Inhoudsopgave
1. Inleiding /Samenvatting
1.1 Inleiding
1.2 Samenvatting
2. Wat is ISDN?
2.1 Inleiding
2.2 Geschiedenis
2.3 Analoog en digitaal
2.4 De Structuur van het ISDN
2.5 ISDN-2 en ISDN-30
2.6 Voordelen van ISDN voor de klant
2.6.1 Aanvullende diensten
2.7 Voordelen van het ISDN voor de netwerkaanbieder
3. ISDN in de praktijk
3.1 De ISDN aansluiting
3.2 Het IS/RA-aansluitpunt
3.3 De NT1
3.3.1 Het netsnoer
3.3.2 De NT1 aansluiten op het IS/RA-aansluitpunt
3.3.3 De NT1 verbinden met de S-bus
4. De s-bus
4.1 De s-bus schematisch
4.2 De S-bus: fysieke uitvoering
4.3 De randapparatuur
4.4 De ISDN-telefoon
4.5 Het ISDN- nummer
4.6 Multiple Subscriber Number (MSN)
4.7 De pc geschikt maken voor ISDN
5. Conclusie
6. Literatuurlijst
1. Inleiding / Samenvatting
1.1 Inleiding
Ik zit nu in het 3e leerjaar van de opleiding ICT/Telematica engineering op het Markiezaatcollege. In het eerste half jaar van dit leerjaar zijn wij verplicht twee periodes van 45 dagen bij twee bedrijven stage te lopen. Deze stage perioden zijn oriënterend, d.w.z wij gaan kijken hoe het is om bij een bedrijf te werken, als voorproefje op het echte werk. Mijn eerste stagebedrijf is Next Telecommunicatie BV geworden. Dit bedrijf is gespecialiseerd in de telecomsector met als belangrijkste taken verkoop, onderhoud en het oplossen van storingen aan telefooncentrales, telefoons, ISDN en bijbehorende apparatuur. Het is tot nu toe gebleken een erg leuk bedrijf te zijn en erg goed en leerzaam om stage bij te lopen. Tijdens deze stageperiode moet de leerling in totaal 5 verslagen maken. Dit zijn 4 technische verslagen en 1 mcv verslag. Dit is het eerste verslag uit de reeks van 4 verslagen.
1.2 Samenvatting
Ik heb in dit eerste verslag gekozen voor het onderwerp ISDN. Dit omdat, vooral in deze eerste weken, ik veel te maken heb met dit onderwerp. Ik heb ook veel geleerd over ISDN deze eerste weken d.m.v zelfstudie en cursussen. Maar de echte kennis kwam toch door de praktijk. Praktijk wil hier zeggen het werk wat ik en de monteurs doen qua installatie/onderhoud bij verscheidene bedrijven.
In mijn verslag ga ik het hebben over de geschiedenis van ISDN, wat het precies is, wat je ermee kan, de voordelen/nadelen en hoe het er in de praktijk uitziet.
2. Wat is ISDN
2.1 Inleiding
De letters I.S.D.N staan voor: Integrated Services Digital Network. ISDN is een integratie van telecommunicatiediensten (services). ISDN is ontwikkeld om data en spraakcommunicatie in een netwerk te integreren en aanvullende diensten aan te bieden. Voorbeelden van deze diensten zijn:
· Transport van informatie (data)
· E-mail
· Muziek
· Telefonie
· Beeldtelefoon
· Internetbankieren
· Enzovoort.
In dit verslag wordt verder beschreven hoe ISDN in elkaar zit, de bekabeling, apparatuur enz. Er wordt ingegaan op de voordelen voor de gebruiker en op de voordelen van de netwerkaanbieder KPN-telecom.
2.2 Geschiedenis
Rond de jaren '50 werd begonnen met het automatiseren van het huidige telefoonnet. Belangrijk in dit proces was de digitalisatie. Digitale signalen laten zich beter door een netwerk transporteren en hebben minder last van ruis en storingen dan analoge signalen. Centrales onderling werken daarom al lange tijd digitaal. In het volgende kopje meer informatie over analoog en digitaal.
