Stalin en Lenin: Demagoog of Idealist

Beoordeling 7.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 6e klas vwo | 6994 woorden
  • 13 april 2003
  • 57 keer beoordeeld
Cijfer 7.3
57 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Inleiding en vraagstelling. Stalin en Lenin heb ik altijd interessante persoonlijkheden gevonden. Ook de omgeving van waaruit zij hebben gewerkt intrigeert mij. Dit SO II werkstuk geeft mij de gelegenheid om hiervan het volgende te onderzoeken door de probleemstelling: Lenin en Stalin: Idealist of demagoog? Ik heb ervoor gekozen de volgende aanpak/indeling te gebruiken: Een beschrijving van: - de jeugd, het eerste contact met de ideologie en de interpretatie hiervan. - de weg naar de macht, de gebeurtenissen en hun acties die hen ernaar toe hebben geleid. - aan de macht, de uitvoering van hun ideaal. - de laatste levensjaren, het einde van hun leven en machtsperiode Hierbij besteed ik aandacht aan politieke, sociale, economische en persoonlijke punten. Waarna ik mijn conclusie trek. Om het lezen te vergemakkelijken beschrijf ik op de volgende pagina wat het ideaal communisme eigenlijk inhoudt en geef ik hieronder een paar definities. Demagoog: iemand die zich schuldig aan de kunst om de massa te leiden met name door retorische middelen en valse voorstellingen; volksmisleiding. Idealist: iemand die idealen nastreeft (ideaal is een denk/droombeeld). Marxisme: leer van Karl Marx, het wetenschappelijk gefundeerde, revolutionaire socialisme en het historisch materialisme. Communsime: beweging die streeft naar een maatschappelijk stelsel van de gemeenschap van goederen
Socialisme: 1 wijze van samenleving gericht op afschaffing van privé kapitaalbezit, socialisatie van de productiemiddelen en gemeenschappelijke voorziening in de behoeften van haar leden

2 [pol.] beweging die streeft naar een dergelijke maatschappij
Leninisme: het marxisme zoals ontwikkeld door Lenin, de vader van de Russische revolutie
Stalinisme: de praktijk van het communisme tijdens het regime van Stalin en bij hen die zijn systeem volgen Een ideaal: Het Communisme Het communisme zoals men dat kende is eigenlijk onderdeel in het Marxisme evenals het socialisme dat Marx en Engels gezamenlijk vorm gaven. Volgens Karl Marx en Friedrich Engels was het socialisme onvermijdbaar. Socialisme is het streven naar een klasseloze maatschappij waar alles gemeenschappelijk goed is. Marx beweerde dat net zoals de mens, het dier en plantsoorten constant fasegewijs in de evolutie was, de economie ook in een evolutiefase verkeerde waarvan de volgende fase het socialisme zou zijn. Volgens Marx zouden met de toen huidige industrialisatie uiteindelijk alle productiemiddelen in de handen komen van een kleine groep rijken, de kapitalisten, die steeds lagere lonen voor meer werk van de grote groep onderdrukte industriearbeiders zou gaan vragen. Dit zou ontevredenheid veroorzaken in het proletariaat in de hele wereld met als gevolg een revolutie die het kapitalisme, de regering die het steunt en de klassenmaatschappij vernietigd. Hierna zou de socialistische fase intreden, eigenlijk te zien als een tussenfase. Deze fase zou een “dictatuur van het proletariaat” zijn. De nieuwe groep machthebbers zou via het staatswezen de bourgeoisie ontdoen van haar kapitaalbezit en haar productiemiddelen nationaliseren. Nadat dit was voltrokken zouden de machthebbers de macht overdragen aan de arbeider en zou de laatste uiteindelijke fase aanbreken. Deze laatste en uiteindelijke fase is het communisme, waarin arbeiders zichzelf zouden regeren in hun eigen leefgemeenschappen (communes) en de staat zou niet meer nodig zijn en ophouden met te bestaan. Marx, Engels, Lenin en Stalin
De jeugd, het eerste contact en eigen uitleg van het ideaal.
Lenin
Lenin, of in het echt Vladimir Iljitsj Oeljanov werd geboren in 1870 in Simbirsk aan de Volga. Zijn vader was een hoge inspecteur in het onderwijs en zijn moeder een onderwijzeres. Hij kwam uit een gezin van goede komaf. Van jongs af aan werd hem door zijn ouders geleerd een kritisch houding aan te nemen tegen het Tsaristische regime. Desondanks was Lenin tijdens zijn schoolopleiding nog niet politiek actief. Zijn broer en zussen daarentegen wel: zijn zussen hebben vaak in de gevangenis gezeten en zijn broer was zelfs betrokken bij een moordaanslag op de toenmalige Tsaar waarna hij in 1887 geëxecuteerd werd. Dit voorval overtuigde Lenin van de noodzaak van een volksopstand. Dat zelfde jaar, toen hij een eerstejaars rechtenstudent was aan de universiteit van Kazan, was hij betrokken bij een kleine studentenoproer tegen de regels van de universiteit. Omdat hij een broer was van een geëxecuteerde terrorist trok hij de aandacht van de politie en werd van de universiteit afgestuurd. Gefrustreerd door het feit dat zijn carrière onmogelijk was gemaakt door het kleine voorval, keerde hij zich actief tegen het regime en de “bourgeoisie” die zijn familie nu links liet liggen. In 1891 werd het hem toch toegestaan om het examen af te leggen voor een graad in rechten en vertrok hij naar St.Petersburg om