Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Wederopbouw van Nederland na de Tweede Wereldoorlog

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 5e klas vwo | 2166 woorden
  • 19 februari 2009
  • 278 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
278 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Inleiding
Na de Tweede Wereldoorlog was Nederland volledig ontwricht. Er was niks meer over van de vooroorlogse economie. Ook op sociaal gebied was er natuurlijk een grote kloof. Er was tijdens de oorlog ook veel infrastructuur zoals wegen, spoorwegen en bruggen vernietigd. Om over de gebouwen en huizen nog maar te zwijgen. Landbouwgronden waren onder water gelopen en konden daarom niet worden bewerkt. Alleen met hard werken en veel geduld zou Nederland weer opgebouwd kunnen worden.
Willem Drees was in deze tijd minister-president van Nederland (1948 tot 1958). Hij is één van de belangrijkste personen die ervoor gezorgd heeft dat Nederland na de Tweede Wereldoorlog weer werd opgebouwd en uit het dal kwam. Willem Drees was een sociaaldemocraat van de PvdA. De kabinetten van Drees waren kabinetten op brede basis, waarin de katholieken en socialisten de boventoon voerden (rooms-rode kabinetten). Zij bouwden samen de verzorgingsstaat op.
Voor de wederopbouw was natuurlijk wel geld nodig, veel geld. Dit geld kwam van het…


HET MARSHALLPLAN
Het Marshallplan was een groot materieel hulpplan dat drie jaar na de oorlog door de Verenigde Staten in werking trad op initiatief van de toenmalige minister van buitenlandse zaken, George Marshall.
Poster windmolen: Het plan was zo opgezet: onder leiding van Amerika moesten de landen de handen ineen slaan voor de wederopbouw. Op deze posters stelt het weer dan ook de chaos en vernieling voor, blablabla + Popeye.

Het was het European Recovery Program en was bedoeld om de getroffen Europese landen economisch gezien weer zo snel mogelijk bovenop te helpen. Marshall deed het voorstel officieel op 5 juni 1947 in een toespraak aan de Harvard- universiteit in Cambridge. De deelnemende landen zouden met een gemeenschappelijk plan moeten komen. In juni 1947 kwamen deze landen dan ook bij elkaar. In september 1947 werd uiteindelijk het plan aan de Amerikaanse senaat overhandigd.

De hulp bestond grof gezien tussen 1948 en 1952 over het algemeen uit geld, goederen, grondstoffen en levensmiddelen. Dit alles had een totaalwaarde van 12,4 miljard dollar. Dit kwam allemaal uit de VS. 1,5 miljoen daarvan ging naar Duitsland waardoor het land de door inflatie waardeloos geworden Reichsmark kon vervangen door de Duitse mark. Ook konden nu de winkels weer gevuld worden. Bovendien profiteerden natuurlijk de andere landen van de Marshallhulp, waardoor de opbouw van hun industrie en energievoorzieningen kon plaatsvinden. 20% van de hulp was een lening en 80% was een gift van Amerika. Later is deze 20% schuld kwijtgescholden en daarmee is dus de hele Marshallhulp een gift geweest.

Maar het was toch niet allemaal zo perfect al het leek, want Rusland was het met het plan niet eens. De Oost-Europese landen mochten dan ook niet deelnemen aan dit plan. Het plan was namelijk ook wel een klein beetje bedoeld om de Europese landen als het ware aan de kant van de Amerikanen te krijgen, die wilden strijden tegen het Russische communisme, want na de oorlog was iedereen geneigd om extreem links (dus communistisch) te stemmen, vanwege het feit dat Hitler juist extreem rechts was, maar misschien ook wel een beetje omdat iedereen dan gelijk zou zijn. Ook kreeg Amerika er een grote afzetmarkt bij voor hun producten als de economie in Europa stabieler was en het goed ging in deze landen. Zelf hadden ze er dus ook wel degelijk profijt van.