Tussen de wijkcentrales gebruiken de telecombedrijven glasvezelkabels waarover enorm veel gegevens kunnen worden getransporteerd. ISDN maakt de digitalisatie volledig door ook het stukje van de wijkcentrale naar de consument, in vaktermen local loop genoemd, te digitaliseren. Een andere reden voor het ontstaan van ISDN is de vraag naar een hogere snelheid voor multimediatoepassingen en een toenemend gebruik van Internet en online informatiediensten.
Het internet vraagt, vooral door de grote hoeveelheid grafische informatie, een steeds grotere bandbreedte*. Dankzij ISDN wordt niet alleen de snelheid van het telefoonnetwerk vergroot. ISDN biedt veel meer mogelijkheden dan spraak alléén en tevens is er met ISDN een groot aantal aanvullende diensten mogelijk. ISDN zorgt in feite voor de integratie van spraak, tekst, data en beeld. Voordat ISDN een rol speelde was voor bijna elke vorm een aparte aansluiting nodig. Met ISDN is één aansluiting voldoende.
Hoewel ISDN nog steeds een belangrijke rol speelt bij het invullen van de telefoniebehoeften voor veel gebruikers, zijn er voor de oprit naar het internet steeds meer en ook snellere alternatieven om te gebruiken in plaats van, of in combinatie met ISDN. Bijvoorbeeld kabelnetwerken en ADSL.
*bandbreedte staat voor de totale hoeveelheid data die er over een bepaalde kabel gestuurd wordt en van de breedte voor de maximale capaciteit van zo'n kabel. Hoeveel nullen en enen kunnen er per seconde overheen worden gestuurd.
2.3 Analoog en digitaal
Het ISDN is een volledig digitaal netwerk wat betekent, dat alle verbindingen en centrales in dit netwerk digitaal zijn. Maar wat is nu analoog en digitaal.
Analoog wil zeggen dat het signaal (binnen bepaalde grenzen) elke waarde kan aannemen, en dat de golfvorm van het signaal staat voor de geluidsgolven.
Digitaal wil zeggen dat het signaal een reeks van "hoge" en "lage" waardes kent. Deze reeks stelt op een bepaalde manier getallen voor. Als je die getallen in een grafiek uitzet krijg je de golfvorm van het geluid terug. (zie figuur 2.3.1 en 2.3.2)
(fig. 2.3.1: Analoog signaal)
(fig. 2.3.2: Digitaal signaal)
Voordelen digitaal t.o.v analoog:
Wat zijn nu de voor- en nadelen van de digitale (ISDN) verbinding ten opzichte van een analoge telefoonverbinding?
· ISDN levert standaard twee communicatiekanalen. Daardoor is het mogelijk gelijktijdig data- en telefoonverkeer te transporteren, iets wat via een analoge telefoonlijn onmogelijk is. Het voordeel van twee kanalen is dus dat je tijdens het werken thuis ook telefonisch bereikbaar bent.
· ISDN is compatible met het conventionele telefoonnet, dwz dat analoge toestellen digitaal door te verbinden zijn met een A/B-adapter. Een A/B adapter wordt dus gebruikt om analoge apparaten op ISDN te gebruiken
· Het grootste voordeel van ISDN boven een analoge telefoonlijn is de transportsnelheid. Deze bedraagt per kanaal 64 kbps (Kilobit per seconde). Bij een analoge telefoonverbinding bedraagt de transportsnelheid maximaal 56000 bps (Byte per seconde), mits er sprake is van een uitstekende kwaliteit van de lijn. ISDN is dus per kanaal altijd sneller, ook omdat op een analoge lijn zelden meer dan 40000 bps wordt gehaald.
· Vooral bij dataverkeer is het snelle inloggen een voordeel. Bij modems kan dit snel 15 seconden duren (met het bekende kraak geluid), bij ISDN duurt dit 2 tot 4 seconden
Nadelen:
· Als je kiest voor een ISDN-verbinding, dan zal je ISDN-apparatuur moeten aanschaffen. Je hebt een ISDN-kaart, een digitale telefoon of een digitale fax nodig. Als je gewoon je oude apparatuur wilt behouden, zal je moeten kiezen voor een A/B-adapter.
