Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Solfatara vulkaan, Cumae, Aeneas, Vergilius

Beoordeling 5.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 3154 woorden
  • 9 januari 2004
  • 45 keer beoordeeld
Cijfer 5.3
45 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Kymae en de Solfatara Dit onderwerp staat in het teken van de Aeneïs en de schrijver Vergilius. De plaats Cumae en de Solfataravulkaan spelen een belangrijke rol in de Aeneïs. Alles houdt verband met elkaar. Het verband zullen we in ons artikel proberen duidelijk te maken. We beginnen met de geschiedenis van Vergilius, de schrijver van de Aeneïs. Publius Vergilius Maro (zie ill.1: Vergilius met 2 Muzen op een Middeleeuws mozaïek) Vergilius werd geboren op 15 oktober 70 v. C. in Noord-Italië in een klein dorp dichtbij Mantua, waarschijnlijk het huidige Pietole. Hij kreeg de naam Publius Vergilius, later werd Maro zijn bijnaam. Vergilius was geen Romein, maar een Galliër: het dorp lag in Gallia Cisalpina. (‘Gallië aan deze kant van de Alpen’, vanuit Rome gezien) De vader van Vergilius was volgens de antieke biografen van eenvoudige afkomst: een "pottenbakker" zeggen de enen, de anderen noemen hem een "mercennarius", een betaalde kracht. Hij was in dienst van Magius, die later zijn schoonvader zou worden. Magius zelf was een "viator", een "bode" in dienst van een magistraat van lagere rang. De moeder van Vergilius (de dochter van Magius) heette Magia Polla. (=Paula) Vergilius verloor zijn vader vrij vroeg. Vader Vergilius liet zijn zoon een aanzienlijke erfenis na, die deze laatste toeliet te leven als een grand seigneur. Moeder, die aan drie zonen het leven had geschonken, hertrouwde met ene Valerius, en had van hem nog een zoon: Valerius Proculus. Die zou Vergilius overleven. De twee andere broers stierven jong, Silo als kind en Flaccus als jongeman. Vergilius liep tot zijn vijftiende school te Cremona, waar het gezin waarschijnlijk ook resideerde en daarna even te Milaan. In Rome en Napels studeerde hij Griekse en Latijnse grammatica, filosofie en retorica en later ook wiskunde en medicijnen. Zijn leraren in Rome waren o.a. de epicurist Siro en Epidius, een retor. In 49 v.C. werd Vergilius officieel een Romeins burger. Na 41 werd hij van zijn landgoed verdreven omdat de akkers verdeeld werden voor de oudgedienden van Augustus en Antonius. Door het maecenaat, een sponsorschap dat de Augusteïsche dichters in opdracht van de keizer kregen van Maecenas, had hij toch de kans zich ergens te vestigen om zich aan het schrijven te wijden. Maecenas gaf hem een huis in de buurt van Napels. Zo kwam Vergilius voor het eerst in aanraking met de literaire kring rond Maecenas, die de poëzie onder Augustus tot grote bloei bracht. Vergilius raakte zo bevriend met o.a. Horatius en Livius. Vergilius' eerst gepubliceerde werk was de 'Eclogae' of 'Bucolica'. (herderszangen) Dit schreef hij in 39 v.C.. Vervolgens schreef hij in 29 de 'Georgica'. Dit is een leerdicht over de landbouw dat bestaat uit 4 boeken. Het eerste boek gaat over veldgewassen, het tweede over bomen en heesters, het derde over vee en het laatste over bijenteelt. Het thema 'de mens in strijd met de natuur' staat hierbij centraal. Later, na zijn dood, werden in de 'Appendix Vergiliana' nog enkele jeugdwerken gepubliceerd. Keizer Augustus was zeer onder de indruk van zijn werk en gaf de opdracht tot het schrijven van een heldendicht als