Napoleontische tijd

Beoordeling 6.3
Foto van een scholier
  • Werkstuk door een scholier
  • 4e klas vwo | 4568 woorden
  • 4 juni 2008
  • 32 keer beoordeeld
Cijfer 6.3
32 keer beoordeeld

Taal
Nederlands
Vak
Inleiding

Wij doen ons werkstuk over de Napoleontische tijd in Nederland. We hebben er bewust voor gekozen alleen dieper in te gaan op de Franse Tijd in Nederland. De Napoleontische tijd betreft de periode van 1795 tot 1815. In dit tijdvak is Nederland een onderdeel van Frankrijk dat onder het bewind is van Napoleon. Wij kijken naar de invloeden die deze tijd heeft gehad op de Nederlandse Staat. De Napoleontische Tijd in Nederland omvat de volgende periodes:
- 1795-1806: Inval van de Fransen, Bataafse Republiek.
- 1806-1810: Koninkrijk Holland met eerst Schimmelpenninck aan de macht en daarna koning Lodewijk Napoleon.
- 1810-1813: Ingelijfd bij Frankrijk.
- 1813: Val van Napoleon.
- 1815: De Slag bij Waterloo

Hoofdvraag
Wat was de betekenis van de Napoleontische tijd op het bestaan van de huidige Nederlandse Staat?

Deelvragen

1. Wat ging er vooraf aan de Napoleontische tijd?
Nederland was de Republiek der Verenigde Nederlanden. Willem V van Oranje-Nassau was stadhouder. In december 1780 brak er een oorlog uit tussen de Republiek en Engeland. Deze verliep bijzonder slecht voor de Republiek en verscherpte de tegenstellingen binnen het land. Het volk werd onrustig en verzette zich tegen de stadhouder. Er heerste ontevredenheid over Willem V zijn manier van regeren.

2. Hoe kwamen de patriotten aan de macht?

De patriotten zagen hun kans om de Republiek te veroveren in de zwakke tijd en hun macht te vergroten.
De patriotten waren een politieke stroming in de Republiek van 1780 tot 1800. In de loop van de 18e eeuw groeide in de Republiek het verzet tegen de macht van de regenten. Omstreeks 1780 begon het verzet zich vooral lokaal te organiseren. De burgerij die naar meer macht en invloed streefde en de regenten die zich tegen de stadhouder wilden verzetten verbonden zich met elkaar en vormden de georganiseerde patriottenbeweging. Zij wilden de in verval geraakte Republiek der Verenigde Nederlanden nieuw leven inblazen en verbeteren. Ze verzetten zich tegen de stadhouder, Willem V. Daarnaast probeerden ze de ideeën uit Frankrijk in te voeren en het heersende absolutisme te stoppen.
Ze begonnen zich te organiseren en hoewel die organisatie niet al te eensgezind was, slaagden ze erin hun invloed en macht gaandeweg te vergroten. Ondanks het sluiten van een gunstige vrede met Engeland, verslechterde de machtspositie van de stadhouder Willem V. In 1785 ontnamen de Staten van Holland hem het bevel over het garnizoen van Den Haag. Willem V beschouwde dit als een persoonlijke belediging en verliet het gewest Holland. De patriotten zagen al een definitieve overwinning op de zwakke Willem V in het verschiet, maar rekenden buiten het krachtige optreden van diens echtgenote, prinses Wilhelmina van Pruisen. Zij forceerde in 1787 de terugkeer van Willem V in Den Haag met behulp van een leger van 25.000 Pruisische soldaten. Duizenden Patriotten vluchtten naar Frankrijk en moesten van daaruit toezien hoe in alle steden oranjegezinde regenten de macht overnamen. De Oranjepartij heeft niet lang kunnen genieten van de herveroverde machtspositie. In 1789 brak de Franse Revolutie uit, die heel Europa in vuur en vlam zou zetten.
De Franse Revolutie gaan wij verder niet uitdiepen, omdat dit zich voornamelijk afspeelde in Frankrijk en het onderwerp veel te breed maakt. Wij vertellen alleen wat voor invloed deze Revolutie op Nederland had.