zijn revolutionaire activiteiten voort te zetten. De lokale socialisten van St.Petersburg vonden hem bij aankomst niet een echt Marxist. Voornamelijk vanwege zijn ongeduld, Lenin wilde zo snel mogelijk een revolutie terwijl men vond dat het kapitalisme in Rusland eerste een hoger stadium moest bereiken voordat het zover kon zijn. In deze stad kwam hij dan ook in contact met veel socialisten die duidelijker denkbeelden hadden. Lenin werd steeds prominenter in de Russische sociaal-democratische arbeiders partij (RSDAP)vanwege zijn energieke en fanatieke houding. Na arrestatie bij een van de door hem georganiseerde arbeidersstakingen in St.Petersburg in 1896, werd Lenin naar Siberië verbannen. Vanuit Siberië, waar hij samen met zijn vrouw in een comfortabele blokhut woonde, schreef en vertaalde hij vele werken. In deze tijd begon hij zich te ergeren aan de strategie van de RSDAP en dacht erover na te breken met de partij. Nadat hij na zijn “vrijlating” naar Duitsland was gegaan richtte hij een krantje op en schreef daar zijn beroemde pamflet met zijn eigen Marxistische visie: “Wat moet er gebeuren?”(1902) dat de basis is gaan vormen voor het bolsjewiekisme. Deze visie hield in het kort in dat hij de centrale stelling van het Marxisme, dat het proletariaat zelf op den duur in opstand zou komen tegen het kapitalisme, verwierp. De revolutie kon beter worden georganiseerd door een strak georganiseerde fanatieke professionele partij omdat het proletariaat zelf niet in staat was een revolutie te ontketenen. Hoewel Lenin het niet letterlijk heeft gezegd, kon die professionele revolutionairengroep alleen maar bestaan uit intellectuelen omdat de normale arbeider niet de tijd en de theoretische kennis daarvoor had. Na de revolutie zal de partij de macht langzamerhand overdragen aan het volk. Stalin
Stalin, of in het echt Joseph Wissarionowitsj Dsjoegasiwili werd geboren in 1879 in een dorpje in de buurt van Tiflis de hoofdstad van Georgië. Hij werd geboren in een arm gezin met veel kinderen. Zijn vader was schoenmaker en zijn moeder wasvrouw. De moeder werd vaak geslagen door zijn vader die teveel dronk, deze verliet zijn gezin toen Stalin nog jong was. In zijn geboorteplaats ging hij naar de school van de kerk waar hij de beste leerling was en zat hij in een jeugdbende waarvan hij de baas was. Zijn moeder besloot dat haar intelligente zoon, meer moest worden dan een fabrieksarbeider en stuurde hem in 1893 naar Tiflis om voor priester te gaan leren. Daar op het seminarie kwam hij voor het eerst in contact met revolutionaire ideeën tegen de Russische onderdrukking en de Tsaar. Daar leerden de oudere de jongere studenten dat de Tsaar een tiran was en Georgië leegroofde en uitbuitte. Stalin raakte op deze school meer en meer geïnteresseerd in het socialisme en richtte met een paar medestudenten een socialistische discussiegroep op. Niet lang daarna sloot hij zich aan bij de plaatselijke Marxistische socialistische partij die zich later bij de RSDAP voegde. Zijn medestudenten leerde al snel dat Stalin het niet leuk vond om discussies te verliezen: hij reageerde hierop vaak agressief of nam later wraak op zijn manier op het betreffende persoon. Hij hield zich steeds minder bezig met zijn opleiding en verdiepte zich steeds meer in de revolutionaire boeken en activiteiten. Toen Stalin als eigenlijke aanleiding hiervoor van school werd gestuurd kreeg hij de aanmerking “gevaarlijke rebel” in het dossier van de geheime politie. De jaren daarna was hij constant op de vlucht voor de geheime politie. Toch kreeg hij het voor elkaar in die tijd grote stakingen en geheime vergaderingen te organiseren. Een aantal malen is hij verbannen of in de gevangenis terecht gekomen, maar elke keer wist hij weer te ontsnappen (tijdens een van deze ontsnappingen stierf hij bijna in een sneeuwstorm, waarna hij van zijn tuberculose genezen was). Na de scheiding in de RSDAP (zie volgend hoofdstuk) kwam hij ook (in)direct in contact te staan met Lenin, die Stalin bewonderde vanwege zijn wilskracht en overtuiging, die hem de opdracht gaf gewelddadige overvallen te plegen voor de financiering van de revolutie. In februari 1917, toen Stalin 37 jaar oud was ontving hij een telegram in zijn verbanningsoord in Siberië, waarop stond dat de revolutie was uitgebroken en dat de partij hem nodig had in St.Petersburg. Deze jaren voor de revolutie zijn tekenend geweest voor Stalin: de harde strijd tegen de armoede in zijn jeugd, de vlucht(pogingen) uit zijn verbanningen, het vroegtijdig overlijden van zijn vrouw, het constant op de vlucht zijn en in de gaten worden gehouden/gespioneerd hebben van hem de man gemaakt zoals de meeste mensen hem kennen “een man van staal”(hieruit heeft hij zijn schuilnaam Stalin van afgeleid). Van Stalin is in deze jaren niet veel te vinden van een eigen visie over het socialisme, hij liet de theorie liever over aan andere personen. Hij bracht het deze theorie liever over op de mens door middel van het krantje de “Pravda” of via zijn toespraken, die voor veel aanhangers zorgde, dan zelf deze theorie verder uit te denken.