propaganda voor de Pax Augusta en hemzelf. De laatste tien jaar van zijn leven wijdde Vergilius aan het schrijven van het tragisch epos 'De Aeneïs'. Het omvat 12 boeken en gaat over de held Aeneas, die het karakter van Augustus heeft waarin de oude virtutes (deugden) centraal staan. Deze deugden waren voor Augustus erg belangrijk en dit komt dan ook in de propaganda duidelijk naar voren. Aeneas is dapper, plichtsgetrouw en gehoorzaamt de goden. Hij wordt beschermd door de god Apollo, wat niet toevallig is. Apollo is namelijk o.a. de god van de wraak en i.v.m. de slag bij Actium, waar Augustus Marcus Antonius en Cleopatra verpletterend versloeg, is Apollo erg belangrijk voor de keizer. Vergilius zelf wordt vaak afgebeeld met een laurierkrans, het symbool van Apollo, die ook de god van de kunsten en de 9 Muzen is, waar Vergilius als dichter natuurlijk door werd geïnspireerd. In 23 las Vergilius het 2e en 4e boek persoonlijk voor aan de keizer, die geklaagd had dat hij nog niets van de tekst gezien had. Augustus was erg onder de indruk. In het 6e boek komt Aeneas na een lange tocht aan in Cumae. Hier krijgt hij een toekomstvoorspelling van de Sibylle. Zij zegt hem wat hij moet gaan doen. De rest van de Aeneïs gaat over het uitvoeren van de opdrachten die hij daar krijgt, daarom speelt Cumae een belangrijke rol. Later zullen we hier nog op terugkomen. Het 6e boek is tevens de overgang van een ‘Odyssee’ naar een ‘Ilias’: de eerste helft van het epos gaat over de reizen en belevenissen van Aeneas, de 2e helft vertelt over de oorlogen die hij heeft moeten voeren alvorens hij de stad Lavinium heeft kunnen stichten. Vergilius schreef de Aeneïs naar het voorbeeld van Homerus, hij overtreft hem hiermee door 2 epen in één te verwerken. Toen Augustus na de winter van 20 terugkeerde van Samos kwam hij Vergilius tegen in Athene. Vergilius reisde met hem mee, eerst naar Megara en vervolgens terug naar Italië. Deze reis werd hem fataal; hij overleed in 19 v.C. in Brundisium aan hoge koortsen. Hij had ene Varius instructies gegeven de Aeneïs, die nog niet helemaal af was, te verbranden, maar de keizer hield dit tegen en zo werd de Aeneïs toch uitgegeven. Vergilius is een van de bekendste dichters uit de Oudheid en zijn graf bij Napels wordt nog steeds druk bezocht. Zijn grafschrift, dat hij van tevoren zelf heeft geschreven, luidt: “Mantua me genuit, Calabri rapuere, tenet nunc Parthenope. Cecini pascua, rura, duces" Dit betekent: “Mantua schonk mij het leven, Calabrië roofde het weg, Parthenope bezit mij nu. Ik heb gezongen (geschreven) van weiden, akkers en leiders.” Ter verduidelijking: Calabrië ligt in Zuid-Italië, waar hij stierf, en zijn graf is in Parthenope bij Napels. Niet voor niets noemt Vergilius op wat hij heeft geschreven. Voor de Romeinen was het voor een goed dichter essentieel in 3 genres van literatuur thuis te zijn: de pastorale poëzie (Vergilius’ Bucolica); een pedagogisch werk of leerdicht (de Georgica) en een epos (kenmerken: over mensen en goden; over vroeger; geschreven voor de hele samenleving) Vergilius maakt met zijn grafschrift duidelijk dat hij een echte dichter is, omdat hij hieraan heeft voldaan. Kymae Waarschijnlijk stond Vergilius, toen hij over Aeneas' aankomst in Cumae schreef, bovenop de heuvel bij de tempel van Apollo. Als je de Aeneïs leest en daar bij die burcht gaat staan, kan je het verhaal volgen: je kan de route zien die Aeneas moet hebben afgelegd.
