Het theater
Opbouw van een theater
In tegenstelling met de theaters die we tegenwoordig gebruiken was het klassieke theater in de buitenlucht. In een klassiek theater was een zeer goede akoestiek, omdat de theaters in een bijzondere vorm werden gebouwd. Er was eigenlijk altijd een vaste opbouw:
Van voren naar achteren heb je:
1. het theatron: de toeschouwerruimte
2. het orchestra: het domein van het koor
3. de proskene: de speelplaats van de acteurs
4. de skene: de verkleedruimte, terugtrekruimte en decorstuk.
De toeschouwers zitten in het toeschouwers gedeelte (theatron), op een soort brede traptrede. Van het woord theatron is het woord theater afgeleid. Het is een hele hoge en mooie tribune. Toeschouwers zaten rond het veld waarop werd gespeeld, gedanst en gezongen. Eerst zaten de toeschouwers gewoon op planken of op de grond. Pas later werden de stenen tribunes gebouwd. Er moest niet alleen ruimte zijn voor zitplaatsen maar ook voor de voeten van de toeschouwer in de rij erboven. De zitplaatsen werden doorkruist door trappen en loopruimten, zodat de mensen er snel uit konden komen. Niet iedereen kon zomaar overal zitten, als je te laat was of een vreemdeling, zat je aan de zijkant. Alleen belangrijke personen mochten op de voorste rij zitten. De orchestra was het gedeelte van het theater waar het koor zong en dans. Eerst was het echt alleen maar een dansplaat, toen er nog geen theater was. De orchestra is het belangrijkste deel van het theater omdat de Griekse tragedie en komedie werd gedomineerd door het koor, dat ook danste. Orchestra betekent dan ook ‘een plaats om te dansen’. In het midden van de orchestra stond een altaar, als verwijzing naar de oorspronkelijk religieuze aard van de tragedies. Aan de zijkant was een klein podium waar de musici op zaten. De orchestra werd afgesloten door een toneelgebouw, ook wel de skene genoemd. Achter de orchestra bevond zich de proskene, waar het toneel zich echt plaatsvond. Op de proskene speelde de acteurs. Achter de orchestra en de proskene bevond zich de skene. De skene was aanvankelijk niets meer dan een verkleedhut. Vanuit die positie ontwikkelde zich het tot een multifunctioneel gebouw van steen met drie deuren. De skene werd ook wel gebruikt als decorstuk. Dan stelde het bijvoorbeeld een paleis of tempel voor. Door de deur in het midden kon een plankier (ekkuklema) naar buiten worden gerold. Daarop kon dan aan de toeschouwers worden getoond in een tableau-vivant wat er binnen was gebeurd. Want sommige dingen vond men gewoon te gruwelijk om te tonen aan het publiek. Bijvoorbeeld een moord of verkrachting. Dan trokken de acteurs zich terug in de skene en ‘speelden’ daar verder. Je hoorde dan kreten. Als het afschuwelijke voorbij was, werd het resultaat getoond op het plankier. Bijvoorbeeld een lijk. Aan beide kanten van de skene waren zijgebouwtjes. De paraskenia. Soms verscheen daarop een god, die dan de ontknoping van het stuk bracht. De ‘god’ werd dan met een soort hijskraan de lucht ingehesen. Het koor kwam op langs deze zijgebouwtjes, via de paradoi (toegangen). Ook acteurs kwamen via deze weg op de speelvloer. Een vaste afspraak was dan dat de acteurs die van links kwamen (voor de toeschouwer) van ‘buiten de stad’ waren en de acteurs die van rechts kwamen, kwamen ‘uit de stad’.
De Grieken bouwden als eerste theaters. De Romeinen hebben de vorm en de opbouw overgenomen van de Grieken. Zij hebben echter één ding veranderd. De toeschouwpersruimte van de Grieken besloeg meer dan een halve cirkel. De Romeinen hebben dit teruggebracht tot een halve cirkel.