2.4 De structuur van het ISDN
In het ISDN vinden we ISDN-centrales die door middel van glasvezel gekoppeld zijn. Omdat het ISDN een digitaal netwerk is kan de informatie digitaal op een aansluiting aangeboden worden. Vanaf deze aansluiting kan de informatie ook weer digitaal op een andere plaats worden aangesloten. Dit wordt een digitale end-to-end verbinding genoemd.
Het ISDN is een glasvezelnet tussen de centrales van het netwerk. Dit houdt in dat het informatietransport in het ISDN door middel van pulsjes licht en donker plaatsvindt. Bij lichte pulsjes is het binaire getal 1 en bij donkere pulsjes is het binaire getal een logische 0.
Licht verplaatst zich door een glasvezelkabel met de snelheid van het licht welk overeenkomt met 300000 km per seconde. Bij een transmissiesnelheid van 64 kilobit per seconde (kb/s) wil dat zeggen dat er per seconde 64000 pulsjes licht of donker passeren. Als we de transmissiesnelheid willen verhogen moeten de pulsjes (bitjes) licht en donker dichter op elkaar gezet worden. De verbindingssnelheid van ISDN via één kanaal bedraagt 64 kb/s. De verbinding tussen de centrale en de gebruiker bestaat nu nog veel uit coaxkabels maar zal in de toekomst bestaan uit glasvezel.
De structuur van het ISDN netwerk is maasvormig. Een voorbeeld van een maasvorm is te zien in het onderstaande figuur:
Het voordeel van een maasvormig netwerk is dat de centrales elkaar via verschillende wegen kunnen bereiken.Op het moment dat er een verbinding wegvalt wordt via een andere weg de verbinding tot stand gehouden waardoor het netwerk intact blijft. Als bijvoorbeeld de pc van gebruiker 1 in het bovenstaande figuur verbinding wilt maken via het ISDN met de pc van gebruiker 2 zal dat gebeuren via centrale D en E. Als nu deze glasvezel defect raakt zal er een ander weg gezocht worden.
Verdere voordelen van het gebruik van glasvezel ten opzichte van koperkabels zijn ook:
- hoge transmissiecapaciteit
- lage verliezen
- grote bandbreedte en ongevoelig voor elektromagnetische storing
2.5 ISDN-2 en ISDN-30
Er zijn twee belangrijke vormen van ISDN: ISDN-2 en ISDN-30. Hieronder vind je de verschillen tussen deze twee vormen. Voor consumenten en kleine tot middelgrote bedrijven is ISDN-2 de meest gangbare variant. Het is ook mogelijk, om meerdere ISDN-2 lijnen te combineren. Grotere bedrijven met veel spraak- en/of dataverkeer, kiezen eerder voor ISDN-30.
Bij een ISDN-aansluiting wordt niet meer gesproken van lijnen maar van communicatiekanalen en signaleringskanalen. De communicatiekanalen dienen voor de transport van informatie, spraak of data, terwijl de signaleringskanalen de transport ondersteunen. Bijvoorbeeld: een inkomend gesprek wordt over het signaleringskanaal aangekondigd, het gesprek zelf wordt via het communicatiekanaal gevoerd.
Het communicatiekanaal kun je op vele manieren benutten, bijvoorbeeld voor spraak, voor het versturen van een fax of internet. De communicatiekanalen worden in vaktermen B-kanalen genoemd, terwijl het signaleringskanaal D-kanaal wordt genoemd. Schematisch ziet dit er voor ISDN-2 en ISDN-30 als volgt uit:
(fig: 2.5.1) (fig: 2.5.2)
ISDN-2:2 B-kanalen van 64 kbps.1 D-kanaal van 16 kbps. ISDN-30:30 B-kanalen van 64 kbps.1 D-kanaal van 64 kbps.
