Inleiding
Ik heb gekozen voor het onderwerp verzuiling en ontzuiling in Nederland. Dit onderwerp heb ik gekozen omdat de verzuiling zich in Nederland heeft afgespeeld, en we er nu nog de gevolgen van zien. In het dagelijks leven kom je er nog steeds mee in aanraking, bijvoorbeeld op televisie en op de radio. Ik wilde vooral kijken wat verzuiling en ontzuiling precies is, en hoe Nederland is veranderd in deze periode. Mijn hoofdvraag is: Hoe ging Nederland van verzuiling naar ontzuiling? Met 4 deelvragen heb ik dit onderzocht. Mijn deelvragen zijn:
· Wat is verzuiling?
· Wat is de invloed van de omroep in de verzuiling
· Hoe ontzuilde Nederland?
· Wat merken we nu nog van de verzuiling?
Met deze deelvragen ben ik tot een conclusie gekomen, en kon ik de hoofdvraag beantwoorden.
1. Wat is Verzuiling?
Verzuiling
In mijn eigen woorden is verzuiling een proces in de maatschappij. Mensen met een zelfde levensovertuiging voelden zich op een bepaalde manier verbonden en uiten dit in organisaties, verenigingen, scholen enz. De verschillende groepen noemen ze zuilen.
De verzuiling bestond uit een aantal zuilen. De 4 grootste zuilen waren de protestanten, rooms-katholieken, socialisten en de liberalen (vrijzinnige protestanten).
De verzuiling wordt ook nog wel eens omschreven als een proces dat de opdeling van de maatschappij in zuilen vergroot. Maar er zijn ook mensen die het als iets positiefs zien. Vooral in de jaren ’50, toen de verzuiling steeds sterker werd, waren er veel mensen die het als een vooruitgang zagen. In het volgende stukje zal ik iets meer vertellen over de verschillende zuilen.
De Protestanten
Rond 1870 was Nederland een overwegend calvinistisch of protestantse natie. Er waren maar weinig mensen die niet geregistreerd kerkelijk waren. In 1870 trad ene Abraham Kuyper aan als Nederlands-hervormde dominee in Amsterdam. Hij ontwikkelde zich als opvolger Groen van Prinsterer. Hij was de oprichter. In 1876 overleed Groen, en Kuyper werd de leider van de antirevolutionairen. Na zijn aantreden werd het protestantse volksdeel een hechte zuil. Bij de protestanten ‘horen’ een aantal termen. Kuyper hield een rede over de soevereiniteit in eigen kring. Dat betekent dat in de samenleving verschillende kringen zelfstandig zijn, en enkel verantwoording hoeven af te leggen aan God. Via de antithese, de opvatting dat er een strikte scheiding is tussen christenen (protestanten en katholieken) en ‘paganisten’(niet-christelijke, zoals de liberalen en de socialisten), wilde een bewuste tweedeling creëren in de samenleving. Dit laatste had tot gevolg dat de protestanten zich terugtrokken in eigen scholen, kerken, organisaties en kranten. Hiermee wilde ze zich verdedigen tegen het ongeloof en het liberalisme. De antirevolutionairen waren calvinistisch, en lid van de Nederlands hervormde kerk.
Rooms Katholieken
Pas sinds 1848 kregen de katholieken volledige godsdienst vrijheid. Door de liberale grondwetswijziging werden discriminerende maatregelen opgeheven.
Door deze hervormingen hadden de katholieken en liberalen een goede band. Pas in de jaren ’60 werd zit minder, en kwam er een breuk tussen deze twee. De katholieken waren bang dat de vrijzinnige denkbeelden van de liberalen het openbaar onderwijs zouden overheersen. Door deze schoolstrijd werd er een nieuwe zuil gecreëerd door de katholieken. De dichter-priester herman Schaepman was een belangrijk persoon in de beginjaren van de verzuiling van de katholieken. Scheapman wilde een partij van algemeen christelijke. Maar de antirevolutionairen vonden dit geen goed idee.