3. Hoe veranderde de Nederlandse Republiek in de Bataafse Republiek?
Op 1 februari 1793 verklaarde Frankrijk de oorlog aan Willem V en uitdrukkelijk niet aan het Nederlandse volk. In het voedspoor van een Frans leger trokken in 1795 patriotse ballingen de Republiek binnen. Willem V vluchtte naar Engeland en de oranjegezinde regenten moesten machteloos toezien hoe een nieuwe republiek werd uitgeroepen: De Bataafse Republiek, die ingevoerd werd na de Bataafse Revolutie. Onder de Bataafse Revolutie wordt de politieke, sociale en culturele omwentelingen in de Noordelijke Nederlanden aan het einde van de achttiende eeuw verstaan. Net als in andere delen van Europa groeide eind 18e eeuw in de Republiek de wens naar een eerlijker bestuur en een meer egalitaire maatschappij. Zo groeide de interne verdeeldheid in Nederland. Orangisten, die stadhouder Willem V meer macht wilden geven, stonden tegenover patriotten die, onder invloed van de Franse ideeën van de Verlichting en de Amerikaanse Revolutie , een meer democratisch regeringssysteem wilden. Bovendien bevond het land zich in een diepe economische, en dientengevolge ook een morele, crisis. Toen Nederland na Frankrijk het tweede land was dat de Verenigde Staten erkende, verklaarden de Britten Nederland de oorlog. Deze 4e Engelse oorlog (1780-1784) was een grote klap voor de handel en nijverheid.
In 1786 en 1787 escaleerden de problemen. Patriotten die ijverden voor het herstel van het aanzien dat de Republiek in de zeventiende eeuw gekend had, richtten overal exercitiegenootschappen op, zoals bijvoorbeeld in Hattem, hetwelk daar onder leiding stond van Daendels. Tussen 1783 en 1787 wisten deze gewapende burgers in een aantal steden en gewesten de macht over de nemen. Zozeer zelfs dat in 1785 stadhouder Willem V zich genoodzaakt zag uit te wijken naar Nijmegen. De Staten van Holland weigerden namelijk hun troepen tegen patriotten in te zetten. Nadat de zwager van Willem V, de koning van Pruisen, een leger van 26.000 man naar de Republiek stuurde, werd de macht van de stadhouder hersteld. Maar de rust was slechts tijdelijk teruggekeerd. Patriotten bleven doorgaan met hun activiteiten, al deden ze dat nu vooral in geheime genootschappen, of als banneling in Noord-Frankrijk. Bovendien brak in 1789 de Franse Revolutie uit, en de Fransen waren stellig van plan de Revolutie te delen met de rest van Europa.
Eind december 1794, trokken de Franse troepen van generaal Pichegru over de bevroren rivieren de Republiek binnen. Nu zagen de patriotten hun kans schoon: de Bataafse Republiek werd uitgeroepen. Stadhouder Willem V koos eieren voor zijn geld en ging in ballingschap in Engeland. Na zijn vertrek gelastte hij alle overzeese gebieden zich onder het gezag te stellen van de Engelsen, die inmiddels de jonge Bataafse Republiek de oorlog verklaard hadden. Tal van gebieden (waaronder Kaap de Goede Hoop) werden door Engelse troepen onder de voet gelopen. Een groot deel van de Nederlandse koloniale macht eindigde hiermee. Guyana en Ceylon kwamen nooit meer in Nederlandse handen. De Kaapkolonie werd wel even teruggegeven, maar zou in 1806 voorgoed door de Britten bezet worden.

4. Waarom werd de Republiek de Bataafse Republiek genoemd?

Omstreeks 50 v Chr. veroverde Julius Caesar, de grote Romeinse staatsman, Gallië, het huidige Frankrijk. Zijn troepen zijn ook in oze streken actief geweest, en hebben daar vreselijk huisgehouden. Het gebied tussen de Schelde en de Rijn werd vrijwel ontvolkt. Hier vestigden zich, met instemming van de Romeinen, verschillende volkeren, waaronder de Bataven. In de geschiedenisschrijlings van de achttiende eeuw stonden de Batavieren bekend als bijzonder vrijheidslievend, die zelfs de moed opbrachten om hun rechten en vrijheden te verdedigen tegen Romeins machtsmisbruik. De patriotten zagen in de Batavieren hun lichtend voorbeeld. De ballingen in Frankrijk noemden hun belangrijkste tijdschrift Le Batave en bijna vanzelfsprekend werd de nieuwe republiek naar de Batavieren genoemd.