Nederland was voorheen een land dat vooral gericht was op het agrarische, maar door het Marshallplan maakt het een inhaalslag en begon het meer te industrialiseren.
Even is er nog een dreiging geweest dat Nederland in 1950 geen Marshallhulp meer zou krijgen, omdat Amerika had gevraagd of wij militaire troepen naar Korea wilden sturen, in strijd tegen het communisme. Nederland weigerde dit echter. Minister-president Willem Drees, waar Ineke jullie zo wat over gaat vertellen, was namelijk bang dat een agressieve Amerikaanse reactie zou leiden tot een wereldwijd conflict. Ook was de regering bevreesd dat de oplopende defensie-inspanningen erg zwaar op de Nederlandse begroting zouden drukken waardoor de naoorlogse wederopbouw in eigen land in gevaar zou komen. Uiteindelijk heeft Nederland toch medewerking verleend. Nederland kreeg in totaal 978,2 miljoen dollar.

Er zijn echter wel mensen die beweren dat Europa het ook best gekund zou hebben zonder Marshallhulp en dat zij door hun eigen plannen dezelfde groeicijfers gehaald zouden hebben, alleen dan een half jaar of een jaar later.

WILLEM DREES
Jullie hoorden net al de naam Willem Drees, maar wie was dit nou precies? Willem Drees werd in 1886 in Den Haag geboren. Hij groeide op in een Hervormd gezin, maar later kwam hij erachter dat geloof niks voor hem betekende. Hij is in aanraking gekomen met het socialisme toen hij in1902 de verkiezingsoverwinning van Troelstra had bijgewoond. In 1904 werd hij dan ook lid van de SDAP. Voordat hij uiteindelijk minister-president werd, had hij al een hele lijst met banen en functies afgewerkt. Zo was hij onder andere lid van de Provinciale Staten en de Gemeenteraad van Den Haag.
Willem Drees had veel meegemaakt in zijn leven voor hij minister-president werd. Toen het slecht ging in Nederland in de crisis van de jaren 30 zag hij veel arme mensen om zich heen. Werkloze mensen, zonder inkomen en bijna geen geld om te kunnen bestaan. De regering hielp hen wel, maar niet genoeg. Sommigen moesten de straat op om te bedelen. In de oorlog werd ons land veroverd door de Duitsers. Willem Drees werd gevangen gezet in kamp Buchenwald. Hij ziet daar hoe mensen die anders zijn worden vernederd en zelfs vermoord worden. Al deze gebeurtenissen maken veel indruk op Willem. Hij vond dat er veel moest veranderen.

Drees is van grote betekenis geweest voor Nederland en de Nederlandse sociaaldemocratie. Hij had een sober karakter en dit paste precies bij de tijd waarin hij regeerde, een tijd waarin van alles een tekort was. Toen er een paar Amerikaanse diplomaten naar Nederland kwamen om te kijken of Nederland hulp nodig had via het Marshallplan, zagen zij hoe zuinig Drees woonde. Ze zeiden: als de minister-president zo sober leeft, heeft Nederland zeker hulp nodig. Hij was dus zeker een man van het volk, die zich niet verheven voelde boven de rest, omdat hij de macht had. Dit is ook een van de redenen dat hij zo populair was.
Men zag in dat de overheid vaker zou moeten ingrijpen, omdat de economie zichzelf niet kon genezen, zoals in de crisis van de jaren 30 was gebleken. De bemoeienis van de overheid was dus erg groot toen.

GELEIDE LOONPOLITIEK
De geleide loonpolitiek werd tijdens de wederopbouw na de Tweede Wereldoorlog gevoerd door de kabinetten van de Nederlandse staatsman Willem Drees. Het hield in dat de rijksoverheid zich bemoeide met de loonvorming. De loonontwikkeling staat sterk onder toezicht van de staat. De lonen mogen hooguit gelijk stijgen met de stijging van de kosten van het levensonderhoud.
Voor de oorlog had Nederland in de jaren dertig al een lange periode van crisis gehad. De overheid besefte na de tweede wereldoorlog dan ook dat economie zichzelf niet kon genezen en dat er dus sturing nodig was vanuit de regering. Het doel was om de werkeloosheid uit te bannen. Er moesten daardoor wel dingen gematigd worden, zoals de lonen.

