Sterke vrouwen uit de oudheid - Penelope en Cleopatra

Beoordeling 7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 10197 woorden
  • 26 oktober 2002
  • 72 keer beoordeeld
Cijfer 7
72 keer beoordeeld

Inleiding – Sterke vrouwen uit de oudheid Voor ons werkstuk ‘Sterke vrouwen uit de oudheid’ hebben we gekozen voor Penelope en Cleopatra. We hebben voor deze vrouwen gekozen, omdat we al iets meer over hen wisten en vooraf dus al een bepaalde mening hadden over de manier waarop deze vrouwen sterk zijn. Naar onze mening was Penelope sterk, omdat ze trouw blijft aan haar man Odysseus en zich verzet tegen de vrijers. Cleopatra vonden we sterk, omdat ze het voor elkaar krijgt twee grote mannen uit het Romeinse Rijk , namelijk Caesar en Antonius, voor zich weet te winnen en zo haar macht uitbreidt. Aan de hand van een aantal primaire en secundaire bronnen, hebben we geprobeerd te achterhalen of dit beeld juist was, of dit beeld genuanceerd kon worden en hoe sterk Penelope en Cleopatra nu echt waren. Dé primaire bron waaruit we Penelope kennen, is natuurlijk de Odyssee van Homerus. Over Homerus weten we praktisch niets met zekerheid, behalve dan zijn naam. In de Oudheid ging men ervan uit dat hij in de 9e eeuw v. Chr. aan de westkust van Klein-Azië was geboren, later op het eiland Chios woonde en uiteindelijk op het eiland Ios was gestorven. Volgens deze overlevering was Homerus een blinde voordrachtskunstenaar en trok hij van stad tot stad om onder begeleiding van zijn lier een gedeelte van zijn gedicht voor te dragen. Hij zou eerst de Ilias en later de Odyssee hebben geschreven. Tegenwoordig gaat men ervan uit dat Homerus in de 8e of 9e eeuw voor Chr. leefde op een eiland in het oosten van de Aigeïsche Zee of aan de Westkust van Turkije. Ook bestaat er de opvatting dat de Homerische gedichten misschien niet in hun geheel het werk zijn van één dichter, maar een mengeling van de werken van verschillende dichters. Dit menen sommige onderzoekers te kunnen concluderen uit het feit dat zowel binnen de Ilias als de Odyssee elkaar tegensprekende passages tegenkomen. Deze discussie over de oorsprong van de Ilias en de Odyssee heet de ‘Homerische kwestie’. De Odyssee is een epos, een heldengedicht in een dactylische hexameter. De held van het verhaal is Odysseus, de koning van Ithaka, die na de Trojaanse oorlog een zeer moeizame terugreis beleeft en ook na thuiskomst nog een aantal problemen moet oplossen. De belangrijkste verhaallijn in de Odyssee zijn de lotgevallen die Odysseus meemaakt op zijn terugreis. Het verhaal begint met een godenvergadering, waarop -tegen de zin van Poseidon in- wordt besloten dat Odysseus, die al zeven jaar tegen zijn zin in bij Kalypso verblijft, terug moet keren naar Ithaka. Kalypso laat Odysseus vertrekken, maar door een storm van Poseidon komt Odysseus bij de Faiaken terecht. Daar vertelt hij hoe hij via allerlei oponthoud en problemen zoals de Lotofagen, de Kyklopen, de Laistrygonen, Kirke, de Onderwereld, de Sirenen, de Charybdis, Skylla en het eiland met de runderen van Helios, bij Kalypso is beland en hier zeven jaar werd vastgehouden. Na zijn verhaal brengen de Faiaken hem terug naar Ithaka, waar de vrijers voor de nodige problemen zorgen. Uiteindelijk verslaat Odysseus de vrijers en herkent Penelope hem. De tweede verhaallijn zijn de gebeurtenissen in Ithaka tijdens de afwezigheid van Odysseus. In dit gedeelte van het verhaal speelt Penelope een grote rol. Bij het paleis van Odysseus heeft zich een grote groep vrijers verzameld, die vinden dat Penelope met één van hen moet hertrouwen omdat Odysseus nooit terug zal komen. Penelope houdt echter hoop dat haar echtgenoot nog zal terugkeren en weigert om uit de vrijers een nieuwe echtgenoot te kiezen. De vrijers laten het er niet bij zitten en installeren zich in het paleis waar ze wachten tot Penelope van gedachte verandert. Ondertussen eten ze alle voorraden op en hangen constant in het paleis rond. De toestand wordt onhoudbaar voor Penelope en ze verzint een list. Ze stemt toe te trouwen, nadat ze een kleed heeft geweven voor Laërtes, de vader van Odysseus. Wat de vrijers echter niet weten, is dat Penelope ’s nacht het werk dat ze overdag heeft gedaan weer uithaalt. Dit houdt ze drie jaar vol, totdat één van de bedienden haar verraadt en Penelope niet langer kan weigeren. Gelukkig komt op dat moment Odysseus thuis, vermomt als zwerver. Hier lopen de twee verhaallijnen door elkaar. Penelope organiseert een boogschietwedstrijd en de winnaar krijgt haar als vrouw. Odysseus, in de vermomming van zwerver, wint echter de wedstrijd en vermoord de vrijers, nadat hij zich bekend heeft gemaakt. De situatie waarin Penelope zich bevindt en hoe ze ermee omgaat. Aan het begin van de Odyssee bevindt Penelope zich in een zeer moeilijke situatie. Haar man, Odysseus, is na de tien jaar durende Trojaanse oorlog niet huiswaarts gekeerd en het gerucht doet de ronde dat Odysseus is gestorven. Wanneer Penelope de zanger Femios voor de vrijers een lied hoort zingen over de terugkeer uit Troje, begint ze te huilen en vraagt ze Femios een ander lied te zingen. “Phemios, immers ge weet nog zoveel, dat den sterveling bekoort, àl

Daden van goden en mensen, die ’t zangerslied luider doet klinken – Daarvan moogt ge er één in hun midden zingen, en zwijgend
Drinken zíj hunnen wijn; maar laat dít rusten, dit éne
Onheilzalige lied, dat mij altoos ’t hart in den boezem
Oprijt, omdat mij een leed overkwam, dat niet wil bedaren, ’t Altoos heugend gemis van ’t edelst gelaat en een held, wiens
Glorie zich wijduit spant over Hellas en ’t midden van Argos.” Deze passage geeft goed aan hoe erg Penelope haar echtgenoot mist en hoe erg ze hieronder lijdt. Ze wordt steeds herinnerd aan de afwezigheid van Odysseus. Aan de andere kant blijft ze wel hopen op de terukeer van haar echtgenoot en wil hem daarom kost wat kost trouw blijven. Deze mening wordt echter niet gedeeld door een grote groep jongemannen, die met Penelope willen trouwen. Zij menen dat Odysseus gedood is en niet meer zal terugkeren. Daarom moet Penelope hem maar vergeten en met één van hen trouwen. Hoewel Penelope dit weigert, blijven de vrijers hopen dat Penelope van gedachte verandert. In afwachting van Penelopes keuze blijven de vrijers in Odysseus paleis, waar ze zich tegoed doen aan voedsel en drank uit de voorraden van Odysseus. Elke avond drinken en feesten ze in het paleis. Penelope sluit zich vaak op in haar kamer, omdat ze niet bij machte is de vrijers weg te sturen. Ook haar zoon Telemachos lukt dit niet. Toch maakt Penelope de vrijers verschillende keren duidelijk dat ze niet van hun gedrag gediend is. Zij zitten dag in dag uit alleen maar het bezit te verdoen dat toekomt aan Telemachos, terwijl ze Odysseus niets dan dankbaarheid verschuldigd zijn. Odysseus is namelijk altijd goed geweest voor zijn volk en ook voor de ouders van de vrijers; hij heeft nog nooit iemand achtergesteld of bevooroordeeld. “Dag in dag uitzitten jullie hier bij elkaar ons bezit te verdoen, dat toch toekomt aan de verstandige Telemachos. Hebben jullie dan niet als kind van jullie vaders gehoord, wat Odysseus voor een man was tegenover jullie ouders? Niemand van zijn volk heeft hij ooit onrechtvaardig behandeld of beoordeeld, waartoe goddelijke koningen toch dikwijls overgaan, die de één achterstellen en de ander bevooroordelen. Maar hij deed absoluut nooit iemand onrecht en jullie eigen slechte karakter blijkt uit jullie slechte daden; er bestaat geen dankbaarheid meer voor een goede behandeling.” Ook op een andere manier probeert Penelope zich tegen de vrijers te verzetten. Ze probeert de vrijers te misleiden door te beloven dat ze met één van hen zal trouwen wanneer het doodskleed dat ze voor Laërtes aan het weven is, af is. Penelope weet de vrijers heel goed te manipuleren. In haar toespraak tegen de vrijers doet ze voorkomen of ze eindelijk van gedachte is veranderd omdat ze er zelf inmiddels van overtuigd is dat Odysseus dood is. “Jongemannen, die mij tot vrouw begeert, ik geloof het nu ook: Odysseus is gestorven; maar al hebt gij nog zo’n haast met een huwelijk, toch verzoek ik u te wachten totdat ik deze mantel afheb, anders is mijn garen voor niets gesponnen. het wordt een doodskleed voor de edele Laërtes. Wanneer het droeve lot van de smartelijke dood hem heeft getroffen, moet toch geen vrouw van ons volk wat hebben aan te merken, omdat hij, een welgesteld man, daar naakt zou neerliggen.” 