Het getal in ISDN-2 of ISDN-30 geeft dus het aantal communicatiekanalen aan. Met ISDN-2 heb je de beschikking over 2 communicatiekanalen terwijl ISDN-30 er zelfs 30 biedt. Het aantal communicatiekanalen geeft aan hoeveel randapparaten (telefoon, fax e.d) er tegelijkertijd kunnen worden gebruikt. Een ISDN-2 aansluiting biedt dus dezelfde capaciteit als twee analoge netlijnen (maar veel meer functies natuurlijk). Er wordt zowel bij ISDN-2 als bij ISDN-30 maar een enkel signaleringskanaal gebruikt. Bij ISDN-2 is dit signaleringskanaal 16 kbps, bij ISDN-30 is dit kanaal met 64 kbps wat breder. ISDN-2 en ISDN-30 worden ook wel 2B+D en 30B+D genoemd.
2.6 Voordelen van ISDN voor de klant
De meeste klanten maken gebruik van het ISDN-2 aansluiting. De klant krijgt beschikking over twee kanalen en vier nummers. Deze nummers kan de klant zelf toewijzen aan bijvoorbeeld de telefoon, pc , fax en een tweede toestel.Omdat er twee kanalen beschikbaar zijn kan de gebruiker met twee aangesloten apparaten werken. Zo komt het in de praktijk vaak voor dat de klant gelijktijdig wil internetten en wil bellen. Het is mogelijk om tegen betaling het aantal ISDN-nummers van vier nummers naar acht nummer uit te breiden.
Een ander zeer belangrijk voordeel van een ISDN-aansluiting ten opzichte van een analoge aansluiting is de hoge transmissiesnelheid.
Hierdoor is het ISDN uitstekend geschikt voor het transporteren van data. Per kanaal is een snelheid beschikbaar van 64 kb/s. De twee kanalen kunnen eventueel nog worden gecombineerd, waardoor een nog hogere snelheid kan worden bereikt.
2.6.1 Aanvullende diensten
Daarnaast kan de klant met een ISDN-aansluiting beschikken over een aantal gratis aanvullende diensten of faciliteiten. Gratis ISDN-faciliteiten zijn bijvoorbeeld:
- Nummerweergave
- Het wisselgesprek
- De wachtstand
- Doorschakelen
- VoiceMail
- Nummerweergave
Met de nummerweergave zien we op het display van de ISDN-telefoon het nummer van degene die ons probeert te bereiken. Als we een oproep niet aannemen dan wordt het nummer van degene die belt opgeslagen, zodat we eventueel kunnen terugbellen.
- Wisselgesprek
Is een ISDN-nummer bezet en komt er een tweede oproep op hetzelfde nummer binnen dan wordt dit nummer op het display van de ISDN-telefoon zichtbaar. Bovendien kondigt deze oproep zich aan met een kort signaal.
We kunnen dan kiezen of we het gesprek aannemen of dat het wordt opgevangen door de voicemail.
- VoiceMail
De VoiceMail is in korte tijd bijzonder populair geworden. We kunnen de mailbox eenvoudig activeren en een persoonlijke meldtekst inspreken. De opbeller kan als hij dit wil een boodschap inspreken.
- Wachtstand
Een gesprek kan tijdelijk in de wachtstand worden gezet als we bijvoorbeeld iemand anders moeten bellen om ruggespraak te houden.
- Doorschakelen
Het is mogelijk om een oproep op een bepaald nummer door te schakelen naar een ander telefoonnummer of GSM-toestel.
Behalve de gratis ISDN-faciliteiten zijn er ook nog faciliteiten waarvoor de klant moet betalen. Voorbeelden hiervan zijn: Kostenindicatie en extra ISDN-nummers
- Kostenindicatie
De dienst kostenindicatie geeft op het display van de ISDN-telefoon het aantal tel- impulsen weer, zodat we een indruk kunnen krijgen van de gemaakte kosten.
- Extra ISDN-nummers
Het aantal van vier gratis nummers kan tegen betaling worden uitgebreid tot maximaal acht nummers.
2.7 Voordelen van het ISDN voor de netwerkaanbieder
De aanbieder van het ISDN in Nederland is KPN-Telecom. De voordelen voor de klant zijn al bekent maar wat zijn de voordelen voor de aanbieder. De grootste voordelen zijn de extra inkomen die binnenkomen door de extra tikken en de abonnementskosten. Hiermee kunnen verdere ontwikkelingskosten gefinancierd worden. Hiertegenover staat dat de netwerkaanbieder lage exploitatiekosten heeft over het netwerk. Een algemener voordeel is dat het lokale netvlak beter benut wordt.
