Eindexamens 2024

Wij helpen je er doorheen ›

Forum Romanum

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 3493 woorden
  • 20 februari 2006
  • 77 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
77 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Nieuw seizoen Studententijd de podcast!

Studenten Joes, Tess en Annemoon zijn terug en bespreken alles wat jij wilt weten over het studentenleven. Ze hebben het onder andere over lentekriebels, studeren, backpacken, porno kijken, datediners, overthinken, break-ups en nog veel meer. Vanaf nu te luisteren via Spotify en andere podcast-apps! 

Luister nu
Inleiding. Het Forum Romanum vervulde een groot aantal functies, en geeft daarom een compleet beeld van de klassieke Romeinse samenleving. Het Forum in Rome kan men vergelijken met de Griekse Agora omdat het beide pleinen waren waar het dagelijkse leven zich afspeelde. De betekenis van 'Forum' is meer dan wat hiervoor geschreven staat, want op dit plein vonden ook sociale activiteiten plaats, wat in Griekenland niet altijd het geval was. Het Forum was iets typisch Romeins, vooral op gebied van architectuur en stedenbouw, maar er waren ook Griekse en Etruskische bouwkundige factoren die een rol speelden. De indeling van de ruimte en de bouwkundige vormen op het Forum werden bepaald door de geschiedkundige, de politieke en de culturele verhoudingen en gebeurtenissen die in verband stonden met de groeiende macht van Rome. Zo gebeurde het dat het Forum een religieuze, een politieke en een sociale functie kreeg. Dit kwam door de gunstige ligging van drie heuvels: de Palatinus, de Capitolinus en de Quirinales. Geschiedenis. Oorspronkelijk was het Forum een drassige vlakte aan de voet van de Palatijn en de Capitool. Weldra werd dit de plaats waar de Etrusken en de Latijnen met elkaar handel kwamen drijven. Geleidelijk werd die markt een verzamelplaats en een trefpunt van de snel aangroeiende bevolking van de Romeinse heuvels. Nog altijd onder het bewind van de Etruskische koningen werd het plein gedraineerd en geplaveid. Er werd ook een centrale riool aangelegd, de Cloaca Maxima. Van deze open riolering is nog altijd de monding in de Tiber te zien. Op het Forum begonnen de tempels te verrijzen: die van Saturnus aan het ene uiteinde, bij de helling naar het Capitool toe en die van Vesta aan de andere kant. De marktkramen werden barrakjes en nog later vaste winkeltjes, de tabernae. Voor de gewone markten was er geen plaats meer op het Forum, die moesten verhuizen. Zo bleven alleen de wisselkantoren en de winkels met luxeartikelen over. Intussen had men reeds de eerste basilica gebouwd, een overdekte hal waar men beschut was tegen zomerhitte of winterregens en waar men kon wandelen, vrienden ontmoeten, zaken afhandelen en waar ook de rechtbank kon zetelen. Voor de wetgevende volksvergadering of comitia was de noordwestelijke hoek gereserveerd: daar lag het Comitium met de Rostra, de sprekerstribune, en was de Curia, het senaatsgebouw gelegen. Zo was het Forum geleidelijk ontwikkeld tot een combinatie van Wetstraat, Wall Street en Vaticaan. Op dit plein werd gepleit, gevonnist, gevochten, het volk tot revolutie opgehitst, kwamen triomftochten en stoeten voorbij, werden lijkredes uitgesproken van belangrijke personen, kwamen gezanten uit de halve wereld hun opwachting maken bij de senaat, werden beslissingen genomen die voor alle streken rond de Middellandse Zee bindend waren. Ook toen onder het keizerrijk de beslissingen nog alleen door de keizer werden genomen, bleef het Forum Romanum het magische middelpunt van de stad en het imperium.
