Inleiding.
Ik zal eerst mijn hoofdvraag geven: “Wie zorgden ervoor dat de Weimarrepubliek eindigde?”.
Hierdoor is het duidelijk ik de titel ‘de Weimarrepubliek’ heb gegeven aan deze scriptie. Ik probeer uit een hele moeilijke puzzel van argumenten, acties, politieke partijen, regeringen met hun idee en acties tegen Duitsland. Deze periode zorgde dat er na de Eerste Wereld Oorlog weer een Wereld Oorlog kwam. Deze periode heeft zijn hoede kanten en zijn slechte kanten gehad. Zo probeer ik tijdens periodes binnen deze republiek uit verschillende groepen zoals het buitenland, nationaal-socialisten, de destijds huidige regering, en het volk hun plek in de ondergang van de Weimarrepubliek te vinden. Welke invloed zij hadden en wat zij zoal deden. Maar er waren natuurlijk ook invloeden waar de mens minder invloed op had zoals de economische crisis. Ik zal in de volgende hoofdstukken deze vragen ontrafelen.
Ik wilde eerst iets uit Tweede Wereld Oorlog doen, maar terwijl ik enkele maanden geleden aan het zoeken kwam ik de Weimarrepubliek tegen. Ik vond het weleen interessant onderwerp omdat ik nog weinig over deze periode wist. Er ging wel op school een hoofdstuk over deze periode, maar deze dit wel heel beknopt, wat logisch is. Maar hierdoor zie je niet het diepere, de details de gedachtes van de mensen, hoe het er aan toe ging. Dit lees ik dan wel maar je kan het alsnog niet allemaal opschrijven in een scriptie als deze.
Inhoud.
Nummer Hoofdstuk
1 Lag de fout bij het begin van de Weimarrepubliek?
2 De inflatie, eigen fout of gedwongen?
3 De putschen, welke en waarom?
4 Welke invloed had de periode in het midden?
5 Wie was schuldig voor het einde van de Weimarrepubliek?
6 Conclusie
Bij elk hoofdstuk geldt steeds, evenals bij het laatste hoofdstuk, wie waren aansprakelijk voor de fouten?
De betekenissen van de onderstreepte woorden kunt u vinden in de woordenlijst achteraan
1.Lag de fout al bij het begin van de Weimarrepubliek?
De Weimarrepubliek is ontstaan toen de Eerste Wereld Oorlog eindigde. Dit gebeurde niet van de ene op de andere dag. Men kan niet verwachten dat als een land eerst een monarchie heeft het land in een keer kan overschakelen naar een republiek, zonder slag of stoot. Dit gebeurde dan ook niet zo gemakkelijk. De Weimarrepubliek had twee immense taken, de eerste dus het integreren van het nieuwe regime en het op gang brengen van het economisch leven. De eerste taak wordt zeker niet makkelijk gemaakt door de eigen bevolking. De tweede taak is ook niet gemakkelijk, men moest overschakelen van een oorlogsituatie naar het gewone leven, de overwinnaars zorgden ook voor schulden en de wereldeconomie was in het algemeen ook niet best. Ik zal het in dit hoofdstuk voornamelijk hebben over de eerst factor, de maandenlange onderhandelingen, putschen en verschillende ideeën van verschillende groeperingen.
“Er heerste een revolutionaire geest die in bedwang werd gehouden door inherente behoefte aan orde een decorum”(*1). Zo gaat het heel de Weimarrepubliek en vooral in het begin. Men protesteert wel maar op een nette manier. Bijvoorbeeld als men het paleis bezet, stelen zei enkele spullen maar ze houden het netjes. En wanneer de mariniers aan het muiten zijn en ze het dus niet eens zijn met de officiers, kunnen ze veel met ze doen. Het enige wat ze doen is hun spullen afnemen, waaronder hun sabel, maar hierbij vragen ze hun adres om het na de revolutie terug te sturen. En bij de revolutie komen er nogal wat opstanden. Om dit nog eens te benadrukken zei Baum: “Van alle revoluties in de geschiedenis is Duitse wel de minst wanordelijke geweest…….”(*2).
Het begon allemaal eind oktober begin november 1918, dit was de dag dat de matrozen in opstand komen in Kiel. Ze kwamen in opstand omdat ze bevel hadden gekregen om in grote getale de Engelse vloot naar de bodem van de zee te torpederen. Ze wilden dit doen om een betere onderhandelings-positie te krijgen. De socialisten willen enkele dagen later troonsafstand van de keizer. Zo kwam ook de revolutie op 7 november van de socialisten in Beieren. In deze dagen ging alles in een stroomversnelling. Op 9 november komt er door een actiecomité van de communisten, een opstand in Berlijn. Zo breekt er een chaos uit in Berlijn. Er rijdt geen tram meer, rode vlaggen hingen overal, soldaten en arbeiders lopen door heel de stad. De marxisten lopen richting het paleis en bezetten deze, de sociaal-democraten bezetten de Rijksdag. Er schijnt een stilzwijgend overeenkomst geweest te zijn om elkaars toespraken niet te verstoren. De republiek komt er onder onduidelijkheden redenen wel, de keizer treedt af en verhuist naar Nederland. Ebert en Scheidemann, twee leiders aan de sociaal-democratische kant werden voorlopig bestuurders van de nieuwe regering. De marxisten wilden eerst een republiek vormen, maar wilden dit onder overleg doen, zodoende waren ze te laat. Op 10 december wilden de opperste legerleiding de macht weer teruggrijpen. Botsingen waren onvermijdelijk in Beieren en in Berlijn. De opstandelingen in het centrum in Berlijn houden nog stand. Op 4 januari wordt de algehele staking uitgeroepen. Op 12 januari houden de marxisten het niet meer en zijn de gevechten voorbij. De volgende dag worden de communistische leiders Karl Liebtknecht, diegene die de toespraken op 9 november had gehouden in het paleis en Rosa Luxemborg worden aangehouden en vermoord.