De weg naar de macht. Lenin
Op het voortgezette tweede RSDAP-congres in London in 1903 ontstond er een scheuring in de partij met aan de ene kant de bolsjewieken en aan de andere kant de mensjewieken. Lenin was de leider van de bolsjewieken wat “meerderheidmannen” betekent. Deze naam had men expres gekozen met een propagandistische doel: zo kwam het over alsof de meerderheid van de RSDAP achter Lenin stonden wat zeker niet geval was. Zijn tegenstanders kregen dus de stempel opgedrukt van mensjewieken wat minderheidsmannen betekent. Oorzaak van de scheuring in de partij was de discussie over de juiste analyse en de politieke koers van de partij. Lenin en zijn volgelingen waren van mening dat alle middelen, waaronder een harde aanpak met geweld, van het regime gerechtvaardigd was om het einddoel de revolutie te bereiken. Hij vond dat de partij ook niet schuw moest zijn om samen te werken met andere groeperingen die, vanwege eigen redenen, ook tegen de gevestigde orde is. Deze andere groeperingen zijn in het speciaal de etnische minderheden, zoals de Polen en Finnen, en de boeren. Lenin ondervond hier veel weerstand tegen. De boeren werden gezien door de meeste Marxisten als de “kleine bourgeoisie” en dus een vijand van de fabrieksarbeider. Ook verafschuwde de meeste socialisten het nationalisme omdat dit niet tot een gezamenlijke wereld arbeiders revolutie leidde. Lenin deelde deze mening ook maar vond dat deze etnische spanningen gebruikt konden en mochten worden om het regime van de Tsaar te ondermijnen. Hij kreeg ze aan zijn kant door hun een eigen staat te beloven als hij aan de macht zou komen. Als zijn tegenstanders hem confronteerden met het tegenstrijdige van het ideaal, betoogde hij dat het onwaarschijnlijk was dat deze afgescheiden staten het lang afzonderlijk zouden volhouden vanwege hun grote economische afhankelijkheid van Rusland of het sterker wordende “proletarisch bewustzijn”. In 1905 keerde Lenin voor korte tijd terug in Rusland omdat men dacht dat de tijd van de revolutie was aangebroken. Door groeiende ontevredenheid en protest tegenover de regering besloot de Tsaar Nicholas tot maatregelen zoals perscensuur en het verbod op samenscholing wat de stem van het protest alleen maar voedde. Na een bloedig uit de hand gelopen vredesdemonstratie waarbij het leger het vuur opende op de demonstranten (Bloedige zondag) kondigde Nicholas een serie maatregelen af. Deze hielden o.a. in dat er een parlement de Doema de macht gezamenlijk met de Tsaar zou delen. Hiervan kwam niks terecht, de Tsaar bleef in praktijk de autoritaire leider. Na ettelijke malen ontbonden te zijn, schoof de Tsaar de Doema definitief aan de kant in 1912. Lenin was in 1905 alweer uit Rusland vertrokken nadat hij geprobeerd had daar een sovjet van de grond te krijgen in St.Petersburg. Bovendien wilde hij en de andere socialisten niet een hervorming maar een definitieve verwijdering van de Tsaar en het instaleren van een socialistische regering. Tot 1917 verbleef hij in Zwitserland vanwaar hij fanatiek schreef en betoogde voor de socialistische Russische zaak. Op 2 maart 1917 trad de Tsaar af, de oorlog met Duitsland en het grote gebrek aan voedsel was de voedingsbodem voor de situatie die onhoudbaar werd voor Nicholas. Lenin kreeg in die tijd een grote som geld van de Duitsers en werd in een geblindeerde trein naar Rusland gereden. De Duitse regering deed dit omdat het verwachte dat de goedgeorganiseerde Bolsjewieken nog meer onrust zouden veroorzaken met als resultaat een dalend moreel van het leger en deserterende soldaten. Zodat Duitsland in plaats van de toen tweefronten oorlog zich nog alleen maar op het west-front hoefde te concentreren. Bij aankomst in St.Petersburg (toen weer Petrograd hetend) schreef hij zijn aprilstellingen. Hierin riep hij op tot een onmiddellijke machtsoverdracht aan de sovjets, onmiddellijke beëindiging van de oorlog en land en voedsel voor de boeren en burgers. Na het aftreden van de Tsaar kwam er een voorlopige democratische regering aan de macht. Aan het hoofd van deze regering stond Kerensky. In juni sloot Lenin een verbond met de mensjewieken dat hun beider positie verstevigde. Terwijl het land steeds verder in Anarchisme afdreef en het Russische leger grote verliezen leed, braken er in juli ook nog eens antiregering rellen uit. Kerensky hield Lenin en de Bolsjewieken verantwoordelijk voor verraad aan de Duitsers en volksophitsing. Hij liet arrestaties verrichten en sloot de kranten en kantoren van de Bolsjewieken. Lenin week uit naar Finland vanwaar hij liet weten dat samenwerken met andere politieke partijen nu definitief voorbij was: de Bolsjewieken zouden van nu af aan hun eigen weg gaan. Vanaf februari waren Lenin en zijn volgelingen al begonnen aan de voorbereiding van een revolutie tegen de voorlopige regering en de vestiging van hun bewind erna. De groeiende aanhang (grotendeels onder de boeren door Lenins belofte) en een strak georganiseerd plan zorgden ervoor dat de Bolsjewieken klaar waren om de macht te grijpen. In oktober vond deze coup met succes plaats. De regering van Kerensky werd gemakkelijk en zonder veel geweld omvergeworpen onder leiding van de voorzitter van de St.Peterburgse sovjet: Trotski. Trotski was een nieuwe maar ervaren kracht in de partij (hij had zich pas een jaar ervoor bij de bolsjewieken aangesloten). De rechtvaardiging voor de coup heeft Lenin gezocht en gekregen bij het tweede congres van de sovjets. Waarna hij was overgegaan tot benoeming van een raad van volkscommissarissen (een soort ministers). Trotski kreeg de post buitenlandse zaken en Lenin de post van voorzitter. De bolsjewieken claimde met succes de dictatuur van het proletariaat gevestigd te hebben. Lenin weigerde iedere samenwerking met andere politieke partijen en had dus zo in praktijk een eenpartijstelsel gevormd. Lenin en zijn bolsjewieken waren dus nu aan de macht, maar moest deze nog verdedigen in een burgeroorlog tussen de Bolsjewieken (de roden) en haar tegenstanders (de witten). Stalin
