Bouwkunst Grieken, Romeinen, Middeleeuwen

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas vwo | 795 woorden
  • 29 oktober 2006
  • 359 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
359 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De Grieken.

Bij de Griekse bouwkunst ging het er vooral om dat de gebouwen functioneel waren. Grote afmetingen waren dus niet van belang maar wel belangrijk waren de juiste afmetingen. De Griekse bouwkunst kennen wij het beste van de tempels. Die werden gebouwd ter ere van goden. Een Griekse tempel werd meestal gebouwd op een heuvel en op een verhoging van drie treden. Het dak werd gedragen door zuilen. De Grieken bouwden natuurlijk niet alleen tempels. Ze hebben ook grote theaters en stadions gemaakt. De stadions werden gebruikt voor bijvoorbeeld Olympische Spelen en andere sporten. Gebouwen werden meestal gemaakt van materialen die zo glad mogelijk waren. Als er kalksteen gebruikt werd, kwam daar nog een pleisterlaag overheen. Marmer werd ook veel gebruikt omdat het mooi glad was. Tempels en andere openbare gebouwen werden beschilderd met felle kleuren zoals rood, blauw en geel.
Er worden drie Griekse bouwstijlen onderscheiden:


De Dorische stijl:
Deze stijl ontwikkelde zich rond 600 v.Chr, het is dus de oudste stijl. Een typisch kenmerk is dat deze bouwstijl erg simpel en strak is, bijvoorbeeld de zuil is erg statig en strak met boven aan een simpel kapiteel.

De Ionische stijl:
Deze stijl werd gebruikt vanaf 450 v.Chr. en is wat eleganter dan de Dorische. De zuilen hadden een soort rollen (ook wel voluten) op het kapiteel en stonden op een voetstuk. Ook waren de zuilen wat slanker. De groeven in de zuilen waren iets dieper dan die in de Dorische zuilen en zijn gescheiden door een vlakke naad. Omdat de zuilen slanker waren konden ze minder gewicht dragen. Er werden dus meer zuilen gebruikt om bijvoorbeeld een dak te dragen.

De Korintische stijl:
De Korintische stijl werd vanaf 350 v.Chr. toegepast. Deze bouwstijl lijkt heel erg op de Ionische. Meestal zijn de zuilen nog iets ranker en de kapitelen meer versierd met bijvoorbeeld met motieven van de acanthusplant.

De Romeinen.

De Romeinse bouwkunst bestaat uit eenvoudige bouwvormen of samenstellingen daarvan. Een verschil tussen de Romeinse en de Griekse tempels is dat de Romeinse een duidelijke hoofdgevel en een hoofdingang hebben.
Al in de 3e eeuw v. Chr. ontstonden de eerste boogconstructies. Deze zouden een belangrijke plaats innemen in de Romeinse bouwkunst. Rond de 2e eeuw v. Chr. begonnen de Romeinen ook met gewelven te bouwen. Hiervoor gebruikten ze formelen, dat zijn houten hulpconstructies, waarop zij bogen metselden. Deze bogen samen vormden met dwarsverbindingen (de ribben) een netwerk van vakken waar weer beton in werd gestort. De Romeinen kenden ton-, koepel- en kruisgewelven.

Voor zware muren hadden de Romeinen een aparte bouwtechniek ontwikkeld. Hierbij werden op een afstand twee muren gemetseld. In de tussenruimte werd vervolgens beton gestort. Dit beton bestond voornamelijk uit brokken steen die waren verbonden door een mortel van kalk en tras.


Architectuur

De eerste architecten waren priesters. Zij konden immers alles doen ´in naam van god´. Ze hebben de meeste technieken van o.a. de Grieken over genomen. Zij hadden twee voordelen: de eerst onoverdekte tempels kregen omringende muren en trappen naar hogere verdiepingen met decoratieve elementen en kleuren. Er waren velen kolommen nodig om de dakconstructies op te houden. De eerst in hutten wonende priesters gingen nu in grotere en duurzame huizen wonen. Door deze vooruitgangen gebruikten ze natuurlijke materialen zoals plaaster en baksteden om hun structuren te bouwen.

De Middeleeuwen.

Na het jaar 1000 werd het christendom erg machtig. Er werden dan ook veel kerken gebouwd. Hier boven zie je zo’n kerk. Het waren meestal pelgrimskerken. Deze kerken waren zo ingedeeld dat er veel mensen tegelijk naar binnen en naar buiten konden. De plattegrond is een kruis, het teken van de christenen (zie plaatje).


De kerken werden meestal richting het oosten gebouwd, naar Jeruzalem. Pelgrimskerken werden versierd met beeldhouwwerk, beschilderingen, vlaggen, vaandels en glas-in-loodramen. Door al deze versieringen konden de mensen, die meestal niet konden lezen of schrijven, toch de bijbelverhalen ‘lezen’.

Tot ongeveer 1100 bouwde men de kerken met dikke muren en weinig, kleine ramen. De bogen en constructies leken erg op de Romeinse bouwkunst en daarom noemde men het Romaans. Eenvoudige bouwstijl en zware vormen waren twee kenmerken voor een Romaanse kerk. Deze kerken leken wel op de pelgrimskerken maar hadden geen glas-in-loodramen. Deze zag je juist wel weer in de Gotiek.
Vanaf de twaalfde eeuw werden de kerken weer lichter en hoger. Bij de Gotiek waren de muren heel dun met grote ramen er in. Dit was mogelijk door een nieuwe soort bouwstijl: de skeletbouw. Het ‘skelet’ bestond uit gewelfribben, zuilen, luchtbogen, en steunberen.

Als je de muren en ramen weg zou halen blijft de rest toch staan. Mensen bouwden kerken maar ook grote kathedralen.
Rond al deze grote gebouwen bouwden de mensen ook steden. In deze steden stonden grote stadhuizen en gewone woonhuizen en winkels, die eerst gemaakt werden van hout en later van steen.

REACTIES

A.

A.

Wanneer is de Romeinse bouwstijl eigenlijk ontstaan?
x

10 jaar geleden

S.

S.

nou ik snap er toch echt helemaalalal niks van zelfs irma en rafael snappen het niet grapje het is heel goed hoor

8 jaar geleden

G.

G.

fijn voor mijn werkstuk

8 jaar geleden

G.

G.

fijn voor mijn werkstuk

8 jaar geleden

F.

F.

stefan zegt dat dit slecht is :)

5 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.