Ebert en Scheidemann schreven nieuwe verkiezingen uit, maar veranderde eerst de wet zodat iedereen nu vanaf twintig jaar mocht stemmen. Dit is natuurlijk om meer stemmen te krijgen, dit wilde de socialen in Nederland destijds ook. Omdat zij de meeste stemmers in de onderste laag van de bevolking had en dus niet alleen stemrecht voor de rijken te hebben. Uit deze verkiezingen op 19 januari 1919, vloeit een coalitie van de SDP(sociaal-democraten), het Centrum(confessionelen) en de DDP(links-liberale). Op 6 februari komen zij in Weimar, door de zuidelijke ligging was het gezien de omstandigheden veiliger, bijeen. Hier wordt Ebert, die al de tijdelijk de macht had, nu tot rijkspresident benoemd. Scheidemann zal hierbij de formatie van de regering maken. Enkele maanden later op 11 augustus wordt een grondwet gemaakt.
Om terug te komen op wat ik in het begin gezegd heb, dat men alle revoluties op een nette manier voerden, zal ik de quote van Baum afmaken, zie (*2), “…….. Het Duitse volk zou die omwenteling als definitief hebben beschouwd als deze gewelddadig was geweest.”. Hij zegt eigenlijk, had men het niet bij de eerste revolutie gelijk hard aan moeten aanpakken, dan hadden alle twijfels weggeweest. Deze twijfel heeft er gedeeltelijk nog heel de periode van de Weimarrepubliek nog ingezeten en daardoor heeft het nooit een echte overtuiging gehad.
2.De inflatie, eigen fout of gedwongen?
Dit gaat natuurlijk over de inflatie van 1923, het jaar dat Duitsland terug ging naar de ruilhandel. Het begon allemaal bij het dictaat van Versailles. Duitsland had de oorlog verloren en kreeg de schuld van alle overwinnaars, waarbij Frankrijk nog de grootste tegenstander was van Duitsland. Engeland en Amerika waren het hiermee trouwens eens. Deze drie landen hadden een compromis gesloten, zonder overleg met de Duitsers, wie verantwoordelijk te stellen en hoe dit werd geregeld. Op 7 mei 1919 kregen de Duitsers dit verdrag voorgelegd. De regering-Scheidemann wil niet diegene zijn die het ondertekent en treedt op 20 juni af. Maar Ebert blijft en op 22 en 23 juni stemmen de SPD en Het Centrum voor, waardoor er een meerderheid ontstond. Zo kwam het dat met 237 stemmen voor en 138 tegen het verdrag werd aangenomen. Op 28 juni 1919 werd deze getekend. Er is grote dreiging geweest, dat blijkt uit de eisen van het dictaat. Duitsland moest 10 procent land inleveren, waaronder aan de oostgrens rijke industriegebieden met 3,5 miljoen inwoners. In het Saargebied zou 15 jaar erna een volksstemming gehouden, in die jaren krijgt Frankrijk beschikken over de kolenmijnen in dat gebied. Er moest flink gedemilitariseerd worden. Het leger moet beperkt blijven tot 100.000 man, de naoorlogse vloot mocht hoogstens een taak hebben als kustwacht. Duitsland moet 132 miljard goudmark betalen, dit werd verspreid, zodat ze 2 miljard per jaar moeten betalen plus 26 procent van de waarde van de export. Om de economie wat beter te maken, probeert een opperbevelhebbber van Duitsland Von Seeckt in 1920 toenadering tot Rusland te krijgen. Zo lukt het hem in 1922 om wederzijds de schulden van de oorlogsactiviteten te schrappen en weer een normale band te krijgen tussen Rusland en Duitsland. Enkele maanden later dat jaar levert Duitsland 1/3 van de Russische import. Amerika weigert intussen een onderneming van de Europese landen om het Verdrag van Versailles extra kracht bij te zetten. En daarom sluitte Amerika op 25 augustus 1921 een apart vredesverdrag met Duitsland en een jaar later een verdrag over de oorlogsschulden. Hierbij is het duidelijk dat Amerika de harde politiek van Poincare, leider in Frankrijk, afkeurt evenals Engeland dat doet. In 1923 ging Frankrijk eigenlijk een stapje te ver, ze wisten dat ze alles konden maken, het Duitse leger was toch zwak en ze hadden nog veel wraakgevoelens voor de laatste oorlogen. Hij neemt dan namelijk het Roergebied over om zo de afbetaling te kunnen versnellen door de grondstoffen. Met 60.000 militairen en enkele ingenieurs en ambtenaren vallen ze Duitsland binnen. Men vraagt de ambtenaren in dat gebied lijdelijk verzet te bieden, door geen werk te doen. Door een overeenkomst van Frankrijk met België helpen 20.000 Belgische en Franse spoorwegarbeiders het gebied weer op gang te krijgen. De arbeiders stoppen met het lijdelijk verzet omdat ze bang zijn hun baan te verliezen. Op 26 september wordt er officieel een einde gemaakt aan het lijdelijk verzet. Het verzet had de Duitse regering 3,5 miljard gekost, omdat ze werkelozen, bedrijven en stakers een uitkering moesten betalen. Zo ontstond de inflatie. De steenkool- en de staalproductie daalt ontzettend. Zo ook daalt de productie van ijzererts en gietijzer. Voor het herstel na de oorlog was 164 miljard nodig, dit kwam voor zestig procent uit leningen, de rest door aanmaak van bankbiljetten. Een andere oorzaak van de inflatie was gemaakt door directeur Havenstein van de Reichsbank. Hij kon niet begrijpen waarom er zoveel inflatie was, hij dacht dat het factoren waren waar hij geen grip op had. Om de situatie meester te worden voerde hij de geldtoevoer op, maar als je inflatie wil hebben moet je dat juist doen. Op