Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Griekse Filosofie

Beoordeling 6.6
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 3e klas vwo | 1430 woorden
  • 26 juni 2005
  • 219 keer beoordeeld
Cijfer 6.6
219 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding WAAROM BEN IK HIER? BEN IK AAN HET DROMEN? WAT IS GOED EN KWAAD? HOE IS DE WERELD ONTSTAAN? BESTAAT ER EEN GOD? Als je jezelf ooit één van deze vragen hebt gesteld, dan ben je op weg een filosoof te worden. Maar wat is nou precies een filosoof? Een filosoof is iemand die zich verwonderd over de wereld en er dan vragen over stelt. Het is iemand die denkt met zijn kennis die hij al heeft. Iemand die verlangt naar wijsheid. Dát is een filosoof. Vroeger werden alle dingen verklaard door de religie. Al het onbekende werd toegeschreven aan goden. Dit noem je ook wel mythisch denken. Maar ongeveer 600 jaar voor Christus gebeurde er iets heel belangrijks in Griekenland. Een handje vol Grieken gingen twijfelen over dingen. Die mensen gingen denken over het leven. Ze gingen zich verwonderen over de wereld. Hierdoor gingen ze vragen stellen. Die mensen hebben geschiedenis geschreven. Zonder hen was er geen wetenschap. Zonder hen hadden wij niet de kennis die we nu hebben. Zonder hen... Hieruit blijkt wel weer hoe belangrijk filosofie eigenlijk wel niet is. Daarover gaat dit Cultuurschrift ook: De Griekse Filosofie. Het ontstaan van de Filosofie Het ontstaan van de Filosofie kun je verdelen in drie perioden: 6e eeuw v. Chr. Kosmologische Periode (Présokratici) 5e eeuw v. Chr. Antropologische Periode (Sofisten en Sokrates) 4e eeuw v. Chr. Systematische Periode (Plato en Aristoteles) Natuurlijk was er ook een tijd voor de Kosmologische Periode, die heette de Mythologische Periode. In deze tijd verklaarden mythologische verhalen alles voor de mensen. Goden speelden in deze verhalen een grote rol, zij bepaalden alles. Als het regende, als het onweerde, als de oogst mislukte, als ze een veldslag verloren, het was allemaal de invloed van de Goden. Dit mythologisch denken van de mensen, kreeg aan het begin van de 6e eeuw voor Christus een andere draai. De kracht van deze verhalen namen af, mensen geloofden ze niet meer. Dit kwam onder andere door hun handelscontacten. Hierdoor zagen ze veel verschillende culturen, met allemaal hun eigen tradities en gewoontes. In hun ogen klopte er iets niet, alles werd toch bepaald door goden? Hoe kon het dan dat andere culturen zo anders leefden en kónden leven? Hier begon het mee. Mensen begonnen zich vragen te stellen. Thales was een van de eerste, nu een wereld bekent filosoof.
Kosmologische Periode De kosmologische periode ging vooral over de natuur. De natuur als bron en oorsprong van alles. Hier begonnen mensen als eerst over te denken. Verschillende filosofen hadden hun eigen theorieën over de natuur, de kosmos. Hieronder een kort stukje over de drie bekendste filosofen Thales, Anaximander en Parmenides uit de Kosmologische Periode. Thales
Thales leefde in het begin van de zesde eeuw voor Christus. Hij was de eerste filosoof die begon na te denken over de natuur, de kosmos. Hij heeft een uitspraak gedaan over wat de basis van alle dingen is, de oerstof. Volgens hem moest deze oerstof één van de vier elementen (vuur, water, aarde en lucht) zijn. Hij koos voor water, omdat dat het duidelijkst faseveranderingen ondergaat. Als ijs smelt krijg je water, als dat verdampt krijg je stoom. Bovendien geloofden de Grieken dat je als stoom "verder verdunde" lucht krijgt. De oerstof was dus water, en alles was daaruit ooit ontstaan. Het was de oorsprong van alle dingen. De bron van alles. Bij hem is de moderne wetenschap begonnen en de mythologische periode geëindigd. Anaximander
Anaxander leefde eveneens in de zesde eeuw voor Christus. Hij was de opvolger en leerling van Thales was Anaximander. Volgens hem was de oerstof niet water waaruit alles was ontstaan. Nee, niet water, maar ook niet een andere stof die we kennen. Bij hem was de oerstof oneindig, eeuwig en tijdloos: Hieruit kwam warm en koud, vochtig en droog en alle andere tegenstellingen tevoorschijn. Oftewel, de oerstof was onbegrensd! Anaximander is vooral bekend geworden om zijn evolutietheorie: de manier waarop de aarde is ontstaan. Hij was de eerste die daar gedachten aan heeft geworpen en die gedachten heeft uitgewerkt. Parmenides
Parmenides leefde ook in de zesde eeuw voor Christus. Hij stelde waarheid en weten tegenover schijn en voorstelling: Hij vond dat de filosofen die hem voorgingen teveel bezig waren met het zoeken naar een oerbeginsel. Parmenides gebruikte alleen zijn gedachten en schakelde zijn zintuigen uit. Waarheid is onveranderlijk volgens hem en je zintuigen tonen je vooral veranderingen. Zonder zintuigen dus geen veranderingen, dus geen onwaarheden. Beweging is een van deze onwaarheden: het ene moment is bijvoorbeeld een auto hier, het volgende moment is hij niet hier, maar daar. De waarheid is veranderd en is geen waarheid meer. Een bekende uitspraak van hem was: “Denken en Zijn zijn een en hetzelfde!” Antropologische Periode De Antropologische Periode is een tijd waarin mensen begonnen te denken over de mens. Deze periode brak aan doordat de Sofisten dachten dat alles betrekkelijk was. Socrates was hier totaal niet mee eens. Hij zei dat alles was zoals ze waren, je hoefde alleen nog maar de regeltjes daarbij uit te vinden. Wat bedoelde hij daar nou precies mee? Nou, als je een sofist zou vragen wat goed en wat fout is, zou hij zeggen dat goed is wat de goden goed vinden, en fout wat de goden fout vinden. Sokrates zegt hierover dat de goden iets goed vinden, omdat het goed ís en dat ze iets fout vinden als het fout ís. Alles stond al vast en je hoefde alleen nog maar achter de regels te komen, die de goden in dit voorbeeld wel wisten, want zij konden zeggen wat goed en wat fout is volgens die regels. Sokrates stelden de mens als middelpunt en met die redenering is hij nu één van de bekendste Filosofen ter Wereld. Hieronder een stukje tekst. Socrates
Socrates was de eerste van de drie invloedrijkste filosofen (naast Plato en Aristoteles, die later nog aan bod komen) uit de Griekse oudheid. Hij leefde van 469 tot 399 voor Christus. Hij was de eerste filosoof die de mens centraal stelde en vroeg zich dus of hoe wij zo verantwoord mogelijk konden leven. Socrates stelde aan iedereen vragen, vooral aan mensen die dachten dat ze veel wisten. Door de vragen van Sokrates kwamen ze met hun mond vol tanden te staan en werden ze uitgelachen door de mensen die stonden te kijken. Verder vond men dat hij de jeugd ‘bedierf’. Hij zorgde ervoor dat de jeugd zelf ging nadenken en daardoor niet meer in goden geloofde. Volgens Socrates had iedereen namelijk een ‘goddelijk stemmetje’, een geweten. Omdat hij dit ook vertelde, onder andere aan de jeugd, dacht men dat hij niet in de goden geloofde. Met zijn sterke argumenten begonnen mensen hem te geloven, hierdoor werd hij veroordeeld tot het drinken van de Gifbeker. Systematische Periode Plato