5. Wat gebeurde er tijdens de Bataafse Republiek van 1795 tot 1806?
In tegenstelling tot in Frankrijk, waar in de beginfase van de Franse Revolutie deze snel radicaliseerde en de Guillotine overuren draaide, werden de revolutionaire veranderingen in de Bataafse Republiek relatief vreedzaam doorgevoerd. Het land was al tweehonderd jaar een republiek, en had dan ook maar weinig tegenstribbelende edelen die anders misschien 'ingekort' moesten worden. Ook was in Frankrijk, na de val van Robespierre, de revolutie inmiddels een veel gematigder fase ingegaan.
De omwenteling van 1795 was in feite een herhaling van de omwenteling van de Patriotten, die in 1787 met behulp van een Pruisisch interventieleger was onderdrukt. Veel leiders van de Bataafse Republiek waren Patriotse politici, die in 1787 naar Frankrijk waren uitgeweken. Nu kregen zij, met Franse steun, de kans om alsnog hun idealen te verwezenlijken.
De oude Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden was altijd al tamelijk ineffectief geweest, en haar tekortkomingen waren met het verstrijken van de tijd steeds ernstiger geworden. De afzonderlijke provincies waren soeverein, ieders instemming was dus nodig voor een besluit, waardoor de gezamenlijke besluitvorming soms jaren kon duren. Daarnaast was veel macht geconcentreerd geweest in handen van de zogenaamde regenten, die in feite plaatselijke oligarchieën vormden. De Bataafse Republiek maakte dan ook de overgang naar een meer gecentraliseerde regering, met uniforme rechtspraak, munteenheid, maten en gewichten, belastingheffing. Voorts kregen de katholieken, die al meer dan 200 jaar als tweederangsinwoners een derde deel van de bevolking uitmaakten, voortaan gelijke burgerrechten, al zou het nog tot 1853 duren voordat de kerkelijke hiërarchie in de Nederlandse kerkprovincie hersteld mocht worden. Ondanks de anti-orangistische houding van de Patriotten zag iedere weldenkende bestuurder de noodzaak voor verandering en aldus werden veel van hun politieke en bestuurlijke hervormingen na de Franse tijd gehandhaafd in het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden, dat in 1815 tot stand kwam.
In tegenstelling tot Frankrijk kreeg de nieuwe Republiek geen terreurregime of schrikbewind. In de Republiek stonden democratische principes hoog in het vaandel. De Nationale Vergadering, de eerste Nederlandse volksvertegenwoordiging, kwam op 1 maart 1796 voor de eerste maal in zitting bijeen. Pieter Paulus, de voorzitter, stierf enkele dagen later vanwege een longontsteking die hij opliep bij de inwijding. De tientallen commissies leidden tot trage besluitvorming, bovendien ontstond er grote onenigheid over de provinciale bevoegdheden. Een staatsgreep in januari 1798 leidde tot de noodzakelijke een- en ondeelbaarheid. De federalisten moesten het afleggen tegen de unitariërs.
Op militair gebied was het na de relatief vreedzame overname rustig gebleven. De Republiek lag niet binnen de gebieden waar de veldtochten plaatsvonden (Duitsland, Italië, Bohemen). Wel vond in het najaar van 1799 een Brits-Russische invasie plaats in de kop van Holland. De geallieerden namen Alkmaar in, maar werden tenslotte verslagen in de Slag bij Castricum.
De enige tekenen van interne politieke instabiliteit waren enkele staatsgrepen. De eerste staatsgreep vond plaats in 1798, toen revolutionaire bevelhebbers geïrriteerd werden door het trage tempo van de democratische hervormingen. De tweede coup vond plaats in 1801, toen de Franse commandant Augereau met steun van Napoleon de veranderingen van 1798 terugdraaide. In 1805 installeerde Napoleon Rutger Jan Schimmelpenninck als raadspensionaris om de uitvoerende macht te versterken. In 1806 verloor Napoleon echter het vertrouwen in de Republiek. Hij vond dat de patriotten te weinig en te langzaam de richtlijnen van Parijs volgden. Hier gaan we in een andere deelvraag verder op in.

