Computer

Beoordeling 6.5
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 2649 woorden
  • 9 mei 2003
  • 325 keer beoordeeld
Cijfer 6.5
325 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Onderwerpen

ADVERTENTIE
Sturen mensen in jouw appgroep ongevraagd naaktbeelden door?

Weinig mensen zitten te wachten op ongevraagde naaktbeelden, maar toch worden ze massaal doorgestuurd. Het verspreiden van zulke beelden is eenvoudig, maar kan grote gevolgen hebben voor degene over wie het gaat. Het is dus belangrijk om in actie te komen als je ongevraagd naaktbeelden van iemand hebt ontvangen. Weten wat jij het beste kunt doen? 

Check het nu!

Misschien denk je dat de computer een moderne uitvinding is. Nou, dat is dus helemaal niet zo. De computer is al 358 jaar oud! Daar sta je van te kijken, hè? Veel mensen denken dat de computer ongeveer twintig jaar geleden is uitgevonden. Toen verkocht computerbedrijf IBM haar eerste pc's. Pc staat voor personal computer. Dat betekent dat die computer gewoon op een bureau kan staan. Dus computers voor thuis en voor op kantoor. (zie plaatje 1) Vóór die tijd waren computers heel groot en heel duur. Alleen grote bedrijven en universiteiten hadden zulke supercomputers.

Wat was dan wel de allereerste computer? Dat was de Pascaline. Die werd in 1642 bedacht door de Fransman Blaise Pascal. (zie plaatje 2) Het ding was bedoeld als hulpje voor de vader van Blaise, die bij de belasting werkte. Op de Pascaline kon je nog geen spelletjes spelen. Je kon er zelfs geen tekst mee typen! Eigenlijk kon het apparaat maar één ding: optellen. En met een beetje moeite kon Blaise Pascal het apparaat zo veranderen dat je ook getallen van elkaar kon aftrekken. Maar meer kreeg de Pascaline niet voor elkaar! Dat was toch gewoon een simpele rekenmachine, denk je misschien. Inderdaad, de Pascaline was een rekenmachine. Maar de moderne computer is dat ook! Op het beeldscherm van een computer kun je wel tekst en spelletjes zien, maar in het binnenste van de computer werkt alles met getallen. Een computer kan eigenlijk alleen maar optellen, hoe raar dat ook lijkt. Niet voor niets heet het ding een computer: dat komt van het Engelse to compute. En dat betekent: rekenen. Een computer is dus eigenlijk een rekenaar.

Veel mensen hebben een hekel aan rekenen. En ook aan werk dat steeds opnieuw moet worden gedaan. Daarom bedenken mensen apparaten, om dat soort klusjes makkelijker te maken: - Iets meer dan 300 jaar geleden (in 1675) bedacht de Duitser Von Leibniz een rekenmachine die al wat méér kon dan die van Blaise Pascal. - Joseph Jacquard bouwde ruim 100 jaar daarna (in 1801) een weefgetouw dat automatisch werkte: met ponskaarten. Dat zijn kaarten met een heleboel gaatjes erin. Draai-orgels werken hetzelfde. Kijk maar eens goed als je er eentje ziet: de muziek staat op een lange rits kartonnen kaarten. Er zitten allemaal gaatjes in. Die gaatjes zorgen ervoor dat het draai-orgel op het juist moment de juiste toon speelt. En met het goede instrument! Zo werkte dat weefgetouw ook. Zulke ponskaarten waren ook best handig om andere informatie op te bewaren. - Het duurde dan ook niet lang (20 jaar) voordat de Engelsman Charles Babbage een ponskaart-rekenmachine had uitgevonden. (zie plaatje 3 en 4) - De Amerikaan Herman Hollerith gebruikte in 1880 (ruim 100 jaar terug) een ponskaarten-lezer om de resultaten van een volks-telling te verwerken. Later richtte hij de International Business Machines Corporation op. Die naam ken je nu als de computerfirma IBM!