De Griekse kolonisatie De Grieken waren een volk met een hoge beschaving. In de periode 750- 550 voor Christus ontwikkelden ze deze beschaving alleen nog maar meer. De bevolking groeide, ze ontwikkelden een eigen alfabet en de kwaliteit van kunst en architectuur nam ook toe. Rond die tijd bestond Griekenland uit verschillende ‘poleis’. Dat waren gemeenschappen die onafhankelijk waren van anderen. Zo’n polis kon een stad, een eilandje of een bergdal zijn, maar veel groter was ook mogelijk. Elke polis werd bestuurd door een groep van aristocraten, een groep van de rijkste mensen. Na een tijdje ontstaan in zulke groepen van rijken meningsverschillen en spanningen. Deze spanningen, zoals de bevolkingsgroei en het feit dat hun eigen land niet meer kon voorzien in de behoeften, waren de oorzaak van het wegtrekken van families. Eerst werden omliggende gebieden veroverd, maar later ook plaatsen buiten de Griekse wereld. Zo ontstonden koloniën. Doordat hele groepen mensen wegtrokken, bleven sommige familieleden in een polis achter. Zij wilden wel contact blijven houden met hun weggetrokken familieleden en er ontstond een levendige communicatie tussen de ‘moederstad’ en de koloniën. De kolonisatie rond Napels vond als volgt plaats: de Grieken vaarden naar de westkust van Italië. Daar gingen ze zich eerst vestigen op het eilandje Ischia. Door ruimtetekorten trokken de Grieken naar het vaste land en stichtten ze Cumae. Vanuit daar trokken ze verder naar het binnenland en stichtten ze Neapolis, nieuwe stad (nu Napels geheten). De stad Kymae (zie ill.7:plattegrond van Cumae) Cumae is een strategisch gelegen stad aan de kust van Campanië dat tussen 750 en 725 voor Christus door de Grieken is gesticht. Het is na het tegenoverliggende Pithecussae (op het eiland Ischia) de oudste Griekse kolonie in het westen. Vanaf het midden van de 19e eeuw zijn de ten noordwesten van het Lago d’Averno gelegen resten van de stad opgegraven. Bij de (gedeeltelijk) opgegraven acropolis (= een stad op een berg) is een 130 meter lange gang gevonden, de zogenaamde grot van de sybille van Cumae. Als wij in Cumae komen gaan we ons beperken tot het bezichtigen van de tempel van Apollo, de tempel van Jupiter en de grot van de sybille (zie ill.6:de grot van de Sybille). Aan de voet van de berg ligt de grot van de sybille, de tempel van Apollo ligt op het onderste terras, de tempel van Jupiter ligt op het bovenste terras en op de noordwesthelling ligt de acropolis (acro = berg, polis = stad) De tempel van Apollo is gebouwd in de tijd dat de Grieken de macht hadden op het eiland.(zie ill.8: De tempel van Apollo) De tempel is in 1911 uitgegraven en een Latijnse inscriptie die was opgedragen aan de god Apollo biedt bewijs dat deze tempel aan de god Apollo was opgedragen. In de oude fundamenten werden graven uitgehakt. De tempel was later in gebruik als een basiliek, een katholieke kerk. De tempel van Jupiter werd uitgegraven in 1925. Ook deze tempel deed later (nadat hij gebouwd was door de Grieken) dienst als een christelijke basiliek. Restanten van het vroegere altaar en het baptisterium, doopplaats, zijn nog altijd zichtbaar.(zie ill.9: De tempel van Apollo). Zoals je hebt gelezen, speelt Cumae een belangrijke rol in de Aeneïs. Om te weten wat Aeneas allemaal beleefde in Cumae, is het nodig eerst wat van zijn voorgeschiedenis af te weten. Aeneas Aeneas was een mythologische Trojaanse held, die reeds in de epen van Homerus genoemd wordt. Hij werd vooral in de Romeinse wereld belangrijk als indirecte stichter van Rome en stamvader van het Julische keizershuis waartoe Augustus en zijn opvolgers behoorden. Keizer Augustus staat model voor het karakter van Aeneas. De levensgeschiedenis van Aeneas Aeneas is de zoon van de sterveling Anchises en de godin Aphrodite. Hij wordt geboren op de berg Ida in Trojeland. Later neemt hij met grote moed deel aan de gevechten rondom Troje tegen de Grieken tijdens de Trojaanse oorlog. De goden Aphrodite en Apollo beschermden hem tijdens die gevechten. Op de noodlottige dag dat