een dag in augustus kreeg hij het voor elkaar om die dag dezelfde waarde te persen dan 2/3 van wat er in omloop was. U begrijpt dat mensen die leefde van een pensioen of hadden gespaard, nu niks meer hadden. Eind 1923 zou niemand Duits geld ook maar een seconde langer bij zich houden dan nodig was. Het was van groot belang om dit in te ruilen voor iets, om geen waardeverlies te krijgen in een wereld waar de prijzen dagelijks wel 20 procent stegen. Om nog maar een voorbeeld te noemen van de wanhoop destijds, een vrouw die ver weg van haar man woonde en het geld kreeg opgestuurd, had het probleem dat bij aankomst het geld waardeloos was geworden. Zo moest men terug naar de ruilhandel, in de schouwburg kon je op de duurste plekken zitten voor een paar ons boter. Alle metalen standbeelden werden weggehaald voordat ze weggehaald zouden worden door wanhopige dieven. Er waren ook zogenaamde profiteurs die er gebruik maakte van de inflatie, je nam een lening bij de bank, zette het geld om in iets wat waarde had en gaf na enkele maanden het geld terug, wanneer het verschuldigde bedrag in waarde niks meer was. Aan het eind van 1923 en verder lukt het de bank weer om een betere welvaart te maken. Dit ziet u in het 4e hoofdstuk.
Duitsland moest gestraft worden, dit deed men ook, maar moest dit op deze manier. Ik heb ergens gehoord dat als ze nooit kwijtschelding hadden gehad hadden ze tot 1980 nog moeten betalen. Zo’n groot bedrag was het. Maar Duitsland heeft wel geprobeerd om uit te put te komen, door de relatie met Rusland te verbeteren. Uiteindelijk werden ze na de actie van Frankrijk in 1923 zo weer in een crisis gezet. Duitsland kon kiezen tussen twee politieken, widerstandspolitik(obstructie van het verdrag Versailles) of erfullungspolitik (nakoming). Ze hebben tot 1923 de eerste gevolgd, ze konden natuurlijk in 1918 niet meer echt tegen houden door oorlog, maar er werd wel lijdelijk verzet geboden. Zoals u heeft gezien heeft de lijdelijke actie in 1923 weinig uitgevoerd en veel geld gekost. Tot 1923 heeft vooral Frankrijk gezorgd dat ze in de armoede bleven, maar zelfs blijven ze niet onschuldig.
3.De putschen, welke en waarom?
Er zijn verschillende putschen geweest, teveel om hier op te noemen, ze waren er namelijk bijna de gehele periode in de republiek. De twee bekendste die er zijn geweest zijn halverwege begonnen, de putsch van Kapp en de putsch van Hitler. Waarom waren er eigenlijk putschen? In het algemeen kan je zeggen om een belangrijke reden. Deze was de economische crisis, hiervan was het gevolg dat de regering de schuld hiervan kreeg. Hoe dit in het algemeen eruit ziet moet u kijken in het hoofdstuk over deze economische crisis. We weten dat Hitler de schuld gaf aan de joden, de huidige regering gaf daar geen aandacht aan en hij wilde periode die we kennen vanaf 1933 hier al beginnen.
Eerst de putsch van Kapp: Er was een Freikorps in die dagen die in dienst stond van de regering. Maar onder geallieerde druk moest het zich ontbinden, zelfs hierna nog heeft de regering nog officieuze steun gegeven. Zo vonden zij dat ze door het thuisfront waren verraden, en toen de regering ook nog het verdrag van Versailles ondertekende, had het Freikorps nog maar een doel: de omverwerping van de regering die schande over het land hadden gebracht. Een van de leiders van dit leger was kapitein Erhardt, hij maakte een nog groter leger hiervan die hij de Tweede Marinebrigade noemde. Ondertussen had Wolfgang Kapp, een nationalistische man, geprobeerd een leger te vormen om de regering ten val te brengen. Hij kon geen generaal vinden totdat hij generaal von Luttwitz tegenkwam, hiermee sloot hij verbond. Deze generaal was leider van her Freikorps rondom Berlijn, maar vond geen steun bij de officiële strijdkrachten. Hierdoor sloot hij weer een verbond met Erhardt en dus het Tweede Marinebrigade. Men voelde al begin maart 1920 dat er iets zou komen. Een week voor de putsch was er nog een incident tussen een Duitse prins en twee Franse officieren, zij wilden niet opstaan toen het lied ‘Deutschland, Deutschland uber alles’ werd gespeeld. Dit schopte het verhaal bijna in de war. Op 12 maart 1920 om 6 uur ‘s morgens vertrok het leger van Erhardt richting Berlijn. 2500 man liepen er door Berlijn, ze werden op geen enkele manier tegengehouden. De schrijver van een van mijn boeken (*3) meldt ook, dat tijdens het bekijken van foto’s van het beroepsleger en het Freikorps, hij zonder te kijken naar de informatie zo de putschisten eruit kon halen. Zij hadden net iets mooier gepoetste schoenen, beter geschoren, broeken zagen er beter uit, het zag er beter uit, dit bewijst dat het putschleger een eliteleger was. In het centrum van Berlijn zelf was er wel enige weerstand. De sabotageacties tegen het putschleger waren niet echt effectief. Een ambtenaar van de SPD die de bordjes verwisselden van de SPD en de rechts monarchistische Duitse Nationalen. Zo zouden ze tenminste niet hun spullen kapot maken. Of de stempels voor de paspoorten uit het regeringsgebouw smokkelden. Het regime-Ebert was ondertussen vertrokken naar Stuttgart, helaas was halverwege de benzine op en moesten ze