3. ISDN in de praktijk:
3.1 De ISDN aansluiting
De werkelijke aansluiting van ISDN bestaat uit vier onderdelen. Deze onderdelen zijn;
- Het aderpaar vanaf de ISDN centrale
- Het IS/RA aansluitpunt
- De Network Termination (NT1)
- De S-bus
Deze vier onderdelen zijn op de volgende wijze met elkaar verbonden: (figuur 3.1.1)
Infrastructuur (telefoonnetwerk) Randapparatuur
verantwoordelijkheid KPN Verantwoordelijkheid
Gebruiker
(figuur 3.3.1)
Vanaf de lokale nummercentrale komt via een tweedraadsverbinding ISDN het gebouw van de gebruiker binnen. Deze binnenkomende kabel wordt afgemonteerd op het zogenoemde IS/RA- aansluitpunt.
IS/RA staat voor: InfraStuctuur / Randapparatuur. Vanaf dit IS/RA-aansluitpunt loopt de verbinding door naar de NT1. Deze verbinding is nog steeds tweedraads- Het InfraStructuur-gedeelte van het IS/RA-aansluitpunt is alleen toegankelijk voor KPN- Telecom. Dit biedt KPN- Telecom de mogelijkheid om indien nodig een ISDN-aansluiting af te koppelen.
In de NT1 wordt de tweedraads-verbinding omgezet in een vierdraads-verbinding ook wel de S-bus genoemd.
Vanaf de NT1 begint het netwerk inhuis van de gebruiker. De NT1 is daarom het scheidingsvlak tussen de infrastructuur van het openbare netwerk en het inhuis-netwerk. Hoe het inhuis-netwerk eruitziet is afhankelijk van het aan te sluiten randapperatuur.
3.2 Het IS/RA-aansluitpunt
De kabel, die van het openbare netwerk het gebouw van de gebruiker binnenkomt, zal door de KPN worden aangesloten op het zogenaamde IS/RA-aansluitpunt. Meestal heeft de IS/RA de vorm van een kastje. Dit kastje wordt over het algemeen op een standaardplaats in het gebouw aangebracht. Deze plaats is meestal de meterkast. Een schematische voorstelling van de aansluiting ziet er als volgt uit (figuur 3.2.1):
(figuur 3.2.1)
Het aansluitpunt bestaat uit twee delen namelijk één gedeelte voor de KPN en het andere gedeelte voor de gebruiker.
Het gedeelte dat voor de gebruiker toegankelijk is bevat aansluitpunten die eventueel met de binnenkomende netwerkkabel zijn doorverbonden. Of die doorverbindingen ook echt worden gelegd wordt bij de montage van het aansluitpunt bepaald. De kabel moet eerst onder verantwoording van KPN Telecom naar de NT1 worden gevoerd. Aan de zijde van de NT1 waar de s-bus zich bevindt heeft de gebruiker toegang en die is dan ook vanaf dat punt verantwoordelijk.
3.3 De NT1
3.3.1 Het netsnoer
De spanning op het ISDN netwerk is ongeveer 94 Volt (let op: deze kan gevaarlijk zijn!!). Hiermee kunnen normale analoge toestellen gevoed worden. De belasting die op de NT1 kan worden aangesloten is echter maar beperkt. Als er op de NT1 ISDN toestellen gehangen worden zal de NT1 voorzien moeten worden van een 230 Volt aansluiting. Hiervoor zit een netsnoeraansluiting aan de NT1 en door deze aan te sluiten met de meegeleverde netsnoer wordt de NT1 voorzien van een 230 Volt voorziening. Zo kan het dus voorkomen dat een netsnoer niet nodig is bij het aansluiten van een NT1. Over deze omstandigheden kom ik bij het hoofdstuk s-bus terug.