Na de oktoberrevolutie werd Stalin volkscommissaris voor de nationale identiteiten. Hij moest de andere etnische groepen ervan overtuigen zich niet af te scheiden van de Sovjet Unie (SU).Veel tijd heeft hij daar in het begin niet voor gehad door de burgeroorlog. Hij werd op een missie gestuurd naar Tsaritsyn om voedsel te bemachtigen voor de hongerlijdende steden Moskou en Petrograd. Deze steden hadden geen voedseltoevoer meer doordat de transportlijnen waren afgesneden door de witten. Stalin gebruikte veel bruut geweld (er vielen duizenden doden) en het lukte hem op die manier de geheime voedselvoorraden te verkrijgen. Toen de stad werd aangevallen door de witten heeft hij deze weten te verdedigen. Deze stad is later ter ere naar hem vernoemd: Stalingrad. Zijn toenmalige secretaresse in Tsaritsyn is later zijn vrouw geworden. Na deze missie volgde er meer. Het bleek dat Stalin, met zijn eigen manier van aanpak, om wist te gaan met politieke en militaire crisissen. Hij had vond wel tegenstand van mensen die zijn gewelddadige aanpak niet aanstonden (waaronder Trotski). Ze vonden hem fantasieloos en te veel op bruut geweld/terreur vertrouwen. De jaren na de burgeroorlog had hij meer tijd voor zijn bestuurlijke verantwoordelijkheid, die nu belangrijk was geworden om het uiteen vallen van de SU te verkomen. Hij gebruikte beloftes en geweld om de niet-Russische autonome republieken binnen de Sovjet-Unie te houden. Stalin werd een rijzende ster binnen de jonge republiek. Hij werd lid van verschillende comités waaronder het zevenkoppige Politbureau (gekozen uit het centraal comité) en het comite dat toezicht hield op de geheime dienst. Al snel werd hij op de volgende jaren een van Lenins betrouwbaarste luitenant. Toen Lenin de post van secretaris-generaal creëerde wilde niemand in eerste instantie deze saaie kantoorpost hebben. Hij besloot toen Stalin te kiezen voor deze taak omdat hij wist dat Stalin het efficiënt zou uitvoeren. Deze post maakte Stalin tot een opstap voor zijn doel. De taak van Stalin was lokale secretarissen te kiezen. Dit kwam hem later goed uit omdat dezelfde secretarissen, die hun baan aan hem te danken hadden, de mensen kozen voor hun vertegenwoordiging in de belangrijkste comités. Op deze manier kon Stalin op een grotere steun rekenen in geval van politieke ruzies, of de vraag wie Lenin op moest gaan volgen. Toen Lenin in mei 1922 een serie beroertes kreeg, begon het politieke getouwtrek rond de vraag wie hem moest gaan opvolgen. Lenin herstelde niet helemaal van zijn beroertes en kreeg steeds meer gezondheidsproblemen. In deze tijd schermde Stalin en anderen hem steeds meer af van staatszaken. In 1924 overleed Lenin, waarna de politieke strijd om het leiderschap losbarstte. De strijd ging voornamelijk tussen Trotski, Stalin en Bukharin. Niet alleen het leiderschap stond op het spel, ook de vraag over de politieke koers die het land moest gaan varen om de ideale communistische staat te worden. Trotski en zijn aanhangers, die beschouwd werden als de linkervleugel in de partij, waren van mening dat de SU zo snel mogelijk gecollectiviseerd moest worden en een actieve en steunende rol in de wereld moest aannemen om de arbeiderswereld- revolutie van de grond te krijgen. Bukharin en zijn aanhangers waren er meer voor zich eerst volledig op de binnenlandse zaken te concentreren en de economie geleidelijke te transformeren naar een communistische, men moest eerst de grote bedrijven centraliseren en de kleine nog privaat laten. Stalin nam een soort tussenstandpunt in, hij was voor een agressieve verbreiding van het communisme in eigen land zonder aandacht te hebben voor een wereldrevolutie. Dit standpunt was een eerder uitgedachte theorie van Lenin en werd “Socialisme in een land” genoemd. Dit standpunt lag dichter bij dat van Bukharin en dit gaf hem steun van Bukharins volgelingen. Steun die hij gebruikte om in 1925 Trotski en zijn sympathisanten uit hun posities te verjagen, te arresteren of zelfs te verbannen. Stalin, Lenin en Trotski-1919 Nadat Trotski definitief van het toneel was verdwenen, haalde Stalin tot 1929 niet uit naar Bukharin met wie hij in praktijk gezamenlijk de macht had. In 1929 veranderde Stalin van het een op het andere moment zijn standpunt met betrekking tot de koers van de Unie. Opeens nam hij praktisch dezelfde standpunten in die Trotski en zijn volgelingen ook hadden. Namelijk dat de collectivisatie zo snel mogelijk moet worden ingevoerd en dat de huidige koers, die hij nu ineens volledig aan Bukharin toeschreef, ertoe leidde dat het een nieuw soort bourgeoisie creëerde. Nu was het de buurt aan Bukharin en zijn aanhangers. Ze werden in twee jaar tijd een voor een uit hun machtsposities weggestemd door de comités samengesteld door de, door Stalin benoemde, secretarissen. Met Bukharin en Trotski uit de weg, was Stalin de onbetwiste alleenheerser in de Sovjet-Unie. In deze tijd zorgde Stalin altijd dat hij van te voren wist dat hij een meerderheid had bij stemming in de vergaderingen, was dit niet het geval dan kwam hij vaak simpelweg gewoon niet opdagen. Hij stond bekend als iemand die goed zijn zaak kon verdedigen. Kenmerkend was dat hij niet zo slim en dramatisch was als Trotski in discussies maar logisch, doortastend en recht door zee. Aan de macht. Lenin