Al deze uitvindingen waren rekenhulpen en automaten. Ze konden alleen maar dat doen waar ze voor waren gemaakt. In 1936 beschreef de Engelsman Alan Turing hoe een échte computer zou moeten werken. Niet om één soort probleem op te lossen. Deze computer zou ook nieuwe dingen kunnen leren: de machine kon je programmeren. Alan Turing dacht dat hij zo'n computer wel zou kunnen bouwen met tandwielen! De allereerste echte computer werd gebouwd in 1939, ongeveer 60 jaar geleden, door John Atanasoff en zijn assistent Clifford Berry. Zij noemden het apparaat: ABC, van Atanasoff-Berry Computer. Zij gebruikten geen tandwielen. Ze hadden als eersten bedacht dat elektronische onderdelen handiger waren. Een paar jaar later bouwde de Britse regering de computer Colossus. Dat was in de Tweede Wereldoorlog, en Colossus was speciaal bedoeld om geheime berichten van het Duitse leger te vertalen. Een heel beroemde computer heette ENIAC (afkorting van Electronic Numerical Integrator and Computer). Die werd in 1946 gebouwd voor het Amerikaanse ministerie van Defensie. Deze computer was 2 1/2 meter hoog en 24 meter lang! En heel lastig te bedienen: je programmeerde het apparaat door kabeltjes op een stekkerbord te steken. (zie plaatje 5)

De uitvinding van de transistor (in 1948) en van de micro-chip waren heel belangrijk. Hiermee kon de computer steeds kleiner, sneller en goedkoper worden. In 1981 verkocht de firma IBM de eerste IBM pc's. En toen waren computers niet meer weg te denken uit onze wereld.

Een computer is een maf ding. Hij lijkt super-slim, maar eigenlijk kan hij alleen maar enen en nullen optellen. Maar als een computer alleen maar enen en nullen kan optellen... hoe kan hij dan tekst, plaatjes, filmpjes en spelletjes op je beeldscherm laten zien? Het lijkt ingewikkeld. Maar eigenlijk is het best makkelijk. Heb je wel eens je zaklantaarn gebruikt om iemand een boodschap te sturen? Je maakt korte en lange lichtflitsjes. Morse-code heet dat. Bijvoorbeeld: één korte en daarna één lange flits is een A. Eén lange flits en daarna drie korte betekent B. Zo heeft elke letter van het Morse-alfabet een code. Eigenlijk stuur je iemand dus codes van lichtflitsjes.

Nou, dat is ongeveer hetzelfde als wat in de computer gebeurt. Computertaal zit vol enen en nullen. Met 1-0-codes kan hij alles onthouden: letters, getallen, kleuren, vormen, noem maar op. De letter A heeft bijvoorbeeld de code 0-1-0-0-0-0-0-1. En de letter B onthoudt de computer met de code 0-1-0-0-0-0-1-0. Als jij dus een leuk filmpje op je computer bekijkt, dan is de computer als een gek enen en nullen aan het bekijken!

Als je iets over computers leest, kom je vaak woorden als bits, bytes en mega-bytes tegen. Maar wat zijn dat eigenlijk? In het brein van de computer zitten alleen maar enen en nullen. Elk nulletje of eentje heet: bit. De letter A onthoudt de computer met 0-1-0-0-0-0-0-1. Tel de enen en nullen maar na... dat zijn dus acht bits!

De computer gebruikt heel veel codes van acht bits. Elke letter uit het alfabet heeft bijvoorbeeld een code van acht bits. Voor die codes van acht bits hebben ze een apart woord bedacht: een byte. Eén byte is dus hetzelfde als acht bits!

Het werkstuk gaat verder na deze boodschap.

Verder lezen

Maar een byte is eigenlijk maar heel weinig. Je kunt er wel een letter mee opslaan, maar meer ook niet. Als je een plaatje opslaat, of een spelletje, dan heb je wel duizenden bytes nodig! (zie plaatje 6) Daarom is het ook niet handig om met bytes te rekenen... dat worden zulke grote getallen!

