Hoe kies jij een studie?

Daar zijn wij benieuwd naar. Vul onze vragenlijst in en bepaal zelf wat voor beloning je daarvoor wilt krijgen! Meedoen duurt ongeveer 7 minuten.

Meedoen

Tachtigjarige oorlog/de watergeuzen

Beoordeling 5.9
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 1945 woorden
  • 16 juni 2003
  • 188 keer beoordeeld
Cijfer 5.9
188 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
De tachtigjarige oorlog:

Toen Karel V eenmaal aan de macht kwam, vond hij dat er meer eenheid nodig was in zijn gewesten en gaf daarom macht aan invloedrijke landheren. Daar was Willem van Oranje er een van. Hij werd stadshouder in de Nederlanden. Ook benoemde Karel V zijn half zus Margreta van Parma tot landvoogd van de Nederlanden. Zelf vertrok hij naar Spanje waarna in 1555 zijn zoon Fillips de II hem opvolgde. Fillips de II nam vrijwel dezelfde regeermethode aan als zijn vader maar hield geen rekening met de edelen. Die vonden dat ze te weinig macht hadden en begonnen in opstand te komen. De opstand werd alleen maar heviger toen de katholieke Fillips II het opkomende protestantisme de kop in probeerde te drukken door de protestantse mensen (ketters) op de brandstapel te zetten en te vervolgen. Door de vervolging van de protestanten in Nederland, groeide de opstand tegen de katholieke Fillips de II en de katholieke Nederlanders. Ondertussen groeide de onrust in Nederland, er heerste honger en de mensen hadden steeds grotere kritiek op de katholieke kerk. De protestantse leiders organiseerden hagenpreken om het nieuwe geloof leven in te blazen en hun onvrede tegen de katholieken kerk te uiten. Op een gegeven moment was de woede zo groot dat de opstandige bevolking katholieke kerken en kloosters aanviel. Deze gebeurtenis staat bekend als de beeldenstorm. Toen Fillips de II over de beeldenstorm hoorde werd hij razend. Alva werd daarom naar de Nederlanden gestuurd.

Alva stond al voordat hij in Nederland aan kwam, bekend als een bikkelharde man die niets tolereerde. Alva stichtte vrijwel meteen na zijn aankomst in Nederland een rechtbank (ook wel bekend als de “bloedraad”. In deze rechtbank werden ketters en opstandelingen veroordeeld en terechtgesteld. Toch was de reactie op de bloedraad anders dan waar Alva op gehoopt had. Zijn doel was de mensen bang te maken zodat ze hem wel zouden gehoorzamen. De reacties van de mensen op de bloedraad waren eerder een gevoel van afkeer dan van angst.


Het verzet tegen Alva groeide, er werden vooral in Duitsland veel plannen voor verzet tegen Alva gesmeed. Een van de grootste verzetleiders was Willem van Oranje. Hij was in de Nederlanden vogelvrij verklaard en was daarom naar Duitsland gevlucht. Hij vond dat in Nederland godsdienstvrijheid moest heersen en dat er ook ruimte moest zijn voor het protestantse geloof. Hij verzamelde in Duitsland troepen om een inval op Nederland uit te voeren. Op 3 drie plaatsen zou men Nederland binnen vallen, Vanuit Frankrijk in het zuiden en vanuit Duitsland in het midden en het noorden.
De aanval had echter weinig resultaat, de troepen uit het zuiden werden al verslagen voordat ze de grens konden bereiken en ook de troepen uit het noorden werden verslagen.
Na zijn nederlagen zocht Willem steun bij de calvinisten in Nederland. Er waren nogal wat factoren die een samenwerking in de weg stond. Zo vond Willem dat de Calvinisten en de Lutheranen zich samen moesten voegen tot een Nederlandse protestantse kerk.

Eind maart 1573 probeerden echter de Geuzen, onder leiding van “de woeste” Willem van der Marck, naar het noorden te komen. Diezelfde tijd heerste er een grote storm in het Noordzee gebied, die de Geuzen terug dreef naar het zuiden om vervolgens, op 1 april, de haven van Den Briel binnen te gaan en in te nemen.

Voor de inname van Den Briel schaarden de steden Enkhuizen en Vlissingen zich aan de kant van de geuzen. Toen Alva in deze steden troepen wilden legeren, sloten zij de poorten. Er werden geuzen de stad binnen gelaten om hem te verdedigen. Lang niet alle steden stonden echter aan de kant van de Geuzen.