Plato werd geboren in 427 voor Christus in Athene. Hij staat bekend als “de grootste der Oudgriekse filosofen”. Hij was o.a. de leerling van Socrates. Toen Socrates dan ook de Gifbeker ‘moest’ drinken en dus overleed, was Plato ongelofelijk boos op dit vonnis. Hij ging zich verzette tegen democratie. De democratie had er ten slotte voor gezorgd dat hij ter dood veroordeeld werd. Hij zette de gedachten voort van Socrates door ze op te schrijven, hierdoor weten wij nu zoveel over Socrates en zijn gedachten! Zelf had hij ook veel theorieën, waaronder de ideeënleer de bekendste is geworden. Hij bedacht: het idee. Dat idee moest boven onze zintuiglijke wereld liggen, waar alles wat wij kunnen waarnemen in de perfecte vorm bestaat. Alle dingen op aarde zijn een schaduw van de ideeën. Elk paard op onze wereld is dus een “schaduw” het lijkt bijna op het idee paard, maar dat paard is zoals een paard er in werkelijk uit hoort te zien. Er was dus eerst het idee hond, in de andere wereld en daarna pas konden wij de hond in onze zintuiglijke wereld bewonderen. Aldus Plato. Aristoteles
Aristoteles werd geboren in 384 voor Christus. Hij ging in zijn filosofie vooral uit van de algemene eenvoudige regels en van waarnemingen; alles wat waargenomen werd, was waar. In tegenstelling tot Plato, die dacht dat alles wat je zag een afdruk was van een andere echte wereld, dacht Aristoteles dat de natuur echt was en de eigenlijke wereld. Door je ervaringen ging je dan verbanden leggen, tussen twee koeien bijvoorbeeld en ging je het ‘koe’ noemen. Het is dus duidelijk te merken dat Plato en Aristoteles twee totaal verschillende ideeën hebben over de natuur, de mens, de wereld. Ze dachten over alles na, en over hoe dat verband met elkaar hield: de Systematische Periode.

REACTIES

P.

P.

Hahahaha hendig zo'n werkstuk.. :P

10 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.