Ben jij 16 jaar of ouder? Doe dan mee aan dit leuke testje voor het CBR. In een paar minuten moet je steeds kiezen tussen 2 personen.

Meedoen

Propaganda in Totalitaire Systemen: Nazi-Duitsland vs. Sovjetunie

Beoordeling 6.8
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 2814 woorden
  • 14 februari 2003
  • 63 keer beoordeeld
Cijfer 6.8
63 keer beoordeeld

ADVERTENTIE
Overweeg jij om Politicologie te gaan studeren? Meld je nu aan vóór 1 mei!

Misschien is de studie Politicologie wel wat voor jou! Tijdens deze bachelor ga je aan de slag met grote en kleine vraagstukken en bestudeer je politieke machtsverhoudingen. Wil jij erachter komen of deze studie bij je past? Stel al je vragen aan student Wouter. 

Meer informatie
Propaganda in totalitaire Systemen: nazi Duitsland vs. Sovjetunie Inleiding Mijn werkstuk gaat over de rol van propaganda in een totalitair systeem en wat waren de verschillen en overeenkomsten tussen de propaganda in het nationaal-socialisme in Duitsland en die van het communisme in Rusland. Ik heb dit onderwerp gekozen omdat ik het een interessant onderwerp vind. We hebben het onderwerp al een beetje behandeld in de les, zodat ik enig idee had waar het over gaat. In mijn werkstuk heb ik het wel over de periode tot 1945, het einde van de Tweede Wereldoorlog. Uitleg van de begrippen Propaganda: de weloverwogen beïnvloeding van de houdingen, de meningen en de handelingen van een bepaald publiek, met gebruikmaking van symbolen, zoals woorden, kleding, gebaren, muziek, vlaggen, monumenten en afbeeldingen. Door middel van propaganda wordt getracht overtuigingen op te dringen, mensen tot bepaalde handelingen aan te zetten. Propaganda kan ontaarden in doelbewuste manipulatie, ze laat dan slechts een kant van het probleem zien, ze is er dan niet op gericht mensen hun eigen conclusies te laten trekken. Totalitaire staat: een staat waarin de overheid vanuit een monopoliserend machtscentrum het maatschappelijke leven in alle tracht te beheersen. In het kader van de totalitaire ideologie worden niet alleen alle denkbare beheersingsinstrumenten (technologisch, militair, economisch, psychologisch) aangewend, maar ook wordt van ieder individu een actieve inzet en een totale overgave aan de officiële idealen geëist. Voorbeelden van een dergelijke staat: Nazi Duitsland, de Sovjet-Unie en China onder Mao Zedong.
Propaganda in Duitsland Op 28 februari 1933 werd de Rijksdag in de brand gestoken. Kanselier Adolf Hitler kreeg een noodverordering van President Paul von Hindenberg waarin de persoonlijke- en persvrijheid aan banden werden gelegd. Dertien dagen daarna werd het Ministerie van Volksvoorlichting en Propaganda opgericht, met aan het hoofd Joseph Goebbels. Het ministerie hield toezicht op de pers en alle andere communicatiemedia, met name de radio, de film, de kunst en de literatuur. Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog beheerste het ministerie volledig de pers, de radio, het theater, de bioscoop, de schone kunsten, de muziek en de literatuur. Wanneer elk boek dat mensen lezen, elke krant, elke poster, elke film die ze zien en alle radio-uitzendingen doordrenkt zijn met dezelfde propaganda, dan verliezen mensen hun onderscheidings-vermogen. Het Ministerie van Propaganda verstrekte op het hoogtepunt van zijn macht tijdens de Tweede Wereldoorlog in heel Duitsland dagelijks richtlijnen voor de kopij aan redacteuren van nieuwsbladen. Deze waren zo gedetailleerd, dat de kranten ongeveer al op papier stonden voor de redacteuren. Nazi Duitsland zou propaganda op zo’n grote schaal toepassen, dat rond 1939 het Duitse volk volledig geïndoctrineerd leek te zijn. Tot het laatst aan toe geloofde de meesten nog dat Hitler een onbaatzuchtige heerser en zelfs een Messias was, die zich op de eerste plaats bekommerde om hun welzijn en uiteindelijk om dat van de mensheid. Als leider van de partij had Hitler het te