Hoofdstuk 1: hoe werd Suriname een kolonie?
De indianen in het deel van de Zuid-Amerikaanse Noordkust dat later Suriname ging heten, zagen hoe Spanjaarden Nederlanders en Engelsen zich probeerden te vestigen.
De Spanjaarden zochten naar de gouden droomstad; Eldorado. De Engelsen en Nederlanders zagen meer winst in de teelt van tabak en rietsuiker.
De Engelse begonnen met de planters en hun “zwarte slaven” naar Suriname te sturen.
De oerwouden en de kustvlaktes waren eerst heel erg dunbevolkt toen de eerste kolonisten kwamen.
In 1667 waren de Nederlanders en de Engelsen aan de macht. De Nederlanders hebben de Noord-Amerikanen kolonie Nieuw-Amsterdam (later New York genoemd) tegen Suriname geruild. Zeeuwse avonturiers en de planters namen de hele macht over in Suriname
Veel Engelsen vertrokken en na een mislukte engelse poging tot herovering van de macht verdwenen ze bijna allemaal (de slaven namen ze mee). De Nederlandse kolonie aan de Zuid-Amerikaanse kust was nu echt een feit. De machthebber, Abraham Crijnssen, zag al snel in dat de verdediging van de plantages tegen aanvallen van de indianen en de eerste ontvluchtte slaven een kostbare zaak zou worden. Daarom verkocht hij Suriname aan de “West-Indische Compagnie” (WIC). Het Zeeuwse toezicht op de volksplanting bleef. Dit bleef zo tot in de napoleontische tijd.
Hoofdstuk 2: hoe behandelde het moederland Suriname?
De kolonisten in de 17e eeuw gingen niet bepaald zachtzinnig om met de oorspronkelijke bewoners van Suriname (maar ik denk dat dat over het algemeen wel bij alle koloniën het geval was)
Toch waren er indianen (eigenlijk de roodhuiden want de naam indianen heeft Columbus voor ze bedacht omdat hij dacht dat hij in India was)
Die de blanken niet verafschuwden. Zij geloofden erin dat buitenaardse wezens, in dit geval de blanken dus, ooit lots verbetering zouden brengen. Maar dat viel zwaar tegen. Het enige wat de blanken brachten was: besmettelijke ziektes die hele families uitmoordde. Maar ook probeerden deze ‘buitenaardse wezens’ de indianen te dwingen tot slavernij als aanvulling op de meegevoerde zwarte ‘arbeidskrachten’. De indianen bleken achteraf nog slechter bestand te zijn tegen slavernij dan de Afrikaanse slaven en zij stierven dan ook massaal.
Mede hierdoor werd het experiment met de indiaanse slaven ook snel beëindigd (eigenlijk was het al te laat de meerderheid van de bevolking was al gestorven).
Als een soort wraak bleven de indianen het leven van de kolonisten zuur maken. Ze verstopten zich in bossen en overvielen afgelegen plantages. Deze plantages konden de planters bijna niet verdedigen.
De Nederlanders zijn in de 16e eeuw begonnen met deze slaven handel en stopten er pas als een van de laatste in de 19e eeuw mee (1863). Maar in plaats van dat het land nu ‘vrij’ was werd er nog tien jaar “staatstoezicht” ingevoerd. Pas in 1873 waren de slaven werkelijk vrij om te staan en te gaan waar ze wilden. De meeste kozen ervoor om een kleine ambacht te beginnen maar ook een heel groot deel trok naar Paramaribo en vond daar werk bij de overheid.
De witte, Europese stads bewoners hadden versterking gekregen van licht gekleurde zoals: Chinese en Libanese handelaren en een klein groepje van Nederlandse boeren migranten.
Suriname begon nu echt een multicultureel 1900 te worden.
Hoofdstuk 3: hoe werd Suriname onafhankelijk?