3 De vrijers geloven haar en stemmen toe. Overdag werkt Penelope aan het kleed, maar ’s nachts haalt ze wat ze overdag geweven heeft weer uit. Op deze manier probeert Penelope het moment uit te stellen dat ze één van de vrijers als echtgenoot moet kiezen. Een dienaar vertelt dit alles echter tegen de vrijers, die zich hierdoor bedrogen voelen. Penelope kan het huwelijk dan niet lang meer uitstellen. Telemachos is namelijk ook al volwassen geworden. Odysseus had bij zijn vertek tegen Penelope gezegd dat ze kon trouwen wanneer hun zoon volwassen was geworden. Nu Penelope deze reden niet langer kan gebruiken, en ook haar list is ontdekt, is het moment onvermijdelijk geworden dat de vrijers haar dwingen één van hen als echtgenoot te kiezen. Penelope krijgt nog een extra klap als ze hoort dat haar zoon Telemachos zonder haar in te lichten is weggegaan. Telemachos had namelijk besloten op reis te gaan om informatie in te winnen over zijn vader. Hij liet Eurykleia beloven niets aan zijn moeder te vertellen voordat hij elf, twaalf dagen weg was omdat hij er niets voor voelde “dat zij, huilend, haar mooie gezicht bloederig open krabt.” De vrijers besluiten een aanslag op het leven van Telemachos te plegen wanneer hij terugkomt van zijn reis en wanneer een bediende dit aan Penelope bericht raakt ze overstuur. “Waaróm?! Waarom ging mijn jongen op reis? Wat heeft hij van doen met snelvarende schepen, die zeepaarden, voortijlend over hun lange waterbaan? Moest hij dan omkomen en mocht zelfs zijn naam niet onder de mensen blijven voortleven?” Toch raapt ze de moed bijeen om de vrijers persoonlijk te vertellen dat hun overmoed alle grenzen begint te overschrijden. In haar angst en verontwaardiging overstelpt ze hen met verwijten: “Waanzinnige, waarom beraam je tegen Telemachos het lot van de dood? Besef je niet dat jullie familie smekelingen van ons zijn, wat Zeus kan getuigen? Dan is het misdadig kwaad tegen elkaar te beramen!” Hier herinnert ze Antinoös eraan dat Odysseus zijn familie heeft beschermd tegen de Thesproten, die bovendien bondgenoten waren met Odysseus. Daarom heeft hij het recht niet de voorraden van Odysseus op te eten, zijn vrouw te trouwen en zijn zoon te vermoorden. Aan het eind van de Odyssee komt Eurykleia, nadat Odysseus de vrijers heeft vermoord, aan Penelope berichten dat Odysseus thuis is gekomen. Penelope is echter niet zo makkelijk te overtuigen. Door haar verdriet en het wachten van twintig jaren denkt ze eerst dat Eurykleia met haar spot: “Wat begekt ge mij arme, wier hart zo zwaar is van kommer,” Eurykleia verzekert haar er echter van dat ze niet met haar wil spotten en dat het de waarheid is. Ze vertelt dat Telemachos al wist van de thuiskomst van zijn vader, maar dat hij de plannen van zijn vader verborgen hield, opdat ze zich op de vrijers konden wreken. Penelope krijgt een schok van vreugde en begint te huilen. Toch durft ze maar niet te geloven dat het Odysseus is die de vrijers heeft gedood. Ze is van mening dat een god
hen heeft gedood, als straf voor hun misdaden. “Neen, een onsterfelijk’ is ‘t, die de trotse minners gedood heeft, Daar hem dit boos bedrijf en die grievende bruutheid te erg werd. Want geen schepsel ter wereld betoonden zij d’eer, die hem toekwam, Bedelman niet en edelman niet, wie ook bij hen intrad. Zo verging het dan hun door misdadigheid slecht, maar Odusseus - Ver van Achaia verloor hij, toen zelf hij te loor ging, de thuiskomst.” Zelfs als Penelope naar beneden gaat en haar man ziet zitten twijfel ze nog steeds of het wel echt Odysseus is. ‘Doch zij zat maar en zweeg, in een hartbenauwen verbazen, Soms met den blik een gelijkenis ziend van een sprekende klaarheid, Dan, met zijn schamele kleren aan het lijf, hem niet meer kennend.’ Telemachos zegt dat hij zijn moeder harteloos vindt, omdat zij op afstand blijft van haar man, die eindelijk, na twintig jaar van afwezigheid, is teruggekomen. Odysseus meent echter dat Penelope hem op de proef mag stellen. Hij vindt het niet vreemd dat zij hem niet herkent, hij is immers vuil en in vodden gehuld. Als Odysseus echter gebaad en gezalfd is en mooie kleding heeft aangetrokken, begrijpt hij niet dat ze nog steeds op een afstand blijft staan. Penelope stelt Odysseus op de proef door tegen Eurykleia te zeggen dat ze Odysseus’ bed buiten zijn kamer op moet maken. Odysseus vliegt woedend op en vraagt wie het bed, dat hij van een boom had gemaakt en dat nog met de wortels in de grond vastzat, heeft losgezaagd en verplaatst. Nu weet Penelope pas zeker dat ze Odysseus voor zich heeft; zij en Odysseus waren namelijk de enigen die dit wisten. Pas nu toont ze hoe blij ze is dat Odysseus weer terug is. ‘Maar toen schreide zij ’t uit en rechtevoort ging z’ en haar armen

Legd’ om Odusseus’ hals en kuste het hoofd hem (...)’ Penelope vraagt Odysseus haar te vergeven dat ze zo achterdochtig was. Ze legt uit dat ze bang was dat iemand misbruik van haar zou maken door te zeggen dat hij Odysseus was. “Wil dan ook thans mij híérom niet toornen, híérom mij laken, Dat ik u niet heb geliefkoosd, zodra ik u zag – als ik nu doe. Want van dag tot dag was m’ altijd het hart hier van binnen
Koud van angst, dat van ergens een mens me zou komen en zou met
Woorden m’ omstrikken, daar velen op kwade baten gespitst zijn.” Karakter en kracht Penelope heeft haar kracht nodig om twee moeilijke problemen te overkomen: het eerste probleem is dat ze al lange tijd wacht op de thuiskomst van haar man. Hoewel Odysseus al twintig jaar geleden is vertrokken en nog steeds niet is teruggekomen, blijft ze hopen dat hij ooit nog op Ithaka terug zal komen. Soms is ze er echter, mede door de mening van de vrijers dat Odysseus wel dood zou zijn, van overtuigd dat Odysseus gestorven is en dat ze hem nooit meer zal zien. Het tweede probleem is dat Penelope, hoewel de vrijers zich steeds meer aan haar op dringen, trouw wil blijven aan Odysseus. Hiervoor moet ze de vrijers dus op een afstand houden. Om de kracht op te bengen om deze situaties te doorstaan, heeft Penelope een aantal sterke karakter-eigenschappen nodig. Door haar reacties op de ontstane situatie kunnen we een aantal karaktereigenschappen van haar aanduiden. Één van de voor het verhaal belangrijkste karaktereigenschappen van Penelope is haar trouw. Hoewel Odysseus bijna twintig jaar weg is, wil ze hem trouw blijven voor het geval hij terugkomt. De vastbeslotenheid om Odysseus trouw te blijven, terwijl ze aan de ene kant blijft hopen dat Odysseus ooit nog terug zal komen, maar aan de andere kant ook zeer pessimistisch kan zijn (“Helaas, zelf denk ik er anders over. Odysseus zal niet meer thuiskomen en gij zult geen reisgelegenheid krijgen; (...)” 12 ) zorgt voor het conflict met de vrijers, die van mening zijn dat Penelope Odysseus maar moet vergeten. Om stand te houden tussen alle vrijers die in het paleis van Odysseus bivakkeren moet Penelope wel een aantal sterke karaktereigenschappen bezitten. Gelukkig kan Penelope goed voor zichzelf opkomen. Hoewel ze zich vaak opsluit in haar kamer, besluit ze ook een aantal malen om de vrijers aan te spreken op hun gedrag, bijv. over de geplande moord op Telemachos en over het feit dat de vrijers alle voorraden opeten: “Maar nu het zover is, moet ik u spreken over mijn verontwaardiging. Uw gedrag is wel heel anders dan vroeger gebruikelijk was. Wie dingen naar de hand van een edelvrouw, dochter van een rijk man, en hierin met elkaar wedijveren, nemen toch zelf runderen en vette schapen mee om de familie van hun aanstaande bruid te trakteren, en haar geven zij prachtige geschenken. Het is niet hun gewoonte bij een ander, zonder vergoeding, alles op te eten.” Ook laat ze duidelijk merken dat ze de vrijers minacht. “Eurymachos”, antwoordde Penelope, “mannen die het huis van een koning niet ontzien en diens bezit opeten, kunnen geen goede naam hebben bij het volk; vanwaar die plotselinge bezorgdheid voor de publieke opinie?” Bovendien heeft ze met haar verwijten nog een redelijk grote invloed op de vrijers. Ze weet het zo te brengen dat ze de vrijers weet te manipuleren. In bovenstaand citaat is te lezen hoe het Penelope lukt om de vrijers allerlei geschenken te ontfutselen. De vrijers hebben niet door dat Penelope hen gebruikt, maar Odysseus, die vermomd als zwerver het gesprek volgt, wel: ‘Zo sprak zij en de nooit versagende held Odysseus had er plezier in, zoals zij die mannen geschenken ontfutselde, hen betoverde met vriendelijke woorden, terwijl zij innerlijk volkomen anders gezind was.’ Ook weet Penelope de vrijers te overtuigen van de noodzaak om éérst het kleed van Laërtes af te weven, voordat ze kan trouwen. Mede door deze list met het weefgetouw toont Penelope ook haar slimheid. Hoewel ze elke dag ijverig werkt aan het doodskleed voor Laërtes, haalt ze haar werk er ’s avonds weer uit. Hierdoor kan ze de onvermijdelijke dag dat ze moet toegeven aan de vrijers zo lang mogelijk uitstellen. Geen van de vrijers heeft de list door. Pas na drie jaar komen ze erachter, omdat een slavin Penelope aan hen verraad. Door het lange wachten en het optreden van de vrijers is Penelope echter zeer wantrouwig geworden. Ze heeft geen vertrouwen meer in de mensen, omdat de vrijers haar en haar bezit schandelijk behandelen en wegens het gedrag van haar slavinnen. Zij beledigen, samen met de vrijers, de zwerver en zijn afvallig aan Penelope: ze feesten en slapen met de vrijers. Hierdoor gelooft Penelope eerst niet dat Odysseus is teruggekomen wanneer Eurykleia dit komt berichten. Ook als ze Odysseus ziet twijfelt ze nog. Ze is bang dat iemand maar zegt dat hij Odysseus is om zo misbruik van haar te kunen maken. Hoewel Penelope weigert Odysseus ontrouw te worden, door middel van een list de vrijers op afstand probeert te houden en hen openlijk wijst op hun schandelijke gedrag, heeft ze ook de behoefte om haar verdriet te uiten. Elke avond als ze op haar eigen kamer is valt ze huilend in slaap: ‘Toen zij boven gekomen was met haar dienaressen, beweende zij Odysseus, de geliefde man, totdat de uilogige Athene zoete slaap over haar oogleden legde.’ Dit zwakke punt aan haar karakter toont ze echter niet in bijzijn van de vrijers (behalve haar emoties bij het lied over de terugkeer uit Troje). Tegenover de vrijers toont ze alleen hoe ongepast ze hun gedrag vindt. Haar verdriet over het wegblijven van Odysseus houdt ze voor zichzelf. Dit kun je weer als een sterk punt in haar karakter zien: ze heeft de wil om zich tegenover de vrijers als sterke vrouw te profileren en pas als ze alleen is laat ze haar tranen de vrije loop. De huilbuien van Penelope zijn voor haar ook een soort uitlaatklep. Na het bewenen van haar man brengt Athene haar in een rustige, vredige slaap, zodat Penelope het elke dag weer uithoudt tussen de vrijers. Een andere karaktereigenschap die ook nog in het verhaal naar voren komt, is Penelopes mening dat menslievendheid een goede eigenschap is en altijd in je eigen voordeel zal werken. Wie hard is voor zijn naasten en hardvochtig denkt en handelt, wordt achter zijn rug door allen verwenst; ellende bidden zij hem toe bij zijn leven, en na zijn dood treft hem niets dan hoon. Maar wie wat voor anderen over heeft en menslievend denkt en handelt, diens goede naam dragen vreemdelingen ver uit over de hele wereld, en velen zeggen: hij is een goed mens.” Volgens deze overtuiging is ze dan ook zeer menslievend en gastvrij ten opzichte van de zwerver (Odysseus). Wanneer de zwerver haar vertelt dat Odysseus spoedig terug zal komen, gebiedt Penelope haar dienaressen zijn voeten te wassen en een bed klaar te maken. Odysseus verkiest het echter om op de grond te slapen. Toch blijft Penelope ook principieel; ze weigert gastvrij te zijn voor de vrijers, omdat zij haar onrecht aandoen. Zelfbeeld Penelope heeft een nogal negatief zelfbeeld. Ze is van mening dat tegelijkertijd met het vertek van Odysseus ook haar talenten en haar schoonheid zijn verdwenen. Dit blijkt bijvoorbeeld uit de volgende passages: “Eurynome”, antwoordde de verstandige koningin, “praat mij daar niet van, al bedoel je het goed: mijn gezicht wassen en mij opmaken. Wat ik aan charme had, is vernietigd door de goden, die de Olympus bewonen, sinds híj vertrok met zijn ruime schepen.” en “Eurymachos (blz. 226) / Helaas (blz. 233)”, antwoordde Penelope, “mijn talenten en mijn schoonheid en mijn houding zijn door de goden te niet gedaan, toen de Grieken scheep gingen naar Ilium, en mijn man, Odysseus, meeging met hen. Als hij terug was gekomen om mij met zijn zorgen te omgeven, zou mijn naam groter en mijn leven gelukkiger zijn.” Deze passage komt minstens twee keer -letterlijk hetzelfde- in het boek voor en Penelope gebruikt ook nog andere bewoordingen om te uiten hoe ze over zichzelf denkt. Het wordt dus overduidelijk dat Penelope zelf niet zo’n positief beeld van zichzelf heeft. Ze vindt zichzelf zwak en vindt dat ze is ingestort sinds het vertrek van Odysseus. Ze heeft geen goed woord voor zichzelf over, maar ze vergeet hierbij dat de situatie waarin ze leeft natuurlijk veel moeilijker is dan vóór het vertrek van Odysseus. Mening andere personages De andere personen in het boek hebben echter wél een positief beeld van Penelope. Zij vinden haar, in tegenstelling tot wat Penelope van zich zelf vindt, verstandig, sterk en mooi. De schoonheid en intelligentie van Penelope zijn voor de vrijers één van de redenen dat ze zo graag met Penelope willen trouwen.“Dochter van Ikarios, verstandige Penelope, als alle Grieken in Hellas u thans konden zien, zouden er morgenochtend nog méér bewonderaars in uw paleis aan de maaltijd zitten. Er is werkelijk géén vrouw als gij, zo schoon, zo fier, zo intelligent en evenwichtig.” Maar natuurlijk speelt ook het feit dat Penelope rijk is en de koningin van Ithaka is hierbij een grote rol. Ook Telemachos prijst zijn moeder, als de noodzaak er is dat de boogwedstrijd gehouden wordt. ‘Zo een vrouw, als nergens bestaat in het land van Achaia, Niet in het heilige Pylos, in Argos niet, noch in Mycene, Niet op Ithaca zelf en op ’t flonkerend-zwart vasteland niet. Maar dat weet gij ook zelf! Wat behoef ik mijn moeder te prijzen?’ Toch is ook hij degene die zijn moeder vermaant als zij het lied over de terugkeer uit Troje niet kan aanhoren. Hij vindt dat de zanger zelf de liederen mag kiezen die het beste aanslaan bij zijn publiek en dat Penelope er maar tegen moet kunnen om er naar te luisteren. Hij vindt Penelope een beetje egoïstisch: zij denkt alleen maar aan Odysseus, terwijl er ook veel andere mannen omgekomen zijn. Ook Odysseus vindt zijn vrouw sterk en dapper: ‘Hij zat bij een grote zuil, de ogen neergeslagen, in afwachting of zijn sterke, dappere vrouw iets tegen hem zou zeggen, nadat zij gezien had, wie hij was.’ Ook vindt hij dat Penelope slim is, de vrijers weet te manipuleren en haar werkelijke emoties weet te verbergen. Dit blijkt als Odysseus, vermomd als zwerver, meemaakt hoe Penelope geschenken ontfutselt aan de vrijers: ‘Zo sprak zij en de nooit versagende held Odysseus had er plezier in, zoals zij die mannen geschenken ontfutselde, hen betoverde met vriendelijke woorden, terwijl zij innerlijk volkomen anders gezind was.’ Als laatste laat ook Agamemnon zich positief uit over Penelope. Odysseus komt zijn schim tegen in de onderwereld. De schim van Agamemnon vertelt hem dat je nooit een vrouw moet vertrouwen. Hijzelf is immers vermoord door zijn eigen vrouw Klytaimnestra en haar minnaar Aigisthos. Hierdoor heeft hij het vertrouwen in vrouwen verloren. Hij voegt echter toe dat Penelope een uitzondering is. Hij bewondert haar om haar goedheid, verstandigheid en trouw: ‘Ofschoon, Odysseus, jouw vrouw zal je niet vermoorden. Daarvoor is zij te verstandig en te goed, Penelope, dochter van Ikaros.’ Tenslotte laat ook de schrijver, Homerus zelf, zich positief uit over Penelope door bewoordingen als ‘de verstandige Penelope’ en ‘die godin onder de vrouwen’ te gebruiken. Behalve het sterk benadrukken van bepaalde karaktereigenschappen, heeft het veelvuldige gebruik van deze bewoordingen echter nog een reden, die te maken heeft met het gebruik van het metrum, de dactylische hexameter. Niet alle woorden en woordcombinaties pasten binnen dit metrum. Daarom schreef de schrijver eerst voor elk personage een aantal ‘namen’ of omschrijvingen op. Steeds als hij dan een bepaalde persoon wilde aanduiden, koos hij een bewoording uit het rijtje van namen en omschrijvingen. Ook dit is een reden dat sommige bijvoegelijke bepalingen vaak terugkomen, zoals ‘de verstandige...’ bij Penelope. Hierbij koos hij natuurlijk wel voor een eigenschap die het verdiende sterk benadrukt te worden.