druk om veel tijd te besteden aan propaganda. Joseph Goebbels was voor hem de aangewezen persoon. Goebbels zou een van de grootste politieke propagandisten uit de geschiedenis worden. Goebbels gebruikte de methoden die de fascisten in Italië hadden gebruikt voor de beeldvorming van Mussolini. Hij gaf openlijk toe dat propaganda weinig te maken had met de waarheid. Het enige doel van propaganda, zei hij, was succes. Goebbels zorgde ervoor dat de Führer afgeschilderd werd als een man van het volk, die hun omstandigheden en hun problemen kende. Hitler werd ook afgeschilderd als een man die eigenlijk een kunstenaar, architect en schilder was, die zijn muze had verloochend om het Duitse volk te helpen. Voor de legendevorming rondom de Führer maakte Goebbels veel gebruik van massa-demonstraties die regelmatig in nazi-Duitsland werden gehouden. Hij ontdekte dat manipulatie van emoties het meeste effect hadden wanneer deelnemers in dezelfde roes kwamen als de Führer. De demonstraties werden vaak na 20.00 uur ‘s avonds gehouden, als de vermoeide mensen niet te veel weerstand meer boden. Het filmbedrijf was favoriet bij Goebbels. Hij begreep al snel dat deze nieuwe kunstvorm een veel groter publiek kon bereiken dan boeken of theater. Omdat de nazi’s film zo’n doeltreffend medium vonden moest het personeel (acteurs, regisseurs, enz.) de eed van trouw aan de Führer afleggen. De oude filmwet werd vervangen door de Rijksfilmwet, waarin bepaald werd dat elke film eerst voor onderzoek moest worden ingeleverd bij de Rijksfilmdramaturg (censuur). Bekende films uit de nazi-tijd zijn Triumph des Willens, over de manifestatie in Nürnberg en Olympia, een documentaire over de Olympische Spelen van 1936 in Berlijn. De Olympische Spelen bleken ideaal te zijn voor de verspreiding van nazi-propaganda naar andere landen. In 1936 werden de wedstrijden uitgezonden in 28 talen. Goebbels nam persoonlijk de propaganda voor zijn rekening en toverde een beeld van een glimlachend, opgewekt en levenslustig volk. Het resultaat was dat veel buitenlandse hoogwaardigheids-bekleders diep onder de indruk van het nieuwe Duitsland waren. De film werd ook gebruikt voor indoctrinatie van de jeugd. Thema’s waren o.a. verheerlijking van de dood op het slagveld. Deze films hadden veel invloed op leden van de Hitlerjugend. Een bijzonder kenmerk van dictaturen in de 20ste eeuw is hun interesse voor de beïnvloeding van de jeugd. De jeugd moet door de staat worden begeleid, getraind, geschoold, georganiseerd en tenslotte in rangen onderverdeeld worden. Voor Goebbels’ propagandisten was de jeugd een makkelijke prooi. Door grenzeloos een beroep te doen op hun emoties en door meedogenloos hun bereidheid te geloven en te gehoorzamen uit te buiten, hadden de nazi’s de Duitse jeugd, een aantal jaren voordat zij zichzelf meester maakten van de macht, voor zich gewonnen. De Hitlerjugend was de voornaamste attractie voor de opgroeiende jeugd. De in uniformen paraderende Hitlerjugend stond in sterk contrast met het kleurloze dagelijkse leven in de Weimarrepubliek. Een ander propagandamiddel is de poster. Dit middel speelde een grote rol bij de machtsovername van de nazi’s. Goebbels wist dat mensen een kranteartikel kunnen vergeten maar niet een foto met een duidelijke boodschap die ze vaak zien. Het voordeel van een poster is dat je die niet zo makkelijk kunt negeren. De affiches hingen in alle grote plaatsen in Duitsland. Een nazi-leider zei eens: “Langdradige redevoeringen hebben niet het effect dat Mjölnirs (een ontwerper van posters) met zijn door vurig fanatisme geïnspireerde en indringende kunst in 1 seconde kan bereiken”. Dezelfde principes die voor posters gold, gingen ook op voor postzegels. De postzegel bereikte nog een groter publiek dan de posters. Er werden postzegels uitgegeven van de Hitlerjugend en Hitler waarop de leuze stond “Hij die een volk wil dienen kan alleen in