verder met de trein. De officiële Duitse regering was naar Dresden vertrokken, maar zij voelden zich ook niet echt veilig, doordat het zo ongemakkelijk dicht bij Berlijn lag. De regering-Kapp bleef 6 dagen aan de leiding in Berlijn, ze wisten alleen niet wat ze moesten doen. Het paleis bewaken hoefde niet, ze hadden toch geen weerstand, op politiek gebied wisten ze ook niet wat ze moesten doen. Ze deden bijvoorbeeld de Pruisische regering gevangen houden, maar lieten deze weer vrij. Op een gegeven moment kondigde hij aan de macht over te dragen aan Von Luttwitz en vertrok daarna na Zweden. Het was niet alleen de hopeloosheid van Kapp die zijn zesdaagse regering ten onder bracht. Kort nadat de troepen van het leger binnengekomen was volgde er namelijk een algemene staking, alleen deze was in tegenstelling tot de novemberstaking in 1918 wel algeheel, alles lag plat, dit werkte ook tegen de nieuwe regering. Toen Erhardt en zijn leger vertrokken uit Berlijn kwam er snel weer stemming in de groep, hij had beloofd aan zijn leger als het ze zou lukken 16.000 gouden marken zouden krijgen, maar nu kregen ze als nog hun bonus. In tegenstelling te worden ontbonden werd het leger juist ingelijfd door de regering. De ‘belhamels’werden wel gestraft, maar op de volgende manier:
Gratie verleend 412
Dood of anderszins onmogelijk te berechten 109
Geseponeerd 176
Niet gearresteerd 7
Veroordeeld tot drie jaar vestingstraf 1
Oftewel er werd er welgeteld eentje gestraft. Op politiek niveau werd er iets meer gedaan, er werden enkele ministers ontslagen. Dit kwam onder andere dat het leger gedeeltelijk mee had geholpen in de zin van geen weerstand bieden. In het Ruhrgebied waar ze nog steeds staakten wilden men weer een putsch uitvoeren, dit werd bedacht door de communisten en socialisten. Hun leiders daarentegen hadden daar geen zin in. De Roden zouden alsnog terroristische acties uitvoeren, maar deze werd wel stevig de kop ingedrukt. De leden van het Freikorps en het Reichswehr schoten iedereen die mogelijk van de Roden was en mogelijk een wapen had, al dan niet gewond, neer.
Nu de putsch van Hitler: In Beieren is de basis van Hitler met de NSDAP, deze had al 50000 leden en had in de SA, de sturmabteilung, al 10.000 soldaten. Hij wilde een mars vanaf Munchen naar Berlijn, die moest vergeleken worden met Mussolini’s mars naar Rome, hij hoopte zo de regering te overweldigen. Op laatste moment werd hij al minder zeker van zijn putsch omdat er inflatie was en zo de mensen uit Ruhrgebied er toch weinig aan konden verdienen. Uiteindelijk wordt er toch doorgezet en werd er op 8 november, om het nog eens aan te drukken koos hij deze dag uit omdat deze dag de Wapenstilstandsdag is, gestart met de actie. De putschisten waren 4000 man sterk, de regeringstroepen 2600 man. Maar de regering had toch een betere positie, zij konden gelijk uit het hele land een meerderheid van soldaten halen en had het leger van Hitler slechte wapens. Hitler kwam er na de mislukte putsch achter dat er in vele wapens geeneens een slagpin zat, deze wapens waren gekomen uit een geheim Reichswehrmagazijn. Toen de wapens na de putsch in beslag werden genomen waren ze dan ook rijp voor de schroothoop. Het was dus van groot belang dat ze in enkele uren deze regeringstroepen achter zich kregen. Het initiatief kwam eigenlijk eerst van de autonomisten. Maar ze worden overvleugeld door Hitler. Ze komen uit eindelijk in de kelder van de regering en treffen daar drie personen aan die zowat heel de regering zijn, Von Kahr, een Beierse regeringsleider en monarchist. Verder nog generaal von Lossow, bevelhebber van het Beierse leger en een zekere Seisser. De nazi’s wilden een nieuwe rijksregering waar ook Hitler in moest en Ludendorf moest er een dictatuur van maken. Von Kahr(monarchist) bood aan om de monarchie te herstellen. De politie wist die nacht niet wat ze moesten doe, aan welke kant ze moesten zijn, in ieder geval stonden ze Hitler en zijn leger niet in de weg. De drie mannen werden weer vrijgelaten en de generaal wilde dit niet toelaten liet zijn generaals bij elkaar komen, dit was in tegenstelling van wat hij met een wapen tegen zijn hoofd had gezegd in de kelder. Dit werd om 4 uur aangekondigd, een uur later hoorde de putschisten dit. Maar zoals Hitler tot mei 1945 zou volhouden is doorgaan voor de totale overwinning. De bevolking stond tot nu toe eigenlijk ook aan de kant van de putschisten maar men wist het nu niet zeker meer, nu het leger van de regering weer binnen kwam. Zo kwamen er gevechten toen het leger de stad binnen kwam. Hitler werd in de strijd geraakt door een straatkei, zodat zijn schouder ontwricht was. Ludendorff, die geheel de tijd aan de kant van Hitler stond, liep in burgerkleding en had niks te vrezen. Het leger van de NSDAP verloor. Omdat Ludendorff in burgerkleding was tijdens de putsch werd hij onschuldig verklaard. Hitler zei in zijn toespraak, na zijn berechting, dat hij volgens de wetten schuldig was, maar dat hij voor iets hoger strijdde, zijn ideaal en daarom was hij onschuldig. Hij kreeg vier jaar, waarvan hij er uiteindelijk net niet een jaar van heeft in de gevangenis gezeten.