Functies van het Forum en enkele tempels. Het is ieder geval zeker dat reeds in die tijd de beide hoofdfuncties van het Forum, namelijk de commercieel-economische en de politiek-religieuze, over twee verschillende terreinen waren verdeeld: de markt in het zuiden en het Comitium in het noorden, direct aan de voet van het Capitool. Een aanduiding van de handelsfunctie is te vinden in de talrijke tabernae die er ontstonden naast de belangrijkste gebouwen van de republikeinse tijd. Het Comitium was de plaats waar de vergaderingen van de burgerij plaatsvonden. Later onder de monarchie vergaderden hier de Curiën, de dertig familie organisaties waarin de drie stammen, de Ramnes (Latijners), de Tities (Sabijnen) en de Luceres (Toscaners) om politieke en militaire redenen waren verdeeld. Twee zaken wijzen er echter op dat het Comitium in dezelfde tijd ook een heilige plaats was: allereerst verhief het Capitool, met het Jupiterheiligdom, zich erboven, waardoor het gebied de status had van templum, een aan de godheid gewijd domein; ten tweede zijn er de overblijfselen gevonden van de Lapis Niger, het grafheiligdom van Romulus. De gewijde bestemming van de gehele vlakte werd echter vooral bepaald door de Vestatempel, die vrijwel in diezelfde tijd ontstond als de stad werd gesticht. In deze tempel werd het heilig vuur bewaard, dat als symbool gold voor het leven van Rome en daarom nooit uit mocht gaan. Volgens de overlevering was de zorg over het vuur oorspronkelijk toevertrouwd aan de dochters van de koning, later aan zes Vestaalse maagden, echte stadspriesteressen, van wie vele legenden van deugd en moed bestaan. Op de meest afgezonderde plek in het heiligdom werden relikwieën bewaard die de al even legendarische Aeneas uit het verre Troje had meegebracht, waaronder het beroemde Palladium, een beeldje van Pallas Athene. Naast de Vestatempel verhief zich een volgend belangrijk gebouw: de door Numa Pompilius gestichte Regia, de residentie van de koning. De oudste bouwfasen van dit gebouw gaan mogelijk terug tot de 6de of 7de eeuw v. C. Met de invoering van de republiek als staatsvorm bleef het bestaan. Het was de plaats waar de Rex Sacrorum en de Pontifex Maximus de van de koning overgenomen religieuze verplichtingen vervulden. Bovendien werd in de Regia het aan Mars gewijde heilig schild bewaard. De overlevering schrijft aan Numa Pompilius ook de stichting van de Janustempel toe, het teken van vrede en oorlog. Als de deuren van dit rechthoekig gebouw dat veel weg heeft van een ereboog, gesloten waren, heerste er vrede, wat echter zelden voorkwam. Het gebouw stand vermoedelijk op de plaats waar de Argiletum naar zuidelijke richting ging, er zijn echter geen overblijfselen van. Van het Volcanol, het Volcanusaltaar dat tot één van de oudste heiligdommen van Rome behoorde, schijnen daarentegen enkele sporen bewaard te zijn in de vorm van een bewerkte tufsteen, die gevonden is in de buurt van het Comitium, vlakbij de boog van Septimius Severus. De overlevering schrijft dit altaar toe aan de koning van de Sabijnen, Titus Tatius. De verandering van de staatsvorm van monarchie naar republiek leidde niet plotseling tot andere architectonische doelstellingen van het Forum. Het complex groeide gestadig door in nauwe samenhang met de instituties en door de algemene groei van Rome werden de bestaande bouwwerken uitgebouwd. In de jaren onmiddellijk na de verandering van staatsvorm ontstonden als bevestiging van de nauwe wisselwerking tussen het politieke en het religieuze leven binnen het Forum enkele van de belangrijkste heiligdommen van de stad: de Saturnustempel (501-493 v. C.) en de tempel van Castor en pollux, ook wel de tempel van Dioscures genoemd (484 v. C.). De Saturnustempel lag aan de voet van het Capitool en herinnerde aan de mythe van de door de god Saturnus op de heuvel gestichte stad. Om de