Socialisten
De socialisten vinden allemaal dat er gelijkheid en saamhorigheid moet zijn tussen de mensen.In het midden van de 19e eeuw gaf Karl Marx dit idee een theoretische basis. De socialisten vonden dat de sociale problemen anders aangepakt moesten worden. Het kapitalisme moest veranderen in een nieuw stelsel. Het socialisme, of het communisme. Marx wilde dit ideale stelsel bereiken door een langdurige klassenstrijd tussen de kapitalisten en de arbeiders. De arbeiders zouden het winnen. Aan het eind van de 19e eeuw was er nog steeds veel armoede. Ferdinand Domela Nieuwenhuis werd rond 1880 de ‘apostel van de arbeiders’. Hij was heel erg populair onder de socialistische arbeiders. Hij was de leider van de SDB, maar had weinig succes in de Tweede kamer. Hij koos in 1890 de kant van de anarchistische stroming en wees daarmee deelname aan parlement en verkiezingen af.
Liberalen
De liberalen waren de minst sterke zuil van allen. Ze hadden ook geen grote organisaties. Het liberalisme had aanhang van niet-confessionelen en ook van vrijzinnige protestanten. In het liberalisme was het individu erg belangrijk. Vrijheid en in zowel politieke zin als in economische. De staat moest volgens hen maar weinig invloed hebben, en op de achtergrond blijven. In de 19e eeuw kregen ze veel aanhang van banken, handel en industrie. Deze groepen geloofden in het marktmechanisme. In 1884 werd er een nieuwe democratische grondwet gemaakt, door de liberaal Thorbecke. De liberalen probeerden veel sociale kwesties op te lossen, maar staken weinig tijd in het oprichten van organisaties. Langzaam wonnen andere stromingen aan kracht, en de liberalen verloren veel stemmen aan confessionele en socialistische partijen.
2. Wat is de invloed van de omroep in de verzuiling?
Het Nederlandse omroepbestel 1925-1965
In de verzuiling hebben omroepen een grote rol gespeeld. Bij de verschillende zuilen hoorden dus verschillende radio- en televisiezenders. Voordat deze media een rol speelde was de krant het belangrijkste. Voor de zuil was de krant niet alleen belangrijk om propaganda naar buiten te brengen, maar ook om in de eigen kring eenstemmigheid in opvattingen te bewaren.
Radio
In het begin van de jaren ’20 werd door de neutrale ‘Hollandse Draadloze Omroep’ (HDO) de eerste radio-uitzending verzorgd. De uitzendingen waren vooral cultureel en informatief van aard. De populariteit van de radio nam snel toe, en de neutrale HDO ging zendtijd verhuren. In juni 1924 werd de protestantse ‘Nederlandse Christelijke Radio Vereniging’ (NCRV) opgericht. De instelling was om alles in eigen (protestantse) hand te houden. Dit kon je ook zien aan het radioblad dat ze uitbrachten, het Christelijke Tijdschrift voor Radio. In 1925 werd de ‘Katholieke Radio Omroep’ (KRO) opgericht. De instelling was dezelfde als die van de NCRV, alleen dan voor de Katholieke kring. De katholieken wilde de protestantse invloed tegenhouden. Met de overheid werd overlegd over de zendtijd, dat voor de protestanten en katholieken goed uitviel, want er heerste op dat moment een coalitie van confessionele partijen o.l.v. Colijn.
Midden in de omroepstrijd richten de socialisten in 1925 de ‘Vereniging van Arbeiders Radio Amateurs’ (VARA) op, hoewel de oprichting met weinig enthousiasme werd begroet. De meeste socialisten wensten een nationale omroep. De vierde omroep werd in mei 1926 opgericht door de Centrale Commissie: ‘Vrijzinnig Protestantse Omroep’ (VPRO). De VPRO wenste uitsluitend aanvullende programma’s te maken. De bijkomende reden hiervoor was dat ze het liefst ook een nationale omroep hadden.
In 1927 kreeg de HDO een andere naam namelijk ‘Algemene Vereniging Radio Omroep’ (AVRO). De reden was vooral van omroeppolitieke aard. De HDO stond in de inmiddels verzuilde samenleving ter discussie, met ‘algemene’ in de naam dacht men meer een nationale omroep te kunnen zijn. Deze verwachting werd echter een teleurstelling.
Het zendtijdbesluit was een definitieve oplossing voor het omroepvraagstuk. De zendtijd werd gereorganiseerd in vier gelijke delen (van 20%). De rest werd verdeeld onder niet-beschouwelijke omroepen. Als gevolg van het zendtijdbesluit moest de AVRO tot hun grote woede veel zendtijd inleveren.