De geleide loonpolitiek ging onder leiding van het College van Rijksbemiddelaars. Vakbonden en werkgevers kregen de gelegenheid het binnen de lijnen van het regeringsbeleid eens te worden. Als dat dan niet lukte stelde de rijksbemiddelaar de arbeidsvoorwaarden voor de desbetreffende sector vast.

Ook de prijspolitiek werd door de overheid bepaald. Op deze manier hield de regering controle over de economie, alles stond in teken van de wederopbouw.
In het begin van de jaren ’50 was er al heel wat veranderd in Nederland. De overheid streefde met het kapitalistische Amerika als grote voorbeeld een snelle industrialisatie na. De geleide loonpolitiek bleek een groot succes. Door de lage lonen hadden de bedrijven immers een goede concurrentiepositie ten opzichte van het buitenland. Nederland had nog altijd een exportoverschot, en profiteerde daarom heel veel van de snelle groei van de wereldeconomie.

Maar één van de belangrijkste veranderingen in de Nederland na de oorlog was de opbouw van de verzorgingsstaat. Willem Drees was het brein achter de nieuwe sociale wetgevingen die er toen kwamen. Hij maakte zich sterk voor werklozen, ouderen en laagbetaalden. Hij was de grondlegger van de AOW. Het begon met de Noodwet Ouderdomsvoorzieningen. Dit werd later verwezenlijkt in de AOW zoals jullie in het filmpje hebben kunnen zien. In 1963 kwam er, alhoewel niet meer onder zijn leiding, de Algemene Bijstandswet.

Drees legde de nadruk op hard werken en zuinig zijn, stond bekend om degelijkheid en fatsoen. Hij was volgens veel mensen de ideale persoon om Nederland er weer bovenop te helpen. Iedereen moest meewerken en dit zorgde ook voor een groot saamhorigheidsgevoel onder het volk (Plaatje Amsterdam). Dit verminderde ook op sociaal gebied de tegenstellingen en vooroordelen die er onder de bevolking waren. Hiermee leek hij de verzuiling te doorbreken (niet gebeurd). Samenwerking stond voorop. Iedereen was bereid hard te werken voor weinig loon door de geleide loonpolitiek, waardoor ook de werkloosheid weer sneller daalde. Ook op sociale gebieden zorgde hij voor wederopbouw.
De lage lonen zorgde dat de consumptie laag werd gehouden. Nederlanders kochten weinig in het buitenland, hadden een exportoverschot en verdiende dus op deze manier geld aan het buitenland.
Waar hij zijn beleid nog meer op richtte was het oplossen van de woningnood enorm tekort aan woningen, omdat tijdens de oorlog veel huizen beschadigd of vernield waren, en tijdens de oorlog lag de bouw van huizen ook volledig stil. Het kwam vaak voor dat meerdere gezinnen één huis deelden. Na de oorlog groeide de bevolking enorm door de babyboom, dus er kwamen ook in een klap veel gezinnen bij. Tussen 1945 en 1960 werden ruim 1,5 miljoen woningen uit de grond gestampt. Dit waren vooral sobere, simpele huurwoningen. Veel van deze woningen zijn inmiddels alweer gesloopt of vernieuwd.