Dat rekenen gaat beter met kilo-Bytes. Kilo betekent: duizend. Vergelijk het maar met een kilometer: 1000 meter = 1 kilometer. Zo werkt het ook met bytes. Alleen zijn de getallen iets anders: 1 kilo-Byte = 1024 bytes. Rekenen met 1024 is voor computers makkelijker dan met 1000. Want 1024 is precies 2x2x2x2x2x2x2x2x2x2. Trouwens, de meeste mensen zeggen nooit kilo-Byte. Ze korten het af tot kB (je zegt: kaabee). Zeggen ze: "Nou, dat plaatje was wel 100 kB!" dan bedoelen ze dus honderd kilo-Bytes.

En dan is er de Mega-Byte. Die ken je vast wel: de MB. 1 Mega-Byte = 1024 kilo-Bytes.

Tegenwoordig is er ook de GB: de Giga-Byte. En je raadt het al... 1 Giga-Byte = 1024 Mega-Bytes.

Als je nu een nieuwe computer zou kopen, dan zit er bijvoorbeeld 10 Giga-Bytes in. Dat betekent dat deze computer ruimte heeft om 10 Giga-Bytes te onthouden. Je kunt ook zeggen: die computer heeft 10 Giga-bytes op zijn harde schijf. Zullen we eens uitrekenen hoeveel eentjes en nulletjes dat zijn? Oké, daar gaan we:

Eerst gaan we omrekenen van GB naar MB. Daarvoor moet je het aantal GB's keer 1024 doen:

10 GB = 10240 MB

Dan rekenen we de MB's om naar kB's... daarvoor doe je het aantal MB's weer keer 1024:

10240 MB = 10485760 kB

Nu gaan we van kB's naar bytes... weer keer 1024! (saai hè?)

10485760 kB = 10737418240 bytes

Ten slotte moeten we van bytes naar bits. Er zitten 8 bits in een byte, dus we vermenigvuldigen met 8:

10737418240 bytes = 85899345920 bits

Op een harde schijf van 10 GB kunnen dus 85899345920 eentjes en nulletjes worden opgeslagen! Vijfentachtig miljard achthonderdnegenennegentig miljoen driehonderdvijfenveertigduizend negenhonderdtwintig enen en nullen. Ongelofelijk veel...

In de toekomst zullen computers nog veel meer kunnen opslaan. En als er ooit 1024 GB op de harde schijf kan.... dan heb je één Tera-Byte! Want 1024 GB = 1 Tera-Byte.

Er zijn verschillende soorten computers. Dat komt doordat computer-fabrikanten allemaal hun eigen type, hun eigen systeem hebben bedacht. Het is net als met spelcomputers: je hebt Nintendo, Sony en SEGA. En een Nintendo-spel kun je niet op een Sony PlayStation spelen.

Met computers is het net zo. De meeste mensen hebben een pc die werkt met Windows. Maar er zijn ook Apple-computers, dat is een ander type. En de laatste tijd hoor je steeds vaker over Linux-computers. Die werken weer heel anders. (zie plaatje 7)

Al die soorten computers hebben een ander besturingssysteem. Het besturingssysteem is het belangrijkste programma op je computer. Het regelt alles wat er in je computer moet gebeuren. En het helpt jou om de computer te gebruiken: bijvoorbeeld hoe de vensters op je computer eruitzien en hoe je ermee werkt. Het besturingssysteem Windows wordt het meest gebruikt.

Om een computer dingen te laten doen, heb je programma's nodig. Als je bijvoorbeeld een verhaal of een werkstuk wilt typen, heb je een tekstverwerker nodig: een programma waarmee je teksten kunt maken. Wil je iemand een e-mail sturen? Dan heb je een e-mail-programma nodig. Zo heb je voor alles wat je op de computer wilt doen, een programma nodig. Al die programma's noemen we software.

Als je een computer koopt, staat er meestal al wat software op. Die krijg je er gratis bij. Maar misschien heb jij wel een heel ander programma nodig. Geen probleem! Software kun je namelijk los kopen. Wil je een programma om tekenfilmpjes mee te maken? Dan koop je daar gewoon een programma voor. Of wil je iets leuks op je computer spelen? Dan kies je in de winkel een spannend spel uit!

Al die software staat op een cd-rom. Of soms op een diskette. Thuis stop je die cd-rom of diskette in je computer. Dan installeer je het programma. Dat betekent dat je het programma op de harde schijf van je computer zet, zodat de computer het kan gaan gebruiken. Het klinkt ingewikkeld, maar het gaat meestal heel makkelijk. Als je die cd-rom in de cd-romspeler doet, vertelt de computer wat je stap-voor-stap moet doen.