De financiële onderbouwing was in de jaren ’30 totaal anders:
- de overheid gaf geen subsidies
- elke vorm van commercie was verboden
De band tussen de zendgemachtigden en de luisteraars werd hierdoor versterkt, maar de samenwerking tussen de omroepen niet. Hierdoor kwam er een tweedeling. De christelijke (NCRV en KRO) en niet-christelijke (VARA en AVRO) Deze tweedeling werd nog eens versterkt doordat de beide ‘delen’ van een andere zender gebruik maakten.
In Mei 1930 werd de Radio Omroep Controle Commissie opgericht. De commissie moest erop toezien dat de ‘veiligheid van de staat, goede zeden en openbare orde gehandhaafd werden’. In 1941 kwam er een einde aan de pluriformiteit van de zenders. De Duitsers stelden de ‘Nederlandse omroep’ (NO) in.
Kort na WO II kwam er een poging van politici om de traditionele scheiding confessionelen en niet-confessionelen in Nederland te doorbreken. Het doel was om één politieke partij op te richten. Dit mislukte doordat de confessionelen trouw bleven aan hun eigen politieke stroming en omroepen. In 1947 herstelde de vooroorlogse, verzuilde omroepen. Er waren wel twee verschillen met voor de oorlog.
· preventief overheidstoezicht werd afgeschaft
· de ‘Nederlandse Radio Unie’ (NRU) kreeg verantwoordelijkheid voor gezamenlijke programma’s
In ‘herrijzend Nederland’ werd de radio razend populair. De uitzendingen van de televisie stonden in die tijd nog in kinderschoenen. Het aantal zenduren was in 1960 nog zeer beperkt.
Televisie
Tot 1956 verzorgde de ‘Nederlandse Televisie Stichting’ (NTS) zendtijd.
Met het televisiebesluit kreeg ook de tv dezelfde structuur als het radiobestel. Omdat er zo weinig zendtijd voor de televisie, bleef de radio erg populair. De programmering werd in deze tijd afgestemd op traditionele omstandigheden in het gezin. Familieprogramma’s werden met opzet ‘s avonds geprogrammeerd. De Christelijke omroepen besteedden tussen 1945 en 1960 nog een belangrijk deel van hun zendtijd aan godsdienstige programma’s. Men wilde hierdoor de Katholieke respectievelijk protestantse levensstijl vormen en versterken. Opvallend was de omvangrijke zendtijd die voor gesproken woord en nieuws was gereserveerd. Dat was bijna de helft van de zendtijd begin jaren ’50. In deze jaren bleven de verschillen tussen de zuilen nog gehandhaafd.
3. Hoe ontzuilde Nederland?
Oorzaken
In de jaren zestig kwamen er langzaam onderhuidse ontwikkelingen binnen de zuilen. De mentaliteit binnen de zuilen veranderde. Eerst rustig, maar later werden ze duidelijk zichtbaar.
Nederland was weer langzaam herstelt, en weder opgebouwd. Met een goede industrie, economie, ontstaan van de verzorgingsstaat en de schaalvergroting van het sociale leven ontwikkelde het zich snel. Deze laatste twee punten zijn heel belangrijk geweest in de ontzuiling van Nederland.
Door het ontstaan van de verzorgingsstaat waren de mensen niet meer afhankelijk van de eigen kerk of instelling. Ze konden nu zelf bepalen van welke organisaties ze lid werden. Er was veel minder controle op de leden vanuit de zuil, en de overstap naar een andere organisatie werd steeds makkelijker.
Door de schaalvergroting in het sociale leven betekende een toename van de mobiliteit, de opkomst van de televisie en de toename van het aantal studenten. Vooral door de opkomst van de televisie konden mensen makkelijk kijken naar de andere zuilen. Studenten werden geconfronteerd met jongeren uit andere zuilen. De vanzelfsprekendheid om deel te blijven uitmaken van de tradities verdween.
Ontkerkelijking
Tot 1900 was er zeer weinig onkerkelijkheid. Er was wel wat kritiek op de kerk, maar dat betekende dat er andere kerkelijke stromingen kwamen en niet in onkerkelijkheid. Na 1900 nam de onkerkelijkheid snel toe. Eerst kwam het protestantisme en het socialisme. De Nederlanders werden kritischer, en individualistischer, Nederland werd gemoderniseerd. Instituties en organisaties maakten zich vanaf de jaren ’60 los van hun religieuze of levensbeschouwelijke achtergrond. Per zuil verschilde dit wel.