Persoonlijk oordeel Wij vinden Penelope een sterke vrouw, omdat ze zich in een zeer moeilijke situatie weet te handhaven. Ten eerste wacht ze al bijna twintig jaar op de terugkomst van Odysseus. Daarbovenop komt ook nog eens het probleem dat de vrijers zich aan haar opdringen, omdat zij willen dat Penelope met één van hen trouwt. Toch blijft Penelope, ondanks het feit dat ze zelf ook wel eens twijfelt of haar man ooit nog zal terugkeren, trouw aan haar man omdat ze blijft hopen op zijn terugkomst. Vóórdat ze zeker weet dat Odysseus gestorven is, weigert ze haar man ontrouw te worden. Deze overtuiging wordt haar niet in dank afgenomen door de vrijers, die in het paleis bivakkeren. Penelope weet echter heel goed stand te houden tussen al deze mannen. Ze wijst hen openlijk op hun schandelijk gedrag en heeft hiermee ook nog een redelijk grote invloed op de vrijers. Ook blijft ze haar verstand goed gebruiken en verzint een list om de vrijers op afstand te houden. Wat wij ook sterk vinden in Penelope is dat ze zich op bepaalde momenten sterk op kan stellen, hoewel ze vanbinnen verdrietig is. Ze bewaart haar verdriet voor de avonden en ligt dan op haar kamer te huilen om Odysseus. Tegenover de vrijers blijft ze echter sterk, omdat ze weet dat dit de enige manier is om hen op afstand te houden. Bronnen Het is niet zo eenvoudig om dé historische werkelijkheid van de persoon Cleopatra te achterhalen. Van de historici uit de Oudheid was er bijna niet één een tijdgenoot van Cleopatra en bovendien is er geen enkele historicus geweest die een min of meer complete biografie over Cleopatra heeft geschreven. Cleopatra komt slechts voor in de antieke literatuur als hoofdstuk in het leven van andere personen, zoals Caesar en Antonius. Het gevolg hiervan is dat de beschrijving van Cleopatra en haar leven te vinden is in verschillende werken van evenzoveel verschillende geschiedschrijvers, welke het niet allemaal met elkaar eens zijn. Zo wordt er in de verschillende werken nogal eens een tegenstrijdig beeld geschetst. Bovendien wordt het beeld van Cleopatra ook nog eens vertekend door de gekleurde bril waarmee een aantal geschiedschrijvers naar haar keek. Dit is vooral het geval bij geschiedschrijvers die een tijdgenoot waren van Augustus, zoals Vergilius, Propertius en Horatius. In hun literatuur verheerlijkten zij Augustus en maakten zij dus zijn vijanden, zoals Antonius en Cleopatra, zwart. De Griekse biograaf en moralist Plutarchus (49-120) geeft in zijn werken Het leven van Caesar en Het leven van Antonius een objectiever beeld van Cleopatra. Omdat we de meeste van de antieke bronnen niet of niet in het Nederlands konden vinden, hebben we als bron ook het boek Diva Cleopatra van M.A. Wes gebruikt. In dit boek, uit 2000, probeert M.A. Wes aan de hand van antieke bronnen een beeld te schetsen van Cleopatra en haar leven. Hierbij geeft hij vaak meerdere versies van het verhaal, die door verschillende schrijvers worden gegeven. Hij maakt dus in zijn boek duidelijk dat er verschillende opvattingen bestaan over veel episodes in het leven van Cleopatra en over haar karakter en geeft hierbij de meningen van verschillende schrijvers, zodat de lezer de verschillende opvattingen te horen krijgt i.p.v. alleen één versie. In Diva Cleopatra zijn vooral de volgende bronnen gebruikt, waaruit ook wordt geciteerd: Cassius Dio (Roman History) en Plutarchus (Het leven van Caesar en Het leven van Antonius). Van Cassius Dio’s Roman History hebben we ook de hoofdstukken waarin Cleopatra voorkomt in vertaling (Engels) en ook een gedeelte van Het leven van Antonius hebben we in de Engelse vertaling. Van Het leven van Caesar hadden we wel een complete Nederlandse vertaling tot onze beschikking. Roman History van Cassius Dio Cassius Dio leefde van ca. 155-235 na Chr. Hij was een Griekse geschiedschrijver die zich vanaf 229 wijdde aan een werk dat de geschiedenis van het Romeinse Rijk beschreef: Roman History. Het werk telde 80 delen, waarvan de delen 36-60, 79 en 80 zijn overgebleven, alsmede uittreksels van een aantal andere delen. Een gedeelte van het boek beschrijft het leven van Caesar en Antonius. In deze hoofdstukken komt ook Cleopatra aan bod.