Sommige software kun je ook via internet krijgen. Downloaden noem je dat. Soms is dat gratis, soms moet je ervoor betalen. Er bestaan ook gratis uitprobeer-programma's. Dan mag je het programma bijvoorbeeld 30 dagen gratis gebruiken. Daarna werkt het niet meer. Als je ervoor betaalt, blijft het programma werken. Als je software via internet downloadt, dan moet je het daarna nog wel installeren voor het werkt. Net als programma's die op cd-rom staan.

Behalve software, heb je ook hardware. Dat zijn alle apparaten en onderdelen die bij je computer horen. Het beeldscherm, het toetsenbord, de muis, de joystick, de printer, en natuurlijk de computer zelf. Al die dingen noem je hardware.

Er bestaat meer hardware dan je misschien denkt. Zullen we het eens op een rijtje zetten?

- De computer zelf. Dat is die grijze kast waar alles in gebeurt (misschien heeft die van jou een mooi kleurtje?).

- Het beeldscherm
Zonder dat ding zou je niet kunnen zien wat je aan het doen bent! Een beeldscherm heet ook wel: monitor.

- Het toetsenbord
Daarmee kun je tekst typen, of je kunt er je computer opdrachten mee geven.

- De muis
Een soort aanwijzer, daarmee bestuur je een pijltje op het beeldscherm. Met de muis bedien je de computer.

- De printer
Daarmee kun je teksten, tekeningen en foto's op papier afdrukken.

- Een modem
Dat is een apparaatje om je computer mee aan te sluiten op de telefoonlijn of de kabel... en als je dat hebt gedaan, dan kun je je computer gebruiken om te te internetten! Vroeger hadden alle computers een los modem-apparaatje. Nu zit de modem meestal ingebouwd in de computer, en je kunt hem niet eens meer zien... behalve dan het kleine stekkertje waar de telefoonlijn in moet!

- Een modem
Dat is een apparaatje om je computer mee aan te sluiten op de telefoonlijn of de kabel... en als je dat hebt gedaan, dan kun je je computer gebruiken om te te internetten! Vroeger hadden alle computers een los modem-apparaatje. Nu zit de modem meestal ingebouwd in de computer, en je kunt hem niet eens meer zien... behalve dan het kleine stekkertje waar de telefoonlijn in moet!

- Geluidboxjes
Die zorgen ervoor dat je geluiden of muziekjes uit de computer kunt horen. Soms heb je losse boxjes, soms zitten de geluidboxjes ingebouwd in de monitor.

- Een microfoontje
Handig als je zelf geluid wilt opnemen met de computer, of als je via internet met iemand wilt praten!

- Een scanner
Dat is een apparaat waarmee je foto's en andere plaatjes in je computer kunt laden. Het ding lijkt een beetje op een kopieer-apparaat. Alleen maakt de scanner geen kopie op papier, hij zet een kopie van je foto op de harde schijf van je computer! Als je een foto of tekening hebt gescand, dan kun je hem voortaan in de computer gebruiken. Je kunt hem bijvoorbeeld gaan veranderen. Of je kunt hem via internet naar andere mensen sturen.

- Een joystick
Zo'n ding ken je natuurlijk wel... een joystick gebruik je om spelletjes te spelen! Op de computer heb je niet altijd een joystick nodig voor spelletjes. Je kunt ze ook spelen met je toetsenbord of met de muis. Maar met een joystick is vaak wel een stuk fijner!

Natuurlijk zijn er nog wel meer apparaten die je op je computer kunt aansluiten, maar dit zijn wel de belangrijkste. Maar wacht eens even... in je computer zitten natuurlijk ook nog een heleboel onderdelen! En die zijn hartstikke belangrijk. Dit zijn ze:

- De processor
Een super-belangrijk onderdeel van je computer. De processor is de rekenmachine van de computer... daar worden dus al die eentjes en nulletjes opgeteld. De processor kan dat vreselijk snel.