heldhaftige termen denken”. Goebbels maakte ook gebruik van de radio. Hij beschouwde de radio als een belangrijk middel voor de eenwording van het Duitse volk. Hitler hield veel toespraken op de radio. De nazi’s brachten een van de goedkoopste radiotoestellen op de markt om het aantal luisteraars te vergroten. De krant speelde ook een grote rol in de propaganda machine van Goebbels. De nazistische kranten straalden de sfeer uit van massabijeenkomsten, zweet, leer en bloeddorst. De partijkrant Völkischer Beobachter was eigenlijk niet meer dan een als krant vermomde poster. De krant was verplicht voor partijleden. Ambtenaren, leraren enzovoort konden alleen promotie maken als ze de inhoud van de krant kenden. Om de pers aan banden te leggen werden taalregels (Sprachregelungen) door Goebbels verstrekt aan redacteuren. Allerlei regels werden opgelegd, bijvoorbeeld: over bepaalde mensen mocht niet geschreven worden (Thomas Mann, Charlie Chaplin), bepaalde onderwerpen kwamen niet in de krant (vergiftiging van vee, of een auto ongeluk van een partijbons) of bepaalde foto’s van hoge partijfunctionarissen aan uitgebreide diners. Over literatuur en theater als propaganda middel is niet zo veel te vertellen. Deze vormen zijn meer gericht op het intellect en niet aantrekkelijk voor de grote massa. Veel schrijvers van niveau verlieten het land toen de nazi’s aan de macht kwamen (T. Mann, B. Brecht). Toneelstukken moesten goedgekeurd worden door de Rijkstheaterkamer. Propaganda in de Sovjet-Unie (1902-1945) In 1902 had Lenin in zijn boek ‘Wat moet er gebeuren?’ de revolutionaire waarde van propaganda besproken. In 1910 leidde zijn waarnemer in Bakoe, Josef Stalin, een compleet propagandadepartement, die met de opbrengsten uit bankovervallen werd gefinancierd. Na de triomf van de Oktober-revolutie in 1917 zetten zij in Moskou het Ministerie van Actie en Propaganda op, dat toezicht hield op alle informatiemedia. In zijn boek had Lenin een onderscheid gemaakt tussen de twee begrippen actie en propaganda. ‘Actie is voor de domme massa. Het geeft hen een enkel eenvoudig idee dat er door voortdurende herhaling ingestampt zou worden. De propagandisten houden zich aan de andere kant met moeilijkere kwesties en ideeën bezig, en dat zijn er zoveel dat ze slechts door een bepaald aantal mensen begrepen kunnen worden. De actievoerder moet het daarom van het gesproken woord hebben en de propagandist van het geschreven woord’. Voor de massa moest propaganda simpel, direct en eenduidig zijn. In korte tijd waren alle vormen van drukwerk in handen van de Staatsonderneming voor Publiciteit, die niet alleen alle publiciteitsactiviteiten regelde, maar ook toezicht uitoefende op drukpersen en papierbevoorrading. Er was een censuur-afdeling aan toegevoegd die alle boeken, manuscripten enzovoort onderzocht. Het overal voorkomende analfabetisme was een groot probleem, waarvoor de pas uitgevonden radio en films de uitkomst boden. Op het platteland werden radiotoestellen in gemeenschappelijke ruimten, culturele centra, musea, parken en openbare instellingen geplaatst. De boeren werden aangemoedigd samen in deze ruimten te luisteren. De muurposter was van grote waarde. In elk dorp hingen schitterende gekleurde posters waarop de zegetochten van het Rode Leger stonden afgebeeld. Ook werden geïllustreerde muurkranten gebruikt met een simpele uitleg. Ook de film werd als snel gebruikt voor propaganda. De communisten waren vernieuwers op het gebied van de documentaire en hun films hadden grote overtuigingskracht. In de beginperiode na de revolutie werden er door de leiders ook fouten gemaakt. Religie, ofwel het “opium voor het volk” volgens Lenin werd gezien als een machtige vijand en moest van de ene op de andere dag afgeschaft worden. In de pers werd de geestelijkheid van alle geloofsrichtingen voortdurend aangevallen, bezittingen van kerken vernietigd of in beslag genomen