VOC

Beoordeling 5.7
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • Klas onbekend | 977 woorden
  • 12 januari 2004
  • 88 keer beoordeeld
Cijfer 5.7
88 keer beoordeeld

HET VOC De VOC heeft in de 200 jaar dat het bedrijf bestond meer dan 5000 keer schepen naar Indië gestuurd. Niet alle schepen vergingen, er kwamen wel degelijk schepen uit Indië terug naar de Nederlanden. De schepen die de VOC daarvoor gebruikten werden veelal gebouwd op de eigen scheepswerven. Elke kamer had haar eigen scheepswerf. Er werden ook schepen van andere bedrijven of particulieren gekocht en de VOC heeft zelfs schepen gehuurd. Maar dat waren er niet veel. De VOC heeft in totaal 1461 schepen laten bouwen. Per jaar waren dat er gemiddeld 7. Op elke reis die een VOC schip maakte gebeurde er wel wat. Soms gingen de schepen ten onder door brand, storm of werd het gekaapt door piraten. Maar als er niets ernstigs gebeurde konden de betere VOC schepen het best een jaar of twintig volhouden en soms wel 10 keer naar Indië varen. Op de scheepswerven weden vooral de zogenaamde retourschepen gebouwd. Het ware grote schepen van wel 10 meter breed en 50 meter lang. Deze schepen werden gemaakt om heen en weer te varen tussen Nederland en Indië. De schepen waren niet voor niets zo groot er moest veel vracht vervoerd kunnen worden op dit schip. Bovendien moest er zo'n 300 man personeel mee. Regels en wetten aan boord De regering van de Nederlanden, de Staten-Generaal, hadden een zogenaamde artikelbrief gemaakt. Daarin stond precies wat wel en niet mocht. De regels gingen over van alles en nog wat, bijvoorbeeld over: diefstal en vloeken, maar ook over de meer voorkomende dingen zoals het gebruik van vuur of het schoonmaken van een schip. Iemand die er voor moest zorgen dat iedereen zich netjes aan de regels hield, heet een provoost. Als iemand zich niet aan de regels hield, kreeg deze persoon een straf. De provoost kon nooit in zijn eentje een straf uitspreken. Aan boord van een schip was een groep mannen van vijf personen die samen de scheepsraad vormden. Vaak zat ook de schipper in deze raad. Als het schip samen met andere schepen op weg was, en dus voer in een vloot, dan was er een soortgelijke raad, de Brede Raad, in plaats van de scheepsraad.
Ziektes Als je zo lang met elkaar in een kleine ruimte moet leven kun je je vast wel voorstellen hoe snel een ziekte zich verspreidt. De ruimtes waar de matrozen en gewone scheepsjongens in sliepen en verbleven waren maar klein. hun slaapplek was ergens midden in het schip. Een kleine ruimte waar zo'n 80 hangmatten hingen. Daarin sliepen de harde werkers. Er kwam maar weinig frisse lucht in deze ruimte dus je begrijpt wel dat het een hele ongezonde situatie was voor het personeel. De lucht die er hing moet vreselijk geweest zijn. En je kon er zelfs zo hier en daar een stiekeme behoefte vinden!! Dit dek was een verzamelplaats voor ziektekiemen. Een andere oorzaak voor het uitbreken van ziektes was dat de weerstand van de meeste opvarenden niet zo groot was. Dat kwam eigenlijk door het voedsel. In het voedsel aan boord zaten wel altijd genoeg calorieën, maar er zaten veel te weinig vetten en vitaminen in het eten. En juist voor de harde werkers was dat eigenlijk onmisbaar. De Kombuis De keuken op een schip heet een kombuis. Hier werden alle opvarenden van voedsel voorzien. Er is een bewaard gebleven historische bron van Nicolaes Witsens, deze beschrijft de kombuis. De kombuis had een gemiddelde grootte van 1 meter 20 bij 1 meter 80!!! Dat is heel erg klein. Je kunt er net in liggen en niet eens met je armen wijd!! Meestal was de kombuis te vinden vlak onder het bovendek. Erg veel stelde het niet voor. Er werd een vuurtje gestookt waar een ijzeren rooster op werd gelegd. Op dat rooster stonden dan twee grote kookpotten. Op de grote schepen had de kombuis een schoorsteen. Maar op de kleinere schepen ontbrak deze vaak. Kun je je voorstellen hoe de kok eruit zag, na het koken? Zwart van het roet. In deze ruimte stond de kok dan drie keer per dag voor de hele bemanning, vaak meer dan 100 man, te koken. Dat was, behalve de veel te kleine ruimte, geen makkelijke klus. Want een groot schip in de 17e eeuw schommelde eigenlijk altijd hevig van links naar rechts. Vuur in de kombuis bij hevige storm was dan ook niet toegestaan. Bij slecht weer werd er dus geen warm eten geserveerd. Er was ook nog een verschil tussen de matrozen en de officieren. De matrozen moesten gewoon eten wat er werd geserveerd. Maar de passagiers en de officieren stelden hoge eisen
aan hun maaltijden. En dat met maar twee kookpotten! Helaas beschrijft Nicolaes Witsens niets over de inrichting van de kombuis. Maar een andere historische bron geeft een lijst van keukengerei. Het Menu van de Kok Als je weet in welke situatie de kok zijn gerechten vaak stond klaar te maken, dan ziet het onderstaande menu er toch best heel aardig uit. Jammer dat er niet altijd de juiste voedingsmiddelen in zaten. (alleen hoofdgerecht) De Chirurgijn Natuurlijk ging er aan boord van elk schip een dokter mee. De dokter heette in die tijd een chirurgijn. Nu moet je dat natuurlijk niet vergelijken met de dokters van nu met al hun moderne apparatuur en alle kennis die zij inmiddels hebben. In de tijd van de VOC was de kennis van het menselijk lichaam heel beperkt. Waarschijnlijk weet je wel op welke manier de chirurgijn in die tijd koortsverschijnselen behandelde. Als je koorts had, begon je te zweten en werd je hoofd rood. Omdat bloed ook rood is dacht men dat als je koorts had, dat je dan teveel bloed in je lichaam had. De oplossing was dan dat er een aderlating gedaan moest worden. Er moest bloed uit je lijf gehaald worden en dat deed men door een potje met bloedzuigers op je arm te zetten. Die zogen dan het teveel aan bloed uit je lichaam.

REACTIES

C.

C.

stom werkstuk heb er niks aan.

11 jaar geleden

D.

D.

goede en makkelijk taalgebruik. ik snap het helemaal. kort maar krachtig

7 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.