Willem en zijn Broer Lodewijk hadden alweer nieuwe plannen bedacht voor een grote aanval op de Nederlanden. Zo trok Lodewijk met de voorhoede van een groter leger het zuiden van Nederland binnen. De rest van zijn leger kwam echter niet omdat in Frankrijk de protestantse leiders vermoord waren. Alva, die in het zuiden een groot leger had samen gebracht, viel het door Lodewijk ingenomen stadje Bergen aan. Willem van Oranje viel vanuit het oosten aan en bezette Roermond. Vandaar trok Willem Brabant in om zijn broer uit het door Alva belegerde Bergen te bevrijden. Dit lukte hem echter niet. In september 1572 moest Lodewijk zich overgeven aan Alva. De grote aanval was mislukt.

De Spanjaarden veroverden vervolgens en groot aantal steden en plunderden ze uit.
zonder veel moeite in te nemen. In 1972 was het de Spanjaarden niet gelukt om Alkmaar uit handen te krijgen van de geuzen. Een jaar later vertrok Alva uit de Nederlander deze opdracht was hem te hoog weglegd.

In Breda werd in 1577voor het eerst gepraat over vrede. Want intussen laaide de haat tegen de Spanjaarden in het zuiden op. Na een aantal maanden werd de parcificatie van gent gesloten.

In 1579 werd in de zuidelijke gewesten de Unie van Atrecht opgericht. Willem van Oranje was een voorstander om ook een vereniging opgericht zoals de Unie van Atrecht alleen dan voor de noordelijke gewesten.

In 1584 werd Willem van oranje vermoord in delft. Want voor de moordenaar was een flinke beloning uitgeloofd.


De watergeuzen:

Watergeuzen komt van: het Franse woord gueux (bedelaars) en komt uit 1566 en door ene Margaretha voor het eerst gebruikt en was bedoelt als erenaam.

De manschappen bestonden uit mensen van de adel, uit de welstand, zeelieden, handwerkers, geestelijken, leraren, artsen, schrijvers, geleerden enz
55% was vrijwillig aangesloten bij de geuzen en 15% gedwongen ook mensen die verbannen waren: 18%.
Op het hoogte punt telde het leger naar schatting 1400 man

Ook waren er redenen om niet bij de geuzen aan te sluiten:
- Je had geen vaste thuishaven
- Geen houvast op je leven, je wist niet wat er de volgende dag met je zou gebeuren (schip schrobben of vechten)
- De harde maatregelen van Alva die de mensen een hoop schrik op het lijf jaagden
- De afkeer van de geuzen door een te slechte kennis of vooroordelen
- Wisselende sympathie van de overheden
- De kans op maandenlange passiviteit.

In 1566 begon hun verzet echt met de beeldenstorm
Ze werden vaak lastig gevallen door verschillende vorsten

Wat er in Den Briel gebeurde

De inwoners van Den Briel denken dat het om koopvaarders gaat, in die tijd bestonden er nog geen “echte” oorlogschepen maar daar zal snel verandering in komen.

De veerman Jan Koppelstock uit Den Briel die net passeert klimt bij één van de schepen aan boord, namelijk die van zijn plaatsgenoot Treslong. Daar vertelt hij dat er sinds december van 1571 geen Spaanse soldaten meer gehuisvest waren in Den Briel. Koppelstock vaart terug naar de stad waar hij de raad van de stad laten weten dat de watergeuzen met vijf duizend man voor de stad liggen. Dit is erg overdreven het zouden er maar ongeveer 1100 zijn geweest.

Ze stellen een ultimatum op, de stad wordt door de geuzen admiraal Lumey opgeëist. Ondertussen belegeren de geuzen alleen de noordpoort van de stad waardoor veel welgestelde burgers en geestelijken via de zuidpoort kunnen ontsnappen. Als het ultimatum van twee uur is verstreken trekt men naar de zuidkant van de stad. Men begint met het rammen van de poort.
Pas ’s nachts trekken 250 Luikerwalen, de huursoldaten van Lumey, de stad binnen.

Die nacht werd Den Briel geplunderd door de watergeuzen. Niet alleen de spullen van de geestelijken moesten het ontgelden maar ook de spullen van de gevluchte burgers.
Lumey wilde hierna eigenlijk weer gelijk de zee op maar Treslong wilde de stad behouden voor prins Willem van Oranje.
Dit was echter tegen de afspraken met prins Willem van Oranje in. Eerst had men de inval van een Frans leger moeten afwachten en dan pas zou men een stad mogen innemen.
Ook was het gevaarlijk omdat Alva nu makkelijk de geuzen zou kunnen verslaan. Maar het zou anders lopen.

Door de inname van het belangrijke Den Briel voor Alva, werd diens aanzien een grote deuk toegebracht. Het is goed mogelijk dat het geintjes uithalen op 1 april is ontstaan nadat Alva op 1 april 1572 Den Briel verloor.
Men zegt ook wel op 1 april verloor Alva zijn bril, bril zou dan zijn af te leiden uit Briel of Brielle.