godheid te eren werden op 17 december de Saturnalia gevierd, een oudejaarsfeest dat in veel opzichten op ons carnaval leek. Binnen deze tempel werd waarschijnlijk de schatkist van Rome bewaard. De tempel van Dioscures dankte zijn ontstaan aan de vervulling van een gelofte na de slag bij het meer van Regillius (497-496 v. C.), waarin de Romeinse troepen onder aanvoering van de veldheer Aulus Postumius Albinus de Latijnen en de Volsci overwonnen. Hier zag Rome kans om de crisis in het delicate evenwicht tussen de volkeren van Midden-Italië, veroorzaakt door de val van de heerschappij van de Etrusken, glansrijk te overwinnen en de fundamenten te leggen voor de Romeinse hegemonie. Korte tijd later strekte die hegemonie zich over het hele schiereiland uit. Volgens de legende droeg het ingrijpen van twee mysterieuze ruiters in wie men de Dioscures, Castor en Pollux, herkende, wezenlijk tot de overwinning bij. Hun eredienst werd overgenomen van het hellenisme, hetgeen bewijst dat in deze tijd al een levendige uitwisseling van ideeën plaatsvond. In de loop der tijd werd deze tempel het middelpunt voor een belangrijke niet-religieuze ceremonie. Jaarlijks trok er de parade voorbij waarmee de ridderstand de nieuwe ridders voorstelde aan de censors. De verbinding tussen het sacrale en het profane, zo eigen aan het Forum, werd nog eens bekrachtigd doordat de tempel ook de zetel van het ijkwezen was. Er bestond een relatie tussen de eredienst van de Dioscures en die van Juturna, de beschermgodin van de wateren. Aan de naar de godin genoemde bron, die iets ten oosten van de tempel ligt, zouden Castor en Pollux hun paarden hebben laten drinken en tevens aan de Romeinen de overwinning hebben verkondigd. De Juturna bron is samen met het nabijgelegen Lacus Curtius een bewijs voor het feit dat de bodem van het dal van het Forum oorspronkelijk moerassig was. De onderbreking van de bouwactiviteit op het Forum tot de 3de eeuw v. C. is te verklaren uit de moeizame politiek en de militaire verhoudingen in Rome vanaf het van de 5de eeuw v. C., een tijd dat de stad in uitputtende gevechten was verwikkeld met zijn buren: de oorlog met de Veji (477-396 v. C.), het binnenvallen van de Galliërs (390 v. C.), het tegen Rome gerichte bondgenootschap van de zuidelijke Etruskische steden (389-351 v. C.), de oorlogen tegen de Samnieten (343-341 en 325-304 v. C.). De enige nieuwbouw in deze tijd betrof de Concordiatempel (367 v. C) van dictator Camillus, die Rome van de Galliërs had bevrijd. Met de bouw van deze tempel wilde hij het einde vieren van de strijd tussen patriciërs en plebejers. Dit conflict leidde tot de beroemde uittocht van het plebs over de Aventius (494 v. C.), verder tot het ontstaan van het ambt van volkstribuun en tot het aannemen van de wetten van de twaalf tafelen (451-450 v. C.). Die wetten werden precies in 367 v. C. in gunstige zin gewijzigd door de wetten van C. Licinius Calvus Stolo en L. Sextius Lateranus, die voor de plebejers het recht bekrachtigden op toegang tot de rang van consul. Veranderingen op het Forum. Door de oorlog tegen Carthago en het hellenistische oosten was het evenwicht in de bezitsverhoudingen verstoord tussen enerzijds de gevestigde bovenlaag van senatoren en militairen, samen met de nieuwe ondernemersklasse van de Equites, en anderzijds de grote massa van boeren en proletariërs. Het beleggen van kapitaal in grond en de daarmee verbonden verzwakking van de boerenstand bracht een crisis te weeg die niet alleen de landbouw en handel trof, maar ook politieke en openbare instellingen. Het gevolg hiervan was dat het boerenleger werd omgevormd tot een beroepsleger. Omdat het leger nu de grootste georganiseerde macht van Rome was, moesten de bevelhebbers