zal afnemen.
Op deze manier wordt vastgesteld dat de bronnen van lijden geleidelijk aan weggenomen kunnen worden. Met de totale uitroeiing van de
oorzaken van lijden, is er werkelijke opheffing. Dat is de uiteindelijke bevrijding, werkelijke, duurzame vrede, redding. Dat is de derde van de vier edele waarheden.
Welk pad moet je beoefenen om deze opheffing te bereiken? Aangezien fouten voornamelijk voortkomen uit de geest, moet de tegenwerkende kracht mentaal ontwikkeld worden. Inderdaad moet je de uiteindelijke manier van bestaan van alle verschijnselen kennen, maar het is van het allergrootste belang de uiteindelijke staat van de geest te kennen.
Allereerst moet je je steeds opnieuw direct en op een volkomen non-dualistische manier de uiteindelijke aard van de geest, precies zoals hij is, realiseren. Dat wordt het pad van zien genoemd. Het volgende niveau is dan dat je gewend raakt aan die waarneming. Dat wordt het pad van meditatie genoemd. Voorafgaand aan die twee niveaus is het noodzakelijk een dualistisch meditatief evenwicht te bereiken dat een eenwording is van eenpuntige concentratie en diep inzicht. Daaraan voorafgaand is het, over het algemeen gesproken, om een krachtig wijsheidsbewustzijn te krijgen, nodig allereerst een standvastige geest te ontwikkelen, die eenpuntige concentratie wordt genoemd.
Dit zijn de stadia van het pad, de vierde edele waarheid, die nodig zijn voor het verwezenlijken van de derde edele waarheid, opheffingen die stadia zijn van het doen ophouden van de eerste twee edele waarheden, lijden en de oorzaken van lijden. De vier waarheden vormen de basisstructuur van de boeddhistische gedachtegang en beoefening.’

De vier waarheden voor de Dalai Lama

Uit deze toespraak blijkt wel dat de vier edele waarheden een belangrijke rol spelen in het leven van de Dalai Lama. Het uiteindelijke ‘doel’ van het Boeddhisme is immers, verlichting te bereiken. En zoals de Dalai Lama zelf uitlegt, is dit alleen mogelijk via de vier edele waarheden. Allereerst is het lijden, waarvan je verlost wil worden. Vervolgens constateer je waar dit lijden vandaan komt. De derde edele waarheid is er op gericht dit lijden ‘uit te bannen’, en dit gebeurt middels de vierde edele waarheid, het pad dat tot de uiteindelijke verlichting moet leiden.
De Dalai Lama is boeddhist in hart en nieren, en hij zegt: ‘De vier waarheden vormen de basisstructuur van de boeddhistische gedachtegang en beoefening.’
3. Dalai Lama en de Sangha


deelvraag: Staat de Dalai Lama in zijn levensstijl dichter bij een monnik of bij een leek?

De Sangha

De Sangha, de boeddhistische samenleving, bestaat uit twee groepen: de ‘leken’ en de ‘monniken’. Het woord monnik is eigenlijk een niet geheel terechte benaming, omdat het is afgeleid van het woord ‘monos’, ‘alleen’, terwijl de boeddhistische monniken juist deel
uitmaken van een groter geheel. Zij willen niet alleen zijn, maar wonen bij elkaar in kloosters. Niet afgelegen, als kluizenaars ver van de bewoonde wereld, maar juist vaak midden in een stad of dorp. Zij houden zich niet afzijdig, maar hebben juist veel contact met de leken, de ‘gewone’ mensen.
In de boeddhistische samenleving zijn de monniken en leken afhankelijk van elkaar.
De monniken wonen in de kloosters die de leken beheren. De monniken eten van het voedsel dat de leken hen aanbieden. De leken helpen de monniken met het onderhoud van het klooster.
De leken kunnen altijd een beroep doen op de monniken, of het nu voor het bijwonen van een ceremonie of voor het lenen van servies voor een feestelijke bijeenkomst is, of voor de opvang van
bijvoorbeeld drugsverslaafden en prostituees. Ook kunnen leken die behoefte hebben aan wat rust en orde voor een bepaalde tijd in het klooster verblijven en eenzelfde, strak geregeld leven leiden als de monniken.
Maar boven alles zijn de monniken ervoor om, door hun radicale leefwijze, de boeddhistische idealen in de praktijk te brengen en zich door studie en meditatie te verdiepen in de boeddhistische leer.
De monniken in de kloosters leiden hele geordende levens. Zij hebben een strakke dagindeling waarin veel tijd is ingeruimd voor meditatie en studie. Zij staan vroeg op en slapen weinig, en leven volgens drie uitgangspunten:
- Armoede
- Celibaat (geen ‘verkeerde’ seks, niet gehuwd zijn)
- Geweldloosheid
De leken houden zich aan een vijftal gedragsregels, te kennen:
- Het leven van alle wezens ontzien
- Zich niet vergrijpen aan datgene want van een ander is
- Zich correct gedragen in seksuele zaken
- Geen onwaarheid vertellen
- Geen bedwelmende middelen gebruiken.