6. Waardoor werkte het nieuwe staatsapparaat in de Bataafse Republiek niet?

Het uitroepen van een nieuwe republiek was eenvoudig geweest. Het opbouwen van een nieuw staatsapparaat bleek een stuk moeilijker. Eindeloos werd er gedebatteerd over de vorm van de nieuwe staatsinstellingen. Moest de nieuwe republiek bestaan uit een aantal soevereine staatjes, zoals de Oude Republiek der Verenigde Nederlanden, of moest er een sterk centraal gezag komen? Veel patriotse regenten vonden het eerste; radicalere patriotten uit de middenklasse kozen voor het laatste. Moest de staatsmacht geconcentreerd worden in de handen van de regenten, zoals in de oude republiek, of moest ook de burgerij kunnen delen in de staatsmacht? Moest misschien zelfs het hele volk invloed hebben op de staat door middel van algemene verkiezingen?
In de 11 jaar van haar bestaan, werd de Bataafse Republiek verscheurd door deze discussies. Van een krachtdaling en effectief bestuur was zelden sprake. Het feit dat in 1798 de Bataafse Republiek een eenheidsstaat werd met een op papier sterk centraal gezag bracht hier geen verandering in.

7. Waarom werd het Koninkrijk Holland gevormd?

Napoleon Bonaparte, die leefde van 15 augustus 1769 tot 5 mei 1821, was Eerste Consul van Frankrijk (1799 - 1804) en daarna keizer der Fransen (1804 - 1815). Napoleon is vooral belangrijk als militair leider van het Franse leger in deze periodes, en is verder bekend door zijn heerschappij als vorst in het Frankrijk van na de revolutie, door zijn veldtocht naar Moskou en door zijn ondergang in Waterloo. De combinatie legerleider - staatshoofd, en dit op Europese schaal, maakt hem tot alleenheerser van een groot deel van Europa rond het jaar 1800.
Hij had de volgende functies:
• Eerste Consul van Frankrijk van 11 november 1799 tot 18 mei 1804
• Keizer der Fransen van 1804 tot 6 april 1814 en van 20 maart tot 22 juni 1815
• Koning van Italië van 31 maart 1805 tot 1814
• Beschermheer van de Rijnbond van 12 juni 1806 tot 1813.
Aan het politieke front bleef het onrustig in de Bataafse Republiek. De binnenlandse hervormingen verliepen moeizaam, de voortdurende oorlog met Engeland was een kostbare aangelegenheid en de Franse regering bleef maar vragen om meer geld.
In Frankrijk was Napoleon Bonaparte aan de macht gekomen. Die maakte korte metten met de zwakke regering van de Bataafse Republiek. Napoleon zocht contact met een aantal leidende politici binnen de Republiek, gaf ze militaire steun en er werd in september 1801 weer een staatsgreep gepleegd. Tegenstanders werden afgezet, voorstander benoemd en dat was alles. Er werd een nieuwe grondwet geformuleerd die aan het volk werd voorgelegd. De nieuwe grondwet was een stuk federalistischer en minder democratisch dan de vorige. Er kwam een twaalfhoofdige Staatsbewind dat zich weinig hoefde aan te trekken van het machteloos gemaakte parlement. De uitslag van het referendum leek overduidelijk: er waren ruim 16.500 voor- en ruim 52.000 tegenstemmers. Door gebruik te maken van hogere politieke rekenkunde – alle 330.000 thuisblijvers werden als voorstemmers geteld – werd de grondwet als aanvaard verklaard. Na een korstondige vrede was de oorlog met Engeland weer opgelaaid. Hierdoor lag de handel weer stil, kon de economie zich niet herstellen en beschikte de regering voer onvoldoende middelen om het land op orde te brengen. Napoleon had hier geen boodschap aan. Hij wilde maar één ding: een regering die naar zijn pijpen danste. Dat kon het beste een eenhoofdige regering zijn vond hij en de persoon die dat moest worden had hij ook al op het oog. Het werd Rutger Jan Schimmelpenninck, de Amsterdamse advocaat, die in 1805 de titel van raadpensionaris kreeg. Hij zou één jaar regeren maar meer presteren dan alle regeringen van de Bataafse Republiek voor hem.