Het blijkt dat de meeste mensen niet wisten wat ze wilden, ze stonden ertussen. De ene kant voor de regering de andere kant voor een nieuwe regering, een putsch. Zelfs het leger wist niet wat ze wilden, ze waren in dienst van het leger, de ene keer roeide ze de tegenstander uit, de andere keer hielpen ze het putschleger. Alleen mensen zoals Hitler wisten wat ze wilden. Er was geen duidelijkheid, de ene keer kwam de ene helft van het volk aan de macht de andere keer weer een andere.
Hierbij wil ik nog even terugslaan op de hoofdvraag. Door deze chaos en corruptheid in de regering wordt een man zoals Hitler na een jaar al weer vrijgelaten, men haalt de Tweede Marinebrigade bij zich inplaats van te ontbinden na de putsch, die mensen lijken mij niet te vertrouwen. Aan de andere kant, als u kijkt naar het Verdrag van Versailles, hierbij wordt Duitsland verplicht een klein leger te houden. Hoe groter je leger je hebt hoe kleiner de kans is dat je tegenstander zo’n actie onderneemt. Je hebt meer mensen om alles te beveiligen maar het imponeert natuurlijk ook als je zo’n groot leger hebt, waardoor men minder gauw tot actie overgaan.
4.Welke invloed had de periode in het midden?
De middelste periode is van het einde van de hoofdstukken 1,2 en 3 tot het begin van hoofdstuk 5. Oftewel rond begin 1924 tot rond 1928. Men probeerde na de inflatie in 1923 de economie te herstellen, de cultuur en de techniek waren zeer goed bezig en het nachtleven in Berlijn is ook nu nog bekend. De cultuur en het Berlijnse nachtleven als eerst, Duitsland was het cultureel centrum van Europa, de bloei ervan was al begonnen voor de oorlog en ging nu verder. Kunstenaars hadden eerst het dadaïsme dit betekend dat men afzag van de traditionele cultuur en zelf verder ging. Maar na de Eerste Wereld Oorlog wilde deze kunstenaars ook laten zien wat ze over de politiek dachten en maakten satires over de politiek. Ook werd het er gezorgd voor het Bauhaus, een school voor kustenaars en architectuur, maar werd later een sociale beweging. Ik heb gezien op het internet deze school nog steeds bestaat, terwijl het tijdens Hitler zijn dagen gesloten was.
Doordat zij door de nationaal-socialistische beweging in ballingschap werden gebracht werd hun internationale invloed alleen maar groter. Het Berlijn schijnt ‘s avonds ook mooi geweest te zijn, mooier dan dat van Parijs of Londen. Zij hadden geen neonlampen, prachtige straatlampen. Alleen de destijds nieuwe stoplichten zorgden alleen voor ongelukken, men reed toch door het rode licht. Verder was ook het jaarlijkse Presse-bal, waar je alleen kon komen op aanbeveling, zo werden er 600 kaartjes verkocht. De techniek stond ook niet stil, automerken zoals Mercedes, Opel en BMW waren tot ver bekend, men vond ook de zeppelin in die tijd uit, wat zeker een grote uitvinding was. Vanaf 1919 tot 1929 waren er ook 7 Nobelprijzen vergeven aan Duitsers, onder andere natuurlijk Einstein.
Zoals u ziet in het hoofdstuk inflatie over het 1923 ging met terug naar de ruihandel. Men probeerde weer uit dat dal te komen. Dit wilde men op 2 manieren doen, proberen de munt te verbeteren en proberen de lasten van het verdrag van Versailles te verlagen. Twee mannen gingen dit doen, Luther, minister van Financien en Schacht, president van de Rijksbank. Om te beginnen werd op 15 oktober 1923 de Rentenbank ingesteld, die de Rentenmark zal maken. Deze munt werd gewaarborgd bij gebrek aan goud door de totale Duitse economie. Alle mogelijke voorzorgen werden gedaan om het vertrouwen terug te winnen. Door enkele economische trucs krijgen ze vertrouwen en zorgt men ervoor dat het volk mee werkt. Schacht kan op een lening van 800 miljoen goudmark rekenen van de bank Dawes, het Dawes akkoord, om dekking te hebben van een nieuwe munt, waar aan gewerkt wordt. Op 30 augustus 1924 wordt dan de rentemark vervangen door de rijksmark. Terwijl in 5 jaar deze lening werd afbetaald, neemt men in Duitsland weer nieuwe leningen in Amerika, zo ook in Engeland en in Nederland. Het plan-Dawes werd opgevolgd door het plan-Young. Dit plan was in twee opzichten beter, een opheffing internationale controle en verlichting herstelbetalingen. Er stroomt in de jaren 1924-1929 vele miljarden aan buitenlandse kapitaal het land binnen. Er zijn tal van bedrijven met een overcapaciteit en toch zonder een bedrijfskapitaal. De industriële productie neemt snel toe evenals de lonen, zij stijgen. In 1928 heeft het zelfs 10 procent van de wereldhandel.
