Hoofstuk 1: De Meester en Zijn leerlingen. Discipel komt van het latijn (discipulus) en betekent leerling. Het woord discipel is verwant aan het Griekse woord waarvan ons woord didactiek is afgeleid, wat onderwijskunde betekent. Het gaat dus om iemand die onderwijs ontvangt, wordt opgevoed, zich in een leerschool bevindt. De woorden discipel en christen komen heel dicht bij elkaar zoals je in Handelingen 11 kunt zien. Een christen is iemand die in zijn manier van leven een volgeling van Jezus is zo zegt de Bijbel en als je naar Paulus kijkt, wat hij zegt tegen Timotheus (zie Tim. 3:10,11) dan zie je dat beide begrippen eigenlijk uitwisselbaar zijn. Discipelen van Jezus zijn leerlingen, volgelingen (net zoals Timotheus volgeling van Paulus was) en vertrouwelingen. Je bent vaak niet direct een discipel van Jezus. Vaak ben je een leerling van een ‘oudere’ discipel (bijv. een dominee), die op zijn beurt weer in dienst is van de grote Meester. Jezus zelf was eigenlijk ook een discipel op aarde met God als Zijn Meester.
Als het om discipelschap gaat, is het eerst belangrijk om te kijken naar de leerling die onderwijs ontvangt. Het gaat zo’n discipel in de eerste plaats om het woord van zijn Meester. Er waren ook valse discipelen die het Woord in praktijk brengen te moeilijk vonden. Als de leerling niet bereid is op grond van het genoten onderwijs een volgeling te worden is het uit met zijn discipelschap. Discipelschap is eigenlijk een leerschool van het aardse leven. Het begrip volgeling gaat verder dan leerling. Het gaat er dan niet alleen om wie Hij is. Uit liefde voor Zijn persoon willen wij Zijn volgeling en vertrouweling zijn. Als je een Meester zoals Hij liefhebt en je levert je vrijheid bij Hemn in dan wordt je pas echt vrij. Wie dat doet heeft iets van het discipelschap begrepen. Dan raak je de derde betekenis nl. vertrouweling. Je levert iets bij de Meester in en je krijgt er veel meer voor terug. Het gaat een discipel niet alleen om te horen wat de Meester zegt, zelfs niet alleen in Zijn woord te blijven, maat uiteindelijk te worden als de Meester zelf. Het worden als Christus is uiteindelijk je doel in je geestelijke groei. Niet te doen wat hij doet (wonderen), maar te zijn zoals Hij, dan zijn we helemaal ‘op orde’.
Wie een discipel is, is gelijk een onderdaan van het koninkrijk van God. De plaats waar dat koninkrijk zich bevind is de aarde. En nu de Koning in de hemel is kunnen we zeggen; waar op aarde de onderdanen van de Koning zijn, daar is het koninkrijk. Toen door Adam en Eva de zonden op de wereld kwamen is de satan eigenlijk de baas op aarde geworden. De taak van een discipel is dan zich te verzetten en te wachetn totdat de Koning terugkomt, net zoals de mensen in de Tweede Wereldoorlog tegen de Duitsers, en weerstand te bieden door het evangelie te verkondigen en nieuwe onderdanen te werven voor het verborgen koninkrijk van God, dat zich langzaam opbouwt. Maar het betekent voor de discipelen dat zij eerst wel de verwerping van de Meester moeten delen, voordat zij de heerschappij met de Koning kunnen delen. De Koning zoekt discipelen die bereid zijn hiet op aarde Hem conseqeunt te gehoorzamen en te volgen. Zo’n persoon meot zich eerst laten dopen. De doop is een publieke toelating tot het koninkrijk van God, tot de gemeenschap van discipelen die de verworpen Jezus willen navolgen om straks Zijn verheerljking te delen. Na de doop moet de discipel leren te bewaren alles wat de Meester aan Zijn apostelen geboden had. Hij zoekt mensen, die bereid zijn hun vrijheis op te geven, Hem consequent te volgen, hun eigen wil aan de Zijne te onderwerpen en alles wat Hij hun geboden heeft te bewaren. Hoe speel je dat klaar? Het antwoord is: door de liefde en zo alles voor Hem over te hebben, wat Hij ook voor jou over heeft. Hoofdstuk 2: De liefde jegens de Heer. In het vorige hoofdstuk hebben we gezien hoe een discipel het ‘klaarspeelt’ zijn vrijheid op te geven om een Ander volledig gehoorzaam te zijn. Het geheim is de liefde. Het is belangrijk om dit geheim beter te leren kennen. Het is de sleutel tot ware toewijding en navolging. Echte discipelen hebben niet allen liefde voor hun Heer, maar ook voor hun medediscipelen (1 Joh. 2) Wie zij broeder niet liefheeft, heeft God niet lief, en omgekeerd. Zo zie je dat er voor leifde twee manieren nodig zijn. Zij zouden liefhebben, omdat Hij hen eerst had leifgehad. (1 Joh. 4:19) De kenmerken van deze discipel zouden dus uit het wezen van God zelf voortvloeien. God is licht en liefde zo staat het in Johannes en zo zijn Zijn kinderen ook. Dat betekent, dat wij hem gehoorzaam zijn en de weg van gerechtigheid in te gaan. Hij zal je helpen en je niet in het diepe storten. De Meester die het grote voorbeeld voor de discipel is, is ook de kract in de discipel. Samenvattend kunnen we in navolging van de Meester steeds 3 dingen onderscheiden. *Gebod; het is de Meester die het bevel aan de discipel geeft. *Voorbeeld; het is de Meester die Hem de uitvoering van het bevel heeft voorgedaan. *Kracht; het is de Meester die in de discipel de uitvoering van het bevel bewerkt, door in hem Zijn eigen kracht te werken.