Politiek-economisch beleid. “Oorlogscommunisme” was de slogan die werd gebruikt voor Lenin’s politiek-economisch maatregelen die erop gericht waren zo snel mogelijk de ouderwetse Russische samenleving te transformeren tot een communistisch economisch systeem in een korte tijd na de revolutie. Lenin dacht het best ermee te kunnen beginnen door privé-bezit te ontnemen en de vrije markt te verbieden. Alle banken en industrieën werden genationaliseerd, land werd afgenomen onder het mom van collectivisatie en iedere werknemer in het land werkte nu voor de regering en werd door haar uitbetaald. In de geest van deze verkondigde maatregelen werden de agenten bevoegd om bij de boeren de oogst af te halen en hun een lage vergoeding hiervoor te geven. De boeren waren het hier niet mee. Uit protest produceerde ze minder en verstopte zoveel mogelijk van de oogst. Dit in combinatie met de burgeroorlog en vele mislukte oogsten door het weer, veroorzaakte een grote hongersnood in de jonge republiek. Het verdwijnen van de vrije markt en het groot tekort aan voedsel- en consumptiegoederen leidde tot een zeer grootgroeiende zwarte markt, die tot het einde van het communistisch rijk bleef bestaan. Deze ontwikkeling en andere, zoals de matrozenopstand in Kronstadt, lieten Lenin besluiten om een stap terug te nemen in zijn Marxistisch plan. Deze stap terug heette het Nieuw Economisch Plan. De NEP hield in dat men het toestond kleine lokale privé-bedrijven op te richten. Lenin beschouwde dit echter als een tijdelijke terugstap, hij was van plan verder te gaan met de transformatie als de economie en productie hersteld was. Ook hoopte Lenin dat de boeren nu vrijwillig zouden toe treden tot de Kolchozen (de gecollectiviseerde boerderijen). De NEP werd een succes, rond 1928 was de meeste productie weer op het vooroorlogs peil. Politiek beleid Na de succesvolle oktoberrevolutie en de “erkenning” van het tweede congres van de sovjets, ging Lenin over tot het vormen van een regering. Hier bestond veel discussie over, Marx had niet gezegd hoe die overgangsregering voorafgaand aan de laatste fase, het communisme, eruit moest zien. Lenin besloot dat de regering zou bestaan uit een soort piramide. Onderaan stonden de lokale hoge partijfunctionarissen die de delegaties kozen die werden afgevaardigd naar het congres. Hetzelfde congres keurde de agenda goed en koos het central comité (een soort dagelijks bestuur), die op hun buurt weer het politbureau kozen (te vergelijken met een kabinet). Dit politbureau koos een voorzitter (Lenin natuurlijk) en bepaalde de agenda. Elk lid van het politbureau (een volkscommissaris) stond aan het hoofd van een van de bureaucratische departementen. In praktijk kwam het erop neer dat Lenin zelf het beleid en benoemingen bepaalde en dat het congres, centraal comité en politbureau er waren om hun handtekening eronder te zetten. Alhoewel hij in de revolutie had verkondigt dat het ambtenarenapparaat sterk verkleint moest worden, besefte hij nu dat een omvangrijke bureaucratie nodig was om een gecentraliseerde staat te vormen. Hij beargumenteerde dit met de reden dat de individuele sovjets/werkers nog te kwetsbaar waren en dat zelfbestuur later zou komen. Na de revolutie was de macht van de bolsjewieken, die nu hun naam verandert hadden naar de communistische partij (om hun Marxistische bedoelingen aan te geven), nog niet in het hele land gevestigd. Er waren nog vele sovjets waar de bolsjewieken in de minderheid waren en er woede nog een burger oorlog met de witten. Om de zijn tegenstanders in bedwang te krijgen richtte Lenin de Cheka op. Dit was een geheime politie organisatie die de sovjets via politieke campagnes, intimidatie en grof geweld in bedwang hield. De zero-tolerence koers van de Cheka was er op gericht mensen die van Lenin’s koers afweken en daarom werden gezien als een staatsvijand onschadelijk te maken of zelfs uit de weg te ruimen. Dit fragment van Lenin dat in de Pravda stond loog er niet om: “ Wat is beter: een paar honderd burgers opsluiten in de gevangenis, schuldig of niet, of duizenden arbeiders en soldaten van het rode leger verliezen? Ik kies voor het eerste.” Lenin keurde terreur dus goed om de bolsjewieken aan de macht te houden en de transformatie van rusland naar een communistische staat te bewerkstelligen. Dat hierbij onschuldige mensen de dood vonden moest men er maar bijnemen. Deze terreur richtte zich niet allen tegen de sovjets en politieke tegenstanders, maar ook tegen de landen die zich dreigde af te scheiden van de SU. Dit terwijl Lenin zelfbeschikkingsrecht had gepropagandeerd voor de revolutie. Deze periode stond later bekend als de periode van het “Rode Terreur”. Na de revolutie zocht Lenin contact met de Duitsers om over vrede te praten. Dit om zich volledig te kunnen concentreren op de interne problemen. De latere vrede van Brest-Litovsk werd niet in dank af genomen door de geallieerden: nu kon Duitsland zich volledig concentreren op het West-Europees front en had een kans een doorbraak te forceren voordat de Amerikanen kwamen. De geallieerden steunden dan ook de witten in hun oorlog tegen de bolsjewieken, in de hoop op een nieuw oostfront. Toen de eerste wereldoorlog was afgelopen bemoeide de geallieerden zich niet meer met de witten (wegens de publieke opinie in eigen land). Mede hierdoor verloren de witten de burgeroorlog definitief in 1920. De politieke basis die Lenin heeft gelegd in de begin jaren van de USSR is tot het einde van de unie onveranderd gebleven.
Stalin
Politiek-economisch beleid.