en kerken werden veranderd in warenhuizen en bioscopen. De communisten wilden de religie met wortel en tak uitroeien. De meeste arbeiders en boeren waren geschokt door deze heiligschennis. De “Anti-God Campagne” was mislukt en de communisten begonnen op subtielere wijze hun strijd tegen het geloof. De communistische propaganda naar het buitenland was gebaseerd op het vredesthema. In de jaren 20, voordat nazi-Duitsland de belangrijkste vijand werd, was de Sovjet-propaganda voornamelijk gericht tegen de westerse plutocratieën (geldheerschappijen) en hun kapitalistische systemen met Amerika als grootste vertegenwoordiger daarvan. Stalin zei daarover: “Als zich in Amerika een revolutionaire crisis ontwikkeld, zal dat het begin zijn van het einde van het wereldkapitalisme”. De oorlog van 1939 bracht veranderingen in de Sovjet-propaganda met zich mee. Hoewel zij zichzelf nog steeds presenteerde als ‘vredeskampioen’ begon men het volk voor te bereiden op de oorlog. Er werd minder nadruk gelegd op het communisme en meer een beroep gedaan op de vaderlandslievendheid. De propaganda werd ook ‘aangepast’, bijvoorbeeld een poster uit de begin periode van een vechtende Russische arbeider met een aristocraat werd uit de circulatie genomen. De richtlijnen voor de propaganda waren meer gericht op nationale trots. In 1941 was het doel het volk ervan te overtuigen dat Moedertje Rusland moest zegevieren. Posters met reusachtige Russische handen en een stalen tang die een Duitse nek dichtknijpen, drukten het vertrouwen uit na de eerste succesvolle aanvallen tegen de Duitsers. De propagandatrein was een exclusief Russisch verschijnsel in oorlogstijd. De treincoupe’s waren veranderd in drukkerijen of filmzalen waar sprekers, acteurs en kunstenaars toespraken hielden en informatie over de oorlog gaven. De bioscoop speelde ook een belangrijke rol bij de Russische oorlogsinspanningen. Binnen 3 dagen na de inval van de nazi’s werden de eerste bioscoopjournaals met frontnieuws uitgebracht. Om de banden met de kapitalistische landen, die nu hun bondgenoten waren, te verstevigen maakte Stalin een politieke ommezwaai. Tot en met de oorlog van 1939-1940, toen de Sovjets het oosten van Polen, de Baltische landen, delen van Finland en Roemenië inviel, had hij de anti-geloofs politiek voortgezet. Onder Jaroslavski had de Bond van Goddelozen hun activiteiten naar deze landen uitgebreid. Na de Duitse invasie in juni 1941 werd bekendgemaakt door Stalin dat Jaroslavski dood was en wilde hij samenwerken met de Paus tegen de vervolging van de katholieke kerk in Duitsland omdat hij een voorvechter van vrijheid van geweten en godsdienst was. In Moskou werd zelfs een Departement voor Kerkelijke Zaken opgezet. De Sovjet-Unie volgde in haar tot de Duitsers gerichte propaganda een andere lijn dan de westerse landen. De Sovjet-Unie maakten een duidelijk onderscheid tussen het Duitse volk en de nazi-leiders, die Hitleristen werden genoemd. Een uitspraak van Stalin was: “De Duitse staat gaat voorbij, het Duitse volk (de arbeiders) blijft”. Na de overwinning bij Stalingrad waren er tienduizenden Duitse krijgsgevangenen. De Sovjet propaganda was er vooral op gericht dat de gevangenen zich zouden richten tegen Hitler. De Russische oorlogspropaganda had veel succes. Met de Engelsen en Amerikanen hadden zij een gezamenlijke vijand en stelden zij zich op als bevrijders. In de Sovjet Unie hadden zij het voordeel dat hun volk na jaren communisme gewend was aan strenge discipline en een diepgewortelde vaderlandsliefde. Verschillen en Overeenkomsten Een van de kenmerken die de Sovjet-Unie en het nazi-regime gemeen hadden vóór de Tweede Wereldoorlog was hun belangstelling voor de technische uitvindingen van de 20ste eeuw, zoals de radio, de film, de stencilmachie, de auto, het vliegtuig en de telegraaf. Ze werden door de twee regimes gezien als middelen om controle te kunnen uitoefenen