Apostel Paulus

Saulus > Paulus

Paulus werd geboren in Tarsus, een stad in huidig Turkije. Hij had een joodse moeder en een Romeinse vader. Op latere leeftijd ging hij naar Jeruzalem om daar bij Rabbi Gamaliël te studeren. De jonge Saulus wordt op die manier een ijverig lid van de Farizeeërs, die een fel tegenstander zijn van Jezus’ ideeën.

Saulus was een fel tegenstander van de verhalen van Jezus. Hij heeft veel heiligen laten opsluiten in de gevangenis en hij heeft veel Christenen gedwongen om hun geloof af te zweren. Zelfs in buitenlandse steden vervolgde en martelde hij Christenen. Op een gegeven moment krijgt Saulus de opdracht om naar Damascus (in huidig Syrië) te gaan om zoveel mogelijk Christenen te pakken te krijgen. Toen Saulus op weg was naar Damascus, in het gezelschap van een troepje soldaten, gebeurde er een wonder. Er straalde immens fel licht uit de hemel dat iedereen verblindde. Saulus viel op de grond, en hij hoorde een stem boven zich: ‘Saul, Saul, waarom vervolg je mij?’. Waarop Saulus vroeg: ‘Wie bent u heer?’
‘Ik ben Jezus, die jij vervolgt. Maar sta nu op en ga naar de stad. Daar zal je gezegd worden wat je moet doen.’ Toen Saulus overeind kwam kon hij niets meer zien, het licht had hem verblind. Aan de hand werd hij naar Damascus geleid. Hij zag niets, at niets en dronk niets, 3 dagen lang.

Een visioen van de Heer vertelde een leerling in Damascus, Anansuis, hem dat hij naar de Rechte Straat moest gaan, en daar naar het huis van Judas moet gaan, en daar Saulus moet zoeken. Eerst wil Anansuis helemaal niet naar Saulus op zoek, want hij Saulus is een gevreesde christenvervolger. Anansuis gaat toch, en hij zorgt dat Saulus bekeerd wordt. Saulus verandert zijn naam in Paulus.

Na zijn bekering ging Paulus onmiddellijk naar de synagoge en verkondigde het Woord van God. Iedereen was heel erg verbaasd dat hij nu opeens een volgeling van Jezus geworden was. Paulus ging terug naar Jeruzalem, waar hij zich wilde aansluiten bij de leerlingen van Jezus. Maar de leerlingen waren doodsbang voor hem, wat niet zo gek was, want hij wilde ze eerst met alle geweld vervolgen. Gelukkig geloofde Barnabas hem, en hij nam het voor hem op.

Als Paulus is opgenomen in de groep gaat hij met Barnabas op zendingsreis naar Cyprus. Daar verkondigt hij het Woord van God. Op zijn tweede zendingsreis gaat hij met Silas naar Syrië en Sicilië, waar hij onderweg Timotheüs tegenkomt. Paulus wil graag dat hij ook meereist. Zijn derde zendingsreis voert langs de gemeenten die hij gesticht heeft. Hij blijft bijna drie jaar in Efeze, bij een gemeente. Daar geneest hij zieke mensen en hij jaagt boze geesten weg uit mensen. Als hij terugkomt van zijn derde zendingsreis wordt hij gearresteerd in Jeruzalem. Hij wordt berecht door een Romeinse stadhouder, maar die spreekt geen vonnis over Paulus uit. Paulus wil een beroep doen op de keizer, en wordt op een strengbewaakt schip naar Rome vervoerd. Tijdens de tocht belanden ze in een zware storm, en ze strandden op het eiland Malta. Tijdens de tocht heeft Paulus geen enkele ontsnappingspoging ondernomen.

Uiteindelijk komt Paulus in Rome terecht, waar hij nog twee jaar gewoond heeft. Daar ontving hij veel mensen die meer wilden weten over het Koninkrijk van God. In het jaar 64 na Christus werd hij onder Nero’s gezag onthoofd vanwege zijn aanhang aan het christelijk geloof.

Paulus heeft veel brieven geschreven, aan de Romeinen, Korintiërs, de Galaten, Efeziërs, Fillipenzen, Kolossenzen, Timotheüs, Titus, Tessalonicenzen, Filemon en de Hebreeën. Deze brieven zijn opgenomen in het Nieuwe Testament.