Nadat Lenin was overleden zette Stalin de NEP in eerste instantie voort. Stalin kwam voor een dilemma te staan qua de verlangde ontwikkeling van de economie. Er was behoefte aan een groeiende industrialisatie om de agrarische sector te mechaniseren. Maar voor de bouw van deze fabrieken waren arbeiders en geld nodig. De enigst mogelijk grote bron van inkomsten kon alleen maar komen uit de verkoop van landbouwproducten. De enige plek waar de nodige arbeiders vandaan zouden kunnen komen was het platteland, waardoor de landbouwproductie zou dalen. Dus van welke kant je het ook benaderde als de een niet verbeterde dan deed de ander dit ook niet. Stalin’s oplossing was het vijfjarenplan, waarvan de eerste geïntroduceerd werd in 1928. Doel van dit plan was binnen vijf jaar de productie van staal, olie, kolen, ijzer en machines te verdrievoudigden. Dit werd bereikt door collectivisatie van de vele kleine boeren en het concentreren op de zware industrie, deels ten koste van de consumptie-industrie. De zware industrie was belangrijk omdat die landbouwmachines maakte voor de Kolchozen en machines produceerde waarmee je weer nieuwe machines bouwen kon. De collectivisatie was belangrijk omdat men op die manier naar verwachting een groei in de productie kreeg. Deze productiegroei moest er zijn om de arbeiders aan het platteland te kunnen ontrekken, deze en andere arbeiders in de steden te kunnen voeden en het creëren van een inkomstenbron (uit de export van landbouwproducten) waarmee de industrialisatie weer mee gefinancierd kon worden. Grootse projecten werden opgezet: stuwdammen werden gebouwd in de uithoeken
van Siberië, complete steden uit de grond gestampt, kilometers lang kanalen, wegen, sporen werden aangelegd dit allemaal om de fabrieken te kunnen voorzien. Als het land dit bereikt had, waren andere industrieën aan de buurt zoals de wapenindustrie. Stalin was niet vergeten dat de rest van de wereld het niet zo op rusland had: “ We lopen 50 tot 100 jaar achter in ontwikkeling op de ontwikkeldste landen, als we dit gat niet dichten zullen deze landen ons vernietigen”. Natuurlijk niet alle mensen waren zo blij met de vijf jarenplannen. Veel weerstand was er bij de boeren, na de NEP was het hun weer iets voorspoediger gegaan. Dit alles moesten ze nu weer inleveren. De boeren slachtte op grote schaal hun vee en aten deze op en verbranden hun oogsten en velden. Stalin reageerde hierop door het leger naar het platteland te sturen om met geweld en intimidatie de oogsten te krijgen en de boeren ertoe te bewegen toe te treden tot de Kolchozen. In het kader van deze actie kondigde hij de “eliminatie van de Koelakkenklasse” af. Vijf miljoen opstandige boeren die als Koelak waren bestempeld werden verbanen naar Siberië en in werkkampen gezet, ook werden er vele geëxecuteerd die weerstand boden. De collectivisatie zette snel door: in 1932 was al 60% van de landbouwgrond gecollectiviseerd. Gevolg was wel dat op de volgende jaren een grote hongersnood het land teisterde. De planning van de eerste en daarop volgende werden georganiseerd door een nieuw comité het Gosplan, dat onder persoonlijk toezicht stond van Stalin. Het invoeren van de vijfjaarplan economie heeft ervoor gezorgd dat er geen legale economische vrijheid was in de USSR en vrijheid van beweging en keuzes was voor de arbeiders verdwenen. Je werkte en deed daar wat jouw dat verteld was, deed je dit niet dan verdween je in een werkkamp. Tijdens de tweede wereldoorlog draaide de wapenindustrie op volle toeren dankzij de nadruk op de zware industrie die in de plannen is gelegd. Alhoewel men veel fabrieken had verloren aan de Duitsers was men in staat geweest complete machineparken te verplaatsen naar veiligere gebieden ten oosten van Moskou. Na de tweede wereldoorlog wilde Stalin niet om buitenlandse steun vragen voor de wederopbouw van het land (deze zouden onaanvaardbare eisen stellen). Ook verbood hij aan de Oost-Europese landen die nu onder zijn invloed stonden de Amerikaanse Marshallhulp te accepteren. Stalin verhaalde de schade grotendeels op het door hem bezette Duitsland, complete fabrieken werden van daar overgeplaatst naar de USSR. Politiek beleid. De eerste jaren was Stalin de onbetwiste leider nadat hij Bukharin aan de kant had gezet. Onder zijn regime veranderde de geheime Dienst zijn naam naar KGB. Stalin vertrouwde eigenlijk niemand en was er constant op bedacht dat iemand hem voorbij zou streven. De daarop volgende jaren, zette Stalin twee van de basisnormen van het Marxisme aan de kant om zijn macht en ook deels van de partij te verstevigen. De eerste norm die gebroken werd was dat de staat, in het Marxisme iets wat zo snel mogelijk verdwijnen moet, enorme verheerlijkt werd. Omdat dit vanwege propagandistische redenen veel beter uitkwam. De tweede norm die gebroken werd is de basis van het Marxisme: Iedereen is gelijk (de klassen moesten verdwijnen). Stalin creëerde een klasse van partijlieden en mensen met bijzondere vaardigheden in bijv. sport, kunst, schrijven, etc die goed voor propagandistische doeleinden uitkwamen. Deze klasse had speciale voorrechten op de normale burger: ze leefden in luxere wijken, werden beter in de vraag naar consumptiegoederen voorzien etc, etc. De Engelse George Orwell stelt dit in zijn fabel “The animalfarm” (een boek dat eigenlijk over de USSR en Stalin gaat) aan de kaak: “All animals are equal, but some are more equal then others.”