De functie van theater
De Grieken waren dol op toneelvoorstellingen. Deze werden echter niet zomaar voor het plezier opgevoerd, maar op festivals ter ere van de goden. Het belangrijkste van deze festivals waren de Grote Dionysia, die eind maart in Athene gehouden werden en die maar liefst vijf dagen duurde. Het toneel had dus een religieus karakter. Dat blijkt ook uit de oude theaters die opgegraven zijn en die zich in grote tempelcomplexen bevonden. Ook hebben de meeste stukken die aan ons zijn overgeleverd een religieus karakter. De prominente plaats en de weelderigheid van de theaters zijn over het algemeen opvallend. De klassieke meesterwerken werden er in opgevoerd. Vaak alleen bepaalde scènes, zodat de acteurs hun kunst goed konden demonstreren. Maar ook ballet voorstellingen, mimespelen, kluchten werden er opgevoerd en gedichten werden er voorgedragen.
Theaters kregen in latere periodes een steeds meer politieke rol. Men hield er de publieke bijeenkomsten. Hier werden de evergetes afgekondigd en raadpleegde men de opinie van het volk. Later werd er recht gesproken en wetten uitgeschreven enzovoort. Zo vertegenwoordigde de tribune het totale burgerdom, gerangschikt volgens de hiërarchische rangorde van de zitplaatsen. De officiële zitplaatsen werden in het late keizerrijk van vader op zoon doorgegeven.
De functie van de theaters in dus niet te onderschatten. Het was meer dan een culturele ontmoetingsplaats.
Beroemde theaters
De grot van Tiberius in Sperlonga
In 1957 is deze grot ontdekt. In dit speciale watertheater komen architectuur+omgeving, zee+land en vermaak+aanbidding samen. Zo’n speciaal theater wordt een nymphaeum genoemd. Stukken uit de Odyssee werden er opgevoerd. Er stonden verschillende standbeeldgroepen in deze grot met natuurlijk de fragmenten uit Odyssee als onderwerp. Zo is er een beeldengroep die laat zien dat Odysseus de cycloop Polyphemus zijn oog uitsteekt. Alle beelden waren kopieën van Griekse, bronzen beelden. Het samenspel tussen de natuurlijke en kunstmatige elementen valt op in dit theater. De overgang tussen de natuur en wat de mens er zelf van heeft gemaakt is heel vloeiend en geleidelijk. Je kunt dit het beste zien op de illustraties. Het interieur werd aangepast om een cirkelvormige structuur van 22 meter in doorsnede te krijgen. De omgeving rond de centrale vijver is zelf uitgehouwen uit de rotsen. Midden in de centrale vijver ligt een klein eilandje waarop vroeger ook een beeldengroep stond. De Scylla beeldengroep. Het toont Odysseus, staande op de boeg van zijn schip, terwijl de Scylla (een vrouwelijk zeemonster dat de zeestraat van Messina bewaakte) zes van zijn bemanningsleden verslindt. Aan beide kanten van de ingang waren zitplaatsen uitgehouwen. De vijver was overdekt door een natuurlijk rotsachtig grotgewelf. Uit dit gewelf viel eens een grote steen tijdens een ceremonie. Het doodde bijna de keizer. De centrale vijver stond in verbinding met de ‘zeevijver’. Een 30 meter lange rechthoekige vijver dat in zee lag. Het was gevormd door kleine muurtjes. Laten we nu eens ingaan op de stukken die er werden gespeeld. Er werden waarschijnlijk allerlei technieken gebruikt om het geheel spectaculairder te maken. Zoals lichteffecten en de deus ex machina constructie. De voorstelling symboliseerde de overwinning van het individu op zijn vijandige omgeving en tegenspoed. Op zijn grootste ellende laat maar zeggen en dit individu werd belichaamd door Odysseus. Hij was het summum van een held. Hij werd helemaal opgehemeld in de stukken. De keizer identificeerde zich in dit proces van vergoddelijking. Het theater had nog een andere functie, namelijk die van waarzeggen. Wat heel belangrijk was in het Romeinse rijk. In de rechthoekige vijver bevonden zich vier visbekkens. Deze waren ingebouwd. Deze vier visbekkens werden gebruikt om te voorspellen. De vissen werden bekeken op hun kleur, bewegingen en snelheden. Daaruit voorspelde men de toekomst. Deze vorm van toekomst voorspellen noem je ichtyomantie. Andere vormen van voorspellen zijn: ernithomantie (uit de vlucht van vogels) en hieroscopie (uit de ingewanden van geofferde dieren) Dit theater is niet uniek. Er zijn soortgelijke grotten gevonden uit de tijden van Claudius, Nero en Domitianus.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
O.
O.
de informatie is echt nuttig.
18 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
Super!
6 jaar geleden
Antwoorden