Men ziet dat Duitsland ook geprobeerd heeft de wereld aan te kunnen met deze republiek. Hele sterke cultuur, vergevorderde techniek. Het was gelukt, mede door het buitenland dan wel, de munt weer op een waardig niveau terug te brengen.
5.Wie was schuldig voor het einde van de Weimarrepubliek?
Wie was er schuldig voor het beëindigen van de Weimarrepubliek? Dit kan natuurlijk noot een persoon zijn of een politieke partij. Verschillende mensen zijn dan altijd schuldig, de een wat meer dan de ander, de een expres de ander per ongeluk. Er valt meestal wel een hoofdpersoon aan te wijzen. Nu zal ik ook proberen de mensen te laten zien die medeschuldig waren.
De schrijver van het boek ‘Kroniek van de Weimarrepubliek’ vindt dat het einde al begint in 1925, kort na de zesde verjaardag, dit is opvallend want de meeste boeken beginnen bij circa 1928 pas over het einde te praten. Terwijl na 1925 de ‘golden twenties’ moesten komen. Dit komt omdat op 28 februari 1925 de dood van de eerste president van Duitsland overleed. Hindenburg wordt gevraagd om hem op te volgen. Eerst wil hij dit niet, maar later stelt hij zich toch verkiesbaar. Op dit moment had de hele geschiedenis al anders kunnen lopen. Veldmaarschalk Hindenburg, aangezet door de Deutsche-Nationale partij, had namelijk 48,3 procent. Zijn sterkste tegenstander, de sociaal-democraat had 45,3 procent. Maar er was ook nog een communist, Thalmann, hij had 6,4 procent.. Men ziet dan dat de communist zelf nooit had kunnen winnen, dit hadden ze van te voren kunnen zien aankomen. Toch hebben ze hem mee laten doen, hierdoor gingen er 6,4 procent naar de communist, anders waren deze stemmen waarschijnlijk naar de sociaal-democraat gegaan. Dan zou je krijgen dat Thalmann had gewonnen, tot nu zegt de communistisch partij dat ze niet fout gehandeld hebben. Met de aanstelling van Hindenburg is graaf Wetarp blij, hij is sinds 1924 de leider van de DNVP. Die worden weer gesteund door de Stalhelm. Zij zijn diegenen die op 29 juni 1926 een protestmars houden, toen nog 100.000 man sterk, in 1928 900.000 man sterk. Zij zijn een paramilitaire oud-strijdersbond. Hindenburg probeert goed van start te gaan en verbied de SS en de SA, maar de NSDAP zorgt dat wanneer de politie langs komt er geen spoor van deze groepen meer te zien is. Een maand later ontslaat hij de minister van Defensie, Groener, vanwege de acties tegen de nazi’s.
Na de putsch van Hitler en de opsluiting, wordt hij 1924 weer vrijgelaten. Hij neemt opnieuw de leiding van de partij de NSDAP. Eind 1926 stelt Hitler Goebbels op, deze man brengt de SA terug tot een harde kern. Hij gaat van dat moment tot het moment dat ze al de macht hebben, uitdagen. . De communisten en de nationaal-socialisten moeten niks van elkaar hebben. Daarom laat hij de SA een mars lopen door een communistische wijk. Hij houdt bijvoorbeeld een toespraak in zo’n wijk, laat het op rellen uitkomen tussen hen, legt enkele gewonden NSDAP’ers achter op het podium en laat dit aan de politie zien. De Weimar-regering zal ook steeds de SA proberen in bedwang te houden, maar het aantal moorden door hen zal zelfs stijgen tot 12 per dag.
In 1928 behaalt Hitler twaalf zetels oftewel 800.000 stemmers(2,6%). Intussen krijgt Hitler alleen maar meer financiële steun van de industrie, zij verwachten van hem dat hij de Roden(communisten) in bedwang houdt.
Dan gaat, in tegenstelling van de ‘economische welvaart’ hiervoor, in oktober 1929 de wereldcrisis beginnen. De Europese kredieten die Amerika had gegeven namen zij weer terug. De banken gaan ‘failliet’, de situatie is onhoudbaar. De regering houdt een deflatiepolitiek, de overheidsuitgave laag houden. Export daalt intussen ook sterk. In 1931 verkeerd bijna elk bedrijf in problemen. De volgende tabel geeft het aantal werklozen aan.
Wanneer Aantal werklozen
Maart 1929 2,5 miljoen
Maart 1930 > 3 miljoen
Maart 1931 4,7 miljoen
Jaarwisseling 1931-1932 6 miljoen
1932 7,5 a 8 miljoen
Deze crisis bespoedigt de doodstrijd van de Weimarrepubliek.
Vanaf 1929, eigenlijk al vanaf het begin natuurlijk, probeert Duitsland onder het Verdrag van Versailles uit te komen. Het akkoord van het verdrag van Young wordt nagekomen. Ze krijgen al een vermindering in straf, maar Duitsland wil een algehele annulering van de schulden en krijgt in de zomer van 1932 zijn zin door de conferentie in Lausanne. Het houdt ook zijn vrede met Rusland, het verdrag uit 1926 wordt in 1931 nog eens verlengd. In februari 1932 wil het ook gelijke berechting over de bewapening die in december inderdaad komt.