à “Alle dieren (lees mensen) zijn gelijk, maar sommige zijn meer gelijk dan andere”. Aan het eind van de twintiger jaren begon Stalin achterdochtiger te worden. Er waren partijleden die hem niet zo daverend enthousiast leekten te zijn over zijn leidersrol en de vijfjarenplannen. Hij begon systematisch (soms denkbeeldige of echte) politieke tegenstanders uit de weg te ruimen. Deze zuivering van een persoon uit de partij begon meestal met beschuldigingen van verraad aan de partij, samenzweren tegen Stalin, heulen met het Kapitalisme of Nazi’s en meer in die trant. De beschuldigde werd dan na een showproces waarvan de uitkomst al vast stond, verbannen of geëxecuteerd. Het kwam ook voor dat men direct na verdenking vermoord of verbannen werd. In het begin van deze periode pleegde de vrouw van Stalin zelfmoord (1930). Op het zeventiende congres van de communistische partij in 1934 stemde een verbazingwekkend grote hoeveelheid tegen Stalin’s beleid. Er waren partijleden van mening dat de industrialisatie en collectivisatie te snel ging. Er werd zelfs hardop gepraat over vervanging van Stalin door de populaire Kirov, de leider van de communistische partij in Leningrad. Stalin voelde dat zijn machtspositie duidelijk werd bedreigt en besloot in te grijpen. Op een december 1934 werd Kirov doodgeschoten, een bewijs dat Stalin hiermee te maken had werd nooit gevonden. Met de dood van Kirov sloeg Stalin twee vliegen in een klap. Hij was af van zijn rivaal en had een excuus om te beginnen met de partij te zuiveren van elementen die staatsgevaarlijk (tegen Stalin) waren. Op deze manier kon Stalin zijn tegenstanders zoals Bukharin en Zinoviev via showprocessen laten executeren. Dit luidde de periode van “de grote zuivering” in van ongeveer van 1934 tot 1938. In deze periode werd er fanatiek jacht gemaakt op alles en iedereen die “Staatsgevaarlijk” was. Vele mensen werden aangegeven door partijleden, vrienden, buren, collega’s en zelfs hun eigen kinderen. Miljoenen mensen werden geëxecuteerd, “verdwenen” of werden naar “heropvoedingkampen” gestuurd in Siberië. De geheime politie, de KGB, werd zeer gevreesd. Niemand was meer veilig voor hun, zelfs de verbannen Trotski in Mexico was niet meer veilig en werd daar op een gruwelijke wijze vermoord. De geheime dienst richtte zich meer op het rode leger met de zuivering toen de oorlogsdreiging in Europa toenam. Vele officiers die als onbetrouwbaar werden geacht in geval van een oorlog ontvingen hetzelfde bovenbeschreven lot. Waarom Stalin de zuivering zo ver heeft laten gaan, zijn tot op de dag van vandaag nog steeds verschillende meningen over. Sommige beweren dat hij geestelijk ziek, paranoïde, was. Andere zeggen dat hij dit deed om ervoor te zorgen dat zijn bevel direct en zonder commentaar werd uitgevoerd. In 1936 sloten nazi-Duitsland en Japan het zogenaamde “anti-Komintern” verdrag. Dit verdrag was speciaal gericht tegen de USSR. Stalin’s reactie op dit agressieve pact was het zoeken van toenadering met Duitsland om een invasie te voorkomen. Hij kwam met Duitsland tot het zogenaamde non-agressiepact, in het verdrag werden geheime strategische en territoriale, voor de SU, voordelige afspraken gemaakt (zoals de verdeling van Polen). Dit droeg erbij toe dat Stalin niet zo snel een invasie verwachte van de Nazi’s. Nadat Hitler Polen binnenviel in september 1939 en de tweede wereldoorlog een feit was, viel de SU Polen in het oosten binnen en bezette het gebied dat met de Duitsers in het geheim was afgesproken. Na Polen viel Stalin nog de kleine Baltische staten Letland, Litouwen en Estland binnen. Toen de Duitse invasie genaamd “Barbarossa” in juni 1942 toch plotseling kwam stootte de Nazi’s snel door in de USSR. Het leger was door de vele gezuiverde officieren niet in staat het offensief te stuiten en het land raakte in chaos. Stalin beschuldigde iedereen behalve zichzelf. In deze tijd werden veel sovjetgeneraals gezuiverd, wat de chaos in het leger alleen maar vergrote. Pas na twee weken liet Stalin zich op de radio horen, het werd een historische toespraak. In deze toespraak riep hij de Russen niet op in naam voor hem of het communisme te vechten, maar in naam van de eeuwige moeder Rusland deze “Grote vaderlandse oorlog” te vechten. Net zoals hun voorouders vroeger in het verleden vochten tegen de binnendringende Fransen en Napoleon een halt hadden toegeroepen, zo zou het ook Hitler vergaan. Deze invasie had bijna het einde betekend van de Sovjet Unie als Hitler niet uit ijdelheid dezelfde fout beging als Napoleon: in de zomer aanvallen. De winter trad vroeg in waardoor de Duitse troepen sterk werden vertraagt, ze waren er niet op berekent. Hierdoor werden de Duitsers langzaam aan een halt toegeroepen en konden ze Moskou net niet veroveren, Leningrad kwam in de frontlinie te liggen.Terwijl de rest van de regering geëvacueerd was, bleef Stalin in het Kremlin toen de Duitsers Moskou vervaarlijk dicht naderde. In 1943 keerde het tij, het gereorganiseerde rode leger zette het tegenoffensief in en de Duitsers werden steeds verder terug gedrongen. Op de conferenties in Teheran (1943), Yalta (1945) sprak Stalin met de andere geallieerde bondgenoten Roosevelt en Churchill waar hij zijn wil goed doorgedrukt had. De westerse machten erkende Stalin zijn machtssfeer in Oost Europa, het latere Oostblok. Na afloop van de tweede wereldoorlog, kwam de USA verschillende afspraken niet na die ze gemaakt hadden met de USSR. Ze deelde niet met Stalin het geheim van het maken van een atoombom. Ze zette de lening aan Rusland stop in de zomer van 1945, terwijl ze later Marshallhulp aanbood onder onacceptabele voorwaarden (inspecteurs toelaten en Amerikaans eigendom erkennen). Toen de VS dit ook probeerde bij Polen en Roemenië, voelde Stalin zich bedreigt. Stalin gaf het bevel aan het rode leger dat nog in Oost Europa was communistische regeringen te instaleren. Zij werden net als de Sovjetunie afgesloten van de kapitalistische buitenwereld. Amerika vatte dit op als een bedreigende actie en brak alle contacten met Stalin. Zo brak de periode van de “Koude oorlog” aan die nog lang voortduurde na Stalin’s overlijden. Stalin vond dit waarschijnlijk fijner dan een twijfelachtige vrede, nu was het simpelweg hun wereld tegen die van hem. Hij had controle op zijn wereld, en hield die van hun op een grote afstand. De propaganda machine in de machtsperiode van Stalin was er vooral op gericht hem te verheerlijken en hem neer te zetten als de haast goddelijke vader van de Sovjetunie. Stalin bedeelde zichzelf deze rol toe. Iedereen die hem aan een van zijn tekortkomingen herinnerde, speelde met zijn leven. De laatste (levens)jaren. Lenin