van die legers meer vertegenwoordigen dan alleen maar de militaire staatsmacht: ze hadden nu ook politieke macht. Dat betekende zowel voor de senaat als voor de volksvertegenwoordigers een gevoelig verlies van macht. De crisis in de republiek, het overgaan van de macht in de handen van monarchistisch gezinden, leidde tot veranderingen in de architectuur en in de functies van het Forum. De opdracht van Caesar om de Basilica Sempronia weer op te bouwen in de vorm van een nieuwe, grote Basilica Julia, en ook de restauratie van de Basilica Aemiliae, kunnen worden aanzien als een hernieuwd streven naar grotere regelmaat in de indeling van de ruimte. Een verandering van politieke betekenis voerde de dictator door in het Comitium namelijk de Curia Hostilia uit de republikeins tijd verdween en maakte plaats voor de nieuwe Curia Julia. Eerst maakte dit bouwwerk deel uit van het resterende Comitium, maar na verloop van tijd werd het een aanhangsel van het later gebouwde Caesar-forum. De senaat verloor zijn macht, die was overgegaan in de handen van één man. De Rostra werd verplaatst naar de westkant van het rechthoekige plein tussen de beide basilieken en op de as daarvan gezet. Dat had zeker praktische redenen, namelijk het creëren van een grotere vergaderruimte, maar tegelijk betekende het ook de definitieve ondergang van het republikeinse Comitium. De allesbeslissende gebeurtenis was echter de bouw van een nieuw forum, het Forum Julium, waar Caesar zelf nog aan begon, maar dat Augustus voltooide. Het bouwwerk kwam voort uit de openlijke machtsverheerlijking en het charisma van Caesar. In het Caesar Forum is het thema toegepast van de rechthoekige door muren omgeven binnenplaats, dat met succes was beproefd in enkele fora in de koloniën. Wel werd het afgestemd op de beschikbare ruimte: zo is de hoofdas verlengd en komt hij uit bij het hoge podium met daarop de zes-zuilige tempel van Venus Genetrix, de stammoeder van Caesar's familie. De winkels aan de zuidkant wijzen erop dat nog altijd het concept geldig was dat het Forum verschillende functies moest vervullen in de samenleving. Evenzeer is echter duidelijk dat de praktische doelstelling om de ruimte voor het openbare leven te vergroten uiteindelijk ondergeschikt werd gemaakt aan de wens om charismatisch leiderschap te verheerlijken, te propageren en te legitimeren. Eigenlijk was de tempel al de ideale afsluiting van het geheel, maar er werd toch nog een tweede pool aangelegd, in de vorm van het opvallende ruiterstandbeeld van Caesar in het midden van het plein, dat onweerstaanbaar de aandacht trok. Vanuit architectonisch gezichtspunt heeft de tempel van Venus Genetrix enkele interessante aspecten. De traditionele vorm van het heiligdom, dat op een verhoog staat, vertoond twee vernieuwde variaties: ten eerste de abdisafsluiting van de cella, die in de keizertijd en ook daarna met succes werd toegepast; ten tweede werd de cella ook van boven afgesloten, waarschijnlijk met een gemetseld gewelf. Het grootste deel van het Forum onderging twee restauratiefasen: de belangrijkste, onder Trajanus, stond in verband met het werk aan een nieuw forum en resulteerde onder andere in de toevoeging van de Basilica Argentaria (men neemt aan dat het een school was) in de zuidwesthoek; de tweede restauratie werd uitgevoerd door Diocletianius. Enkele gebouwen en plaatsen op het Forum Romanum. De triomfboog van Septimius Severus. Dit gebouw is een indrukwekkend gevaarte van 21 meter hoog en 23 meter breed. De inscriptie verheerlijkt keizer Severus en zijn zoon Caracalla en oorspronkelijk ook zijn andere zoon Geta. Maar na de dood van Septimius heeft Caracalla zijn broer uit de weg geruimd en daarna diens naam laten wegkappenop alle