Julius Caesar

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 1328 woorden
  • 2 februari 2003
  • 196 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
196 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding. Gaius Julius Ceasar, geboren te Rome op 12 juli 100 v.C. Ruim 2000 jaar na zijn dood nog steeds zeer bekend. Deze man heeft een enorme indruk achtergelaten op het volk van zijn tijd en latere tijden. Hij was Romeins staatsman, veldheer en schrijver, behoorde tot de familie Caesar uit het geslacht van de Julii. Hij is vooral bekend geworden door zijn snelle verovering van Gallia, zijn tocht over de Rubicon en de daarop volgende opmars in Italië, zijn vestiging van een alleenheerschappij – dwars tegen de Republikeinse traditie in –, zijn vrijages met Cleopatra en zijn dramatische dood. Wij hebben ons verdiept in een aantal gebeurtenissen in Caesars leven. Ons werkstuk is verdeeld in 4 hoofdstukken en een slotconclusie, zoals aangegeven in de inhoudsopgave. Hoe raakte Caesar politiek betrokken? Toen Gaius Julius Caesar werd geboren, was de heerser in Rome Gaius Marius. De verbindingen tussen de Marius-famile en de Ceasar-familie waren sterk: Marius was getrouwd met de tante Gaius Julius Ceasar. Al toen hij twaalf jaar oud was, nam men hem mee naar de Curia, het Senaatsgebouw, om de toespraken en debatten aan te horen en de staatslieden aan het werk te zien. Als schoonzoon van Cinna en neef van Marius had Caesar relaties met de populares, dit is een politieke groepering die probeerde de macht van de Senaatspartij te ondermijnen. De strijd tussen optimates en populares is te beschouwen als een botsing tussen twee groeperingen binnen de adel, waarbij de eerste groep haar voornaamste steun vond in de Senaat, de tweede in het Romeinse volk. Caesar zou een belangrijke rol spelen in deze machtsstrijd en de Senaatspartij een groot deel van haar macht ontnemen. Caesar begon zijn loopbaan als advocaat in Rome. Tussen 70 en 60 v.C. was hij een veel bewogen persoon in de politiek : als praetor in Spanje, als aedilis, pontifex maximus en praetor urbanus. Ondertussen bemoeide hij zich met de berechting van de medestanders van Catilina, door te pleiten voor een vrijheidsstraf in plaats van de doodstraf.
Het Driemanschap en de weg naar alleenheerschappij. Eind jaren 60 v.C. werd hij tot consul gekozen en sloot hij een verbond met Pompejus, die al roem had verworven in zijn strijd tegen de zeerovers en zijn veldtocht in Azië, én met Crassus, die ongehoord rijk was en vooral bekend wegens het bedwingen van de Spartacusopstand. Dit verbond noemt men veelal het eerste Driemanschap. Deze benaming is eigenlijk niet goed, omdat hier, in tegenstelling tot het tweede Driemanschap van 43 v.C., geen sprake is van een officiële bevestiging, maar eerder van een privé-afspraak. Dit verbond werd gesloten om te komen tot een samenspanning tegen de Senaat, waarbij waarschijnlijk ieder van de drie de bedoeling had met behulp van de andere twee de macht voor zich te winnen. Als consul schonk Caesar in 59 v.C. aan 20 000 kinderrijke gezinnen van proletariërs landerijen en trad op tegen de afpersingen van provinciale stadhouders. Hiermee verwierf hij zich zo'n populariteit dat het volk hem voor vijf jaar het Po-gebied (Gallia Cisalpina) en Illyricum toewees met drie legioenen. De Senaat schonk hem bovendien Gallia Narbonensis, de huidige Provence. Vanuit dit laatste gebied veroverde hij in een achttal jaren geheel Gallia Transalpina tot aan de Rijn. Met zijn twee expedities naar Britannia bereikte hij niet veel, het werd niet meer dan vlagvertoon. Intussen hernieuwden Pompejus, Crassus en Caesar hun verbond in 56 v.C.. Pompejus merkte echter op dat zijn invloed leed onder de toenemende populariteit en reële politieke macht van Caesar. Om dit tegen te gaan wou hij een soortgelijk commando als Caesar in Gallia had. Hiermee kwamen de drie bondgenoten tot een verdeling van de provincies: Caesar behield Gallia, Pompejus kreeg Spanje toegewezen en Crassus Syrië. In 53 v.C. sneuvelde Crassus in zijn strijd tegen de Parthen. De politieke balans leek hierdoor in het nadeel van Pompejus door te slaan. Pompejus en de Senaat vonden elkaar in hun gemeenschappelijke strijd tegen Caesar, die niet alleen te veel macht kreeg, maar bovendien niet geheel binnen de perken van de wet handelde. De strijd werd snijdend, toen Pompejus consul sine's collega (een verzachte vorm van dictatuur) werd en