8. Wat werd er ingevoerd door Schimmelpenninck?

De kwaliteiten van Schimmelpanninck en zijn nauwste medewerker Gogel, en het feit dat de volksvertegenwoordiging vrijwel buiten spel stond – de leden werden benoemd door Schimmelpenninck! – zorgden ervoor dat een aantal zaken eindelijk geregeld werd:
- Er kwam een nationaal stelsel van belastingen. Nieuw was een grondbelasting. Om de uitvoering hiervan mogelijk te maken werd een nationaal kadaster opgericht. Het nieuwe stelsel was een stuk eenvoudiger dan het oude, koste minder en bracht meer op. Toch bleef de financiële nood, als gevolg van de oorlog en de nog steeds stijgende staatsschuld, groot.
- Er kwam een definitieve schoolwet. Voortaan stonden alle lagere scholen onder het toezicht van de schoolinspectie. Alleen vakbekwame onderwijzers mochten lesgeven. Godsdienstonderwijs werd op de scholen verboden, een uitvloeisel van de scheiding van de kerk en staat.
- Het Woordenboek der Nederduitsche Spelling van de Matthijs Siegenbeek werd het eerste officieel goedgekeurde woordenboek van Nederland.

9. Op welke manier probeerde Napoleon de Republiek naar zijn hand te zetten?
Nog steeds was de Napoleon niet tevreden. Om Engeland op de knieën te dwingen had hij het Continentaal Stelsel afgekondigd, een verbod op alle handel met Engeland. Dat verbod werd door de Bataafse Republiek onvoldoende nageleerd. Dit was reden voor Napoleon Schimmelpenninck onder druk te zetten. De zieke raadspensionaris, hij was in korte tijd vrijwel blind geworden, verzette zich tegen zijn vervanging door de broer van Napoleon, maar kon dat niet lang volhouden. In Huis ten Bosch, de huidige woning van koningin Beatrix, kwamen Schimmelpenninck, zijn ministers en zijn adviseurs bijeen. Tegen de wil van Schimmelpenninck besloten zij toe te geven aan de Franse eisen en keizer Napoleon formeel te verzoeken zijn broer als koning van het Koninkrijk Holland naar Den Haag te sturen.

10. Wat gebeurde er tijdens het Koninkrijk Holland?
Het Koninkrijk Holland had te maken met dezelfde problemen als de Bataafse Republiek: een kwakkelende economie, een hoge schuldenlast en buitensporige Franse eisen. De koning deed zijn best er wat van te maken, maar was niet bijster succesvol. Hij streefde naar een effectief centraal bestuur. Voor het eerst kwamen er nationale instellingen zoals een Rijksarchief, een Koninklijke Bibliotheek en een Rijksmuseum. De historicus Colenbrander vatte het beleid van de koning als volgt samen: ‘Veel zaken werden overhoop gehaald, weinige ten einde gebracht.’ Toch was Lodewijk Napoleon niet impopulair bij de Nederlanders. Wanneer hij terugkeerde uit het buitenland, waar hij geregeld een kuur onderging om zijn zwakke gezondheid wat te verbeteren, zag men hem met blijdschap komen.