Er waren veel verschillende groepen betrokken bij de Surinaamse onafhankelijkheid en iedere groep bekeek de onafhankelijkheid vanuit hun eigen standpunt. Dat werd grotendeels bepaald door de omstandigheden waarin zij verkeerden.
Begin jaren ’70 zei kabinet Uyl tegen de Surinaamse politici dat ze als ze onafhankelijk wilden worden, dat ze dat dan gewoon moesten zeggen. Maar de belangrijkste politicus van die tijd, Lachmon had er niet veel oren naar. Lachmon was een Hindoestaanse leider en de Hindoestanen waren tegen onafhankelijkheid. De Creolen, daarentegen, waren voor onafhankelijkheid van Suriname. Toen de Creolen in 1973 de verkiezingen wonnen, kwam de zaak in een stroomversnelling terecht. De nieuwe minister-president Arron wilde dat Suriname voor eind 1975 onafhankelijk was. Nederland wees Arron erop dat het verstandig zou zijn om Suriname eerst voor te bereiden op de onafhankelijkheid, maar daar wilde hij absoluut niets van weten. Zo werd Suriname dus op 25 november 1975 onafhankelijk.
Na de onafhankelijkheid zijn er een aantal dingen misgegaan. Op politiek g bied was dat het parlementair democratisch stelsel. Dit systeem functioneerde gebrekkig, dat kwam door verkiezingszwendel, vriendjespolitiek, corruptie; de bevolking verloor het geloof in dit stelsel. Uiteindelijk deden sergeanten onder leiding van Desi Bouterse op 25 februari 1980 een succesvolle staatsgreep en er kwam een militaire dictatuur.
Ook op economisch gebied is er wat misgegaan: de doelstellingen van het Nederlands-Surinaams verdrag zijn volledig mislukt. Door verkwisting van de ontwikkelingsgelden, kwam Suriname in een zeer zwakke en afhankelijke positie terecht. Van opleidingen en blijvende werkgelegenheid is niets terechtgekomen, omdat minister Pronk van ontwikkelingssamenwerking gechanteerd werd om geld te besteden aan de spoorweg en andere zaken voor het buitenlandse bedrijfsleven. Pronk was daar tegen, maar “weigeren zou koloniaal zijn”, zeiden ze in Paramaribo. Van ontwikkelingsgeld bleef een heel klein deel in Suriname; voor het overgrote deel vloeide het geld weer terug naar het Nederlandse bedrijfsleven.
Een sociaal gevolg van de onafhankelijkheid van Suriname is dat veel mensen kort voor de datum van de onafhankelijkheid naar Nederland geëmigreerd zijn. Waarschijnlijk hadden zij geen vertrouwen in de Surinaamse onafhankelijkheid. En doordat vooral jonge gezinnen emigreerden, werd de beroepsbevolking kleiner.
Veel Engelsen vertrokken en na een mislukte engelse poging tot herovering van de macht verdwenen ze bijna allemaal (de slaven namen ze mee). De Nederlandse kolonie aan de Zuid-Amerikaanse kust was nu echt een feit. De machthebber, Abraham Crijnssen, zag al snel in dat de verdediging van de plantages tegen aanvallen van de indianen en de eerste ontvluchtte slaven een kostbare zaak zou worden. Daarom verkocht hij Suriname aan de “West-Indische Compagnie” (WIC). Het Zeeuwse toezicht op de volksplanting bleef. Dit bleef zo tot in de napoleontische tijd.
REACTIES
:name
:name
:comment
1 seconde geleden
E.
E.
eeey
echt serieus mooie en goede site.
Echt thnx door jou heb ik nu een 8.9!!!!
echt thnx.
Ik hou van je!
19 jaar geleden
AntwoordenB.
B.
Ik had vijf, kunt ge me helpen met herkansing 8.9 halen.
7 jaar geleden
A.
A.
hi k vindt ht leuk dt ht ifrmtie duidlk is en alles t wetn is ovr sur....................
DANK U !
13 jaar geleden
Antwoorden