Katholieken
De oorzaken voor de grote veranderingen binnen de rooms-katholieke kerk lagen vooral binnen de katholieke zuil zelf.
· Het isolement werd opengebroken onder invloed van naoorlogse industrialisatie en urbanisatie.
· De katholieke geestelijkheid verloor haar prominente positie. Op de helft van de 20e eeuw drongen steeds meer leken door in de katholieke intelligentsia en eisten hun plaats op in de top van de zuil.
· Onder invloed van het Tweede Vaticaans Concilie (1962-1965) kwam er een democratiseringsproces aan op gang.
Alles werd door het Vaticaanse Concilie gedemocratiseerd. Niets werd meer als vanzelfsprekend gezien, waardoor de kerk in een identiteitscrisis kwam.
In 1963 suggereerde de populaire bisschop Bekers, dat de ouders voortaan zelf verantwoordelijk waren voor het aantal kinderen. Indirect accepteerde de kerk met deze uitlating een grotere rol van de ouders in het gezin.
In 1970 werd het Pastoraal Concilie gehouden. Een gevoelig punt hier het celibaat. Er was een groot tekort aan priesters, dus deze discussie was noodzakelijk. Maar veel Nederlandse katholieken stond tamelijk onverschillig tegenover het gepraat over vernieuwing binnen de kerk. Het kerkbezoek daalde ook erg snel. De Nederlandse Katholieke kerk viel uiteen in een conservatief en een progressief deel, toen Rome conservatieve bisschoppen aan ging stellen.
De ontzuiling van de katholieke kerk werd steeds groter.
De Volkskrant ontdeed zich in 1966 van haar Roomse signatuur en de KVP verloor tussen 1967 en 1972 bijna 50% van haar aanhang.
Rechtzinnige Protestanten
Bij de protestanten ging de ontzuiling niet heel snel. Langzaam kwamen er veranderingen waardoor de zuil uiteenviel. Er waren twee belangrijke oorzaken hiervoor.
· Bij het protestantisme is het individu veel belangrijker dan bij het katholieke geloof.
· Bij het protestantisme waren ze al veel eerder bewust van het ontzuilinggevaar. Het kwam niet onverwachts, de mensen waren al gewaarschuwd. De afsplitsing werd steeds groter.
In de periode 1945-1960 veranderde er veel, maar er kwamen geen kerkscheuringen In 1962 begonnen hervormde en gereformeerde predikanten met een poging de kerken samen te brengen. Dit leidde in 1976 tot de Samen op Weg (SOW) gedachte. De toegenomen openheid binnen het protestantisme resulteerde in heftige discussies. Vooral binnen de Geformeerde kerken groeide de vrijzinnige invloed. Deze vernieuwing leidde aan de rechtzinnig gereformeerde kant tot hergroepering. (EO, RPF, RD) en aan de andere kant tot de vorming van maatschappijkritische bewegingen.
Socialisten
De ontzuiling van de socialisten begon vlak na de oorlog. Met de doorbraakgedachte, die wel mislukte, maakten veel confessionelen (vooral hervormd) de overstap naar de socialistische PvdA.
In de jaren ’50 werden de banden met de NVV en de VARA minder formeel. De jongerenorganisatie AJC werd in 1959 opgeheven.
In de jaren ’60 begon de organisatorische ontzuiling pas echt. De welvaart nam toe en mensen twijfelden aan de zin van het socialisme.
De jongeren speelden ook hier een grote rol. Ze kregen interesse voor de Derde Wereld, de vrede en onveiligheid in de wereld. De traditionele normen en waarden werden niet zomaar aangenomen. Er kwam verdeeldheid binnen het socialisme. In 1994 vond opnieuw een doorbraak plaats toen de liberalen en socialisten samen de paarse coalitie vormden. De ontzuiling en daardoor de groei naar het politieke midden had de politieke partijen in de jaren ’90 dichter bij elkaar gebracht
4. Wat merken we nu nog van de verzuiling?
Als we de tijd van nu vergelijken met vroeger moeten we rekening houden met een aantal dingen. Tegenwoordig is een veel kleinere bevolkingsgroep nog godsdienstig. De kerk heeft veel minder invloed, en nog weinig jonge mensen zijn ‘lid’ van een godsdienstige omroep. In Nederland zijn er nog wel wat sporen van de verzuiling te vinden. Het meeste is terug te vinden op televisie. De zenders Nederland 1, 2 en 3 zijn nog steeds verdeelt over bijvoorbeeld de TROS, AVRO, NCRV en VARA. Deze zenders bestaan nog steeds alleen nu zijn de kijkers nu niet meer van 1 bepaalde zuil, iedereen kijkt naar wat hij leuk vindt.