3.3.2 De NT1 aansluiten op het IS/RA-aansluitpunt
Op de NT1 wordt een getwist aderpaar aangesloten welk afkomstig is van het IS/RA aansluitpunt. Dit aderpaar is binnengebracht door de KPN. Op dit paar is de ISDN lijn geschakeld. Op dit aderpaar vindt full-duplex verkeer plaats. Dit wil zeggen dat er verkeer in beide richtingen gelijk mogelijk is. Om te controleren of de werking van de NT1 goed is dient er gekeken te worden of het groene lichtje brand op de NT1.
3.3.3 De NT1 verbinden met de S-bus
De s-bus is een vierdraadsbus. De vier aansluitpunten zijn op de NT1 dubbel uitgevoerd. Dit betekent dat we op de NT1 over twee aansluitpunten beschikken die ook nog een totaal gelijkwaardig zijn. Dit is van belang bij een bepaalde configuratie van de s-bus. (zie hoofdstuk s-bus). De aansluitingen van de s-bus zijn uitgevoerd met rj-45 pluggen. Dit zijn 8-pinsconnectoren. Voor het monteren van deze pluggen dient men in bezit te zijn van een speciale tang. Van deze pluggen worden voor de aansluiting op de NT1 worden er maar vier pinnen gebruikt. Dit zijn pin 3,4,5 en 6. Voor de twee aansluitingen zijn de pinnen parallel naar buiten toe gevoerd. Dit is in figuur 3.3.3.1 te zien.
(figuur 3.3.3.1)
4. De S-bus
4.1 De s-bus schematisch
We spreken van een bus aansluiting als meerdere apparaten toegang hebben tot één en dezelfde kabel, waarbij de apparaten niet naast elkaar opgesteld hoeven zijn. De informatie die verstuurd wordt kan dan door alle apparaten gelezen worden. Willen we een apparaat apart aansturen dan moeten we er voor zorgen dat er iets herkenbaars in de informatie zit waarop dat apparaat kan reageren. Dit kan bijvoorbeeld een adres zijn.
De s-bus wordt aan de ene zijde aangesloten op de NT1. De randapparaten (TE=terminal) kunnen dan deze bus aftappen. Alle randapparatuur staat dus in principe parallel aangesloten op de s-bus. Schematisch ziet dat er dan als volgt uit:
(figuur 4.1.1)
Er kunnen maximaal 8 randapparaten op de s-bus worden aangesloten.
4.2 De S-bus: fysieke uitvoering
(figuur 4.2.1)
De S-bus bestaat uit een vieraderige kabel. De aders zijn twee bij twee getwist. Dit heeft het voordeel, dat de magnetische velden die iedere stroomvoerende geleider opwekt elkaar compenseren. Hierdoor is er minder kans op storing.
Eén aderpaar (transmit) is voor de informatie van de NT1 naar de randapparatuur. Het andere aderpaar (receive) is voor de informatie van de randapparatuur naar de NT1. Op deze manier hebben we dus een mogelijkheid om full duplex (in 2 richtingen) te communiceren tussen de NT1 en de aangesloten randapparatuur. De paden voor de informatie zijn fysiek gescheiden (twee verschillende aderparen).
Afsluitweerstanden
Aan het einde van de kabel zijn afsluitweerstanden aangebracht. Deze afsluitweerstanden zijn net als bij elke lange leiding noodzakelijk om reflecties te voorkomen. Reflecties ontstaan als de lijn niet is aangepast, dat is het geval als de afsluitweerstand niet gelijk is aan de kabelweerstand. Alleen als de afsluitweerstand gelijk is aan de kabelweerstand wordt alle spanning en stroom van het signaal in de afsluitweerstand in warmte omgezet.
In alle andere gevallen gaat een deel van het signaal terug (reflectie). De reflectie is maximaal als er geen afsluitweerstand is geplaatst. In dat geval kan er geen stroom vloeien tussen de beide draden van de S-bus en kan het signaal niet in warmte worden omgezet en reflecteert het volledige signaal.
Deze reflecties verstoren het oorspronkelijke signaal en zorgen voor een slechte ontvangst van het signaal door de op de bus aangesloten randapparaten.
4.3 De randapparatuur
Vanuit het gezichtpunt van ISDN kunnen we twee soorten onderscheiden:
- Randapparatuur, dat direct op de S-bus kan worden aangesloten (ISDN-apparatuur);
- Randapparatuur, dat via een adapter op de S-bus kan worden aangesloten.