Door veel vrucht te dragen zal men een discipel van de Heer kunnen zijn. Ware discipelen zijn levende ranken, die de levensappen van de wijnstok opnemen en daardoor veel vrucht kunnen dragen (zie ook Joh. 15:5,6). Z’on discipel heeft een zware opdracht, maar het leven van de wijnstok dat in hem is, maakt het hem mogelijk die taak te vervullen nl. worden als zijn Meester. God de Vader zal on daarbij helpen (als wij Hem in ons leven toelaten) door dingen die het vruchtdragen bemoeilijken weg te snoeien. Vrucht dragen houdt niet zozeer verband met wat wij doen, maar met wat wij zijn, wat onze daden zijn. Bijvoorbeeld je liefde aan iemand tonen door jouw leven voor hem te geven, want heeft Jezus dat ook voor jou gedaan. Jezus is je vriend, waarmee je op zeer vertrouwelijke voet staat. Hij heeft geen geheimen voor je als je je openstelt. Hij zegt: Ik noem u niet meet slaven, want de slaaf weet miet wat zij heer doet; maar ik heb u vrienden genoemd. Dan zegt Hij: Alles wat Ik van Mijn Vader gehoord heb, heb ik u bekend gemaakt. Daar moet je blij mee zijn, maar er zijn ook goddelijke gedachten, waar je verre van blijft staan. Als je gehoorzaam aan Hem bent, ben ja al een hele stap verder bij het discipelschap, dat is de sleutel tot intimiditeit, vriendschap. Elke dag zijn er mensen waarvan hun ogen opengaan en die hun leven in Zijn dienst stellen. Zij nemen Hem als Heiland en Heer aan. Om dit te behouden is een belijdenis nodig die uit je hart komt en die elke dag in alle dingen van ons leven manifest moet zijn. Zo wordt je een ware discipel (christen) door te spreken en je te laten zien. Je hoeft je ook geen zorgen te maken om je medediscipel. Ook al denk dat hij allerlei verkeerde dingen doet, dat is een zaak tussen hem en zijn Heer. Treed niet in de positie van meester, want daarvan is er maar een nl. Jezus Christus. We moeten niet in de verantwoordelijkheid van de medediscipel willen treden, maar ons ook niet achter diens verantwoordelijkheid willen verschuilen. Iedereen zal voor zichzelf verantwoording af moeten leggen, zo zegt Paulus in Gal. 6:4,5. Discipelschap loopt dus nooit via andere discipelen. Als onervaren discipel zijn wij sterk geneigd om op het kompas van anderen te varen, dat geeft niet. Maar er komt een tijd, dat je op je eigen benen moet staan en moet beseffen, dat de persoonlijke relatie met de Meester voorop staat. IN het koninkrijk van God gaat het immers niet om wat wel en wat niet mag, maar om rechtvaardigheid, vrede en blijdschap in de Heilige Geest. Dit zijn zaken die het hart van de discipel raken. Helaas is dit voor ons vaak heel moeilijk. Wij storten ons regelmatig in onnozele discussies, waar vaal alleen de satan baat bij heeft. Discipelen behoren met hun meningsverschillen om te gaan en rechtvaardig te oordelen. Het geheim van dit alles is de liefde tot de Here Jezus. Dat is de kracht en de stimulans om hem te volgen, Hem te gehoorzamen. Hoofstuk 3: De Prijs van het discipelschap. Het thema van dit hoofdstuk zouden we als volgt kunnen omschrijven: aan discipelschap hangt een prijskaartje. Het enige wat ons eigenlijk te doen staat, is ons in geloof aan de Here Jezus en aan Zijn werk toevertrouwen. En zelfs dat geloof is een gave van God. De ene kant van deze verkondiging zegt, dat het evanglie niets kost, want Jezus heeft alles al gedaan. De andere kant is dat als je discipel van Jezus wil worden, je dat alles gaat kosten. Je moet alles prijsgeven. In de hemel komen kost niets; de aarde doorkomen kost alles. Je kunt het ook zo zeggen: christen worden kost niets, christen zijn kost alles. Als christen op aarde gaat het je een hoge prijs kosten, wat alleen met de kracht van de Heer volbracht kan worden. Veel mensen deinzen voor z’on hoge prijs terug. Het is dan ook volkomen waar dat de kracht tot echt discipelschap helemaal van de Meester moet komen. Maar we moeten er wel voor oppassen, dat we er ons niet achter gaan verschuilen om zo