Lodewijk Napoleon Bonaparte werd op 2 september 1778 geboren en stierf op 25 juli 1846. Hij was de broer van keizer Napoleon I en de vader van de latere Franse keizer Napoleon III. In 1806 werd hij op last van zijn broer Napoleon vorst van het Koninkrijk Holland.
Napoleon besloot in 1806 een eind te maken aan de Bataafse Republiek, omdat hij een sterk gezag wenste in de strategisch gelegen Nederlanden. Hij plaatste daarom zijn jongere broer Lodewijk Napoleon op de troon: door een familielid tot vorst te benoemen kon Napoleon toch invloed uitoefenen.
Lodewijk maakte echter bezwaar tegen de plannen van zijn broer. Omdat hij al jaren kwakkelde met zijn gezondheid – reuma dwong hem regelmatig kuuroorden op te zoeken – was hij niet van plan naar het kille Nederland af te reizen. Ook beviel het hem niet dat zijn broer hem als een ondergeschikte behandelde, die zonder inspraak de keizerlijke orders moest uitvoeren. Napoleon was echter onverbiddelijk, en uiteindelijk schikte Lodewijk zich in zijn lot.
Hoewel de patriotten zich fel hadden verzet tegen de monarchale ambities, was er nauwelijks sprake van verzet. Het verzet viel dus mee, maar daar nam Lodewijk Napoleon geen genoegen mee. Hij wilde de sympathie van het volk winnen en wilde zijn gezag rechtvaardigen. Hij probeerde zelfs de Nederlandse taal te leren, om dichter bij het volk te komen en zijn volk te kunnen toespreken. Een bekende uitspraak van hem was: "Iek ben konijn van Olland" waarmee hij wilde zeggen de koning van Holland te zijn. Hij werd daardoor ook wel het ‘Groot Konijn’ genoemd.
De verhouding tussen de Hollandse koning en de Franse keizer werd steeds slechter.Ik 1808 stelde Napoleon zijn broer voor koning van Spanje te worden. ‘Ik zou niet weten wat te doen, als ik nog een keer van vaderland moest veranderen. Mijn hart is ook niet van steen, en dat land (Holland) zal altijd meer voor mij zijn dan een ander’, schreef de koning aan zijn moeder. Hij weigerde, wat de verstandhouding van zijn broer niet verbeterde.
In de ogen van de keizer kwam de nationale politiek van Lodewijk Napoleon neer op een anti-Franse en dus pro-Engelse politiek. Toen de keizer eind 1808 de koning in Parijs ontving, begroette hij hem met de volgende woorden: “Holland is een Engelse kolonie; ik wil Holland opvreten.” In diezelfde tijd publiceerde de Moniteur, een Franse krant die altijd het standpunt van de regering vertolkte, een artikel waarin men het volgende kon lezen: “Holland is in werkelijkheid slechts een deel van Frankrijk; men kan het land definiëren door te zeggen dat het een aanslibsel is van de Rijn, de Maas en de Schelde, dat wil zeggen van de grote rivieren van het keizerrijk.”