Een niet-ISDN-randapparaat plus een adapter gedraagt zich als een ISDN-apparaat.
4.4 De ISDN-telefoon
De telefoon is een zeer belangrijk randapparaat binnen ISDN. Zonder de telefoon heeft ISDN nauwelijks bestaansrecht. De bedoeling van ISDN is immers het integreren van alle netwerken in één netwerk: ISDN. Het grootste netwerk, het telefoonnetwerk, mag dan dus niet ontbreken. Een telefoon, die geschikt is om direct op het ISDN te worden aangesloten noemen we een ISDN-telefoon.
Een ISDN-telefoon zet spraak om in digitale informatie. De kiesinformatie wordt via het D-kanaal overgedragen aan de ISDN-centrale.
(Figuur 4.5.1: een isdn-telefoon)
Een ISDN-telefoon heeft een aantal eigenschappen die specifiek voor ISDN zijn, zoals:
- Een overzichtelijk display waarop te zien is, wie er belt. Deze mogelijkheid behoort tot de aanvullende diensten en wordt Calling Line Identification Presentation (CLIP) of nummerweergave genoemd
- Een geheugen voor het onthouden van telefoonnummers van abonnees die geprobeerd hebben te bellen, maar waarbij de telefoon niet opgenomen werd
- De mogelijkheid om te doorschakelen naar een ander telefoonnummer.
Ook deze mogelijkheid behoort tot de aanvullende diensten. Het is de Call Forwarding Unconditional (CFU).
- De mogelijkheid om meerdere nummers (maximaal3) aan hetzelfde toestel toe te kennen (Multiple Subscriber Number, MSN).
4.5 Het ISDN- nummer
Een ISDN-aansluiting heeft net als een gewone telefoonaansluiting een telefoonnummer; het ISDN-nummer. Dit nummer is een gewoon tiencijferig telefoonnummer.
Bij een gewone telefoonaansluiting zit het telefoonnummer in de centrale gekoppeld aan een telefoonlijn. Bij een binnenkomende oproep reageert de telefoon alleen op de belspanning van de nummercentrale, door de telefoon "over te laten gaan".
Bij ISDN zit het nummer op de ISDN-aansluiting maar ook in het toestel. Een ISDN-telefoon reageert alleen op een binnenkomende oproep, als het nummer van die oproep gelijk is aan het eigen telefoonnummer.
Een ISDN-telefoon die nog niet is geprogrammeerd, reageert op alle binnen komende oproepen. Zodra er een ISDN-nummer in het toestel is geprogrammeerd, reageert deze alleen op oproepen met hetzelfde telefoonnummer. Dit programmeren gebeurt door gebruik te maken van de drukknoppen op het toestel.
Via het D-kanaal wordt bij het opbouwen van de verbinding een hoeveelheid informatie uitgewisseld. Deze informatie betreft onder andere:
-het ISDN-nummer, dat gebeld wordt;
-het ISDN-nummer, dat belt.
(figuur 4.5.1)
Op een ISDN-aansluiting kunnen twee ISDN-telefoons worden aangesloten met beide het nummer van de aansluiting. Beide toestellen reageren op een binnenkomend gesprek door de telefoon over te laten gaan. Het toestel dat als eerste wordt opgenomen, krijgt het telefoongesprek. Het andere toestel houdt op met rinkelen en is vrij om een nieuw gesprek aan te nemen.
4.6 Multiple Subscriber Number (MSN)
Aan een ISDN-aansluiting kunnen meerdere telefoonnummers worden gekoppeld (maximaal 8). Eén van die nummers is het hoofdnummer; te vergelijken met het normale telefoonnummer. De andere nummers zijn zo genoemde MSN's (Multiple Subscriber Nummers). Deze MSN's hoeven niet opeenvolgend te zijn met het hoofdnummer, maar hebhen wel hetzelfde kengetal. De klant kan bij KPN Telecom kiezen uit een aantal (willekeurige) nummers.
Door de verschillende telefoonnummers kan het zakelijk en privé telefoonverkeer gescheiden worden. De telefoonnota laat ook de gesprekskosten per nummer zien. Deze kosten worden binnen ISDN berekend per seconde.