onze verantwoordelijk te ontlopen. Niemand van ons is uit zichzelf bereid en in staat tot discipelschap. Er is wedergeboorte nodig om ons daartoe bereid te maken en de kracht van de Heilige Geest is nodig om ons daartoe in staat te stellen. Jezus eist van ons om alles op te geven om een discipel te worden, dat zegt Hij ook zelf in ‘harde’ woorden (Joh. 6:60.66). Hij zegt dit zo om de ware en de valse discipelen te herkennen. Het ‘harde’ woord van Jezus wilde het misverstand vermijden, dat het christendom iets goedkoops is. Jezus ziet in je hart of het discipelschap wat voor je is. Hij zegt: Weet waar je aan begint! Discipel van Jezus worden betekent dat je je vrij maakt van alles wat je van discipelschap af houdt, want niemand kan Jezus in eigen kracht volgen en niemand mag Jezus op eigen voorwaarden volgen. Wat de Here Jezus ook wil zeggen is: Wie zijn ouders, zijn vrouw, broer of zuster meer liefheeft dan Mij, kan mijn discipel niet zijn. Je moet ze ook niet haten, zegt Jezus. Maar je moet Jezus meer liefhebben dan je naasten. En je moet eigenljk bij elke gewetensquestie eerst denken wat de Here ervan zou vinden, voordat je iets doet of beslist. Jezus zegt: Wil je discipel van Mij zijn? Geef dan het mindere op om het grote te winnen. Dus wie zijn leven ter wille van Hem en het evangelie stelt, zal het behouden. Daar hoort ook het ‘kruisdragen’ bij, dat Hij heeft gedaan. Wij zijn kruis niet draagt en achter Mij komt, kan Mijn discipel niet zijn (Luk. 14:27). Wie is bereid discipel te zijn tot elke prijs? Zij die de beloning kennen. Niemand is bereid de kosten te betalen als hij de baten niet kent. De discipel moet eerst inversteren, maar de opbrengt zal geweldig zijn. Jezus vraagt ons om wel goed over onze ‘investering’ na te denken. Hij verlangt immers naar echt gemotiveerde leerlingen. In de Bijbel wordt er een keer over een discipelin gesproken (Tabitha) nl. in Hand. 9:36. Als je Hem wil volgen in Zijn koninkrijk, dan moet je door de nauwe poort en alle dingen die je belemmeren moetn bij de poort achterblijven. Er is inzicht voor nodig om de poort te vinden en geweld om hem biinen te dringen, zegt Jezus. Dit zegt Hij om de valse discipelen af te schrikken en de wankelmoedigen kracht te geven als het erop aan komt. Veel ‘discipelen’ denken, dat het Jezus te doen is om ons een fijn aards leven te geven. Dit is gedeeltelijk waar, maar het gaat Hem vooral om het eeuwig leven, dat Hij aan ons wil schenken. Heel wat discipelen haken dan af als zij weten wat het christendom eigenlijk is nl. navolging, toewijding, gehoorzaamheid en natuurlijk het net besproken gedeelte over het eeuwig leven en in ‘mindere’ mate plezier maken in dit aardse leven. Aan dit laatste punt zijn bepallde discipelen meer gehecht dan het eeuwige leven. Je kunt niet vlot een scheidslijn trekken tussen goede en slechte discipelen. Een goede discipel heeft ook zijn ups and downs net zoals Petrus die zich ging realiseren wat hij had achtergelaten en wat nu eigenlijk de beloning was voor het volgen van Jezus. Dit is geen schande, maar een rechtvaardige vraag. Het antwoord hierop zie je in Matth. 19:28,29. Daarin staat, dat alles wat je hebt opgegeven je in honderdvoud terugkrijgt.Je hebt op dit aardse leven niet alles opgegeven, want je hebt je medediscipelen (familie) nog. Als medediscipelen ondersteunen, bemoedigen en stimuleren wij elkaar. Zo vormen wij voor elkaar een geschenk van de Heer, opdat wij moeten kunnen vatten en onze weg kunnen vervolgen als discipel achter de Heer aan om te ‘worden’ als Hij en het eeuwig leven te ontvangen. Hoe moeilijk deze weg ook is! Hoofdstuk 4: De leerschool van de discipel.
Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.
Verder lezen
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
J.
J.
Hallo, Je hebt een boek over Discipelschap gelezen en samengevat, maar ik zou graag willen weten welk boek. Bedankt om te reageren!
12 jaar geleden
Antwoorden