11. Hoe en waarom werd het Koninkrijk ingelijfd bij Frankrijk?

Een militaire actie van de Britten verzwakte de positie van koning Lodewijk nog verder. In 1809 vielen de Engelsen Walcheren binnen. Een Frans leger moest het zwakke Hollandse leger te hulp komen. In januari 1810 trokken Franse troepen het Koninkrijk Holland binnen. Zeeland en het gebied ten zuiden van de grote rivieren werd bezet door de Fransen en vervolgens ingelijfd bij Frankrijk. Terwijl de twee broers in Parijs bijna slaande ruzie maakten, verzette het Hollandse leger zich niet tegen deze Franse actie. Lodewijk Napoleon keerde nog eenmaal terug naar Holland om er afstand te doen van de troon. Het gehele koninkrijk werd op 9 juni 1810 ingelijfd bij Frankrijk.

12. Wat gebeurde met het Koninkrijk Holland tijdens de inlijving bij Frankrijk?

Amsterdam werd, na Parijs en Rome, officieel uitgeroepen tot de derde stad van het keizerrijk en het Nederlands bleef naast het Frans officieel in gebruik. Het was de bedoeling het land vanuit Amsterdam centralistisch en naar Frans model te besturen. Er kwam een Franse gouverneur, Lebrun, die hierop moest toezien. Napoleon voerde het Franse Burgerlijk Wetboek in in ons land, een wetboek dat, in de loop der tijden gewijzigd, herzien en herschreven, nog steeds de grondslag vormt van het huidige Burgerlijk Wetboek.
Het Franse belastingstelsel werd ingevoerd en daar was men aanvankelijk helemaal niet ontevreden mee. De belastingsdruk was in Frankrijk namelijk 25% lager dan in de Bataafse Republiek. Om het Franse belastingstelsel in de praktijk te kunnen uitvoeren waren een aantal andere maatregelen noodzakelijk. Het metrieke stelsel van maten en gewichten, noodzakelijk voor de berekening van de verschillende tarieven, verving de verschillende lokale en gewestelijke maten en gewichten. De invoering riep zoveel weerstanden op, dat het in 1813 weer werd afgeschaft.
Nederlandse handelaren hadden gehoopt dat de eenwording met Frankrijk zou leiden tot de afschaffing of in ieder geval reductie o.a. van de handelstarieven, die golden tussen Frankrijk en de oude Bataafse Republiek. Maar in plaats van een verwachte reductie met 10% kwam er een stijging met 50% van de tarieven. De extra belasting zette veel kwaad bloed maar het bleek nog maar het begin.
De staatsschuld van de Bataafse Republiek was opgelopen tot 1.000.000.000,00 gulden. Hierover moest jaarlijks 40.000.000,00 bedroegen. De Fransen losten dit probleem eenvoudig op. Ze verlaagden eenzijdig de rentebetalingen met tweederde. Veel liefdadigheidsinstellingen kwamen door deze maatregel in de problemen omdat zij hun kapitaal hadden belegd in staatsleningen.
Naast al deze financiële ellende kwam de nauwgezette toepassing van de bepalingen van het Continentaal Stelsel. Er arriveerde een legertje Franse douanebeambten dat zich al snel uiterst gehaat maakte. De handel kwam vrijwel stil te liggen en de werkloosheid groeide enorm.
Een andere maatregel was de invoering van de Burgerlijke Stand. Voortaan moesten mensen geregistreerd staan. Ook was men verplicht zaken als geboorte, huwelijk, overlijden en verhuizen door te geven.
De Burgerlijke Stand maakte het makkelijker de dienstplicht in te voeren. Napoleon had voor zijn oorlogen soldaten nodig en Frankrijk zelf was steeds minder in staat de benodigde manschappen te leveren. Napoleon had er bij zijn broer keer op keer op aangedrongen soldaten op te roepen, maar die had dat steeds voor zich uitgeschoven. In 1811 en 1812 werden echter duizenden Nederlanders gedwongen dienst te nemen. Het leidde tot tientallen relletjes. Hoewel er nog geen sprake van een algemeen volksverzet, nam de onvrede over het Franse bewind steeds meer toe. In de snikhete zomer van 1812 was het weliswaar rustig, en kon Lebrun aan Napoleon schrijven dat er ‘de meest volmaakte rust’ heerste in het land; het zou de stilte voor de storm blijken te zijn.

13. Hoe kwam het Franse bewind van Napoleon tot een einde?

In 1812 begon Napoleon met de voorbereidingen van zijn grote veldtocht tegen het Russische keizerrijk. Hij bracht een leger van meer dan een half miljoen man bijeen, waaronder 15.000 Nederlanders, het Grande Armée. Dat was het grootste leger tot dan toe in de Europese geschiedenis. Deze veldtocht was de inleiding tot de val van Napoleon. Na de brand in Moskou en het invallen van de winter besloot Napoleon Rustland te verlaten. Zijn terugtocht verliep ellendig. Slechts een paar procent van zijn manschappen redde het. Een jaar later werd Napoleon bij Leipzig verslagen, door het uitgedunde en verzwakte leger. Zes maanden later gaf hij de strijd op en liet Napoleon zich gevangen nemen.
In de herfst van 1813 naderden de geallieerde legers vanuit het oosten ons land, van waaruit de Franse ambtenaren wegvluchtten naar het zuiden. Met het vertrek van het Franse bestuursapparaat kwam de vraag op hoe het nu verder moest met het land. Gijsbert Karel van Hogendorp, een trouwe aanhanger van de prins van Oranje, wist daar een antwoord op. Hij stuurde een tweetal vertrouwelingen naar Engeland met de opdracht prins Willem Frederik, de oudste zoon van de inmiddels overleden stadhouder Willem V, te verzoeken naar Den Haag te komen om daar de titel van Hooge Overheid te aanvaarden. Willem Frederik voldeed aan dit verzoek en arriveerde op 30 november op het strand van Scheveningen. Onder luide toejuichingen van het volk reisde hij naar Den Haag.