monumenten, om die door een andere formule te laten vervangen. De sporen van die operatie zijn nog altijd goed te zien. Het geheel bestaat uit drie bogen en een attiek met die inscriptie. Dit teken van overwinning is in 203 gebouwd omwille van de zege die zij behaalden in de tweede veldtocht tegen de Parthen. De boog, die uit travertijn en baksteen bestaat, is bekleed met platen marmer en dankt zijn karakteristiek uiterlijk vooral aan vier vrijstaande zuilen op hoge sokkels en aan de versiering met historische reliëfs, die een sterk contrast van licht en donker vertonen. Boven de kleinere bogen staan de belangrijkste daden van beide keizers en de overwinningen op de steden der Parthen (Seleucia, Edessa en Ctesiphon) afgebeeld. De hoekwiggen boven de hoofdboog zijn gevleugelde overwinningsgodinnen en de beschermengelen van de seizoenen; op de hoekwiggen boven de kleinere bogen staan naar hellenistische voorbeeld grote riviergoden; daarentegen wijst de stijl van de reliëfs vooruit naar de laat- antieke tijd. De attiek werd bekroond met een schitterend bronzen vierspan. De Curia. De werken aan de Curia, het senaatsgebouw, zijn gestart door Caesar en voltooid door Augustus. Het verving de vroegere Curia Hostilia, die in 52 v. C. afgebrand was, en sloot het Forum van Caesar aan de zuidoostzijde af. Wat er nu staat dateert uit de tijd van Diocletianus, die na een brand het gebouw terug in zijn oorspronkelijke vorm heeft opgetrokken. De Curia dankt haar behoud ook aan het feit dat ze in de vroege middeleeuwen tot een kerk is omgevormd, gewijd aan de heilige Adrianus. Nu is ze in haar originele staat hersteld. De Curia werd volgens de overlevering gesticht door koning Tullus Hostillius. In 80 v. C. was er sprake van herbouw door Sulla, in 20 v. C. door Augustus en na de brand in 283, die een groot deel van het Forum verwoeste, door Diocletianus. Het tegenwoordige uiterlijk is het product van de restauratie in de jaren 30, waarbij aanbouwsels uit latere tijden werden verwijderd en de oorspronkelijke vorm werd hersteld, al ontbreekt nog de bepleistering van de voorgevel. De bronzen deuren zijn kopieën van de echte, die in de 17de eeuw door Borromini naar S. Giovanni in Laterano werden overgebracht. De binnenruimte vormt één grote hal met een plat dak. Het gebouw heeft ongeveer de proporties die Vitruvius in zijn verhandeling over de architectuur beschrijft. Het gebouw is 21 meter hoog, 18 breed en 27 lang, want voor een goede akoestiek moest dit type gebouw half zo hoog zijn als de som van de lengte en de breedte. In de zaal zijn drie brede en lange treden te onderscheiden waarop de zetels van circa 300 senatoren stonden. In de Curia treft men tegenwoordig twee grote reliëfs aan die in het midden van het Forum zijn gevonden en die bekend staan onder de naam plutei of anaglyphen van Trajanus. Er staan beelden op uit de regeerperiode van Trajanus, vermoedelijk diende ze als versiering van een tribune. De tempel van Vesta. De resten van deze tempel bestaan uit drie gedeeltelijk gerestaureerde zuilen en een stuk van de ronde cellamuur, daterend uit de verbouwing onder Septimius Severus, na de zoveelste brand. De ronde vorm geeft te kennen dat men hier met een oeroud heiligdom te doen moet hebben. De tempel heeft namelijk de vorm bewaard van de Oudromeinse hut, de voorgangster van het Etruskische atriumhuis. Uit eerbied voor de traditie heeft men bij elke nieuwe wederopbouw de oorspronkelijke ronde vorm behouden. Oorspronkelijk was de tempel opgetrokken uit hout en vlechtwerk, en had het een dakwerk van stro, zoals die oude hutten. Dat het regelmatig afbrandde, was dan ook niet verwonderlijk, aangezien er dag en nacht het heilige vuur brandde. Ook toen men met duurzamer materiaal