Versailles
De geschiedenis……
Veel mensen zijn geneigd om het paleis van Versailles aan Lodewijk XIV te koppelen. Dit is logisch aangezien de zonnekoning de bekendste koning is die daar heeft gewoond. Eveneens is de huidige vormgeving voor een groot deel tot stand gekomen tijdens zijn regeringsperiode. Een nadelig gevolg van deze associatie is echter dat de beschouwer vaak uit het oog verliest dat al in 1631 aan de bouw van het Paleis van Versailles is begonnen.
Lodewijk XIV zijn vader, Hendrick IV, ging reeds regelmatig jagen in Versailles. Lodewijk XIII nam deze gewoonte over. In de tijd dat zij er jaagden was het een moerassig haast onbewoond gebied. Na afloop van de jacht moesten zij terug naar het slot van Saint-Germain-en-Laye of naar het Louvre in Parijs. Lodewijk XIII brengt daar in 1624 verandering in door er een jachtpaviljoen te bouwen. In 1632 laat hij die vervangen door een kasteel. De bouw duurde tot 1636. Dit kasteel en de omliggende tuinen vormen het oudste deel van het huidige paleis van Versailles. Na 1661 werd het in opdracht van Lodewijk XIV door de architect Louis Le Vau uitgebreid tot een nog groter paleis. Rond 1680 nam de architect Mansart de uitbreiding over en kreeg het kasteel zijn huidige vorm.
Lodewijk XIV maakt van Versailles zijn woonplaats. Daarvoor woonde hij net als zijn vader in het Louvre te Parijs. Deze verhuizing had tot gevolg dat Versailles het centrum werd van het franse politieke en culturele leven in plaats van Parijs. Hiervoor zijn waarschijnlijk meerdere oorzaken geweest. Aanleiding was zijn affaire met Louise de la Valliere. Op zoek naar een afgelegen plaats kwam hij daar terecht. Hieropvolgend ontstond al snel het plan om het paleis van Versailles uit te breiden.
Parijs was uitgegroeid tot een van de grootste steden van Europa. De combinatie tussen de dichtbevolkte stad en de zeventiende eeuwse hygiëne had vele ziekten en epidemieën tot gevolg. In Versailles was het leven gezonder en hij kon er zijn favoriete tijdverdrijf uitvoeren; de jacht. De verbouwing van Versailles bracht erge hoge kosten met zich mee.
Bron: Kunsttrip
Het gebruik
In het middengedeelte van het paleis woonde de koninklijke familie en waren de staatsappartementen. Deze zogenaamde staatsappartementen werden gebruikt door Lodewijk XIV voor feestelijke ontvangsten van buitenlandse ambassadeurs en ’s avonds voor hoffeesten. Het ging er bij deze hoffeesten wild aan toe. De feesten duurden tot diep in de nacht en er werden honderden mensen uitgenodigd. Deze genodigden waren vooral mensen uit de adel, die van heinde en ver kwamen om de koning in het echt te zien. Omdat de feesten meestal pas vroeg in de ochtend waren afgelopen, waren er kamers gereserveerd voor de gasten. De meeste genodigden brachten hun leven ook door in en rond het paleis, want hoffeesten werden onder de heerschappij van Lodewijk XIV aan de lopende band georganiseerd. Het interieur van deze zalen was erg mooi. De muren waren met bladgoud versierd en de plafonds toonden schilderingen die de grootste militaire daden van de koning verbeeldden. Het zorgde er dan ook voor dat de gasten onder de indruk kwamen van de rijkdom van de koning, die aan zijn gasten wilde laten zien hoe rijk en machtig hij wel niet was.
De grootste ruimte van het paleis is de Spiegelzaal, waar de gasten van Lodewijk XIV altijd eerst moesten wachten, voordat ze bij de koning toegelaten werden. Verder werd de zaal gebruikt als balzaal bij de diverse feesten. Bovendien is de ruimte bekend van het verdrag dat er in 1919 gesloten werd om een einde te maken aan de Eerste Wereldoorlog: het Verdrag van Versailles. Als je er tegenwoordig rondloopt vallen de gouden kandelaars en de diverse wand- en muurschildering op, net zo als de vele spiegels, waaraan de zaal zijn naam te danken heeft. De houten vloer zal vroeger een perfecte dansvloer zijn geweest voor de gasten!
Lodewijk XIV noemde zichzelf de Zonnekoning, omdat hij zichzelf als het middelpunt van de wereld zag. Er staan dan ook veel beelden van de Grieks-Romeinse zonnegod Apollo in het paleis, die deze naam van de Franse koning benadrukken. Naast Apollo zijn er nog verschillende andere Grieks-Romeinse goden in het paleis aanwezig, of verwerkt in muur- of plafondschilderingen of in de vorm van een beeld. Dat is op zich niet zo verwonderlijk, want Lodewijk XIV liet zich erg inspireren door de Grieks-Romeinse kunst.
De tuinen
De tuinen van Versailles zijn wereldberoemd geworden. Ze zijn in eerste instantie enorm groot en schitterend aangelegd. De tuinen zijn aangelegd door de tuinarchitect André Le Nôtre en waren typisch Frans. Dat betekent dat de natuur werd beteugeld in bloemperken met ingewikkeld patroon, strak geknipte hagen en kaarsrechte lanen. In de tuin werd gewoon publiek toegelaten. Alleen bedelaars werden geweigerd. In de tuin werkten 30.000 arbeiders. De fonteinen speten wel 34 meter hoog en dat was nog hoger dan de concurrent-tuinen Chantilly en Vaux. De bouwwerken zijn gemaakt door veel verschillende beeldhouwers maar de bekendste is Bernini. Versailles geldt als een Baroktuin, maar de tuinhistorie begint daar al in de Renaissance In de tuinen was ook een orangerie, waar exotische planten werden gekweekt en een menagerie, waar exotische dieren werden gehouden. Tijdens de Franse Revolutie werd deze dierentuin echter afgebroken, zodat er tegenwoordig niets meer van valt terug te vinden. In de tuinen zijn nú ook thema’s verwerkt zoals jaargetijden, elementen, werelddelen, goden, Romeinse keizers en oorlog en vrede.
oppervlakte 800 hectaren
lengte wegen 20 km
lengte muren 20 km
aantal bomen 200.000
water 35 km
oppervlakte dak 11 hectaren
aantal vensters 2135
aantal vertrekken 700
aantal trappen 67
REACTIES
1 seconde geleden