14. Hoe werden de Zuidelijke en de Noordelijke Nederlanden verenigd tot het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden?
Napoleon had Europa staatkundig volledig overhoop gehaald. In Duitsland had hij honderden vorstendommen afgeschaft en tientallen nieuwe staten ervoor in de plaats gecreëerd. Overal op het Europese continet had hij bestuurlijke hervormingen doorgevoerd. Om orde op zaken te stellen besloten de Europese grootmachten in Wenen een conferentie te beleggen: het Wener Congres.
Terwijl vorsten en diplomaten in Wenen sleutelden aan de staatkundige grenzen van Europa, werkte men in Den Haag aan een nieuwe grondwet. Het in de Franse tijd ingevoerde centrale bestuur bleef intact. Op 20 maart 1814 legde Willem Frederik te Amsterdam de eed op de nieuwe grondwet af als koning Willem.
Ondertussen was onduidelijk wat er met de Zuidelijke Nederlanden moest gebeuren. Ook die waren bij Frankrijk ingelijfd geweest. Engeland voelde er wel wat voor het gebied te voegen bij het nieuwe Koninkrijk der Verenigde Nederlanden. Het dan grotere koninkrijk zou als buffer kunnen dienen voor het geval Frankrijk weer eens agressief zou worden. Dit plan leverde diplomatiek veel discussie op, waaraan door het optreden van Napoleon in 1815 een eind werd gemaakt. Die was namelijk van Elba, waar hij op vorstelijke wijze gevangen werd gehouden, ontsnapt, 10 maanden na verbanning. De politici in Wenen besloten de knoop wat betreft de Zuidelijke Nederlanden door te hakken. Het hele gebied van de Zuidelijke Nederlanden, inclusief Luxemburg, werd gevoegd bij het Noordelijke Koninkrijk. Voor het eerst sinds Filips II was er weer sprake van een vereniging van Noord en Zuid: het Verenigd Koninkrijk der Nederlanden.

15. Hoe liep de Napoleontische tijd af?

Naploleon Bonaparte ging terug naar Parijs. Hij reisde via de vernoemde 'route Napoleon' naar Grenoble, kreeg steun van legeronderdelen, en verder. Hij kreeg de steun van het volk omdat het niet tevreden was met Lodewijk XVIII. Deze gaf nog wel opdracht Napoleon te arresteren, maar alle agenten en legers die werden gestuurd liepen naar Napoleon over. Het volk was de Witte Terreur zat, en bij het leger was Napoleon nog altijd zeer populair. Zij namen het op voor Napoleon, en Lodewijk vluchtte. De geallieerden, die op dat moment juist in Wenen een congres (zie Congres van Wenen) hadden belegd om de nieuwe grenzen van Europa te bepalen, schrokken hiervan
Nadat Napoleon de macht weer had overgenomen verklaarde hij slechts Frankrijk vreedzaam te willen regeren. De geallieerden geloofden hier niets van, dus stelde hij een nieuw leger samen. Rusland, Oostenrijk, Pruisen en Engeland maakten zich klaar voor een nieuwe oorlog, Napoleon moest zich verdedigen om niet al te kwetsbaar over te komen.
Napoleon wilde met zijn leger de eeuwige vijand Engeland verslaan. De Fransen en de Engelsen troffen elkaar vlak bij Waterloo. Napoleon viel meerdere keren aan, maar de Engelsen hielden stand en toen de Pruisen zich bij de Engelsen aansloten, verloor Napoleon op 18 juni 1815 de slag bij Waterloo.
Door zijn soldaten aan hun lot over te laten, kon Napoleon ontsnappen. Hij vluchtte naar de havenstad Rochefort en wilde daarvandaan naar de Verenigde Staten. De haven werd door de Engelsen geblokkeerd, en Napoleon zag geen andere uitweg dan zich over te geven. Op 22 juni 1815 moest Napoleon voor de tweede keer afstand doen van de troon en dit keer voorgoed.
Kort antwoord op de hoofdvraag
De belangrijkste effecten van de Napoleontische tijd op de huidige Nederlands Staatsvorm waren:
• Het einde van de Nederlandse republiek en het begin van het koninkrijk der Nederlanden. Een gecentraliseerd modern staatsbestel verving de gedecentraliseerde macht van het oude systeem.
• De definitieve economische overwinning van Groot-Brittannië op Nederland. Nederland verloor de Kaapkolonie en de koloniën in Guyana en Ceylon aan de Britten. De Vereenigde Oostindische Compagnie (VOC) werd in 1798 ontbonden.
• Invoering van de eerste Grondwet, het Burgerlijk Wetboek, de Burgerlijke Stand, de dienstplicht, het kadaster, achternamen, huisnummers en standaardmaten en -gewichten: de kilo, meter en liter.
• Oprichting van het Koninklijk Instituut van Wetenschappen, de Koninklijke Bibliotheek en de Nationale Kunst-Galerij, de voorloper van het Rijksmuseum.

REACTIES

Log in om een reactie te plaatsen of maak een profiel aan.