ging bouwen bleef het brandgevaar reëel. Zoals Saturnus de arbeid van de man op het veld moest zegenen, zo moest Vesta het werk van de vrouw thuis zegenen. De tempel was dan ook een typisch vrouwelijk heiligdom. Nooit mocht een man de cella betreden. De vrouwen mochten dat gedurende de Vestafeesten van 7 tot 15 juni. Het was ook de enige tempel zonder beeld: het heilige vuur verving het beeld van de godin. Aangezien Vesta, evenals Diana en Minerva, maagd was, moesten haar priesteressen zelf ook maagd zijn. Nog een andere aanwijzing dat de tempel zeer oud moet zijn, bieden de bescheiden afmetingen: het is ondenkbaar dat men in latere tijden een zo belangrijke tempel zo klein zou hebben gebouwd.
De Rostra van Caesar. De Rostra van Caesar was een enorme tribune, oorspronkelijk met marmer bekleed, met een breedte van 24 meter, een diepte van 12 en een hoogte van 3, en met beelden versierd. Aan de voorzijde zijn nog de gaten te zien waarin de snebben van de schepen die buitgemaakt waren bij de zeeslag te Antium in 338 v. C., dwars door de marmerbekleding heen in de tufblokken bevestigd waren. Bij het verleggen van de redenaarstribune van het Comitium hierheen, heeft Caesar ook de snebben die haar daar al versierden mee laten overbrengen. Men besteeg die tribune van de achterzijde uit, via boogvormige trappen, die wellicht herinnerden aan de boogvorm van de vroegere Rostra op het Comitium. De Rostra was gebouwd zoals aan toneelscène waarop de redenaar, met al zijn bewegelijkheid van zijn zuiders temperament, zijn welsprekendheid ten beste kwam geven. Maar na Caesar is de tijd van de grote politieke welsprekendheid voorbij: de beslissingen lagen niet meer bij het volk, maar bij de keizer op de Palatijn. Rechts vooraan is aan de Rostra een stukje bijgebouwd in 470, ter herinnering aan de overwinning van een Romeins leger op de Vandalen. Aan de andere zijde van de Rostra, bij de tempel van Saturnus, betreedt men weer de Via Sacra, die voor de tempel van Caesar het Forum oversteekt en langs de Basilica Julia liep. De Via Sacra. De Via Sacra loopt tussen de tempel van Antonius en Faustinus en de Regia. En gaat van de Velia, waar de boog van Titus staat, over het Forum tot aan de voet van het Capitool, naar de voet van de Clivius Capitolinus. Over dit basalten plaveisel zijn de voeten gegaan van alle figuren die in de Romeinse geschie-denis naam hebben gemaakt. De Via Sacra is ook de weg die de Romeinse triomfstoeten volgden. De naam 'Heilige Weg' dankt hij waarschijnlijk aan de vele tempels en heiligdommen die erlangs gelegen waren. Het Comitium. Het Comitium was al sinds de koningstijd de vergaderplaats van de comitia curiata, de officiële volksvergadering van Rome welke o.a. samenkwam om de koning te kiezen. Door de steeds grotere rol van een ander soort wetgevende vergadering, de comitia centuriata, in feite het volk dat in legerformatie op het marsveld bijeenkwam, hadden de comitia curiata en dan ook het Comitium onder de republiek echter hoe langer hoe meer aan belangrijkheid ingeboet. Het Comitium was een cirkelvormig plein met een doorsnede van ongeveer 40 meter. Aan de noordkant stond de Curia, aan de zuidkant lag de redenaarstribune. Er lijken treden omheen gelopen te hebben om te staan of te zitten. Hier hebben alle grote redenaars van de republiek het volk toegesproken. Bij het Comitium lag ook de Graecostasis, de plaats waar buitenlands gezanten wachtten om in de senaat te worden binnen gelaten. Aangezien de meeste uit de hellenistische wereld kwamen en dus Grieks spraken, kreeg de plaats die naam.

REACTIES

P.

P.

hallo
dit is een goed site
xxx pipo

13 jaar geleden

F.

F.

hey
love this site!
xxx

13 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.