De Dalai Lama en de Sangha

De vraag of de Dalai Lama in zijn levensstijl dichter bij een monnik of bij leek staat, is vrij gemakkelijk te beantwoorden. Zijn levensstijl is sober (hij woont in een klein huisje in Dharamsala), en zijn dagindeling streng en strikt.
’s-Ochtends staat hij om vier uur op om te mediteren, daarna volgt hij een voortdurend schema van administratieve ontmoetingen, prive-audienties en religieuze onderrichten en ceremoniën. Hij besluit iedere dag met een gebed voor het naar bed gaan.
Deze levensstijl lijkt meer op die van een monnik dan op die van een leek. Bovendien zegt hij zelf dat hij de ellende van de wereld wil verdrijven (zie: Inleiding). De ellende van de wereld zal pas verdreven zijn wanneer iedereen de verlichting bereikt heeft. Het feit dat de Dalai Lama hier mee wil helpen, dit door de boeddhistische leer te onderwijzen en de kennis ervan te verspreiden, brengt hem in zijn levensstijl ook al dichter bij een monnik dan bij een leek, immers: het is de taak van de monnik zich in de boeddhistische leer te verdiepen en leken te helpen dit ook te doen, opdat ook zij de verlichting kunnen bereiken.
De Dalai Lama staat in zijn levensstijl dus dichter bij een monnik dan bij een leek. En bovendien, zoals de Dalai Lama zelf vaak zegt:
"I am just a simple Buddhist monk - no more, nor less."
Conclusie

Uit ons ‘onderzoek’ kunnen we de volgende conclusies trekken:

- De Dalai Lama en de Boeddha komen met elkaar overeen op een aantal punten, te kennen: hun uiterlijk (kaal), hun levensstijl (sober leven), de doelen die zij zichzelf stellen (iedereen helpen de verlichting te bereiken, zich inzetten voor de vrede) en natuurlijk hun levensbeschouwing: het Boeddhisme.

- De vier edele waarheden spelen een zeer grote rol in het leven van de Dalai Lama. Zijn leven draait voor een groot deel om de dharma: enerzijds het toepassen ervan op zichzelf, om zelf de verlichting te bereiken, en anderzijds het onderwijzen ervan opdat ook anderen de verlichting kunnen bereiken.

- De Dalai Lama leidt het leven van een Boeddhistische monnik en staat daarom in de sangha dichter bij een monnik dan bij een leek.

Wij vonden het heel interessant om dit werkstuk te maken, ook al was het hard werken omdat dit werkstuk niet het enige was dat in de kerstvakantie af gemaakt moest worden. Het was moeilijker dan we gedacht hadden om de juiste informatie te vinden, maar wel leuk en leerzaam toen we het eenmaal gevonden hadden, en konden toepassen op ons werkstuk.

De Dalai Lama is inderdaad de interessante persoon gebleken waarvoor wij hem bij aanvang van het werkstuk aanzagen, en bovendien nog intrigerender gebleken omdat hij naast de boeiende, wijze staatsman en religieus leider die hij is, ook nog een doodgewonde, vriendelijke monnik blijkt te zijn. Hoeveel van ie mensen zijn er tegenwoordig nog op de wereld?
Hopelijk vond u ons werkstuk leuk en interessant om te lezen, wij hebben er in ieder geval met veel plezier en toewijding aan gewerkt.

Bronvermelding

De informatie voor ons werkstuk is afkomstig uit de volgende bronnen:

- Serie Religieuze levensbeschouwingen, ‘Boeddhisme’.
Door Theo Breuring en Joost van Iersel.
Jaar van uitgave: 2000
- ‘Vriendelijkheid en helder inzicht, de geneeskracht van wijsheid’
Door de Dalai Lama, samengesteld door Professor Jeffrey Hopkins
Jaar van uitgave: 1998
- ‘Verlichting van hart en geest’
Door de Dalai Lama, onder redactie van Donald S. Lopez jr.
Jaar van uitgave: 1996
- ‘Tibet, het stille drama’
Door C. Vertente
Jaar van uitgave: 1985
- ‘Mijn volk en mijn leven’
Door de Dalai Lama
Jaar van uitgave: 1962
- www.dalailama.com
- www.dalailamainfo.com

REACTIES

K.

K.

alles staat erin

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.