Om weer terug te gaan op politiek niveau, op 27 maart 1930 stapt kanselier Muller af. Dit zal een crisis en een keerpunt in de geschiedenis veroorzaken. Op 14 september komen er nieuwe verkiezingen. Het werd de grootste opkomst sinds 1919, 82 procent van de gemachtigde kiezers kwam. Ook gingen de stemmers over van de partijen uit de coalitie naar die van de extreme partijen.
De DNVP, de Duitse-Nationalen van Hugenburg, moest de meeste zetels inleveren. De grootste toename was bij de NSDAP, van 12 naar 107 zetels, ongeveer 900 procent groter geworden. Dit betekende bijna een vijfde van de rijksdag. De socialisten willen niet dat een fascistische regering aan de macht komt en ze laten de coalitie zoals het was, alleen deze coalitie had geen meerderheid meer. Toch is deze coalitie nog een jaar aan de macht geweest. In december 1931 wordt de coalitie dan toch gesteund door het ‘ijzeren front’, de socialisten, katholieken, vakbonden en de Reichsbanner. Dit deden zij om het communisme en de nazi’s buiten de deur te houden. Dan komen in 1932 de presidentsverkiezingen, Hindenburg, inmiddels 85 jaar, verliest de eerste ronde met 168.000 stemmen van Hitler. In de tweede ronde wint Hindenburg dan toch met nog eens 2 miljoen meer stemmen dan ervoor. De moeizame verkiezing is niet in het voordeel van regering-Bruning en na bijna anderhalf jaar moet Bruning eruit. Von Papen neemt het roer over. Op 31 juli 1932 moet men weer stemmen met weer een hoge opkomst en zo ook halen de extreme partijen winst. De NSDAP heeft nu al meer dan een derde. De oude partijen DDP en DVP verliezen zoveel dat ze niks meer te zeggen hebben.
Hitler wil nu de positie als regeringshoofd, maar Von Papen ging hier niet mee akkoord en uiteindelijk komen er nieuwe verkiezing. Hitler en zijn partij leveren iets in, tot een derde van de regering en blijven de grootste partij. Zij en het communisme hadden de meerderheid. Nu werd de generaal von Schleicher kanselier. Hij wil boven de partijen staan, hij wil doen alsof hij de ‘sociale generaal’ is om de vakbond mee te krijgen. Zo ook wilde hij enkele NSDAP’ers achter zich krijgen om zo een scheuring in deze partij te vormen. De industriëlen beginnen zorgen hierover te maken en gaan al richting Hitler toe. Von Papen gaat op 4 januari 1933 met Hitler en de bankier Schroeder rond de tafel zitten en ze vormen een coalitie en doen enige beloften richting de industrie. De coalitie was tussen de Duits-Nationalen en nationaal-socialisten. De dagen van Von Schleicher zijn geteld en ook het leger is sinds 1930 met de NSDAP samen gaan werken. Von Schleicher treedt af op 28 januari 1933 en twee dagen later is het zover, Hitler is kanselier
Om naar de conclusie toe te werken en dus antwoord te geven op de vraag wie er schuldig waren aan dood van de republiek, zal ik de hoofdpunten nog eens achter elkaar zetten. Het begon al bij de vrijlating van Hitler die eigenlijk nog 3 jaar moest zitten, Hij heeft hierdoor drie jaar meer de tijd gehad om zich voor te bereiden op het moment in 1933. Daarna kwam de dood van president Ebert en dus de verkiezingen voor een nieuwe president. Je weet natuurlijk niet precies wat er was gebeurd als de nationaal-socialist president was geworden, je kunt de tijd niet terugdraaien. Maar Hindenburg heeft wel zijn best gedaan om groepen zoals de SS en de SA tegen te houden. Het nadeel was dat hij aan het eind van de republiek al 85 jaar oud was en Hitler makkelijker invloed op hem uit kon oefenen, dit was soms nog wel gering maar het zal hem wel gelukt zijn. Hitler probeerde zoveel mogelijk stemmers te krijgen door zijn intrigerende toespraken en werd daarbij ook nog geholpen bij het toeval. Er kwam namelijk een economische wereldcrisis en hierdoor o.a. steeg ook nog eens de werkloosheid. Ideale omstandigheden voor een extreme partij, die dan meestal aan de macht komt. Wie dan natuurlijk ook meespelen zijn de SA en de SS, zij zorgen voor de dreiging naar het volk. De steeds weer nieuwe stemmingsdagen en de dreiging van het communisme zorgden dat het volk ook voor de NSDAP gingen en zoals men zei: “Beter nazi dan Rood.” Zo komen we tot dat het laatste zetje gegeven is door Hitler en zijn partij, maar heeft het volk onder invloed van de armoede gekozen voor een verandering.
Conclusie.
Armoede en Onzekerheid.
Ik heb de titel conclusie gegeven om het makkelijk te houden, maar de ondertitel is armoede en onzekerheid. Hier gaat eigenlijk heel de Weimarrepubliek om, en Hitler, de fascist, heeft het tegenovergestelde beloofd. Hierdoor onder andere is hij aan de macht gekomen en is door zijn wil deze republiek ten onder gegaan. Hier volgt eerst een samenvatting van de conclusies.