De omroepen zijn zelf ook veranderd als het gaat om de programma’s. Er wordt veel minder strak bij hun oude identiteit gebleven. In 1968 is de VPRO gestopt met de vrijzinnig-christelijke programma’s. Andere omroepen deden dit minder sterk. De KRO en de NCRV bleven wel christelijk maar wilden ook voor het hele volk spreken. De TROS wilde er zijn voor de ‘ontzuilde’ mensen in Nederland. Ook de Veronica Omroep Organisatie (VOO) deed dit.
Het publieke bestel kreeg er eind jaren ’80 concurrentie bij van een andere kant. De commerciële zender RTL 4 kwam op. Hierna kwamen er steeds meer zenders bij, zoals SBS 6 en RTL 5. De komst van de commerciële zenders speelde een grote rol bij de definitieve ontzuiling. De omroepen werden gedwongen om samen te werken, door alle andere zenders.
Hoofdvraag
Hoe ging Nederland van Verzuiling naar Ontzuiling?
Nederland is altijd een land geweest waarin de kerk een grote rol speelt. Door te onderzoeken hoe de verzuiling ontstond merk je ook hoeveel invloed de kerk had. Het was bijna noodzakelijk om lid te zijn van een kerk, zowel economisch als op sociaal gebied. Het was een soort zekerheid die op dat moment nodig was. Je hoorde bij een groep, en de mensen waarmee je omging ook. Er waren veel verschillen tussen de zuilen maar ook veel overeenkomsten. Als het ging om kranten, radio en televisie wilden ze allemaal hetzelfde doel bereiken. De programma’s waren anders van inhoud, maar er zat vaak een godsdienstige gedachte achter. De indruk die ik kreeg bij het schrijven van dit stuk is dat het vooral ging om de kleine wereld die veel mensen hadden. Ze keken niet veel verder dan hun eigen kring. Die was belangrijk en gaf zekerheid. Ik denk dat de komst van de televisie een grote rol heeft gespeeld in de ontzuiling die erna kwam. Hierdoor werd de wereld vergoot, en kwam er meer kennis bij de mensen. Bij de oudere mensen ging dit minder snel, maar vooral bij de jongeren kwam al snel het besef van andere zuilen. Zij zagen dat er ook buiten hun eigen zuil ‘goede’ mensen waren, die wel een andere godsdienst hadden maar toch hetzelfde waren. Tegenwoordig is dat besef nog eens veel groter. De verschillede omroepen zijn er nog wel, maar het is niet meer zo dat daar alleen maar naar gekeken wordt door leden. Misschien kan je tegenwoordig wel spreken van een nieuwe verzuiling door de multiculturele samenleving. Maar ondanks al deze verschillende culturen, komt toch ook deze groepen mensen vaak dicht bij elkaar.
REACTIES
1 seconde geleden
R.
R.
Dankjewel voor dit werkstuk ben er echt heel erg blij mee!
Greetz
14 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
Jippie! Ik heb ook een voldoende gehad! Mijn eerste dit jaar. Wil iedereen bedanken die hier aan heeft meegeholpen! Jullie zijn echt super tof!
Toedels!
14 jaar geleden
AntwoordenA.
A.
Heel mooi geschreven, let alleen wel op je spelling.
Bijvoorbeeld: ''verschillede'' ?
Ik denk niet dat dat gedeelte helemaal klopt, verder echt tof. Het heeft me echt geholpen, bedankt!
13 jaar geleden
AntwoordenL.
L.
heb je mischieen ook een bronnen lijst?
11 jaar geleden
AntwoordenS.
S.
Thorbecke schreef in 1848 een grondwet, 1884 kon niet eens want de man overleed in 1872
9 jaar geleden
AntwoordenJ.
J.
ok
8 jaar geleden
AntwoordenR.
R.
Thanks, ik heb wat info eruit kunnen halen voor me presentatie.
7 jaar geleden
Antwoorden