de Trojanen het houten paard binnen hun poorten haalden, verschenen zijn moeder en de geest van Hektor in zijn slaap en droegen hem op weg te gaan uit de stad. Aeneas verzette zich eerst tegen dit plan, want het zou op een vlucht lijken, maar uiteindelijk laat hij zich overhalen door de smeekbeden van zijn vader en zijn vrouw. Hij verzamelt de nog levende manschappen en neemt zijn vader op de rug en zijn zoontje aan de hand. Zijn vrouw Creusa komt om het leven bij de vlucht uit de stad. Ze gaan met z'n allen naar de kust en gaan aan boord van enkele schepen. Aeneas had van de goden de opdracht gekregen om in het Avondland (het land waar de zon onder gaat, het westen) een nieuwe stad te stichten, van die stad zouden de beschermgoden dezelfde zijn als van het nu brandende Troje. Gehoorgevend aan de opdracht van de goden trok Aeneas naar Thracië en vervolgens naar Delos, waar hij het orakel van Apollo raadpleegde. Het orakel vertelde hem dat Italië de eindbestemming was. Hij voer verder naar Sicilië, waar zijn vader stierf. Toen de vloot van Sicilië naar Italië wilde varen bemoeide Hera zich ermee, zij creëerde een storm die Aeneas' vloot naar Afrika dreef. Aeneas belandt op de kust van Afrika, waar hij zijn moeder in de gedaante van een jong meisje ontmoet. Zij zegt hem dat hij naar Carthago moet gaan en gastvrijheid aan Dido moet vragen. In Carthago worden Dido en Aeneas door toedoen van Venus (Aphrodite) verliefd op elkaar en hebben een paar gelukkige weken. Maar Jupiter laat via zijn bode Mercurius aan Aeneas vragen warom hij niet verder naar Italië trok. Aeneas vertrekt midden in de nacht en zet koers naar Italië. Vervolgens maakt Dido zichzelf van kant. Aeneas komt terug op Sicilië waar hij lijkspelen houdt voor zijn overleden vader. Daarna reist hij verder en komt aan in Cumae. Aeneas' belevenissen in Cumae De sybille Aeneas gaat zodra hij in Cumae is aangekomen naar de sybille. Een sybille is een oud vrouwtje die de toekomst kan voorspellen. De sybille voorspelt Aeneas vreselijke oorlogen. Aeneas is echter bereid alles te doorstaan zolang hij maar weet dat hij op een dag het nieuwe Troje kan stichten. Aeneas vraagt de sybille daarom om een gunst: hij wil afdalen in de onderwereld om zijn overleden vader Anchises op te zoeken. Anchises woont in Elysium, een gedeelte van de onderwereld waar de mensen komen die goed geleefd hebben. Anchises heeft Aeneas al eerder in diens dromen opgezocht en hem verteld dat hij zijn vader moet komen opzoeken. De sybille vertelt Aeneas dat iedereen moeiteloos de onderwereld kan betreden, maar dat het terugkeren tot het daglicht moeite kost en om terug te kunnen naar het daglicht moet Aeneas voordat hij de onderwereld betreed, een gouden twijg afbreken van een boom. Als hij deze gouden twijg heeft, keert hij terug naar de sybille en nadat hij een lam heeft geofferd gaat de sybille hem voor in de onderwereld. De ingang van de onderwereld ligt in een grot bij de Solfatara vulkaan. In de onderwereld ontmoet Aeneas eerst Dido alvorens hij bij zijn vader aankomt. Hij ziet in Elysium dat de schimmen drinken uit een rivier. Anchises vertelt hem dat ze vergetelheid drinken uit de Lethe. Deze schimmen zullen namelijk terugkeren naar de aarde om een nieuw leven te beginnen. Aeneas hoort van zijn vader dat de schimmen die hij ziet van de toekomstig Julius Ceasar en keizer Augustus zijn. Aeneas ziet de toekomst van het Romeinse Rijk voor zich en voelt zich gerustgesteld. Anchises vertelt zijn zoon ook over de oorlogen die hij kan verwachten en de gevaren die hij zal lopen. Ook geeft hij hem goede raad over welke moeilijkheden hij moedig zal overwinnen en welke hij met intelligentie moet vermijden. Uiteindelijk kwamen ze aan bij de poorten van Elysium. Deze poorten worden ook wel de poorten der dromen genoemd. Éen was er van ivoor waaruit mooie bedrieglijke dromen naar de mensenwereld zweefden. De andere poort was van hoorn waardoor dromen naar de mensen gingen die in vervulling zouden gaan. Bij de poorten verliet Anchises Aeneas en de sybille.