In het begint was de twijfel en de armoede al. Men moest overschakelen van een oorlogssituatie naar een situatie waar het gewone leven belangrijk was. Er zijn vele voorbeelden waar dit niet gemakkelijk ging. Het blijkt dat Duitsland, als verliezer, ook niet onbeschadigd en gemakkelijk overschakelend eruit kwam. Als extra ballast moest zij ook nog het verdrag van Versailles aanvaarden. Dan komt er in 1923 de extreme inflatie, deels hun eigen oorzaak, deels door het buitenland, een ding is zeker het was in het nadeel van het vertrouwen in de republiek. Het komt Duitsland ook zwaar te staan dat zij Frankrijk enkele keren had aangevallen in het verleden. Frankrijk wil er voor zorgen dat men zelf aan het verdrag veel verdient en dat Duitsland er de dupe van wordt. Dan komen als gevolg van de inflatie de putschen, althans nog meer, er waren er al vanaf het begin al vele geweest. Ze konden dit gedeeltelijk niet tegenhouden doordat ze geen groot leger mochten hebben door het verdrag van Versailles, maar ook hebben ze zelf soms pas achteraf ingegrepen. De regering wordt enkele keren weggestuurd maar komen dan weer terug. Dit slaat weer terug op die onzekerheid. Na de putsch van Hitler wordt hij na 1 jaar, in plaats van 4 jaar, weer vrij gelaten, waardoor hij weer zijn werk weer kan doen. In de jaren ’20 lukt het Duitsland dan toch om de economie weer op te krikken door verbetering van het de geldwaarde, kwijtschelding van de schulden en lening in het buitenland. Op het einde komt de NSDAP in optocht men wantrouwt de niet-extreme partijen. Men gelooft in het fascisme, zijn bang voor het communisme en de NSDAP imponeert het volk. Zodoende grijpt Hitler de macht.
Het buitenland had ten eerste Duitsland minder hard moeten straffen, hierdoor is de basis van de armoede ontstaan. Ook stond in het verdrag van Versailles dat ze een klein leger mochten behouden, maar hierdoor waren ze niet sterk genoeg om de putschen tegen te houden. Het had ze wel moeten straffen maar op een manier dat dit werkelijk mogelijk is. Ten tweede hadden ze eerder moeten durven ingrijpen, zo lieten ze Duitsland gewoon fascistisch worden.
De huidige regering had zeker in het begin harder moeten ingrijpen. Zelf zorgde ze verder ook voor veel onzekerheid. Het leger was verdeeld en ging soms meehelpen met de putschgroeperingen. Tevens namen ze de Tweede Marinebrigade bij zich terwijl ze net door hen waren aangevallen. Hindenburg liet ook de SA en de SS verbieden, na een jaar nam hij dat weer terug. Niet slim maar laat ook weer de onzekerheid zien.
Het volk zelf heeft uiteindelijk gekozen voor het fascisme, men had een verandering nodig. Er was armoede, er dreigde communisme, onzekerheid, zodoende was men bang voor een overname van het communisme. Toen bood een krachtige leider als Hitler zekerheid. Zodoende zijn zij schuldig zonder dat ze het weten.
Dan komt Hitler, NSDAP en de SS en SA. Hitler zorgde door zijn fabuleuze toespraken, tactieken, enz., dat hij een groot aantal stemmers achter zich had. Hij speelde goed in op de armoede en de onzekerheid. Verder gebruikte hij de SS en de SA als dreiging naar het volk, het bleef niet alleen bij dreigingen.
Hitler en de drie landen Amerika, Engeland en Frankrijk waren de grootste ‘moordenaars’. De landen van het Versailleverdrag kon vanaf 1918 ingrijpen maar deden dit niet. Hitler maakte gebruik hiervan en zorgde door op slinkse wijze voor het einde van de Weimarrepubliek. De Weimarregering was ook niet geheel onschuldig maar heeft toch zijn best gedaan. Het Duitse volk was alleen maar speelbal van de vorige drie.
Het verraste mij trouwens dat het buitenland nog zo schuldig was en dat Frankrijk daar zo’n grote rol in speelde. Wat ik moeilijk vond was om een hoofdvraag te vinden. Dat je mocht kiezen uit alle beschreven geschiedenis maakte het er niet makkelijker op, eerder moeilijker, je weet dan helemaal niet waarover je het wilt doen.
Notulen
*1 Jonge, A., Kroniek v.d. Weimarrepubliek. Blz 16.
*2 Baum, V., I Know what I ‘m worth,
in het volgende boek gevonden Kr. V.d. Weimarrepubliek. Blz 31
*3 Jonge, A., Kroniek v.d. Weimarrepubliek. Blz 79.
Woordenlijst
Autonomist wie zelfbestuur wenst
Decorum het uiterlijk waardig, fatsoen
Inherent onafscheidelijk verbonden
Literatuurlijst
Poidevin, R., Schirmann, S., Geschiedenis van Duitsland. Schiedam, Elgraphic/DTQP, 1996
Jonge, A., Kroniek van de Weimarrepubliek, Voorspel tot Hitler-Duitsland. Utrecht, Het Spectrum, 1980
Dijk, K.Ulrich, H., Wessling, H.L., Nationaal-socialisme in Duitsland(1918-1945), HAVO/VWO-editie. Den Bosch, Malmberg, 1982
Tolstoy, N., De nacht van de lange messen. Antwerpen, Standaars Uitgeverij, 1979
Willett, J., Weimar, een weggemaaide cultuur. Amsterdam, Meulenhoff/Landshoff, 1984
Blom, J.C.H., Sprekend Verleden. Rijswijk, Nijgh & Van Ditmar, 1994(tweede druk)
REACTIES
1 seconde geleden