Lenin kreeg op 52 jarige leeftijd in 1922 een serie beroertes achter mekaar. In maart 1923 kreeg hij een zware beroerte waarvan hij nooit volledig hersteld is geweest en een slechte gezondheid bleef hebben. Vanaf deze tijd heeft hij zijn taken nooit meer volledig op zich kunnen nemen en werd hij ook steeds meer afgeschermd van staatszaken door o.a. Stalin. Toch bleef hij tot aan zijn dood voorzitter en dus machthebber van de Sovjet Unie. In zijn laatste levensjaar schreef hij een brief aan het centraal comité waarvan hieronder een fragment is geplaatst. Deze brief stond later bekent als het testament van Lenin. “Kameraad Stalin, nu dat hij secretaris-generaal is geworden, heeft hij zichzelf ongelimiteerde macht vergaard, en ik ben niet zeker of hij deze macht met zoveel voorzichtigheid zal gebruiken (….) Stalin is grof, alhoewel deze fout perfect tolereerbaar is onder ons (….) dit is niet langer de zaak van iemand die zijn functies vervult als secretaris-generaal.” Stalin was niet de enige die in deze brief werd bekritiseerd maar in deze brief vraagt Lenin de leden van het centraal comité maar een oud-partijlid te ontslaan omdat hij een gevaar gaat vormen voor de zaak: Stalin. Deze brief heeft de openbaarheid in de Sovjetunie nooit bereikt tijdens het regime van Stalin. Wel is deze voorgelezen tijdens het dertiende congres in mei 1924. Dit heeft geen politieke gevolgen gehad voor Stalin wegens de grote politieke strijd en verdeeldheid op dat moment. In 1924 op januari de 21e overleed Lenin op 54-jarige leeftijd aan een fatale beroerte. Zijn lichaam werd gemummificeerd en in een graftombe gestopt die langs de muur aan het Kremlin staat. St.Petersburg werd die dag een andere naam gegeven ter ere van hem: Leningrad. Stalin
De laatste jaren van Stalin’s leven en zijn regeringsperiode, stonden voor het land (en de rest van Europa) voor economische wederopbouw. De vernietigde stuwdammen, fabrieken, spoorwegen en steden werden weer herbouwd. Elke dag bejubelde de kranten de behaalde resultaten van het volk en de partij. Vanaf de tweede wereldoorlog heeft Stalin het niet eens meer geprobeerd om het te doen overkomen dat er nog sprake was van meeregerende mensen van de partij, het Politbureau en Centraal Comité waren zelfs niet meer bij elkaar geroepen vanaf 1947. De beslissingen die door Stalin waren genomen werden nu door trouwe volgelingen verspreid in het land en uitgevoerd. Hij trad steeds minder in de openbaarheid en hield nog maar weinig speeches. In deze laatste jaren begon hij ook meer en meer paranoïde te worden, overal zag hij dubbelspionnen en verraders. In 1948 gaf hij het bevel tot een nieuwe zuivering en 1000 partijleden werden vermoord in Leningrad, iedereen in zijn naaste omgeving was bang om de volgende te zijn die als verrader of spion te worden gezien. Begin 1953 werden er een groep Kremlin dokters opgepakt en beschuldigd van het vergiftigen van een belangrijk partijlid. Het zag ernaar uit dat een nieuwe golf van zuiveringen zou beginnen. Maar voordat het zover kon komen stierf Stalin op 5 maart, nu 50 jaar geleden, aan een hartaanval. Stalin was dood en in 1956 werd de destalinisatie door Khrushchev afgekondigd en werd het lichaam van Stalin, dat bij Lenin bijgezet was, verwijderd en begraven op de “nationale helden”-begraafplaats langs de muur van het Kremlin.
Conclusie. Probleemstelling: ,,Lenin en Stalin: Idealist of demagoog?’’ Uit mijn onderzoek concludeer ik: Lenin was een persoon vol van het communistische ideaal en zijn eigen idee van uitvoering hiervan (staat beschreven in “Wat er moet gebeuren”). Nooit is hij afgeweken van zijn eigenlijke basisideaal. Wel stelde hij duidelijk de regel: “Het doel heiligt de middelen”. Hij was bereidt om terreur te gebruiken, allianties aan te gaan met vijanden, beloftes te maken en weer te breken, etc, als het maar uiteindelijk kon leiden tot de (betere) uitvoering van zijn ideaal. Hieruit valt te concluderen dat Lenin een idealist is. Lenin is geen demagoog te noemen omdat hij nooit aan praktijken heeft gedaan om stelselmatig het volk te misleiden om zelf aan de macht te blijven. Stalin was eens een persoon vol van het communistisch ideaal, maar hoe groter de mogelijkheid van absolute macht werd des te kleiner werd zijn wil om het ideaal vast te houden, omdat het deze mogelijkheid zou kunnen doen verkleinen. Deze drang komt uit zijn jeugd. Dat Stalin geen communistische idealist is valt af te leiden uit het feit dat hij, om zijn macht maar te kunnen behouden, de basisvoorwaarde van het communisme schond: de klasseloosheid. Een ander voorbeeld voor zijn ideaalloosheid wordt bewezen als hij het door hem eerst zo fel bestreden Trotskisme praktisch overneemt om zijn laatste machtsrivaal Bukharin uit de weg te ruimen. Om de vraag te beantwoorden of Stalin een demagoog is moeten we kijken naar zijn propaganda, toespraken en showprocessen. Deze verdraaiden stelselmatig de werkelijkheid om Stalin gunstiger neer te zetten. Ook door middel van een constante dreiging (de KGB) zorgde Stalin ervoor dat hij het volk goed beteugeld had. Hij was dus een echte volksmenner, oftewel een echte demagoog.

REACTIES

G.

G.

Goeie Informatie maar je moet wel erbij schrijven waar die is dood gegaan anders heb je er niks aan maar oor de rest Toppi!!

13 jaar geleden

E.

E.

80 % van de Cheka waren Joods evenals de partij.
Meer dan 30 miljoen blanke christenen vermoord.
Het was een genocide op blanken door Joden, net als WW 1 en 2.

8 jaar geleden

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.