- De harde schijf
De harde schijf is een soort reuzen-bureau-la. Je kunt er van alles in opbergen. Op de harde schijf staan alle programma's die je op je computer kunt gebruiken. Je kunt er ook alles bewaren wat je zelf hebt gemaakt. Bijvoorbeeld werkstukken, tekeningen, of geluiden die je hebt opgenomen. Ook dingen die je van internet hebt opgenomen (plaatjes, filmpjes).

- Het geheugen
Het geheugen van de computer wordt gebruikt voor alles waar de computer mee bezig is. Ga je een spelletje spelen op je pc? Dan leest de computer het spel van de harde schijf, en stopt hij het in zijn geheugen. Zo kan hij ermee aan de slag.

- De cd-rom-speler
Die zit altijd aan de voorkant van de computer. Daarmee kun je cd-roms spelen. En ook gewone muziek-cd's kunnen erin! Probeer maar eens: met je cd--speler kun je ook muziek draaien! Dan moet je natuurlijk wel geluidboxen hebben!

- Diskette-station
Dat zit ook aan de voorkant van de computer. Van een diskette kun je niet alleen dingen afhalen, je kunt er ook iets op zetten! Bijvoorbeeld een werkstuk dat je nog moet inleveren op school. Dan staat het niet alleen op harde schijf, maar ook op een diskette. Dat is veiliger. Gaat de computer stuk, dan heb je je werkstuk nog op diskette, en kun je er op een andere computer aan verder werken! Mensen noemen een diskette ook vaak floppy, of floppy-disk.

- Geluidskaart
De geluidskaart zorgt ervoor dat de computer geluid kan afspelen. En dat hij geluid kan opnemen. Het is dus eigenlijk de stereo van je pc!

- Grafische kaart
De geluidskaart regelt het geluid in je computer, en de grafische kaart regelt alles wat je op je beeldscherm ziet. Je beeldscherm is dan ook op de grafische kaart aangesloten. Deze kaart regelt dat je alles keurig krijgt te zien zoals het hoort.

- 3D-kaart
Veel computers hebben ook een 3D-kaart. Misschien speel je soms spelletjes die er heel echt uitzien, alsof het uit je monitor naar buiten komt. Het kost veel rekenwerk om zo'n spel er zo echt te laten uitzien. De grafische kaart kan dat niet in zijn uppie, en daarom is er de 3D-kaart om daarbij te helpen. Eigenlijk heb je deze kaart alleen maar voor zulke spelletjes nodig. (zie plaatje 8)

Al die spullen bij elkaar zijn een computer. Wat zit het toch knap in elkaar hè? Dat is wel even andere koek dan die Pascaline waarmee je alleen kon optellen!

REACTIES

L.

L.

erg cool!

20 jaar geleden

H.

H.

he gaaf werkstuk hihihihihihihhihihihihihii

19 jaar geleden

X.

X.

goeie werkstuk.maar jammer dat je het niet in hoofdstukken heeft verdeeld.jammeeeeeeeeeer!

18 jaar geleden

A.

A.

Cool werkstuk!!

12 jaar geleden

:.

:.

Waar zijn de plaatjes??
verder een erg goed werkstuk!!

12 jaar geleden

D.

D.

goede sait

12 jaar geleden

B.

B.

me vriend en ik hadden ook een keer een spreekbeurt gedaan en hij had het begin geprint screen en nu ik het lees dagt ik hij heeft het dus helemaal niet zelf bedagt zoals hij zij

11 jaar geleden

..

..

hoe heet die vriend van jou???

11 jaar geleden

B.

B.

Omar

11 jaar geleden

..

..

ik ken hem!!!!

11 jaar geleden

D.

D.

Wow heel goed werkstuk! Ik gebruik hem ook voorde mijne. Hier haal ik dus al mijn tekst vandaan. Alleen dan wel eenbeetje aangepast hé :D

10 jaar geleden

M.

M.

Wow heel goed werkstuk! Ik gebruik hem ook voorde mijne. Hier haal ik dus al mijn tekst vandaan. Alleen dan wel eenbeetje aangepast hé :D

10 jaar geleden

;.

;.

goed werkstuk er zijn alleen geen plaatjes!

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.