Een van de dingen waar Drees tijdens zijn regeringsperiode ook mee te maken kreeg was het onafhankelijk worden van Indonesië. In 1945 eindigt de Tweede Wereldoorlog. De Japanners trekken zich terug en de Nederlandse regering wil gewoon weer de macht hebben in Indië. Maar twee Indonesiërs grijpen hun kans. Ze roepen de onafhankelijkheid van Indië uit. Indië moet vrij, maar Nederland is het hier niet mee eens, en stuurt troepen naar Indië om de macht te houden. Er zijn politionele acties waarbij veel doden vallen, wat veel mensen een slecht beslissing vinden van Drees. Nederland kwam te boek te staan als een land dat een koloniale oorlog voerde en verloor de steun van Groot-Brittannië en de Verenigde Staten in de Veiligheidsraad. De Veiligheidsraad is het hoogste orgaan van de Verenigde Naties en heeft de verantwoordelijkheid voor het handhaven van de internationale veiligheid en vrede, in het kader van de doelstellingen en beginselen van de Verenigde Naties.
De Indonesiërs wilden een eigen staat: Indonesië. Nederland stuurde soldaten naar Indië om dat tegen te gaan. Indië was een Nederlandse kolonie en dat moest zo blijven, vond de regering.
Na vier jaar vechten en honderden doden gaf Nederland de strijd op. De kolonie Nederlands-Indië bestond niet meer. Het is sinds 1949 een onafhankelijke staat: Indonesië.

Nog wat algemene dingen over de wederopbouw:
Na de Tweede Wereldoorlog is Nederland op de volgende gebieden erg veranderd:
- de afnemende verzuiling: Niet langer moest het geloof bepalend zijn voor de politieke keuze, dit was een plan van de regering, maar is totaal mislukt, omdat mensen gewoon weer in hun oude zuil terugvielen.
- toenemende invloed van Amerika: Amerika was een vrij en sterk land en Nederland wilde hier graag op lijken. Mensen wilden steeds meer zelf bepalen wat ze wilden en daardoor nam de invloed van kerk en staat af.
- Na de Tweede Wereldoorlog begon de Nederlandse regering met het stimuleren van het herstel van de economie: Om de koopkracht van de mensen te vergroten werd de prijs voor het voedselpakket kunstmatig laag gehouden. Maar de boeren moesten natuurlijk ook geld verdienen. Daarom moest de landbouwproductie fors omhoog. Die verhoging van de productie werd bereikt door deze te mechaniseren en met het gebruik van kunstmest, bestrijdingsmiddelen en krachtvoer. Zo kregen we de intensieve landbouw.
- Verstedelijking: de babyboom zorgde voor veel jonge gezinnen, die massaal in de stad gingen wonen (hoort bij onderste punt).
- Op sociaal- economisch terrein valt natuurlijk de industrialisatiepolitiek te noemen als een breuklijn: Vanaf de bevrijding bestond onder politici en bestuurders overeenstemming over de noodzaak van een intensief industrialisatieprogramma. Tussen 1948 en 1951 werden maar liefst 140.000 nieuwe arbeidsplaatsen gecreëerd in de industrie. De uitbreiding en verbetering van de infrastructuur hadden verstrekkende gevolgen voor de openbreking van het platteland en de verstedelijking. De overheid streefde er bewust naar de industrialisatie regionaal zoveel mogelijk te spreiden (zie POSTER INDUSTRIALISATIE). Concentratie in het westen zou twee nadelen hebben: een te zware belasting van de infrastructuur, alsook een overhaaste uittocht van het platteland naar de steden, wat tot ongewenste sociale gevolgen zou kunnen leiden. Daarom koos de overheid voor industrialisatie van het platteland met een bijbehorende ontsluiting van de agrarische regio's. Deze economische modernisering spiegelt zich ook af in de verdeling van de beroepsbevolking. Opvallend is de snelle afbouw van de agrarische sector, in 1947 nog bijna twintig procent van de beroepsbevolking herbergend.



REACTIES

B.

B.

handig!

12 jaar geleden

G.

G.

mooi :D

10 jaar geleden

R.

R.

Handig

10 jaar geleden

H.

H.

Prachtig

7 jaar geleden

E.

E.

Yeeeeeet is mijn wachtwoord

3 jaar geleden

E.

E.

Dankjewellll

2 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.