Caesars mandaat in Gallia afliep. Caesar kreeg op 7 jan. 49 v.C. de opdracht zijn commando neer te leggen. Pompejus werd tegelijkertijd bevolen de wapens op te nemen ter verdediging van de Republiek. Caesar trok de Rubicon over, de grens tussen zijn mandaatgebied en Italië, en gaf daarmee openlijk te kennen op een staatsgreep uit te zijn (alea iacta est: de dobbelsteen is geworpen). Pompejus en zijn manschappen hadden geen tijd om een behoorlijk leger op de been te brengen en konden nog slechts naar het Oosten uitwijken. Er kwam een burgeroorlog. Om de macht van Pompejus te breken, trok Caesar allereerst naar Spanje, dat hij gedeeltelijk onderwierp. Vervolgens zette hij de achtervolging van Pompejus in. In een eerste treffen werd hij door het goed georganiseerde leger van zijn tegenstander Pompejus verslagen. Bij Pharsalus in Thessalië lokte Caesar de beslissing uit: Pompejus werd verslagen en in Egypte vermoord. Bij zijn bezetting van Alexandrië raakte Caesar verwikkeld in de troonstrijd tussen Ptolemaeus XII en zijn zuster Cleopatra. Hij versloeg Ptolemaeus en plaatste Cleopatra op de troon. Het einde van Caesars macht. Caesar kampte met allerlei problemen, zowel in de binnenlandse als in de buitenlandse politiek: niet alleen hadden allerlei kleine heersers kans gezien opnieuw gebied te heroveren, maar ook en vooral was een uiteindelijke regeling van Caesars positie in Rome zelf noodzakelijk. De buitenlandse politieke problemen bleken gemakkelijk op te lossen. In Rome stuitte Caesar op meer problemen. Daar hij in 49 v.C. al tot dictator voor tien jaar was benoemd, was het zaak zijn positie voor de toekomst veilig te stellen. In 45 v.C. lukte hem dat formeel en werd hij dictator voor onbepaalde tijd. Caesar was absoluut heerser, maar zag geen kans zijn feitelijke positie te legitimeren. De groep tegenstanders van zijn dictatuur was te machtig en te groot. Gevolg hiervan was dat Caesar binnen één jaar na zijn aankomst in Rome vermoord werd: op de Idus (15) van maart 44 v.C. werd hij voor de Senaatszaal door een zestigtal republikeinen onder leiding van Brutus en Cassius aangevallen en neergestoken. Caesar heeft vele hervormingen binnen Rome ingevoerd. Hij verleende bijvoorbeeld het burgerrecht. Hij regelde de schulden, stelde een nieuwe kalender vast, reorganiseerde het verkeer en vermaakte het volk met publieke spelen. Caesar als schrijver. Caesar was ook schrijver en redenaar van formaat. Zijn redevoeringen zijn verloren gegaan, evenals zijn poëzie (o.a. epigrammen), een pamflet Anticato, gericht tegen de nagedachtenis van Cato, en een grammaticale verhandeling, De analogia. Bewaard gebleven zijn de Commentarii de bello Gallico (zeven boeken) en De bello civili (drie boeken). In De bello Gallico beschrijft Caesar jaar voor jaar de gebeurtenissen die leidden tot de bezetting van heel Gallia; de beschrijving van de laatste jaren van deze strijd, 51 en 50, is door zijn adjudant Aulus Hirtius in een achtste boek toegevoegd: in De bello civili worden de eerste twee jaren van de burgeroorlog tussen Caesar en Pompejus (49 en 48) beschreven; Aulus Hirtius voegde een boek toe over de verdere strijd in Alexandrië, anderen over die in Afrika en Spanje. De Commentarii de bello Gallico zijn geen geschiedwerk in de eigenlijke zin van het woord; zij hebben de vorm van ambtelijke rapporten die door de auteur niet zonder politieke oogmerken zijn opgesteld, geschreven in een sobere en informatieve stijl maar zeer boeiende stijl. Cicero bewonderde deze geschriften zeer. Conclusie. Hoe men Caesar ook wil beoordelen, het valt moeilijk te ontkennen dat hij een van de machtigste mannen in het oude Rome, en een van de bekendste figuren uit de geschiedenis van het romeinse Rijk is. Vele verhalen zijn verteld over hem en hij heeft een grote indruk achtergelaten bij het volk van zijn tijd en van nu. Bronvermelding: · Encarta encylopedie 98, Juluis Caesar, amsterdam 1998 · www.proto.thinkquest.nl/~jrb013/Romeinen/ Romeinsekeizers.htm ·
www.koxkollum.nl/caesar/caesarlinks.htm · www.geschiedenis.nl/onderbouw/klas1/ romeinen/caesar/caesar.htm · www.greut.nl/data/html/augustus.html · www.home.quicknet.nl

REACTIES

A.

A.

handig ik zit in de 1e en gebruik het nu al 5 vwo serieus??

10 jaar geleden

D.

D.

7 jaar geleden

D.

D.

echt goed!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!!

7 jaar geleden

S.

S.

ECHT KUT PRESENTATIE

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.