Het leven van Caesar en Het leven van Antonius van Plutarchus Plutarchus leefde van ca. 45 – ca. 120 na Chr. Hij was een Griekse filosoof en schrijver. Na zijn opleiding in Athene was hij o.a. priester in Delphi en bezocht hij Rome, waar hij zich bezighield met de opvoeding van jonge Romeinen. Hij schreef onder ander de Moralia, een verzameling geschriften over ethische kwesties, maar hij is vooral bekend geworden door zijn werk Vitae parallellae, waarin de Griekse en Romeinse beschavingen worden vergeleken. In de Vitae parallellae zijn veel biografieën opgenomen van grote figuren uit deze twee beschavingen, o.a. Het leven van Caesar en Het leven van Antonius. Cleopatra komt in beide biografieën voor als de minnares van Caesar en later van Antonius. Bij de dood van Cleopatra (Ode 1. 37) van Horatius Horatius (65 – 8 v. Chr.) was een Romeins dichter. In 45 v. Chr. ging hij naar Athene, waar hij zich in de Griekse cultuur verdiepte. Dit heeft zijn werk sterk beïnvloed. In 38 v. Chr. kwam Horatius via Vergilius in contact met Maecenas, die hem in staat stelde zich zijn verdere leven op een eigen landgoed ongestoord aan de lyriek te wijden. Horatius behoorde tot de kring van Maecenas en schreef dus ook werken die de politiek van Augustus steunden. In veel gedichten houdt hij een pleidooi voor de oude normen en waarden en in een aantal gedichten verheerlijkt hij Augustus. In Bij de dood van Cleopatra, behorend tot zijn Oden (een groot aantal gedichten, geschreven vanaf 30 v. Chr., waarin Horatius een typisch Griekse vorm in de Romeinse literatuur introduceerde), verdedigt hij Augustus’ politiek door zijn vijanden zwart te maken. Na de dood van Caesar streden Augustus (Octavianus) en Antonius om de macht. Cleopatra wordt door Horatius gezien als de kracht achter Antonius, en is dus een vijand van Augustus. Daarom schetst hij een negatief beeld van haar. De situatie waarin Cleopatra zich bevindt en hoe ze ermee omgaat. Na de dood van haar vader Ptolemeus XII (in 51 v. Chr.) wordt Cleopatra op 18 jarige leeftijd samen met haar 10 jaar oude broer Ptolemeus XIII staatshoofd van Egypte. De hoge heren aan het hof, die liever zaken deden met de jonge Ptolemeus XIII, die een marionet was in hun handen, dan met Cleopatra, die níet over zich heen liet lopen, verdreven Cleopatra en zetten haar broertje op de troon. Cleopatra laat het hier niet bij zitten en verzamelt een leger aan de grens in de stad Ascalon. Na de moord op Pompeius komt Caesar naar Egypte om te bemiddelen tussen Cleopatra en Ptolemeus XIII. Cleopatra bedenkt dat het verstandig zou zijn om de machtige Caesar aan haar kant te krijgen in de oorlog tegen haar broer. Ze gooit al haar charmes in de strijd om een ontmoeting met Caesar te regelen. ‘Ze had ook een zeer innemende stem en verstond de kunst om met haar charmes iedereen voor zich te winnen. Gezien haar stralende verschijning en haar mooie stem, waarmee ze in staat was elke willekeurige man, zelfs iemand die niet zo gevoelig was voor erotiek en al wat ouder was, naar haar hand te zetten, vond ze het wel bij haar passen een persoonlijke ontmoeting met Caesar te arrangeren, en ze maakte haar schoonheid tot het wapen bij uitstek om al haar aanspraken kracht bij te zetten.’ Cleopatra gebruikt dus haar schoonheid en charmes om haar doel voor elkaar te krijgen. Haar verzoek werd ingewilligd. Om in het paleis te komen gebruikte Cleopatra volgens Plutarchus een list. Ze laat zich in een beddenzak door een vriend, Apollodorus, het paleis indragen. Door deze actie heeft ze meteen Caesar voor zichzelf gewonnen, waardoor Caesar zich inzet om een verzoening tussen Cleopatra en Ptolemeus XIII tot stand te brengen. Volgens Cassius Dio kwam Cleopatra gewoon het paleis binnen, zonder binnengesmokkeld te zijn in een beddenzak. Ook hij vermeldt echter dat Caesar meteen in de ban is van Cleopatra: ‘Zodra Caesar haar had gezien en haar stem had gehoord, raakte hij zo in haar ban dat hij terstond, nog voordat het weer licht was geworden, Ptolemeus liet komen en aan het werk ging om hen met elkaar te verzoenen. Eerst had hij alleen maar als scheidsrechter willen optreden, maar vanaf dat moment werd hij haar pleitbezorger.’ Ptolemeus XIII is hier echter woedend over en onder druk van de Egyptische bevolking worden Cleopatra én Ptolemeus XIII aangesteld als heersers over Egypte. De militairen vertrouwen Caesar echter niet en verwachten dat Cleopatra uiteindelijk de alleenheerschappij zal krijgen. Omdat ze niet ondergeschikt wilden zijn aan een vrouw, steunden zij Pothinus, die de Egyptenaren had opgestookt tegen Caesar en die een aanval voorbereidde op Caesar, die slechts een klein leger had meegenomen Alexandrië. Caesar wint de strijd en Ptolemeus verdrinkt bij zijn poging om via de rivier te vluchten. Om de Egyptenaren tevreden te houden stelde Caesar naast Cleopatra ook haar 11 of 12 jarige broertje Ptolemeus XIV aan. In werkelijkheid had hij echter geen enkele macht. Na een reis door Egypte samen met Cleopatra vertrekt Caesar naar Syrië om onbekende redenen en kort daarna wordt Caesarion geboren, het zoontje van Cleopatra en Caesar. Na een aantal triomfen van Caesar gaat hij terug naar Rome, waar ook Cleopatra met haar broer en zoon heengaat. De Romeinen spreken er schande van dat Cleopatra haar intrek heeft genomen bij Caesar, omdat Caesar al is getrouwd met Calpurnia, maar hier trekken Cleopatra en Caesar zich niets van aan. Hoewel de meeste senatoren niets van Cleopatra en Caesar moesten hebben, speelde Cleopatra zonder een krimp te geven de rol van zelfbewuste en arrogante koningin. Ze blijft onverstoorbaar haar luxe leventje leiden, ondanks de roddels dat Caesar zich intussen tijdens een veldtocht vermaakte met de vrouw van koning Bogud van Mauretanië. Na een verblijf van bijna twee jaar in de villa van Caesar, vertrekt Cleopatra op 15 maart 44 voor Christus, de dag waarop Caesar wordt vermoord, weer naar Alexandrië. Caesar had namelijk in zijn testament vastgelegd alles aan het Romeinse volk te vermaken en Cleopatra kon niets anders doen dan vertrekken naar Alexandrië, waar ze ook niet erg geliefd was. In Alexandrië sterft Ptolemeus XIV. Volgens de historicus Flavius Josephus werd hij door Cleopatra vergiftigd, omdat zij weer de alleenheerschappij wil hebben. Om de schijn op te houden en omdat de alleenheerschappij van een vrouw niet werd geaccepteerd, stelt ze haar driejarige zoontje Caesarion aan als koning. Cleopatra heeft de macht dus weer alleen in handen heeft. Ondertussen is er in Rome een driemanschap gekomen van Octavianus, de adoptiefzoon van Caesar, Marcus

Antonius, een consul, en Marcus Lepidus. Dan wordt Cleopatra op het matje geroepen bij Antonius omdat ze Cassius financieel zou hebben gesteund in zijn oorlog. Cleopatra had echter nog goed in haar geheugen hoe ze Caesar voor zich wist te winnen, dus had ze goede hoop om Antonius nog makkelijker met haar charmes naar haar hand te kunnen zetten.: ‘Dus liet ze tal van geschenken in gereedheid brengen, en veel geld, en kleding en sieraden die men verwacht van een koningin van een groot en welvarend rijk. Haar verwachtingen waren echter vooral gebaseerd op haar zelfvertrouwen en de magische uitstraling en onweerstaanbare betovering van haar persoonlijkheid.’ Bovendien weet ze hem in te palmen door luxueuze feesten. Nadat Cleopatra haar eerste ontmoeting met Antonius heeft gehad is hij al helemaal in haar ban. Cleopatra maakt hier gebruik van en Antonius verliest, onder invloed van Cleopatra, zijn goede eigenschappen (‘Als gevolg van zijn verliefdheid kwamen tal van aspecten van zijn persoonlijkheid, die tot dan toe onder de oppervlakte waren gebleven en een sluimerend bestaan leidden, aan het licht en begonnen zich krachtig te manifesteren. Het resultaat was dat zijn goede eigenschappen, die er wel degelijk waren, volledig overwoekerd en uitgeroeid werden.’ ). Bovendien doet hij alles wat Cleopatra hem opdraagt, zonder te overwegen of deze acties wel ethisch verantwoord of rechtvaardig waren: (‘Hij was willoos overgeleverd aan de Egyptische en liet zich helemaal in beslag nemen door zijn passie voor haar. Het gevolg was dat hij allemaal dwaze dingen deed.’ ). Nadat Cleopatra naar huis is teruggekeerd, volgt Antonius haar al snel naar Egypte, waar hij in burger zijn vakantie viert. Cleopatra heeft een grote invloed op hem, door hem dag en nacht bezig te houden: ‘Cleopatra verzon telkens iets nieuws om het Antonius naar de zin te maken, of het nu om serieuze zaken ging dan wel om spelletjes. Ze hield hem dag en nacht in de gaten en liet hem geen moment los. Ze deden samen gokspelletjes, ze dronk met hem, ze ging met hem op jacht, ze stond naar hem te kijken als hij aan het trainen was, en als hij ’s nachts de deuren en ramen van de gewone mensen langsging en de bewoners ging staan uitschelden, ging ze met hem mee op zijn omzwervingen door de stad.’ Als Antonius terugkeert uit Egypte ontstaat er een conflict tussen Antonius en Octavianus (de pleegzoon van Caesar). Antonius wordt gedwongen tot een akkoord, welke wordt bezegeld door een huwelijk tussen Antonius en Octavia, de zus van Octavianus. Kort nadat Antonius uit Alexandrië is vertrokken, baart Cleopatra een tweeling van hem, Cleopatra Selene en Alexander Helios. Omdat in het akkoord het Westen aan Octavianus was toegewezen en het Oosten aan Antonius, vertrekt Antonius, met Octavia, naar Athene, waar hij twee achtereenvolgende jaren de winter doorbrengt. Na ruim drieëneenhalf jaar niet bij Cleopatra te zijn geweest, stuurt hij Octavia naar Rome en gaat zelf naar Syrië, waar ook Cleopatra naartoe gebracht wordt. Volgens Plutarchus doet Octavianus dit omdat hij zo naar Cleopatra verlangt. Hij geeft haar een aantal gebieden in het oostelijke Middellandse Zeegebied. Nadat Antonius met Cleopatra is meegegaan naar Alexandrië, gaat hij terug naar Syrië waar hij bericht krijgt over het feit dat Octavia hem tegemoet wil varen. Als Cleopatra dit hoort, vreest ze concurrentie en doet ze haar uiterste best om Antonius elke keer dat hij langskomt bij zich te houden: ‘Dus deed Cleopatra alsof ze vreselijk verliefd was op Antonius en ging ze op dieet om er slanker uit te zien. Elke keer als hij bij haar kwam, keek ze hem helemaal verrukt aan, en elke keer als hij wegging, toonde ze zich heel bedroefd en deed ze alsof ze bijna flauwviel. Ze zorgde ervoor dat ze voortdurend duidelijk zichtbaar in tranen was, en dan droogde ze haar tranen snel af en verborg ze die, zogenaamd omdat ze Antonius niets wilde laten merken.’ Cleopatra laat zelfs aan Antonius doorschemeren dat ze het niet zou overleven als hij haar zou wegsturen. Omdat Antonius echt bang is dat Cleopatra zelfmoord zal plegen, keert hij terug naar Alexandrië en wijst Octavia af. Cleopatra heeft Antonius weer in haar macht. Antonius geeft haar de bijnaam ‘Koningin der Koningen’ en schenkt haar en haar zoon Caesarion Egypte en Cyprus. Als de Romeinen horen over Antonius praktijken in Egypte worden ze woedend en vrezen ze dat hij het centrum van de macht naar Egypte zou verplaatsen. Toch verklaarden ze hem niet expliciet tot vijand, omdat ze bang waren dat ze dan ook zijn resterende aanhangers tot vijanden zouden moeten verklaren. Cleopatra verklaarden ze echter wel expliciet en onomwonden de oorlog. De aanleiding van de oorlogsverklaring was het volgende: ‘Zij bracht niet alleen hem geheel en al in de ban van haar betovering, maar ook alle anderen die op een of andere manier invloed op hem hadden, en dat ging zo ver dat ze de hoop ging koesteren dat ze zelfs Rome aan haar gezag zou onderwerpen, en de krachtigste manier voor haar om iemand te verzekeren dat iets werkelijk zou gebeuren, was om dan zoiets te zeggen als ‘zo waar als ik ooit op het Capitool zal rechtspreken’.’ Antonius trekt ten strijde tegen Octavianus en beveelt Cleopatra om zich terug te trekken in Egypte. Cleopatra haalt Antonius echter over dat ze deelneemt aan de militaire operatie. Plinius vertelt in zijn Naturalis Historia de anekdote dat de verhouding tussen Antonius en Cleopatra zó onder spanning stond aan de vooravond bij de slag bij Actium, dat Antonius bang was dat Cleopatra hem wilde vergiftigen. Antonius laat al zijn eten en drinken voorproeven en Cleopatra besluit hem te bewijzen dat ze dit gemakkelijk kon omzeilen. Tijdens het feest gooit Cleopatra een paar bloemblaadjes uit haar bloemenkrans, die ze van te voren met gif had bestreken, in de wijnbeker van Antonius en nodigt hem uit een dronk op haar uit te brengen. Net voordat Antonius ene slok neemt, pakt ze de beker af en laat ze een gevangene de beker leegdrinken. Deze man stierf ter plekke. Cleopatra had Antonius weer eens voor gek gezet, maar ook zijn wantrouwen weggenomen. Ze had hem immers, ondanks dat ze wel degelijk de mogelijkheid ertoe had, niet vergiftigd. De volgende dag zijn Antonius en Cleopatra bij de slag van Actium in het nauw gedreven. Cleopatra wil met Antonius terugkeren naar Egypte. Ze is bang geworden, maar wil de bondgenoten niet in paniek brengen door openlijk weg te vluchten: ‘Ze wilden echter niet stiekem wegvaren, en ook niet openlijk en voor iedereen zichtbaar, want dan zou het net lijken alsof ze wegvluchtten en ze wilden voorkomen dat hun bondgenoten in paniek zouden raken. Ze deden het dus voorkomen dat ze zich opmaakten voor een zeeslag, waarbij het hun bedoeling was om, als ze op verzet zouden stuiten, met geweld een doorbraak te forceren.’ Midden in de strijd gaat Cleopatra er echter vandoor, maar ook Antonius laat zijn leger achter, vergeet alles en iedereen om zich heen en gaat Cleopatra achterna. Antonius en Cleopatra waren ontsnapt, maar de oorlog was nog niet voorbij en het net sloot zich rond Antonius en Cleopatra. Cleopatra komt tot de conclusie dat ze tegenover Octavianus geen schijn van kans heeft. Bovendien heeft Octavianus bericht gestuurd dat hij verliefd is op Cleopatra, omdat hij weet dat Cleopatra hierop hoopt, en hij hoopt zo Cleopatra ertoe over te halen om Antonius uit de weg te ruimen. Cleopatra pleegt inderdaad verraad door de stad Pelusium aan Octavianus over te leveren en de opvarenden van Antonius’ schepen om te kopen. Cleopatra vlucht haar mausoleum in en laat Antonius berichten dat ze dood is, waarop Antonius zichzelf neersteekt. Uiteindelijk bereikt hij nog wel het mausoleum, waar hij naar binnen wordt gehesen en sterft in de armen van Cleopatra. Nu Octavianus als overwinnaar uit de strijd is gekomen, is haar enige kans de overwinnaar van Antonius voor zich te winnen. Omdat Cleopatra bang is dat Octavianus haar iets aandoet, blijft ze opgesloten zitten in het mausoleum. Hier had ze in ieder geval ook al haar bezittingen verzameld, waardoor ze Octavianus onder druk kon zetten. Octavianus wilde namelijk haar schatten hebben en haar levend afvoeren naar Rome voor zijn triomftocht. Cleopatra weigerde verder te leven zonder de titel van koningin en dreigde zichzelf te doden en haar rijkdommen te verbranden: ‘Zo hardnekkig klampte ze zich vast aan haar koninklijke status, zelfs toen nog, hoewel ze toch in alle opzichten met haar rug tegen de muur stond. Ze wilde liever sterven als koningin dan verder leven zonder die titel en status. Ze had inderdaad fakkels klaarliggen om haar rijkdommen in brand te steken, ze had ook cobra’s en andere reptielen bij zich waarmee ze eerder experimenten had uitgevoerd op proefpersonen om erachter te komen op welke manier elk van deze beesten iemand doodde.’ Uiteindelijk komen er toch onderhandelaars binnen in het mausoleum, die ook alles bij haar weg haalden waarmee ze zich eventueel van het leven zou kunnen beroven. Cleopatra regelt dan maar een ontmoeting bij Octavianus, waarbij hem op zijn gevoel probeert te spelen door hem te herinneren aan zijn pleegvader Caesar: ‘Ze sloeg haar oogleden op naar Caesar [Octavianus] en beklaagde haar lot in welgekozen bewoordingen. Ze legde daarbij een element van geraffineerde droefgeestigheid in haar stem. Afwisselend sprak ze woorden als: ‘Ach, Caesar, wat heb ik nu nog aan die brieven van jou?’ of: ‘Maar voor mij leef je voort in deze man hier.’ De ene keer zei ze: Was ik maar vóór jou doodgegaan’, en dan weer: ‘Maar als ik hem hier heb, dan heb ik jou.’ ’ Octavianus heeft echter in de gaten waar Cleopatra mee bezig is, maar speelt mee en spoort haar aan moed te houden. Cleopatra vermoedt echter dat hij haar mee wil voeren in zijn triomftocht en wil dus liever zelfmoord plegen of vermoord worden. Als het haar niet lukt om Octavianus om te halen doet ze net of ze van gedachte verandert is en zich vrijwillig zal laten meevoeren naar Rome. Ondertussen hoopt ze echter op een geschikt moment om de hand aan zichzelf te slaan. Na haar toezeggingen houden de bewakers haar minder scherp in de gaten. Wanneer een man een mand vijgen komt brengen, laten de bewakers hem dan ook gewoon door. Die avond stuurt Cleopatra een bericht naar Octavianus waarin ze hem smeekt om naast Antonius begraven te worden. Octavianus heeft zo zijn vermoedens en stuurt meteen een aantal mensen naar Cleopatra. Op moment dat ze bij haar aankomen blijkt ze echter al gestorven te zijn. Over de dood van Cleopatra vertellen de schrijvers verschillende versies, het is nooit duidelijk geworden wat er precies is gebeurd. ‘Het verhaal gaat dat de cobra samen met de vijgen en verstopt onder de bladeren naar binnen is gebracht. Zo had Cleopatra het bevolen, en de opzet was dat het beest haar zou bijten zonder dat ze het merkte. Maar toen ze van de vijgen had genomen en hem zag, zei ze: ‘Kijk, daar is hij’. En ze had haar arm ontbloot en zich in de arm laten bijten. Anderen beweren dat de cobra opgesloten zat in een waterkruik en dat, toen Cleopatra hem met een gouden spinrokken tevoorschijn liet komen, het beest geïrriteerd was geraakt en haar had aangevallen en zich in haar arm had vastgebeten. Niemand weet wat er precies gebeurd is. Ook wordt namelijk verteld dat ze altijd vergif bij zich droeg, in een holle haarspeld die verstopt zat in haar haar.’ Ook Cassius Dio maakt melding van de versies met de slang in de mand met vijgen en het vergif in de holle haarspeld. Het verhaal met de slangenbeet heeft echter het meest tot de verbeelding gesproken en is al in de Oudheid de standaardversie geworden. Het lichaam van Cleopatra wordt bij Antonius begraven. Caesarion wordt vermoord en Egypte wordt een provincie van het Romeinse Rijk. Karakter en kracht De situatie waarin Cleopatra terechtkomt heeft ze min of meer zelf gecreëerd. Ze had natuurlijk genoegen kunnen nemen met de gedeelde heerschappij over Egypte samen met haar broertje Ptolemeus XIII en zich kunnen laten adviseren door haar raadslieden. Cleopatra liet echter niet over zich heenlopen en was vanwege haar hebzuchtigheid niet tevreden met de gedeelde heerschappij. Daarom wilde ze haar broer buiten spel zetten om de alleenheerschappij te verkrijgen. Om de macht in Egypte, en misschien ook daarbuiten, te krijgen, gebruikt ze haar kracht om steun te krijgen van dé heerser over de ‘gewone wereld’: Caesar. Later, als Caesar is vermoord, weet Cleopatra de machtige Antonius voor zich te winnen en spant hem voor haar karretje. Nadat Antonius is omgekomen en Octavianus de machtigste man is, probeert ze hetzelfde bij hem, maar dit mislukt uiteindelijk. Liever dan dat ze roemloos wordt meegevoerd in de triomftocht van Octavianus pleegt ze zelfmoord. Cleopatra gebruikte haar kracht dus om de machtigste mannen van haar tijd voor haar karretje te spannen, waardoor ze haar alleenheerschappij in Egypte kon handhaven en haar macht zelfs kon uitbreiden naar andere gebieden. Uit de antieke bronnen over Cleopatra kunnen we een aantal karaktereigenschappen opmaken, die haar én de kracht gaven om de alleenheerseres van Egypte te worden én om de machtigste mannen uit haar tijd te manipuleren. Om zich te verzekeren van haar macht, wilde Cleopatra de steun hebben van de machtige heersers. Caesar en Antonius wist ze betrekkelijk makkelijk voor haar karretje en spannen en hoewel ze Octavianus niet aan haar kant kreeg, won ze toch gedeeltelijk zijn vertrouwen zodat ze de kans had zelfmoord te plegen: ‘De twee grootste Romeinen van haar tijd kreeg zij in haar macht, en de derde maakte dat ze zichzelf vernietigde.’ Welke karaktereigenschappen gaven haar nou eigenlijk de kans om al deze machtige mannen zo te manipuleren? Ten eerste is Cleopatra zich zeer bewust van haar charmes en schoonheid, eigenschappen die ze zeer handig gebruikt om Caesar en later Antonius te verleiden: ‘Ze liet zich door Dellius overreden, en afgaand op het onbetwistbare feit dat ze eerder met haar verschijning onmiskenbare indruk had gemaakt op Caesar en de jonge Gnaeus Pompeius, had ze goede hoop dat ze Antonius nog makkelijker naar haar hand zou kunnen zetten. De eerste twee hadden haar immers leren kennen toen ze nog jong was en van niets wist, maar nu had ze de leeftijd bereikt waarop vrouwen op hun mooist zijn en intellectueel op hun top. (...) Haar verwachtingen waren echter vooral gebaseerd op haar zelfvertrouwen en de magische uitstraling en onweerstaanbare betovering van haar persoonlijkheid.’ Plutarchus bestrijdt echter dat Cleopatra een superieure schoonheid was. Toch weet ze de mensen in haar omgeving te betoveren door haar uitstraling. ‘Ze was namelijk, naar men zegt, in geen enkel opzicht zo’n superieure schoonheid, en wie haar gezien had, was daar niet bepaald van onder de indruk, maar wie met haar omging, kwam onvermijdelijk in haar greep en haar verschijning had, in combinatie met haar vertrouwenwekkende manier van spreken en de hele manier waarop ze zich in gezelschap presenteerde, iets prikkelends.’ Ze weet mensen dus ook te prikkelen met haar stem; ze kon goed spreken en sprak volgens Plutarchus bovendien een groot aantal talen. Dit was is de hellenistische wereld zeer uitzonderlijk, de Grieken spraken over het algemeen alleen Grieks. Of dit waar is valt dus ook te betwijfelen. In ieder geval was Cleopatra door haar goede woordkeus in staat Caesar en Antonius zo te bepraten, dat ze alles voor elkaar kon krijgen wat ze wilde. Ten derde probeert ze hen te imponeren met uitbundige feesten en prachtige geschenken. ‘Met het oog op haar ontmoeting met Antonius in Cilicië richtte Cleopatra voor Antonius een vorstelijk banket aan. Als het servies van goud en kunstig bewerkt met edelstenen. Ook waren de wanden behangen met purperen wandkleden doorweven met goud. Er waren twaalf aanligbedden in gereedheid gebracht. Vervolgens nodigde Cleopatra Antonius uit met wie hij maar wilde. Toen hij zich bij de aanblik van al die kostbaarheden helemaal verbijsterd toonde, zei ze glimlachend tegen hem dat al die zaken bedoeld waren als geschenk voor hem, en ze nodigde hem uit om de volgende dag opnieuw bij haar te komen eten, samen met zijn vrienden en officieren. De volgende dag vergastte ze hem op een banket dat nog veel schitterender was en in vergelijking waarmee de pracht en praal van haar eerste ontvangst niet veel voorstelde, en opnieuw deed ze hem alles cadeau. (...)’ Ten slotte hebben we al gezien dat Cleopatra Antonius weet te behouden, doordat ze hem vreselijk zit te vleien. Ze doet voorkomen alsof ze vreselijk verliefd is op Antonius en écht niet zonder hem kan. ‘Dus deed Cleopatra alsof ze vreselijk verliefd was op Antonius en ging ze op dieet om er slanker uit te zien. Elke keer als hij bij haar kwam, keek ze hem helemaal verrukt aan, en elke keer als hij wegging, toonde ze zich heel bedroefd en deed ze alsof ze bijna flauwviel. Ze zorgde ervoor dat ze voortdurend duidelijk zichtbaar in tranen was, en dan droogde ze haar tranen snel af en verborg ze die, zogenaamd omdat ze Antonius niets wilde laten merken.’ Antonius heeft niet in de gaten dat Cleopatra alleen maar doet alsof ze zo verliefd is op hem en dat ze hem op deze manier misbruikt. Door haar afkomst en haar gedrag was Cleopatra bij velen niet geliefd. Niet bij de Romeinse burgers, niet bij de bevolking van Egypte en niet bij Octavianus. Ze moest dus wel een aantal karaktereigenschappen bezitten om zich te kunnen handhaven tussen degenen die haar niet mochten. Een belangrijk middel van haar hierin is, zoals hierboven beschreven staat, steeds het vertrouwen te winnen van de machtige heersers uit die tijd. Dezen steunden haar en verklaarden haar vervolgens openlijk tot ‘vriend en bondgenoot van het Romeinse volk’ , zodat de Romeinen voorlopig niets tegen haar konden ondernemen. Bovendien kon ze het in het haar vijandig gezinde Rome goed uithouden door haar zelfbewustheid en arrogantie. Dit ondanks de roddels van de niet minder zelfingenomen senatoren, die overal rondvertelden dat Caesar zich tijdens zijn veldtocht vermaakte met de vrouw van koning Bogud van Mauretanië. Cleopatra trok zich hier echter niets van aan en ging door met haar leven in haar villa in Rome. De Egyptische bevolking kon ze redelijk in bedwang houden door de schijn op te houden dat ze samen met een koning regeerde. Eerst had ze Ptolemeus XIII naast zich op de troon en na zijn dood Ptolemeus XIV. Deze broertjes van Cleopatra hadden echter geen enkele macht. Nadat Cleopatra Ptolemeus XIV vergiftigd had, zette ze zelfs haar driejarige zoontje Caesarion naast zichzelf op de troon, zodat Cleopatra in de praktijk de alleenheerschappij had. Officieel waren zij echter koning en koningin en kon het Egyptische volk niet klagen. Bovendien is Cleopatra zeer wreed en berekenend. Haar broers en zusters, die mogelijk aanspraak zouden kunnen doen op de troon liet zij uit de weg ruimen, zodat zij van hen niets te vrezen had: ‘Aangezien ze van nature behept was met een grote hebzucht, schrok ze voor geen enkele wandaad terug. Haar broer, van wie ze wist dat hij koning zou worden, had ze toen hij nog maar vijftien jaar oud was, met vergif om het leven gebracht, en ze had haar zuster Arsinoë door Antonius laten doden toen zij asiel had gezocht in de tempel van Artemis in Ephesus.’ Ook in Egypte toont Cleopatra haar zelfbewustheid en arrogantie: ze presenteert zich als een godin en laat zich Nea Isis, ‘de nieuwe Isis’, (de vrouw van de Egyptische god Osiris) noemen. Tegenover Octavianus, die ze niet voor haar karretje weet te spannen met haar charmes en verleidingskunst, toont Cleopatra haar trots: ze sterft liever als een koningin, dan dat ze haar titel en waardigheid moet opgeven en in een triomftocht door Rome wordt gevoerd, waar ze van alle kanten vernederd zal worden. Daarom pleegt ze zelfmoord: ‘Zo hardnekkig klampte ze zich vast aan haar koninklijke status, zelfs toen nog, hoewel ze toch in alle opzichten met de rug tegen de muur stond. Ze wilde liever sterven als koningin dan verder leven zonder titel en die status.’ Zelfbeeld Cleopatra heeft een zeer positief beeld van zichzelf. Ze is zeer zelfbewust en wéét dat ze de charme en schoonheid heeft om Caesar kan inpalmen. Hier maakt ze dan ook gebruik van. De tweede keer, als ze Antonius voor zich wil winnen, is ze er al helemaal van overtuigd dat het gaat lukken, omdat het haar immers met Caesar ook lukte. ‘Ze liet zich door Dellius overreden, en afgaand op het onbetwistbare feit dat ze eerder met haar verschijning onmiskenbare indruk had gemaakt op Caesar en de jonge Gnaeus Pompeius, had ze goede hoop dat ze Antonius nog makkelijker naar haar hand zou kunnen zetten. De eerste twee hadden haar immers leren kennen toen ze nog jong was en van niets wist, maar nu had ze de leeftijd bereikt waarop vrouwen op hun mooist zijn en intellectueel op hun top. (...) Haar verwachtingen waren echter vooral gebaseerd op haar zelfvertrouwen en de magische uitstraling en onweerstaanbare betovering van haar persoonlijkheid.’ Vooral het zelfvertrouwen van Cleopatra en haar positieve zelfbeeld hebben ervoor gezorgd dat ze het aandurfde om de machtigste mannen van haar tijd in te palmen, ze vond het zelfs ‘bij haar passen’: ‘Gezien haar stralende verschijning en haar mooie stem, waarmee ze in staat was elke willekeurige man, zelfs iemand die niet zo gevoelig was voor erotiek en al wat ouder was, naar haar hand te zetten, vond ze het wel bij haar passen een persoonlijke ontmoeting met Caesar te arrangeren, (...)’ Iemand zonder zelfvertrouwen zou dit nooit durven, maar bang zijn voor een afwijzing. Cleopatra ging er niet van uit dat ze afgewezen werd, ze was er immers heilig van overtuigd dat het haar zou lukken. Cleopatra komt zelfs een beetje arrogant over: ze vindt zichzelf zó fantastisch dat ze zichzelf in Egypte als een godin profileert. Ze noemt zichzelf Nea Isis, ‘de nieuwe Isis’, en vergelijkt zichzelf hierdoor met de meest belangrijke Egyptische godin: Isis, de echtgenote en zus van Osiris. Mening andere personages Caesar en Antonius waren volledig in de macht van Cleopatra. Caesar was meteen bij de eerste ontmoeting, waarbij Cleopatra werd binnengesmokkeld in een beddenzak, zó onder de indruk van Cleopatra dat hij helpt een verzoening tussen haar en haar broer tot stand te brengen: ‘Men zegt dat Kleopatra door deze list meteen al Caesar’s hart veroverde – er bleek immers uit dat zij een gewiekste was – en dat hij, in de ban van de overige charmes van haar omgang, een verzoening tot stand bracht tussen haar en haar broer, in die zin dat zij samen met hem zou regeren.’ Hij heeft meteen door dat Cleopatra heel slim is. Ook hebben we gezien dat Antonius meteen in de ban van Cleopatra was. Hij erkent in haar zelfs zijn meerdere op het gebied van elegantie en organisatie van een groot feest: ‘(...) en toen hij de mindere moest erkennen was hij de eerste om de spot te drijven met zijn eigen armzalige prestatie en gebrek aan verfijning.’ Hoewel Cleopatra ook hoopte Octavianus te kunnen verleiden, is dit haar niet gelukt. Octavianus gebruikte Cleopatra handig om haar rijkdommen in zijn bezit te krijgen. Als reactie op een aantal brieven met vredesvoorstellen, die Cleopatra naar Octavianus had gestuurd, stuurde Octavianus haar boodschappen met enerzijds dreigementen maar anderzijds toezeggingen. ‘Hij was bang dat de vrouw in een wanhoopsgebaar al haar schatten zou vernietigen en prijsgeven aan de vlammen. Dus bleef hij haar de hele tijd gedurende zijn opmars naar de stad boodschappen sturen waaruit zij op een of andere manier hoop kon putten op clementie van zijn kant.’ Hij liet een slaaf onder andere aan Cleopatra melden dat hij verliefd op haar was. Op deze manier hoopte Octavianus dat hij Cleopatra zo ver kreeg om Antonius te doden en zichzelf en haar rijkdommen te sparen. Tenslotte probeert hij, door haar gerust te stellen dat haar niets zal overkomen, te voorkomen dat ze de hand aan zichzelf slaat, omdat hij haar mee wil voeren bij zijn triomftocht door Rome. (‘Hij wilde namelijk per se dat zij met haar aanwezigheid zijn triomf luister zou bijzetten.’ 50) Wanneer Cleopatra zelfmoord heeft gepleegd voelt hij een grote bewondering voor haar en is hij vervuld van medelijden, maar hij heeft ook het gevoel dat hij beroofd is van de glans van zijn overwinning. De schrijvers van de verschillende bronnen waar Cleopatra in voorkomt laten zich voornamelijk negatief of neutraal over haar uit. De schrijvers uit de tijd van Augustus (Octavianus), verheerlijkten Augustus en probeerden zijn vijanden zwart te maken. Een voorbeeld hiervan is Horatius, hij ziet Cleopatra als de grote vijand van Augustus, en niet Antonius. In zijn Ode over de slag bij Actium noemt hij haar een ‘fatalum monstrum’, een fataal monster, dat heeft geprobeerd om het Capitool te verwoesten en een ‘non humilis mulier’, een niet nederige vrouw. Een voorbeeld van een schrijver met een meer objectievere benadering is Plutarchus. Persoonlijk oordeel Wij vinden dat Cleopatra zeker een sterke vrouw was. Ze wist Caesar en Antonius voor zich te winnen en kreeg hen zo in haar macht dat ze hen kon gebruiken voor haar persoonlijke voordeel. Een groot verschil met Penelope is echter dat Penelope zich staande moet houden in een situatie die niet door haarzelf gecreëerd is en dat Cleopatra haar kracht gebruikt om haar macht uit te breiden. Hierdoor komt Cleopatra veel minder sympathiek over. Dit komt ook doordat veel schrijvers haar afbeelden als een op macht beluste vrouw, die niets en niemand ontziet, zelfs haar broers en zusters niet, die een groot vertrouwen in zichzelf heeft en daarbij arrogant en trots is.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.