Pieter Bor schrijft in zijn boek Nederlantsche oorloghen dat de volgende admiraal en kapiteins meededen bij de bezetting van Den Briel 5*. In totaal zouden zon 1100 geuzen de stad zijn binnengevallen.
Admiraal Lumey, Luik

Jr. Barthold Entens van Mentheda, Groningen
Jr. Willem Blois van Treslong, Den Briel
Jr. Jacob Cabeljauw, Gent
Jr. Willem de Grave, Gent
Jan Claesz Spiegel, Amsterdam
Nicolaas Ruychaver, Amsterdam
Hendrick Thomas Laers, Amsterdam
Cornelis Loufsz, Amsterdam
Jr. Homme van Hettinga, Friesland
Jr. Douwe Glins, Friesland
Focke Abels, Friesland
Marinus Brand, Zeeland (provincie)
Jan Simonsz, Zeeland (provincie)
Gelein Bouwenz, Zeeland (provincie)
Jan Martensz Merens, Hoorn
Cornelis Geerlofsz Roobol, Delft
Ellert Jansz Vliechop, Enkhuizen
Jr. Adam van Haren, Eindhoven
Gilles Pietersz Steltman, Brussel
Robert Bruin, Utrecht
Jean de Loye, Frankrijk

Pieter Bor schrijft ook dat één van de eerste watergeuzen nl. Jan Abels zou hebben meegedaan in Den Briel. Maar dit is onmogelijk omdat hij een jaar eerder in Engeland stierf.


Alva zijn reactie

Alva was helemaal niet voorbereid op den Briel. De watergeuzen waren namelijk door vele verboden van de Nederandse koningin Margaretha een beetje in toom gehouden. Alva was verbaasd dat men nou ook juist daar moest aanvallen. Er lagen daar namelijk helemaal geen Spaanse schepen om oorlog mee te voeren. De mensen in Den Briel waren eveneens nogal verbaasd, de schepen van de Watergeuzen leken precies op die van andere handelaren. Er waren toen namelijk nog geen echte oorlogsschepen.

Ook Willem van Oranje reageerde geschokt erop. Deze beslissing die naar alle waarschijnlijkheid door admiraal Willem Graaf van der Marck, de hoogste macht op de vloot, werd genomen had Willem van Oranje niet in petto. Hij wilde namelijk nog steeds het plan uitvoeren wat in hoofdstuk 2 beschreven staat.

Alva reageerde eerst afwachtend hij dacht dat de watergeuzen vanzelf wel weer zouden vertrekken, wat ze meestal deden na een landgang. Maar dit deden de watergeuzen niet.

Alva wilde niet nog verder door de watergeuzen gestoord worden met zijn plannen. Alva was natuurlijk geschrokken van het hoge aantal geuzen en alle schade die ze daar hadden aangebracht. Alva wist even niet wat hij moest doen en is daarom waarschijnlijk uit schaamte voor eigen nalatig gezag en groot onbegrip naar zijn manschappen toe vol in de aanval gegaan om geen naamsverlies te lijden.

Maar hij leed verlies in Den Briel. Doordat de watergeuzen de polders hadden laten vollopen met water moesten de Spanjaarden laag blijven waar ze een gemakkelijk doelwit waren voor de watergeuzen.

Hier had Alva niet op gerekend. Hij moest nu andere plannen bedenken om de geuzen te kunnen verjagen uit Den Briel. Maar ondertussen kwam er ook versterking voor de watergeuzen zodat het voor Alva extra moeilijk werd.

Al met al kun je dus concluderen dat Alva niet goed genoeg was ingelicht en zijn informatie van nogal onbetrouwbare bronnen kreeg (Denk maar aan de 5000 man). Alva had hier uit ervaring ook nooit op gewacht. Daardoor kon hij ook geen goede plannen maken en hebben ze ook mede door de slimmigheden van de watergeuzen daar flink veel man verloren. Alva heeft hierdoor waarschijnlijk ook macht verloren en later ook door toedoen van Willem van Oranje door zijn slechte reacties hierop afgezet, en is de Nederlanden weer een vrije staat geworden, op politiek en godsdienstig gebied.

Eigen mening:
De tachtigjarige oorlog was een Goddienstige oorlog dus naar mijn mening al een overbodige oorlog (wat trouwens elke oorlog is).


De geuzen vochten voor hun overtuigingen en dat is altijd goed (alleen de manier waarop is af en toe te betwijfelen). Toch moet ik respect voor ze uiten want ze hebben toch mijn Nederland bevrijd!

Bron: scholieren.com

REACTIES

R.

R.

super leuk (stom dat het zooo lang is ) gedaan

6 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.