Met MSN kunnen randapparaten op een S-bus apart worden opgebeld. Alleen het randapparaat met het juiste nummer zal op de verbinding reageren.
4.7 De pc geschikt maken voor ISDN
ISDN is het meest geschikt om data te transporteren. Bij een ISDN-2-aansluiting (Basic Rate Access) hebben we de beschikking over twee full duplex-kanalen van 64 kbit/s.
Het ligt dus voor de hand, de pc in het bijzonder, een mogelijkheid moet hebben om ISDN te gebruiken in datacommunicatieverbindingen.
Een pc is standaard geen ISDN-apparaat. We kunnen van de pc eenvoudig een ISDN-apparaat maken door een zogenaamde ISDN-kaart in de pc te plaatsen en het bijbehorende stuurprogramma (software) te installeren.
De stuurprogramma's voor de ISDN-kaart zijn bekend onder de naam CAPI (Common-ISDN-API).
(figuur 4.7.1)
Een belangrijk verschil tussen ISDN-kaarten is het al of niet "intelligent" zijn. Een ISDN-kaart die niet intelligent is, laat al het rekenwerk en de protocol-afuandeling over aan de processor van de pc. Een dergelijke kaart wordt ook wel een passieve ISDN-kaart genoemd. De kaart heeft geen eigen processor en is dus volledig op de CPU (de processor) van de pc aangewezen.
Een ISDN-kaart met CPU en geheugen kan wel het nodige rekenwerk en de protocol-afuandeling zelf doen. Een dergelijke kaart wordt een actieve ISDN-kaart genoemd. Een actieve ISDN-kaart zal dán de voorkeur hebben als de CPU van de pc al zwaar belast is met werk van bijvoorbeeld andere interface-kaarten. Voor een eenvoudige configuratie met een enkelvoudige ISDN-aansluiting zal een passieve kaart uitstekend voldoen.
Een belangrijke toepassing van ISDN-kaarten voor pc's is het maken van een verbinding met Internet. De meeste Internetdiensten-aanbieders (service providers) bieden naast toegang tot Internet via analoge modems, ook toegang via ISDN (dus 64 kbit/s).
5. Conclusie
De grootste conclusie die je kan trekken uit dit verslag is dat ISDN voor veel mensen erg interessant is. Voor thuis is het erg interessant omdat je door ISDN twee verschillende bewerkingen kan doen. Een veel voorkomende situatie is dat het gezin onbereikbaar is doordat de telefoonlijn bezet is voor het internetten (kwam bij mijzelf thuis ook voor). Met ISDN heb je beschikking over twee lijnen waardoor je ook nog gebeld kunt worden of natuurlijk zelf kunt bellen.
Verder kan het voor de ouder ook erg interessant zijn omdat je met ISDN-2 4 nummers krijgt. Hiervoor komt er een gezamenlijke rekening binnen, waarop de verbruiken van elk nummer apart staan. Als er kinderen zijn die veel bellen kan dat op deze manier duidelijk gemaakt worden.
Ook voor bedrijven is ISDN interessant omdat daar meerdere apparaten aangesloten zijn. Verder werken ook veel telefooncentrales met een ISDN aansluiting. Een nieuwe centrale gaat dus vaak in combinatie met aanvraag van ISDN. De bedrijven kunnen het aantal lijnen wat er binnen moet komen zelf bepalen. Daardoor kan er een op maat gemaakte situatie ontstaan waardoor de telefoonlijnen (en kosten) zo efficiënt mogelijk gebruikt kunnen worden.
6. Literatuurlijst:
De volgende bronnen heb ik gebruikt voor het maken van dit verslag:
- Het Internet:
- http://www.telecomwereld.nl/
- http://www.citocom.nl/
- Next Telecommunicatie
- Naslagwerk cursus ISDN-monteur 5e druk. Geschreven door Dirksen Opleidingen
REACTIES
1 seconde geleden
P.
P.
Zeer goed verslag, maar zou je me ook aan de afbeeldingen kunnen helpen, waar je in het verslag naar verwijst...
Groeten Peter
20 jaar geleden
Antwoorden