Tijdvakken Dossier Voedsel

Beoordeling 6.2
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 889 woorden
  • 30 april 2010
  • 16 keer beoordeeld
Cijfer 6.2
16 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie

Voedsel in de prehistorie

In het eerste deel van de prehistorie waren de mensen jagers of verzamelaars. De jagers jaagden op wild en de verzamelaars verzamelde andere soorten voedsel. In het tweede deel van de prehistorie (vanaf 10.000 v.Chr.) waren en jagers en boeren. Toen ontdekte de mens landbouw. Ze gingen granen verbouwen en vee houden.
In de tijd van de jagers-verzamelaars at de mens dus voornamelijk vis, hert, kleine zoogdieren, en vogels als gejaagd vlees door de mannen. Daarbij aten ze paddestoelen, bessen en knollen, die door de vrouwen werden verzameld. Ze bereidde het voedsel op vuur, meestal het vlees aan een spit. 
In de tijd van de jagers en de boeren had de mens dus landbouw ontdekt. De landbouw ontstond in de vruchtbare halve maan omgeving (Libanon, Irak, Syrië, Israël, Jordanië). Het ontstond daar omdat daar de perfecte omstandigheden waren, er was veel zon, ook af en toe regen en natuurlijk veel granen en vee in het wild. De mensen gingen granen zoals gerst verbouwen op akkers en vee houden, daar waren ook hoeders bij betrokken. 

In bron 1.10 op bladzijde 14 van het boek ‘geschiedenis werkplaats’ kan je goed zien dat ze bezig zijn met het hoeden van vee. Dit geeft een idee van hoe het vroeger ging. Ze hadden een gebied afgebakend en daar hielden ze het vee dat ze na een tijdje slachtten of molken. Dit is een primaire bron want het is door de mensen in die tijd zelf geschilderd. Niemand weet waarom ze deze schilderingen maakten, maar het is waarschijnlijk dat het goden verering is.     
In deze bron zie je welk soort vee er  gehouden werd en hoe men erop jaagde, met welk soort wapens. Dit is ook een muurschildering. Dit is ook een primaire bron om dezelfde redenen, dus dat het door de mensen uit die tijd is geschilderd. 
Op bladzijde 13 van het boek ‘geschiedenis werkplaats’ staat er een stuk over een prehistorische jager genaamd ‘Ötzi’, hij leefde in iets voor 3000 v.Chr. Hij koos zelf voor het jagers leven maar hij had duidelijk vrienden die wel aan de landbouw deden. Hij liep over de gletsjers toen hij plotseling dood neerviel. Zijn lichaam bleef bewaard door het ijs. 5000 jaar later bleek dat hij edelhert, steenbok, brood en een groene plant had gegeten. Ook dit is een primaire bron want door zijn lichaam wisten wetenschappers over zijn laatste maal. 

Voedsel van de Grieken en Romeinen
In de tijd van de Grieken en de Romeinen was er al veel veranderd. Het eten was veel verfijnder en ze gebruikten nu ook scherpe en zoete smaken. De Grieken aten niet veel vlees, wel veel vis.

Een bewijs van dat het eten belangrijker was geworden zijn deze aardewerken potten en glazen wijnbekers. In de prehistorie waren er geen speciale kommen om uit te eten of glazen om uit te drinken, alleen potten of manden om het voedsel in te bewaren. Dit is een primaire bron want het zijn de kommen, schalen en glazen die in die tijd door de Romeinen en Grieken gemaakt en gebruikt werden.

De Romeinen hadden een zeer speciale smaak. Ze gebruikten veel honing en azijn. Ze aten ook azijn en honing door elkaar en dat zegt ook iets over hun smaak want azijn is extreem zuur en honing extreem zoet en om dat te combineren met elkaar moet je toch weten wat je doet, ze hadden r dus verstand van. Eetbare paddestoelen aten ze met honing en ze marineerde perziken in azijn. Wat ze ook gebruikten was een soort van vissaus, die werd gebruikt om dingen specialer en smakelijker te maken.

‘In een groot vat werden ingewanden van vis, stukjes vis en kleine visjes door elkaar geroerd tot een papje. Dat werd vervolgens in de zon gezet tot de vis "gistte" (lees: bedierf). Dan werd de gistende massa met een korf gezeefd, en het op die manier verkregen vocht was de saus. Ze werd letterlijk overal in verwerkt en moet een voor onze begrippen weinig aantrekkelijke smaak hebben gehad.’

De bron hierboven bewijst dat mensen ook meer gingen experimenteren om meer smaken te ontdekken. Het gebeurd niet zomaar dat je denkt ‘misschien is rottende vissaus wel lekker’. Daar moet je dingen voor uitproberen en ze stopte dus ook meer moeite in het bereiden van lekker eten. Deze bron is secundair want het komt van een internet site (http://www.bertsgeschiedenissite.nl/ijzertijd/eeuw1ac/romeinsvoedsel.htm) die het waarschijnlijk weer uit een geschiedenis boek heeft.


In dit schilderij zie je dat de Romeinen van veel en luxe eten hielden. Aan hun levensstijl te zien zijn het wel rijke personen dus konden ze zich meer veroorloven. Er is veel en duur eten zoals de Romeinen dat lekker vonden. Dit is een primaire bron want het is een schilderij uit die tijd, dus gemaakt door mensen uit de directe omgeving van de Romeinen, dus heel erg betrouwbaar.

Bibliografie
Ik heb mijn bronnen vooral op het internet gevonden. Ik heb ook veel informatie uit het geschiedenis boek gehaald.

Bert's geschiedenis site. 19 Mar. 2003. 7 Nov. 2008 romeinsvoedsel.htm&h=320&w=579&sz=124&hl=en&start=2&um=1&usg=__ye7UHE9Qy6CDVX6eU8Zd6ItBedg=&tbnid=VDNkcxXDwIbkBM:&tbnh=74&tbnw=134&prev=/images%3Fq%3Dromeinen%2Bvoedsel%26um%3D1%26hl%3Den%26client%3Dsafari%26rls%3Den-us%26sa%3DG>.

Geschiedenis Werkplaats. N.p.: n.p., n.d.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.