De Solfatara (zie ill.2: een plattegrond van de wandelpaden van de Solfatara en ill.4: de Solfatara) De ingang van de grot van de Sybille en de onderwereld is bij de Solfatara vulkaan. We zullen daar nu eerst wat over vertellen, voordat we verder gaan met Aeneas. De Solfatara vulkaan ligt in de Phlegreïsche Velden, 10 km van Napels. (zie ill. 3: kaartje van Napels en omgeving) De krater van de Solfatara heeft een diameter van 700 meter. 4000 jaar geleden is hij vulkaan geworden door een grote explosie van magma. Sindsdien is de vulkaan hetzelfde gebleven en slaapt hij. Geschiedenis De oude Romeinen wisten al van de Solfatara: Strabo (66 v. Chr.-24 n. Chr.) vermeldde deze streek als eerst in zijn Strabonis geographica. Hij noemde het de Forum Vulcani. Volgens hem was dit het huis van de god Vulcanus, en was dit de ingang van de onderwereld. ( Aeneas ging hier ook de onderwereld in). Al sinds de middeleeuwen is de Solfatara één van de beroemdste mineraalbronnen in de Phlegreïsche Velden. Sinds 1900 is de vulkaan opengesteld voor bezoekers, maar al in de 18e en 19e eeuw werd deze plek nooit over geslagen door mensen die hun Grand Tour maakten door Europa. Ook wordt de Solfatara al heel lang gebruikt als kuuroord, mensen namen hier modderbaden en de zwavel, die volop aanwezig is op deze vulkaan, werkte genezend. Op de weg naar de Solfatara staan veel kapelletjes van de heilige Santo Gennaro, hij is een martelaar omdat hij vanwege zijn geloof in de Fangaia is geworpen. Vele andere Christenen wachtte hetzelfde lot. Op 19 september is het Santo Gennaro dag. In de hele omgeving wordt deze dag gevierd en er zijn verschillende straten, restaurants etc. naar hem vernoemd. Bezienswaardigheden De belangrijkste bezienswaardigheden van de Solfatara vulkaan zijn: De Fangaia, de Bocca Grande, de mineraalwater Put en de oude Stufe. Hieronder zullen we uitleggen wat deze inhouden: De Fangaia De Fangaia is een plek waar gassen uitkomen die bestaan uit dampen met klei. De Bocca Grande De Bocca Grande is de grootste dampbron van de Solfatara. De stoom heeft een temperatuur van 160 °C. Rond deze bron liggen stenen die door zwavel geel zijn gekleurd, door deze zwavel stinkt het hier zo naar rotte eieren. Bij de Bocca Grande is begin 20e eeuw een observatorium gebouwd die later in elkaar is gestort door een aardverschuiving. De mineraalwater put De put is begin 19e eeuw gebouwd, en is nog steeds te zien. Het hete water van de Solfatara werd gebruikt tegen ziektes, het is rijk aan zwaveloxiden, calcium, magnesium en andere substanties. Verticale bewegingen van de aardkorst hebben ertoe geleid dat de stad Pozzuoli door de eeuwen heen op verschillende hoogtes t.o.v. het zeeniveau heeft gelegen.
De Stufe De Stufe bestaat uit 2 grotten die eind 19e eeuw aan de noordkant van de Solfatara zijn gegraven. Later zijn deze grotten met baksteen afgewerkt. De grotten werden gebruikt als natuurlijke sauna’s. (zie ill.5: de Stufe) Verdere bijzonderheden Door de extreme omstandigheden op de vulkaan komen er op de vulkaan bijzondere bacteriën, gevleugelde insecten en planten voor. Het Aeneasverhaal na Cumae en de Solfatara Aeneas zal nadat hij Cumae heeft verlaten naar het noorden trekken, omdat hij in de onderwereld heeft gehoord dat zijn toekomst in Italië ligt, om precies te zijn in de streek van de Tiber. Met de vloot vaart hij naar de monding van deze rivier, de grensrivier tussen Latium en Etrurië. In Latium heerst Laurentium. Zijn dochter Lavina heeft de leeftijd bereikt dat ze in het huwelijk mag treden en Aeneas wil met haar trouwen. Laurentium stemt toe, maar Iuno probeert verderf te zaaien. Ze veroorzaakt een oorlog. Aeneas moet het opnemen tegen Turnus, de vorst van de Rutuliërs. Aeneas wint de strijd. Hierna zal hij Lavinium stichten, genoemd naar zijn vrouw. (zie ill.10: kaart Lavinium en omgeving) Zijn zoontje Ascanius zal Alba Longa stichten. Vele generaties later zal Rhea Silvia geboren worden. Deze Vestaalse maagd wordt door de god Mars verkracht en hieruit zullen Romulus en Remus geboren worden. Later zal Romulus Rome stichten. Deze stamboom verduidelijkt Aeneas' plaats in de geschiedenis van Rome: Aphrodite -- Anchises | | Aeneas x Creusa | | Ascanius >14 generaties later | | Numitor + ? | | Rhea Silvia -- Mars | | Romulus & Remus

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.