op hun medemensen. Terwijl de communicatiemedia in de westerse democratieën van die tijd, die op amusement en winst waren gericht, meestal in particuliere handen waren, had in de Sovjet-Unie en Duitsland de staat het monopolie van de media en werden ze voornamelijk gebruikt voor de verspreiding van propaganda. Andere overeenkomsten tussen de propagandasystemen van de twee landen: de indoctrinatie op jonge leeftijd, de voortdurende herhaling van bepaalde teksten en leuzen, de felle aanvallen op de burgerlijke ‘plutocratieën’, de censuur op al het nieuws uit het buitenland en de plotselinge veranderingen van regeringspolitiek. Er zijn ook een paar verschillen te noemen. De Duitsers richtten zich in hun propaganda negatief op meerdere rassen en bevolkingsgroepen, zoals joden, negers en Russen. Ze richtten zich positief tegenover Hitler, de overwinning enzovoort. De Russen richtten zich wat betreft negatieve propaganda vooral op de ‘plutocratie’ en de Nazi’s. De positieve propaganda ging vooral naar het communisme, de arbeider, Lenin enzovoort. Er is nog een belangrijk verschil. Terwijl de nazi’s zichzelf voornamelijk als strijders presenteerden en door onophoudelijk machtsvertoon (militaire parades, massabijeenkomsten) probeerden de rest van Europa zoveel angst in te boezemen dat het zich zou onderwerpen (dit was bijvoorbeeld het effect van de nazi-film de vuurdoop op Noorwegen en Nederland in 1940), stelden de Sovjets zich altijd vredelievend op. Hitler stapte altijd rond in uniform, maar Russische leiders verschenen tijdens de zeldzame gelegenheden dat ze zich buiten het Kremlin lieten zien, altijd in hun nette, donkere pakken en met slappe deukhoeden. Het gebruik van het woord ‘vrede’ door de Sovjets is een van de meest opmerkelijke prestaties die met propaganda in onze tijd is bereikt. Ze maakten het zich volledig eigen en eisten het als het ware voor hun exclusieve gebruik op. Dit blijkt al uit een vluchtige blik op de namen van een paar mantelorganisaties in de Verenigde Staten: Het Amerikaanse Comité voor de Strijd tegen Oorlog, De Amerikaanse Bond tegen Oorlog en Fascisme en het Wereldcongres tegen Oorlog. Dit klonk voor de gemiddelde westerse burger veel aantrekkelijker dan de krijgshaftige grootspraak van Hitler. Als het propagandamechanisme door de staat wordt geleid, is het makkelijk om de tegenstrijdigheden verklaren. De invasie van de Sovjet-Unie in Finland betekende voor de meeste mensen ‘oorlog’. Voor de Sovjetpropagandisten was het ‘een grenscorrectie om het vredelievende Rusland tegen een aanval va de westerse imperialistische oorlogsstokers te beschermen’. Uiteindelijke Conclusie Mijn uiteindelijke conclusie is dat de propaganda tussen nazi-Duitsland en de Sovjet-Unie niet echt verschilde. De Duitsers brachten het op een wat agressievere manier, terwijl de Sovjets wat geniepiger te werk gingen. De aanpakken waren wel hetzelfde. Beide maakte gebruik van film, radio, posters enzovoort. De Sovjets hadden ook een speciale Propagandatrein, iets wat in Duitsland niet voorkwam. Het grootste verschil is dat de Sovjets zich vredelievend opstelde, terwijl de Duitsers vrij agressief over kwamen. Ook richtten de Duitsers zich in hun propaganda negatief op meerdere rassen en bevolkingsgroepen, zoals joden, negers en Russen. Ze richtten zich positief tegenover Hitler, de overwinning enzovoort. De Russen richtten zich wat betreft negatieve propaganda vooral op de ‘plutocratie’ en de Nazi’s. De positieve propaganda ging vooral naar het communisme, de arbeider, Lenin enzovoort. Dus: er zijn veel overeenkomsten, maar ook belangrijke verschillen. Bronvermelding Encarta 98 Encyclopedie (CD-ROM) Geïllustreerde Geschiedenis van de Propaganda in de Tweede Wereldoorlog. Door Anthony Rhodes

Sovjetreclame en Propaganda in de jaren 20
Door Jelena Tsjernevitsj en N. Barburina

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.